2. EUPHORIA BETEKENIS : HET GEVOEL VAN DE OVERWINNING OF NA BEHAALDE WINST Euforie bereiken tezamen met de cliënt of opdrachtgever !
3.
4.
5.
6. SYNERGIE BETEKENIS : Het op een natuurlijke en onbeschreven wijze van samenwerken, waarbij of waardoor de afzonderlijke functies worden overtroffen. Vanuit Griekse taal : syn– samen- (prefix) ergie werken (ergo-)
7.
8.
9. SYNERGIE (1) KENMERK van SYNERGIE : De ultieme samenwerking met een overtreffend resultaat, voortkomend uit emergent gedrag, door het samengaan van verschillende bijdragen of functies (dus vooraf onbeschreven)
12. SYNERGIE (4) Voedingsbodem voor synergie, intuïtie of ….
13. SYNERGIE (5) splijter verstarder aantrekker van het “dynamiekvlak vallen” betekent veelal een catastrofe en in chaos terechtkomen Organisatievlak
14.
15. EFFICIENCY Efficiency bij het ontstaan van een (nieuwe) “groep” binnen een organisatie. In hoeverre dient efficiency geoptimaliseerd te worden bij deze groep ? Wat is de mate van deze efficiency ?
16.
17. ADAPTIEF GEDRAG (1) Hoe daar mee om te gaan ? Intelligente organisaties begrijpen de complexiteit en het dynamische gedrag van groepsvormingen Het antwoord is het toestaan van ADAPTIEF GEDRAG.
18.
19. VOORDEEL Uitbaten van ADAPTIEF gedrag van een groep ten gunste van de organisatie. De intelligente organisaties kunnen dat. Intelligentie staat daarmee los aan machtslust of maximale controle en sturing willen uitoefenen over die groep !
20. INTELLIGENTE ORGANISATIE BETEKENIS : Alle competenties binnen een organisatie, die tezamen een creatief en probleem oplossend vermogen vormen (Competentie : het vermogen om op een gegeven moment en in bepaalde situaties de juiste handelingen te verrichten)
25. CATASTROPHE BETEKENIS : Vernietiging van (een deel van) het organisme VOORDEEL : Ruimte voor een nieuwe ontspruiting binnen het organisme of systeem
26. CHAOS BETEKENIS : Voor de objectieve observant een willekeurig samenspel, zonder enig herkenbare vorm van samenhang of patroon ! Is er echt sprake van chaos ? Voor deze observant wel en voor een andere observant ?
27. EMERGENTIE BETEKENIS : Een ontspruiten van een creatie, echter 1 vanuit een noodzakelijke oorzaak ontstaan zijnde “het overleven” (potentiaal/druk) vanuit de in chaos verkerende “organisatie”
28. AUTOPOIESIS BETEKENIS : Het vermogen tot zelf(re)-productie door een organisme , veelal opgelegd onder druk van de omgeving. DOEL : Handhaving, van binnenuit gereguleerd ! Lees organisme, lees organisatie !
29. MORFOGENESE BETEKENIS : Zelfordening ofwel een groeiende stroom van materie, energie en informatie, welke zichzelf op basis van de hoogste efficiency ordent. (Het gaat om een nieuwe orde met een nieuw en onverwacht emergent gedrag)
30. FUNCTIE BETEKENIS : Dat, waarin het organisme van binnenuit meerwaarde levert naar de omgeving toe, met als doel te overleven of zich te handhaven. Dus : externe projectie ! Lees organisme, lees organisatie !
31. FRACTALS BETEKENIS : Dat gebied, waarin het organisme van binnenuit “contact” heeft/maakt en “communiceert” met de omgeving (interactie : eg semi-permeabele celwand) Lees organisme, lees organisatie !
32.
33. OPTREDENDE FLUCTATIES Zo lang deze fluctuaties nog gedempt kunnen worden, blijft het verschijnsel emergentie of (nieuwe) structurele stabiliteit buiten beschouwing. DISSIPATIEVE STRUCTUREN (2)
34. PRODUCT Een mogelijk product is het ontstaan binnen een C omplex A daptief S ysteem, mits de omstandigheden het vereisen als ook willen toestaan ! CAS gedraagt zich als een dissipatieve structuur. Hoe ziet dat eruit ?
35. Wat zoekt CAS ? Een complex adaptief systeem zoekt steeds naar efficiëntere oplossingen voor het doorgeven van Materie, Energie en Informatie (MEI). Waar leidt dit toe ?