1. SPREEKOEFENING 1 ROL 1 : Vandaag ga je op bezoek bij de dokter, omdat je voortdurend pijn hebt in je linkeroor. De dokter kijkt je na, doet een paar testen en stelt dan een diagnose met bijkomend onderzoek voor. Hij gebruikt echter een moeilijk te begrijpen vakjargon. Je maakt hem dat duidelijk en je probeert hem te overtuigen 'mensen'taal te praten.
2. SPREEKOEFENING 1 ROL 2 : Een patiënt komt vandaag bij jou op bezoek, omdat hij/zij voortdurend pijn ondervindt in het linkeroor. Je voert een aantal interne onderzoeken door en je komt tot een duidelijke vaststelling : " pas met een otoscopie zullen we de congestieverschijnselen van het trommelvlies kunnen volgen " (otoscopie : intern onderzoek van het oor - congestie : ophoping van bloed in een bepaald orgaan). De klant vraagt je een 'mensen'taal te gebruiken, maar je blijft moeilijke woorden uit je vakjargon als arts gebruiken.
3. SPREEKOEFENING 2 ROL 1 : Je bent een straatverkoper en hebt enkele oude spullen. Er komt een voorbijganger en je wilt hem wat van je oude spullen verkopen. Alhoewel hij eerst geen interesse heeft, blijf je hem aanklampen en argumenten geven voor jouw koopwaren. Je probeert hem iets te verkopen.
4. SPREEKOEFENING 2 ROL 2 : Je loopt winkelend door de stad. Opeens spreekt een straatverkoper je aan. Hij heeft enkel oude spullen. Je probeert hem te ontwijken maar hij blijft jou maar aanklampen. Je tracht hem beleefd te overtuigen dat je niets van zijn spullen kan gebruiken.
5. SPREEKOEFENING 3 ROL 1 : Je zit in de les en plotseling schiet jou te binnen dat je een taak van contractwerk voor rekenen nog niet gemaakt hebt. Je vraagt je buurman/vrouw of zij die taak al gemaakt heeft en meteen ook of die wel degelijk vandaag moet afgegeven worden. En... of je ze mag overschrijven. Want anders ga je weer slechte punten hebben en jouw punten zijn al niet zo goed, deze trimester.
6. SPREEKOEFENING 3 ROL 2 : Je zit in de les. Je wordt gestoord door je buurman/vrouw die jou iets wil zeggen. Hij/zij heeft de moeilijkste oefening uit het contractwerk van rekenen niet gemaakt. Het contractwerk moet vandaag afgegeven worden. Je bent absoluut niet van plan om hem/haar die oefening zo maar te laten overschrijven, het kostte jou immers veel tijd en energie om die oefening zelf te maken. Je zoekt uitvluchten om hem/haar die oefening niet te geven.
7. SPREEKOEFENING 4 ROL 1 : Samen met je partner bezoek je een modern museum in de stad. Je oog valt op een heel mooi abstract schilderij. Je probeert bij je partner dezelfde interesse op te wekken. Bij de verklaring ervan maak je je partner totaal iets anders wijs.
8. SPREEKOEFENING 4 ROL 2 : Samen met je partner geniet je momenteel van een museumbezoekje. Je partner vestigt je aandacht op een heel mooi abstract schilderij, waarover hij enorm veel weet te vertellen. Reageer gepast en geboeid. Stel vooral veel vragen.
9. SPREEKOEFENING 5 ROL 1 : Een vriendin belt je op. Zij komt op 1 september bij jouw op school zitten. Kan jij haar een korte rondleiding geven in de klas en haar even voorstellen. Je moet het overenthousiaste meisje wel wat in bedwang houden. (Je blijft hiervoor in de klas )
10. SPREEKOEFENING 5 ROL 2 : Je belt een goede vriend of vriendin op. Je vertelt dat je vanaf 1 september bij hem/haar op school gaat zitten. Je vraagt om een rondleiding in de school. Je bent overenthousiast. Zo gezegd zo gedaan….. (Je blijft hiervoor in de klas )