Achtergrondinformatie bij "het weer" Kees Vanger

1. DEPRESSIES. Ik ben alvast voor een theorieavond wat achtergrondinformatie over het verloop van de wind bij depressies uit te werken. Misschien is dit wel een erg simpele uiteenzetting van de depressies maar daar kom ik wel achter wanneer ik over twee weken contact heb met een (echte) weer-amateur. Ik heb het verloop van drie verschillende depressies en de daarbij behorende diverse winden geprobeerd in kaart te brengen. Of het klopt weet ik niet zeker, daar heb ik eerlijk gezegd te weinig basiskennis van. Aan de hand van diverse boeken en de Basiscursis dit uiteindelijk in PowerPoint uitgewerkt. Misschien krijg je hierdoor iets meer inzicht in de veranderingen van windrichting bij verschillende depressies. Aanvullingen/verbeteringen zijn natuurlijk weer van harte welkom,. Groet, Kees Vanger.

2. depressie is duidelijk herkenbaar op satellietfoto’s Hoe duidelijker de krul hoe actiever het lagedrukgebied

3. De storm van 25 januari 1990 De zwarte lijnen zijn isobaren. Dat zijn lijnen van gelijke luchtdruk Hoe dichter die bij elkaar liggen hoe harder het waait

4. Soms trekt de kern van een depressie, een gebied met lage barometerstanden, dwars over Nederland. Vooral wanneer dat een diepe en actieve depressie is kan dat verspreid over ons land tijdelijk een wereld van verschil opleveren in weer en wind.Ten noorden van het lagedrukgebied waait een oostelijke tot noordoostelijke windTen zuiden daarvan een westelijke wind. Als de depressie gepasseerd is draait de wind naar noordwest of noord. De sterkste wind komt meestal ten zuiden en westen van het lagedrukgebied voor. Hoe hard het waait hangt af van de verschillen in luchtdruk. Hoe groter de drukverschillen over een bepaalde afstand hoe harder de wind. Als de depressie ons land nadert gaan de barometers omlaag en trekt de wind geleidelijk aan. Hou de barometer dus goed in de gaten!Meestal begint er dan ook neerslag te vallen.Ten noorden en oosten van de depressie kan dat ‘s winters sneeuw zijn en kan ijzel optreden. In de zachtere lucht ten zuiden van de depressie regent het meestal. In de depressiekern waait het amper en breekt vaak zelfs even de zon door. De barometerstand verandert dan niet veel meer. Het rustige weer (de stilte voor de storm) is echter meestal maar van korte duur, tenzij de depressie heel langzaam verder trekt. Als de kern lange tijd nagenoeg stil blijft liggen kunnen de tegenstellingen in het weer boven ons land lang aanhouden. Meestal loopt de barometer echter al gauw weer op. Als dat heel snel gaat zal de wind ook flink aanwakkeren en is er kans op storm en zware windstoten.LET DAN ERG GOED OP! ( en let op eventuele bewolking uit het westen of zuidwesten) De wind kan 180 graden draaien en in kracht toenemen. DEPRESSEKERN RECHT OVER ONS LAND….DE GEVAARLIJKSTE… Wanneer de molenaar met de rug naar de wind staat bevindt de kern van lage druk zich links of links voor hem.

5. Depressiemet de kern recht over ons heen Depressie uit het noordwesten. Eerst stevige westen wind

6. Depressiemet de kern recht over ons heen Zuid – Limburg west noordwesten wind 3 – 4 IJsselmeergebiedwindstil Texel noordoostenwind toenemend Depressie trekt verder richting Duitsland. In een groot deel van Nederland kwam het tot een stormachtige noordoosten wind. De windtoename kan soms in een paar minuten tijd gebeuren. Zeer gevaarlijk als men niet goed oplet.

7. Depressiemet de kern recht over ons heen x

8. x wind bij molen X

9. x

10. x

11. x

12. x

13. x

14. x

15. 15 DEPRESSIEKERN TREKT TEN ZUIDEN LANGS. Wanneer een depressiekern ten zuid langs trekt (over België of Noord-Frankrijk) bevinden wij ons in een betrekkelijk rustige bovenzijde van de depressie. Het begin van de invloedsfeer van de depressie is steeds hetzelfde nl. de hoge bewolking neemt toe, de wind krimpt en de barometer gaat dalen! Na enige uren is de bewolking toegenomen, maar vooral de wind (die matig is) krimpt voortdurend. Wanneer de wind Z.O. is en steeds verder krimpt, terwijl de bewolking slechts langzaam toeneemt en steeds in het zuiden dichter is dan in het noorden kan het soms licht gaan regenen. Grote kans dat dan de depressiekern ten zuiden langs trekt. Wanneer de kern van de depressie dichterbij komt, krimpt de wind door naar oost. Weer later, wanneer de depressiekern Z.O van ons gelegen is, is de wind zwak en verder doorgekrompen naar N.O. tot Noord De molenaar laat de kruiketting steeds krimpend liggen, want de wind zal doorkrimpen naar het oosten of noordoosten is zwak tot matig. De soms voorkomende regen houdt weer op en de bewolking wordt steeds minder. Een ruiming van betekenis als gevolg van een frontpassage zal niet gebeuren, omdat er geen front passeert, maar ten zuiden van ons land trekt! in’tkort: wind krimpend van zuidwest of zuid naar zuidoost, later oost Bewolking neemt toe en de barometer zakt langzaam en geleidelijk Barometer stopt met zakken en de bewolking wordt niet meer dikker Wind zwak tot matig en zal doorkrimpen tot zuidoost of oost.(of noord) Barometer gaat dan weer langzaam stijgen en de bewolking wordt dunner

16. x WIND EERST ZUIDOOST

17. x KERN DICHTERBIJ…..WIND KRIMPT NAAR OOST

18. x DEPRESSIE KERN ZUIDOOST VAN ONS LAND. WIND VERDER GEKROMPEN NAAR NOORDOOST

19. 19 DEPRESSIEKERN TREKT TEN NOORDEN LANGS BIJ EEN KOUFRONT Een koufront trekt wel tweemaal sneller dan een warmtefront. Een koufront is de overgang van warme, vochtige lucht naar een droge, koude luchtsoort van noordelijke afkomst. Koude lucht is zwaar. Een goed ontwikkeld koufront komt snel en plotseling en is daardoor een gevaar voor de molen. Een koufront is te herkennen aan een snel donker en steeds breder wordende wolkenband. Deze nadert de molen aanmerkelijk ruimend t.o.v. de heersende wind en strekt zich uit langs de gehele horizon. In een stevig koufront is kans op onweer en zal de wind verder gaan ruimen en toenemen. De barometer daalt snel en sterk. Dan goed oppassen! Hoe lager de barometer staat hoe verder de wind zal ruimen. Wanneer de frontale bewolking van een zwaar koufront dichterbij komt wordt deze steeds donkerder. Soms komt er een zoom in voor. Een scherpe vrij rechte afscheiding van de donkere wolk en een lichter soms fel wit gedeelte daaronder. Op het moment dat de zoom passeert zal de wind flink toenemen en ruimen. Na de passage van een koufront stijgt de barometer meestal snel. De lucht breekt. De bewolking lost soms geheel op in de koude droge lucht. De zon gaat schijnen. De wind valt vaak geheel weg, maar neemt daarna vaak flink toe. Let daar op. De hevigste herfststormen komen vaak pas enige tijd na de koufrontpassage. De onbewolkte luchten worden al snel gevolgd door een kleine, maar later grote stapelwolken die overgaan in buien. De beruchte noordwesten-buienluchten (maar wel heel erg mooi en fotogeniek….Kees)

20. Depressie ten noorden van ons. Voorbeeldde grote storm van januari 1990 Nederland met een westen wind. Het monster ligt nog ver weg op de oceaan. Let op de luchtdruk! geboorte van een monster

21. Depressie ten noorden van ons. Voorbeeldde grote storm van januari 1990 Nederland: wind zuidwest maar begint te krimpen dus een stinker. Isobaren kruipen dichter bij elkaar. Warmtefront nadert Engeland

22. Het monster op het hoogtepunt. Veel schade en17 doden In Nederland staan alle kust districten op west 12 Let op de luchtdruk (,950 hpa; laagste luchtdruk (Tip 870)

23. X ruimende wind WIND KRIMPT TOT ZUID ZUIDOOST

24. X WIND KRIMPT TOT ZUID ZUIDOOST

25. Windrichting en luchtsoorten: noordwest of noord Zomer winter In een hogedrukgebied in een hogedrukgebied wolkenvelden/mist/soms Vrij rustig/thermiek gevoelig motregen en een zwakke tot matige wind In een lagedrukgebied In een lagedrukgebied buien en veel wind met Buiige wind met enkele buien flinke windstoten ’s Morgens een kind, ’s middags een vent, ’s Avonds vroeg aan zijn end.(dagelijkse gang)

27. Lagedrukgebied mogelijk veel wind

28. En kans op neerslag (sneeuw en ijzel) Zomer: Droog en veel zon Temperaturen 22 – 26 Wind met overdag thermiek waardoor Hij vlagerig wordt (dagelijkse gang)

29. Windrichting en luchtsoorten: oost Winter: Lagedrukgebied: vrij veel wind kans op winterse neerslag Hogedrukgebied: zeer koud met een stevige oostenwind Zomer Lagedrukgebied: warm met kans op onweer wind sterk wisselend Hogedrukgebied: droog zonning en warm wind constant maar wel thermiek Hoe losser de wind, hoe vaster het weer

32. Windrichting en luchtsoorten: zuid Winter: Hogedruk: rustig met zon en mist Lagedrukgebied: neerslag wind gaat op korte termijn ruimen Zomer: Vrij wel altijd onder invloed van een lagedrukgebied. Zeer warm en onstabiel met kans op onweerscomplexen met zware wind- Stoten. Tussen de buien niet veel wind. Gevaarlijk Weer dus. Winter is het weer vaak stabieler en de wind constanter.

33. Windrichting en luchtsoorten: zuidwest Winter: Lagedrukgebied: regen en veel wind Hogedruk: vochtig, grote kans op mist en laaghangende bewolking/weinig wind Zomer: Lagedrukgebied: tamelijk warm maar wel buien en veel wind Hogedrukgebied: warm maar wel drukkend. Wind is vrij stabiel

34. Zeer actief koufront nadert vanuit het westen 14 juli 2004: trok een dergelijke shelfcloud over Nederland Zet de molen bij een dergelijke “aanval” maar flink op slot! Groet, Kees