1.
Woorden
zijn
het
mooiste
speelgoed
Niets
is
voor
Kasper
Peters,
dichter,
ook
prozaschrijver,
dramaturg
en
toneelspeler
uit
Groningen,
leuker
om
te
doen
dan
het
spelen
met
woorden
en
klanken.
Als
8-‐jarige
doet
hij
bijna
niets
anders.
Hij
is
erdoor
gegrepen
en
het
is
alleen
maar
spel.
Totdat
iemand
hem
vertelt
dat
het
‘gedichten’
zijn.
Met
deze
opening
probeert
hij
de
leerlingen
van
de
eerste
klassen
van
het
HJZ
te
inspireren.
Hij
rekent
af
met
het
idee
dat
een
gedicht
moet
rijmen.
De
vorm
doet
er
niet
toe.
Alles
mag,
je
kunt
het
nooit
fout
doen.
Voel
je
vrij
en
voel
je
fijn
(koester
je
buikgevoel).
Peters
ondersteunt
zijn
verhaal
met
theatrale
gebaren
en
geluiden.
De
leerlingen
hangen
aan
zijn
lippen.
Om
te
zien
dat
het
maken
van
gedichten
al
eeuwen
oud
is,
gaat
een
bundel
uit
het
jaar
1650
van
Joost
van
den
Vondel
door
alle
kinderhanden.
Tot
slot
mag
er
volop
geëxperimenteerd
worden.
Woorden
van
een
ding,
een
kleur
en
een
geluid
worden
met
woorden
en
zinnetjes
die
spontaan
opkomen
tot
een
gedicht
‘gesmeed’.
Even
ervaren
hoe
een
gedicht
tot
stand
kan
komen.
Voor
sommigen
een
uitdaging,
voor
anderen
wat
onwennig,
maar
dat
geeft
niet.
Wen
er
maar
snel
aan:
een
gedicht
is
altijd
goed!
Een
voorbeeld:
made
in
madurodam
De
kroketten
in
het
restaurant
zijn
aan
de
kleine
kant.