2. De weken zijn voorbij gevlogen, en het is
ondertussen alweer bijna kerst. Vandaag is
de laatste dag voor de kerstvakantie, en er
hangt een uitgelaten sfeer op school.
Iedereen heeft zin in de kerstdagen, ook
de leraren. Het is pauze, en Tirza en ik
lopen samen naar ons vaste tafeltje in de
hoek van de kantine. We gaan zitten, en
pakken onze lunch uit onze tas.
“Nog één uurtje, en dan zijn we vrij!” zegt
Tirza vrolijk. “Eindelijk, ik dacht dat er
geen einde zou komen aan deze week.”
3. Ik knik. We hebben het deze laatste week
voor de vakantie erg druk gehad, met
allerlei verslagen en werkstukken die nog
ingeleverd moesten worden. “Ik heb er zin
in,” zeg ik. “Danny komt de hele vakantie
logeren.”
Tirza wiebelt ondeugend met haar
wenkbrauwen. “Gezellig…” zegt ze,
waarna ze lachend mijn hand ontwijkt, die
naar haar hoofd gaat. “Wat?” zegt ze met
twinkelende ogen. “Dat is toch gezellig? Of
niet soms?”
4. Ik lach en knik. Gezellig is het zeker. Sinds
de avond dat Danny en ik elkaar toevallig
in het park tegenkwamen is mijn leven
weer helemaal perfect. Mijn relatie met
Danny is beter dan hij ooit geweest is,
doordat we nu weten hoe het is om elkaar
te moeten missen. We zijn erg vaak
samen, en Danny is nu ook vaak bij ons
thuis te vinden. Hij woont nog steeds in
zijn eentje in het appartement waar hij
vroeger met Robert woonde, maar is daar
liever niet.
5. Dagmar heeft Danny nu ook eindelijk
ontmoet, en ze kunnen het goed met
elkaar vinden. Ik had ook niet anders
verwacht, eerlijk gezegd. Danny blijft vaak
eten, waardoor we best vaak met z’n
drieën zijn. Mariska woont sinds een paar
weken weer in haar eigen appartement,
en is sindsdien niet vaak meer bij ons
geweest. Maar dat vindt niemand een
probleem, we hoeven haar er niet meer
bij te hebben na alles wat er is gebeurd.
6. Een paar weken na het vertrek van Robert
kreeg Danny een e-mailtje van hem. Hij zat
op Ibiza, en vermaakte zich kostelijk.
Daarna heeft Danny niks meer gehoord
van zijn broer. We weten niet waar Robert
nu uithangt, maar ook dat kan ons niet
zoveel schelen. We zijn gelukkig, eindelijk,
en niemand kan dat geluk nu nog kapot
maken.
7. Over geluk gesproken: Tirza en Martijn zijn
ook nog steeds bij elkaar. We spreken nu
vaak met zijn vieren gezellig wat af. Danny
en Martijn zijn ondertussen hele goede
vrienden geworden, waardoor het voor
hen net zo leuk is als voor Tirza en mij. Ze
blijken een hoop gemeen te hebben, en
kunnen uren over auto’s praten, waar ze
allebei dol op zijn.
8. Ja, het leven is goed. Eindelijk.
Ik glimlach en kijk weer op naar Tirza.
“Sorry, wat zei je?” vraag ik als ik merk dat
ze een heel verhaal tegen me heeft
gehouden.
Tirza zucht, maar lacht. “Waar zat je met je
hoofd? Je hebt zeker de kerstkriebels, of
niet?”
“Ik denk het,” zeg ik en ik lach ook. “Ik
dacht aan de afgelopen tijd en hoe alles
toch weer op zijn pootjes terecht is
gekomen.”
9. Tirza kijkt me aan en glimlacht. “Dat is het
zeker.”
Dan gaat de bel, en automatisch staan we
op om ons naar de laatste les van dit jaar
te begeven. Helaas hebben we niet
dezelfde les, dus scheiden onze wegen bij
de deur van de kantine.
“Tot morgen, hè,” zeg ik.
Tirza knikt, en dan gaan we allebei een
andere kant op.
10. Als ik die middag thuis kom, wacht me een
fijne verrassing. Danny zit, samen met
Dagmar, op de bank, met een schaal
koekjes.
Een enorme glimlach verschijnt op mijn
gezicht als ik hem zie zitten. “Hee,” zeg ik.
Danny springt op, en komt naar me toe.
“Hee,” zegt hij, en hij geeft me een zoen.
“Wat doe jij nou hier?” vraag ik.
Danny grinnikt. “Nou ja, zeg. Ik had wel
een wat warmer welkom verwacht.”
11. Ik lach. “Mafkees. Je weet wel wat ik
bedoel. Ik dacht dat je vanmiddag moest
werken? Je zou morgen pas komen.”
“Klopt,” zegt Danny. “Maar ze hadden te
veel mensen ingeroosterd. Toen heb ik me
maar opgeofferd, en heb ik een vrije
middag geaccepteerd.”
Ik sla mijn armen om hem heen. “Dat vind
ik nou helemaal niet erg,” zeg ik lachend.
“Mooi zo, dat hoopte ik al.”
12. Ik knik en zeg met twinkelende ogen: “Nu
kun je tenminste helpen met het
kerstdiner voor morgen.”
“O, gaat het je daarom!” lacht Danny.
“Nou, ik help met plezier, hoor. Maar laten
we eerst even gezellig thee drinken met
Dagmar.”
We gaan bij Dagmar zitten, en ik pak een
door mij zelfgemaakt koekje. “Mmm,” zeg
ik als ik een hapje heb genomen. “Ik hou
van kerst.”
13. “Nou, gelukkig hoef je nog maar één dagje
te wachten,” zegt Dagmar.
Ik knik. Morgen is het eerste kerstdag, en
komt Tirza met haar familie de hele dag
hier om samen kerst te vieren. En Danny is
er natuurlijk ook bij.
“Heb je Mariska eigenlijk nog gevraagd?”
vraag ik aan Dagmar. Ik hoop van niet, ik
wil namelijk niet dat zij de sfeer komt
verpesten, wat geheid gaat gebeuren als
ze er ook bij is.
Dagmar haalt haar schouders op. “Ik heb
gebeld, maar ik kreeg het
antwoordapparaat.”
14. “Laten we dat dan maar als een teken
opvatten dat we haar niet meer moeten
vragen,” zeg ik nors.
“Lynn, ik weet dat je haar er niet bij wilt
hebben, maar ik moest haar toch vragen.
Ze heeft een moeilijke tijd achter de rug,
en ze is nog wel mijn zus,” zegt Dagmar.
Ik haal mijn schouders op. “Soms je ben
iets té goed voor deze wereld,” zeg ik.
Dagmar lacht.
15. Dan klinkt de deurbel, en kijken we alle
drie verbaasd op. Ik kijk nog verbaasder
als ik zie wie er voor de deur staat.
Mariska.
Dagmar staat gauw op en opent de deur.
“Hee,” zegt ze een beetje beduusd.
“Uhm, hoi,” antwoordt Mariska. “Mag ik
binnen komen? Ik heb wat te – eh –
vertellen.”
Mijn hart begint sneller te slaan. De vorige
keer dat Mariska vroeg of ze even binnen
mocht komen was toen ze ons vertelde
dat ze zwanger was.
16. “Ja, natuurlijk,” zegt Dagmar, en ze stapt
opzij zodat Mariska door kan lopen.
Danny en ik zitten nog steeds op de bank
en kijken elkaar even aan. Wat zou ze te
vertellen hebben? We hebben geen idee.
Mariska gaat op de andere bank zitten en
glimlacht even naar mij. Ik kijk haar aan,
zonder terug te glimlachen.
“Eh – dag mevrouw Visser. Ik ben Danny,”
zegt Danny. Mariska heeft Danny
natuurlijk nog nooit ontmoet, dat was ik
bijna vergeten.
17. Mariska knikt en glimlacht naar Danny.
“Hallo,” zegt ze. “Leuk je te ontmoeten.”
Ik frons mijn wenkbrauwen. Wat doet ze
ineens aardig. Al is het ook vrij normaal
om vriendelijk te doen tegen vreemden,
zelfs voor Mariska, bedenk ik me.
Dagmar is ondertussen naast Mariska op
de bank gaan zitten. “Wat wilde je ons
vertellen?” vraagt ze.
“O ja,” zegt Mariska. Ze ziet er heel rustig
uit, dus het zal wel niet net zoiets
dramatisch zijn als de vorige keer.
18. “Ik kom jullie vertellen dat ik weer op reis
ga,” zegt ze. “Net als voor… het ongeluk.”
Ik zie dat ze even slikt. “Ik ben nog niet
over de dood van Alexander heen, en ik
denk dat het goed voor me is als ik er even
tussenuit ga. Zo kan ik alles tenminste
rustig verwerken.”
Dagmar knikt. “Dat is misschien wel zo,
inderdaad. Maar denk je dat je het wel
aan kunt, zo in je eentje?”
“Ja,” zegt Mariska zelfverzekerd. “Ik heb er
lang over nagedacht, en ik denk dat dit het
beste voor me is op dit moment.”
19. “Oké. Nou, dan hou ik je niet tegen,” zegt
Dagmar. “Wanneer ben je van plan te
vertrekken?”
“Morgen,” zegt Mariska. “Ik heb alles
geregeld op mijn werk, en het
appartement ben ik ook kwijt.
Morgenochtend vroeg geef ik de sleutel
aan de makelaar, en dan vertrek ik naar
India.”
Dagmar knikt langzaam. “Dat is al best
snel.”
Ik kijk naar Mariska, naar haar kalme
gelaatsuitdrukking en de ontspannen
manier waarop ze op de bank zit. Nu zal ze
weer vertrekken uit mijn leven. Ik zal haar
voorlopig niet terug zien.
20. Maar ik kan niet zeggen dat ik dat erg
vind. Eigenlijk vind ik het alleen maar fijn.
Het geeft me rust, om te weten dat ze ver
weg is. Dat is altijd al zo geweest. Ja, ik
heb me altijd rot gevoeld om het feit dat
mijn ouders nooit echt van me hielden,
maar ik werd altijd onrustig als ze in de
buurt waren, en als ze dan weer waren
vertrokken voelde ik altijd een zekere
opluchting. En dat is nu weer het geval. Ik
heb een hoop rottigheid meegemaakt de
laatste tijd, en het vertrek van Mariska is
daar de perfecte afsluiting van.
21. “Dus ik kan je niet meer overhalen om
morgen kerst met ons te komen vieren?”
vraagt Dagmar.
Ik kijk haar aan, en frons mijn
wenkbrauwen. Wat doet ze nou? Wil ze
haar er soms echt bij hebben?
Tot mijn opluchting schudt Mariska haar
hoofd. “Nee, ik heb alles geregeld voor
morgen, en ik kan mijn vlucht natuurlijk
niet missen. Maar bedankt voor het
aanbod.”
22. Dan wendt ze zich tot mij. “Lynn, ik weet
dat ik de laatste tijd niet bepaald de
perfecte moeder ben geweest. Eigenlijk
ben ik dat nooit echt geweest. Daar wil ik
me voor verontschuldigen. Het spijt me als
ik je pijn heb gedaan. Maar ik ben nou niet
bepaald voor het moederschap in de wieg
gelegd, al is dat natuurlijk geen excuus.
Dus – eh – bij deze: sorry.”
Ik kijk haar met open mond aan. Zegt ze
nou echt sorry? Ik kan het bijna niet
geloven.
23. “Nou – eh – dank je. Denk ik,” zeg ik
daarom maar. Ik weet niet of ze nou echt
oprecht spijt heeft. Dat is namelijk niks
voor Mariska. Mariska denkt aan zichzelf
in de eerste plaats, dat is altijd al zo
geweest. Ik kan het me dus bijna niet
voorstellen dat ze het meent. Maar dat zal
ik niet tegen haar zeggen, het beste is nu
om maar gewoon afscheid te nemen. Ik
wil niet met ruzie uit elkaar gaan, ook al
heb ik haar nog steeds niet vergeven.
Misschien zijn het de kerstkriebels die
spreken, maar ik wil gewoon dat iedereen
gelukkig is. Ik wil geen ruzie meer maken.
24. Mariska glimlacht. “Nou. Dan ga ik nu
denk ik maar weer eens. Ik heb nog wat
inpakwerk te doen voor morgen. Lynn,
zorg goed voor jezelf, oké? Danny, het was
leuk je te ontmoeten.”
Danny knikt. “Insgelijks.”
Mariska staat op, en Dagmar volgt haar
voorbeeld. “Ik zal je even uitlaten.”
Samen lopen ze naar de deur, en daar
draait Mariska zich om.
25. “Bedankt Dagmar. Echt. Je ben de beste
zus die ik me kan wensen. Bedankt dat je
zo goed voor me hebt gezorgd de laatste
tijd. En natuurlijk dat je al die jaren zo
goed voor Lynn hebt gezorgd. Het spijt
me, van alles.”
Dagmar glimlacht en slaat haar armen
om Mariska heen. “Het is al goed. Zorg jij
nou maar dat je er weer bovenop komt
en dat je veilig in India aankomt.”
Mariska houdt Dagmar even stevig vast.
“Dat zal ik doen. Ik zal iets leuks voor
jullie meebrengen.”
26. Dagmar lacht. “Doe dat.”
Mariska en Dagmar laten elkaar los, en
Mariska opent de deur. “Dag allemaal.”
“Dag, goeie reis,” zeg ik.
Dan draait Mariska zich om, en loopt ze de
deur uit. Even later horen we een auto
starten en wegrijden.
27. “Goh,” zeg ik. “Dat was vreemd.”
Danny legt zijn hand op mijn knie. “Gaat
het?”
“Ja hoor,” zeg ik. “Ik ben gewoon verbaasd.
Ik had niet verwacht dat Mariska ooit nog
eens haar verontschuldigingen aan zou
bieden. En ik vraag me ook af of het
oprecht was.”
“Het leek redelijk oprecht,” zegt Danny.
Ik haal mijn schouders op. “Ja, dat is waar.
Maar ik ken haar…”
28. “Ik denk dat het wel oprecht was,” zegt
Dagmar, die ook weer is komen zitten. “Ik
denk alleen dat ze geen idee heeft
hóeveel pijn ze ons heeft gedaan.
Mariska heeft altijd al in haar eigen
wereldje geleefd.”
Ik knik langzaam. “Ik denk dat je gelijk
hebt.”
“Maar nu is ze weer weg. En ik denk dat
niemand dat erg vindt, of wel?” vraagt
Dagmar.
Ik schud mijn hoofd. “Ik heb er absoluut
geen problemen mee. Dat hoofdstuk is
nu officieel afgesloten.”
29. De rest van de middag besteden we aan
de voorbereidingen voor het kerstfeest
van morgen. Ik bak samen met Danny nog
een lading koekjes, en Dagmar maakt de
hele kamer schoon. Ondertussen zingen
we gezellig met z’n drieën allerlei
kerstliedjes, en loopt Elmo overal
tussendoor te miauwen. Het is gezellig, en
ik heb het kerstgevoel al helemaal te
pakken. Die avond kijken we met z’n
drieën een kerstfilm op tv, waarna we op
tijd naar bed gaan.
30. Danny en ik kleden ons om in mijn kamer,
terwijl we nog kletsen over de dag van
vandaag, en morgen, eerste kerstdag. Ik
kijk hem aan, en glimlach.
“Wat is er?” vraagt Danny.
Ik haal mijn schouders op. “Niks. Ik
bedacht me alleen weer eens een keertje
hoeveel mazzel ik heb met jou.”
Danny glimlacht en slaat zijn armen om
me heen. “Dat bedenk ik me iedere keer
als ik naar je kijk.”
31. “Slijmbal,” zeg ik lachend, en ik geef hem
een kusje op zijn neus.
Danny gromt. “Ik kan ook nooit iets liefs
tegen je zeggen,” zegt hij quasi-
verontwaardigd en met twinkelende ogen.
“Je kan wel iets liefs dóen…” zeg ik
suggestief.
Dat ziet Danny als een uitnodiging, en hij
kust me. Even staan we hartstochtelijk te
zoenen, maar na een poosje haalt Danny
zijn lippen van de mijne. Hij heeft blosjes
op zijn wangen staan, en zijn haar zit door
de war. Ik giechel.
32. “Misschien moeten we maar gaan slapen,”
zegt Danny. “Morgen moeten we er weer
vroeg uit.”
Ik knik. “Misschien is dat wel het beste.
Morgenavond hebben we genoeg tijd voor
andere dingen,” voeg ik er met een
ondeugende glimlach aan toe.
Danny sluit zijn ogen. “Maak het nou niet
nog moeilijker om te vertrekken.”
Ik lach. “Sorry.” Dan trek ik hem mee naar
de deur van mijn kamer. Ik geef hem nog
een zoen, maar dan doe ik de deur open
en duw ik hem naar buiten.
33. “Welterusten,” zeg ik met een grijns.
Danny grinnikt. “Welterusten.” Dan loopt
hij naar de logeerkamer. Tegelijk doen we
de deuren dicht. Ik blijf nog even tegen de
deur leunen, terwijl ik nadenk over de
afgelopen dag. Dan schud ik mijn hoofd,
en loop ik naar mijn bed. Het is tijd om de
afgelopen maanden achter me te laten.
34. Ik kruip mijn bed in, en denk aan morgen,
en hoe gezellig het vast zal worden. Met
een glimlach op mijn gezicht val ik in slaap.
35. Als ik de volgende ochtend wakker word is
het al licht. Ik duw mezelf op mijn
ellebogen omhoog, en kijk naar buiten. Ik
slaak een kreetje van blijdschap als ik
allemaal dikke, witte sneeuwvlokken uit
de hemel naar beneden zie dwarrelen.
Gelijk klaarwakker klim ik uit bed en loop
ik naar het raam. Als ik naar buiten kijk, zie
ik dat alles al bedekt is met een laag
sneeuw. Kennelijk heeft het de hele nacht
gesneeuwd. Een witte kerst! Wie had dat
durven hopen.
36. Ik huppel mijn kamer uit en loop die van
Danny zonder te kloppen binnen. Hij ligt
nog te slapen, maar ik maak hem wakker.
Het is sowieso tijd om op te staan, we
hebben nog veel te doen voor Tirza en
haar familie komen.
“Danny, wakker worden!” fluister ik terwijl
ik hem zachtjes een beetje heen en weer
schud.
Danny kreunt. “Wat?”
“Wakker worden, het is kerst! En het
sneeuwt!”
37. Danny duwt zichzelf omhoog en gaat op
de rand van het bed zitten. Hij wrijft in zijn
ogen en kijkt me dan met een ietwat
slaperige glimlach aan. “Vrolijk Kerstfeest,”
zegt hij.
Ik trek hem omhoog en zoen hem. “Vrolijk
Kerstfeest,” zeg ik daarna ook. Dan trek ik
hem mee naar het raam. “Kijk,” zeg ik
enthousiast. “Het sneeuwt. We hebben
een witte kerst!”
“Wauw,” zegt Danny terwijl hij naar de
sneeuw staart. “Het ziet er echt uit als een
winterwonderland.”
38. Dan omhelst hij me weer. “Deze kerst is nu
al perfect,” zegt hij.
Ik knik. “Dit wordt de mooiste kerst die ik
ooit beleefd heb.” Ik geef Danny een zoen,
en daarna staan we even samen van de
sneeuw te genieten, totdat ik me los maak
uit zijn omhelzing. “Oké,” zeg ik. “Er is
werk aan de winkel! Het is nu negen uur,
over twee uur zijn Tirza en haar familie
hier!”
39. Om kwart over elf gaat de deurbel en zijn
onze gasten gearriveerd.
“Sorry dat we zo laat zijn,” zegt Lize. “Het
is behoorlijk glad op de weg door al die
sneeuw.”
“Geeft niet, joh,” zegt Dagmar. “Kom
binnen!”
Iedereen gaat in de woonkamer zitten, en
Danny en ik zorgen voor warme
chocolademelk en versnaperingen. Nadat
wij ook zijn gaan zitten begint iedereen te
babbelen en al snel hangt er een echte
kerstsfeer.
40. Ik ben naast Tirza gaan zitten, en we
kletsen even over de net begonnen
vakantie.
“Jammer dat Martijn niet mee kon
komen,” zeg ik.
Tirza knikt. “Maar ja, hij moest natuurlijk
ook kerst vieren met zijn familie, dat is op
zich ook wel logisch.”
“Dat klopt. En je ziet hem snel genoeg
weer, natuurlijk.”
41. “Inderdaad. Overmorgen gaan we samen
naar de sauna.” Tirza glimlacht tevreden.
De rest van de ochtend en middag zitten
we gezellig te kletsen, en wisselen we
wat cadeautjes uit. Om drie uur duiken
Lize en ik de keuken in om het diner klaar
te maken, met af en toe wat hulp van
Tirza en Danny.
“Ik ben blij dat je weer zo gelukkig bent,
Lynn,” zegt Lize op een gegeven moment.
“Je verdient het echt.”
Ik glimlach. “Dank je. Ik ben ook blij dat
alles weer goed is gekomen.”
42. Die avond schuiven we allemaal aan aan
de grote tafel die we voor de gelegenheid
van een vriendin van Dagmar hebben
geleend. Lize en ik serveren een grote
kalkoen, en wat salades en groenten.
Iedereen smult van het eten, en ik geniet
van de complimentjes die ik krijg, en van
de gezelligheid. De mensen van wie ik het
meeste houd zijn allemaal hier aanwezig,
op deze kerstavond. Ik had me geen
perfectere avond kunnen voorstellen.
43. Als iedereen vol zit, ruimen we met zijn
allen af, en is het voor Tirza en haar familie
tijd om naar huis te gaan. Bij de deur
omhelst Tirza me. “Ik vond het
supergezellig.”
“Ik ook,” antwoord ik. “Ik zie je snel, en
veel plezier met Martijn maandag.”
Tirza lacht. “Dank je. Succes met het
opruimen van alle rotzooi.”
“Ach, da’s niet zo erg,” antwoord ik. “Ik
heb goed gezelschap.”
Na afscheid te hebben genomen stappen
ze met z’n vieren de donkere avond in,
naar hun auto, om huiswaarts te keren.
44. Ik blijf even in de deuropening staan, en
Danny slaat zijn armen om me heen.
“Het was een geweldige dag,” fluistert hij
in mijn oor. “En je hebt heerlijk gekookt.”
Ik glimlach. “Dank je. Het was inderdaad
best te eten.”
Danny lacht. “Zal ik alles gaan opruimen?
Dan kun jij even lekker ontspannen.”
“Dat zou wel heel heerlijk zijn,” zeg ik
dankbaar. “Dan ga ik even buiten zitten.”
45. Ik trek mijn jas aan, en loop door de
achterdeur naar buiten. Elmo loopt
miauwend achter me aan. Op de rand van
het terras ga ik zitten, en ik trek Elmo bij
me op schoot. Een poosje staar ik naar de
zee, terwijl ik Elmo over zijn kopje aai.
Vandaag was geweldig, maar wel erg
vermoeiend. Ik kan niet wachten om
straks mijn bed in te duiken. Even denk ik
aan Mariska. Zou ze ondertussen al in
India zijn aangekomen?
46. De achterdeur gaat open, en als ik omkijk
zie ik dat Dagmar naar buiten stapt. Ze
komt naast me zitten en aait Elmo ook
even over zijn kopje. Samen kijken we een
poosje stilletjes naar de branding.
“Heb je het leuk gehad vandaag?” vraagt
Dagmar dan.
Ik knik. “Ik heb genoten. Het was echt een
geweldige dag.”
47. Dagmar knikt. “Vond ik ook. Alles is
eindelijk weer goed, en terug bij het
oude.”
Ik schud mijn hoofd. “Nee, niet terug bij
het oude.”
Dagmar kijkt me vragend aan.
“Het is beter. Het is perfect. Ik zou er nu
niks meer aan willen veranderen.”
Dagmar glimlacht. “Ik ook niet.”
Elmo miauwt, en ik streel hem lachend
over zijn kopje.
48. Na een poosje gaat de achterdeur
opnieuw open en komt Danny naar buiten.
“Alles is opgeruimd,” zegt hij, en hij komt
naast me zitten. “Wat is het toch hier toch
mooi,” zegt hij met een zucht.
Ik knik. “Dat is het zeker.”
Danny pakt mijn hand, en mijn andere leg
ik in die van Dagmar. Elmo miauwt.
49. “Het maakt niet uit wat de toekomst zal
brengen. Dit zal altijd mijn thuis blijven.”
~*~