6. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 430
• Lid 1 welke titels
• Authentieke akte
• Lid 2
• Uitzondering EET, buitenlandse EBB en Small-
claims uitspraken, bijzondere titels
• Lid 3 verplichte betekening (sanctie tenuitvoerlegging
is nietig)
• Ook altijd bevel verplicht ?
7. Is het stuk wel een titel?
• In principe enkel condemnatoire veroordeling: wat te
doen met executie van echtscheidingsconvenanten,
titels enkel tegen V.O.F. (Hamer arrest), blote vernietiging
in appel
• Titel executabel tegen rechtsopvolgers?
• Titel executabel tegen derden?
• Wat te doen met bankhypotheken: Rabo Visser 26 juni
1992 NJ 1993, 449
• Eenzijdige notariële aktes
8. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 431
• Lid 1 geen buitenlandse titels behoudens bepaalde in
art 985-994
• Lid 2 opnieuw behandeld in voor Nederlandse rechter
• Uitzonderingen EET, EBB & EGV
• Art 40 Statuut voor het Koninkrijk der
Nederlanden en art. 5 Invoeringswet openbare
lichamen BES
Vonnissen, door de rechter in Nederland, Curacao, St. Maarten, Aruba en de
BES eilanden gewezen, en bevelen, door rechters uitgevaardigd, grossen van
authentieke akten, aldaar verleden, kunnen in het gehele Koninkrijk ten uitvoer
worden gelegd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het land,
waar de tenuitvoerlegging plaats vindt (geen letterlijke tekst!)
9. Executie binnen EU voor
titels uit EU staten
• Titels tot 1 maart 2002 EEX Verdrag
• Titels vanaf 1 maart 2002 EEX-Vo:
• art. 47 lid 1 geeft mogelijkheid tot conservatoir
beslag ex art. 700 RV tot verlenen exequatur
• art. 47 leden 2 en 3: gedurende termijn
rechtsmiddel enkel bewarende maatregelen. Het
exequatur is daar ex lege titel voor
• na verstrijken termijn rechtsmiddel executoriaal
beslag
• Onbetwiste vorderingen vanaf 21 januari 2005 EET
mogelijk
10. Toepassing art. 47 EEX:
aanvang executie
• Artikel 47: bewarende (en voorlopige) maatregelen
• Fase A: Vanaf datum rechterlijke beslissing in F1
• Voorlopige of bewarende maatregelen conform recht
F2 (op aanvraag executant; exequatur in F2 niet
vereist, mits beslissing F1 conform EEX vatbaar voor
erkenning in F2) (artikel 47 lid 1)
• Fase B: Vanaf datum exequatur in F2 tot einde
rechtsmiddelentermijn in F2 / datum uitspraak op
rechtsmiddel in F2
• Bewarende maatregelen conform recht F2 (volgt uit
exequatur F2; geen nader rechterlijk verlof F2 vereist)
(artikel 47 leden 2-3)
• Fase C: Vanaf einde fase B
• Executoriale fase in F2
11. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 431a
• Overgang betekenen (aanzeggen, bij exploot mag
ook omdat er soms niets valt te betekenen)
• Sanctie : nietigheid van de na overgang verrichte
executiehandelingen
• 2:18 BW
12. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 432
• Geen tenuitvoerlegging tegen 3e (geen enkele actie
mag waar een 3e bij is betrokken bijv 461d,
aandelen, 444a)
• Geldt niet voor onherroepelijke titels
• Geldt alleen voor vonnissen (dus niet voor notariële
akte, dwangbevelen, beschikkingen)
13. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 434
• Overhandiging van titel aan deurwaarder =
Machtiging aan deurwaarder alle
executiehandelingen te doen BEHALVE lijfsdwang
hiervoor wordt een bijzondere (lees: aparte)
volmacht vereist
14. Art. 470 en Art. 435
• 470 lid 1 : niet verder gaan met verkoop dan nodig is
om verschuldigde te voldoen
• 470 lid 2 : geëxecuteerde kan volgorde van verkoop in
beslag genomen goederen bepalen.
• 435 lid 1 : het staat de executant vrij te gelijker tijd
beslag te leggen op alle voor beslag vatbare goederen,
waartoe hij bevoegd is zijn vordering te verhalen.
(zie wel art 521)
15. Art. 470 en 435 lid 1
• Te weinig in beslag nemen kan recht schuldenaar 470
lid 2 teniet doen.
• Te veel is strijdig met proportionaliteit (denk aan
Nationale Ombudsman).
• Vraag : als geëxecuteerde beweert geen eigenaar te zijn
moet de deurwaarder die zaken dan buiten beslag
houden (ja/nee en waarom)
16. Uitleg Art. 435 lid 2 en 3
• Lid 2
• Beslag kan alleen ten laste van iemand worden
gelegd op grond van een tegen hem gewezen titel
• Deze titel zal een titel zijn waarbij een ander moet
worden gehengen en gedogen
• Binnen acht dagen betekenen beslag aan
schuldenaar.
17. Uitleg Art. 435 lid 2 en 3
• Lid 3
• Beslag ten laste van schuldenaar (ook bij voorkennis dat
zaak aan een ander toebehoort!!)
• Binnen acht dagen betekenen beslag aan ander (of
onverwijld na kennisverkrijging).
• Ander kan voordat acht dagen na betekening zijn verstreken
zich verzetten
• Beslag converteert naar conservatoir
• Executie kan pas plaatsvinden na verkregen titel tegen
deze ander om executie te dulden.
• Geen onderzoeksplicht naar eventuele rechten van derden
voor deurwaarder of executant.
• Geen termijn instellen hoofdzaak, het kan dus zijn dat
beslagene zelf in actie moet komen bij talmen beslaglegger
19. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 436
• Geen beslag op goederen bestemd voor openbare
dienst
• Toch beslag 438 lid 2 (door beslagene)
• Twijfel bij deurwaarder 438 lid 4 alleen
executoriaal
• Bij conservatoir 705 lid 3 jo 438 lid 4
• Beslag bij ambassade art 3a gerechtsdw wet
• Zie Rechtbank Leeuwarden 27 mei 2009
LJN BI5222
• Art 437
• Analoge toepassing regels op executie van beperkt
recht of aandeel
20. Alg. Regels 430 – 438b Rv
• Art 438 executiegeschillen
• Lid 4 deurwaardersrenvooi
• Let op sanctie (laatste regel)
• Lid 5 dagvaarding door 3e van zowel executant als
geëxecuteerde
• Art 438a
• Lid 2 welke verzoekschriften kan ook een
deurwaarder indienen
• Art 438b
• Toepasselijkheid 64Rv voor andere handelingen dan
doen van exploot, zie Gerechtshof Leeuwarden 21
oktober 2008 LJN BG3275
21. Beslag bij een derde
(461D)
• Beslagrecht is een gesloten systeem:
NJ 51,525; dus of beslag op roerende zaken of onder
derden. Beslag op roerende zaken die bij een derde
staan kan tot problemen leiden want 444 Rv is niet
toegestaan
• De derde kan zich op een recht beroepen of in geval
van twijfel altijd formulieren betekenen (mogelijk verval
van het beslag!!!)
22. Beslag bij/onder derde 1
Vraag met betrekking tot beslag bij/onder derden.
Laatst heb ik enige beslagen gehad waarbij beslag roerend bij een derde of
onder een derde speelde. Omdat ik dit een onderwerp vind waarbij de
opdrachtgever vaak iets wil dat net wel of net niet kan, breng ik het in.
Vooral de scheiding tussen artikel 444a Rv en 461d Rv. Ik heb eens een
verlof gehad om conservatoir derdenbeslag te leggen onder een derde op
roerende zaken die zich in een loods bevonden die achter het pand van de
debiteur was gelegen. Opdrachtgever gaf aan dat die loods feitelijk door
medewerkers van debiteur kon worden betreden via een achteruitgang in
het pand van debiteur. Hij wenste dat wij zouden constateren bij het leggen
van het beslag of inderdaad die zaken daar aanwezig waren door de loods
te betreden van de derde.
Ik had cliënte tevoren gewezen op het feit dat het verlof geen toestemming
gaf tot het leggen van beslag op roerende zaken bij die derde. Ter plaatse
heb ik wel getracht iemand te spreken bij de derde die mij kon verklaren of
kon tonen of de zaken van het derdenbeslag aanwezig waren. Toen dat
niet lukte, heb ik mij beperkt tot het afgeven van de stukken van het
derdenbeslag.
23. Beslag bij/onder derde 2
Later heb ik de toelichting op de artikelen 444a en 461d Rv er nog
op nageslagen. Onderscheid wordt gemaakt tussen 444a waarbij
de zaak zich niet in handen van de derde bevindt en 461d, waarbij
dat wel het geval is. Kunnen jullie aan de hand van concrete
voorbeelden uit de praktijk of jurisprudentie gevallen bespreken
waarin 444a rv toegepast kon worden (anders dan bij een bank
kluis) en waarin juist 461d Rv toegepast kon worden. Ik kon weinig
jurisprudentie vinden op dit onderwerp. Ik bedacht me zelf nog dat
444a Rv bijvoorbeeld bij opslagfirma’s als Shurguard en Citybox kan
worden gebruikt. Als ik bijvoorbeeld een opdracht krijg om beslag
roerende te leggen op zaken in een loods van een derde waar
debiteur toegang toe heeft, kan ik dan 444a Rv en dus politiedwang
toepassen in plaats van dat ik aangewezen ben op 461d Rv, waarbij
dat niet kan? Het punt is vaak dat de opdrachtgever wenst dat het
beslag wordt gelegd, hetzij zonder, hetzij met hulp van een HOvJ.
Hoe zit het bijvoorbeeld met van die enorm grote Warehouses of op-
en overslagbedrijven of als beslag moet worden gelegd tijdens een
evenement in een congres- of beursgebouw?
24. Artikelen 463 t/m 474 Rv (I)
• 463 t/m 463 b Rv
• Verkoop in het openbaar
• Zaken mogen, voor de verkoop, naar elders
worden verplaatst
• Maak voorwaarden om (scherts) biedingen te
kunnen weigeren
• 464 Rv
• Aanslaan biljetten
• (plaats, dag en uur van verkoop en aard van de
zaken)
• 465 Rv
• Na 449 en tenminste 4 dagen voor verkoop
25. Artikelen 463 t/m 474 Rv
(II)
• 466 Rv
• Aankondiging in plaatselijk dagblad behalve indien
opbrengst klaarblijkelijk < € 180,--
• 467 Rv
• Aantekening aanslaan biljetten en bekendmaking
verkoop aan de voet van het proces verbaal
26. Artikelen 463 t/m 474 Rv
(III)
• 469 Rv
• Bij opbod of opbod en dan afmijning
• Lees rest artikel aandachtig door
• 474 Rv
• Deurwaarder is verantwoordelijk voor opbrengst en
voldoet onverwijld de kosten van de executie
• Vermelden van namen en woonplaatsen van de
kopers in proces verbaal
27. Verdere aandachtspunten
bij verkoop
• Goud, zilver en platina bij waarborg aanmelden
• Opletten of beslagene btw-plichtig is of het kan zijn
• De deurwaarder moet goed opletten zodat insolvente
bieders kunnen worden geweerd!
28. Artikelen 700 t/m 712 Rv (I)
• 700 Rv
• wie bevoegd (denk aan shoppen)
• Instellen hoofdzaak tenminste 8 dagen na beslag
(vrz rechter bepaalt)
• 702 Rv
• Conform voorschriften executoriaal beslag
• 709 Rv
• Bewaring alleen met verlof
• 710a Rv
• Welke verzoekschriften kunnen door een
deurwaarder worden ingediend ?
29. Artikelen 700 t/m 712 Rv (I)
• 711 Rv
• Gegronde vrees
• 712 Rv
• Van toepassing zijnde artikelen uit 439-474 let op
ook 440 (cfm 702)
31. Wat wil de verzoeker
• Afgifte en levering zijn in het geheel niet synoniem
• Afgifte mogelijk van zowel roerende en als onroerende
zaken maar volgens opschrift titel enkel van roerende
zaken niet registergoederen
• De conservatoire variant is veel ruimer en houdt ook de
verdelingsactie en pauliana in
32. Art. 491 ev, de executoriale
afgifte
• Betekening vloeit voort uit 430 lid 3 Rv
• Onderscheid wel of niet uitvoerbaar bij voorraad
verklaarde vonnissen of beschikkingen. Enkel dus voor
die titels nihilstelling termijn, er moet dus wel bevel
worden gedaan zij het met een nihil termijn
• Afgifte is geen beslag
33. Beslag tot verkrijging van
afgifte
• Altijd mogelijk, ook bij bewaarder uit hoofde van
voorafgaand beslag alhoewel daar derde beslag
voorkeur verdient gezien art. 461 D
• Vereist als executant bewaring toepast
• Enige mogelijkheid als maatregelen ter conservatie
genomen moeten worden als er al beslag ligt want
eerder beslag blokkeert afgifte
• Als er eerder conservatoir beslag is gelegd gaat dit als
art. 735 lid 2 is vervuld over in dit beslag
34. Probleem
• Verhaal zoekende schuldeiser versus afgifte zoekende
executant
• Wat wil afgifte zoekende executant: is hij eigenaar of
anderszins zakelijk gerechtigde, auteursrechtelijk
beschermd, dan wel rechthebbende op grond van
contractueel beding?
• Belangrijk is dat 492 lid 1 Rv geen uitzonderingen kent,
ongeacht het recht van de executant (obligatoir dan wel
zakelijk)
35. Probleem, vervolg
• Obligatoir recht op afgifte gaat gelijk op met
verhaalsrecht. Vaststellen vervangende
schadevergoeding kan zeer belangrijk zijn al is het maar
om problemen bij een rangregeling te voorkomen
• Afgifte executant (koper) kan verhaal zoekende
schuldeiser uitkopen, subrogeren en vervolgens
koopprijs verrekenen
• Geschillen moeten worden opgelost via 497 Rv
36. Genus zaken
• Zeer uitzonderlijk
• Obligatoir recht, let op keuze mogelijkheid en 6:28/
gemiddelde kwaliteit
37. Landbouwgewassen I
• Het betreft onroerende zaken
• Het betreft bijna altijd een obligatoir recht, zakelijk zal
bijna niet kunnen gezien bv art. 5:20 BW
• Beslag op onroerende zaak of het recht maar met
aantekening dat het beslag enkel tav planten of
vruchten werkt. Door afscheiding vindt conversie plaats
in beslag roerende zaken en moet inschrijving bij het
kadaster worden doorgehaald. Beslag onder verpachter
niet voorstelbaar.
38. Landbouwgewassen II
• Ook mogelijk bij schending zaai- en plantgoedwet
• Betekening aan hypotheekhoudster aan te bevelen, al
was het maar om schade-acties te voorkomen
• Aanstelling rurale bewaarder mogelijk
39. Pandhoudersexecutie I
• Pandrecht kan bij authentieke akte (notarieel) of
onderhands worden gevestigd
• Bij not. akte is moment passeren akte beslissend, niet
het moment van ontstaan schuld. Bij onderhandse akte
moment registratie. Zie 3:231. Bepaalbaarheid
vordering is cruciaal.
• Standaardarresten HR 25 februari 1955,
NJ1955, 711 en 16 juni 2000 NJ 2000, 733 (Asser pag
34)
40. Pandhoudersexecutie II
• Bij notariële akte beveltermijn vereist van 2 dagen
• Verlof van voorzieningenrechter kan ook door gdw
worden uitgelokt
• Onduidelijk is en blijft of vooraf moet worden betekend.
Art. 496 lid 2 4e zin is niet echt duidelijk, de MvT
verwijst naar 702 Rv. Moet nu wel of geen bevel worden
gedaan en is 430 lid 3 Rv van toepassing?
41. Pandhoudersexecutie III
• Pandhouder kan door gelegd verhaalsbeslag
heenbreken met handhaven voorrang, dus zelfs fiscaal
bodembeslag
• Let op toepasselijkheid 457 Rv
42. Pandhoudersexecutie IV
• Positie derde verduidelijkt door Hof Den Bosch 11
november 2003 JOR 2004, 27
• Politiedwang met verlof tegen niet-schuldenaar uiterst
dubieus: derde-beslag tot verkrijging van afgifte lijkt
aangewezen weg (500 Rv).
• Art. 500 Rv geldt voor alle executanten, niet enkel voor
pandhouders
43. Conservatoir beslag tot
afgifte/ levering I
• Ieder recht dat tot afgifte/levering verplicht valt onder
730 Rv, dus net als bij executoriaal maar let wel op dat
734 Rv niet 490-500 Rv van toepassing verklaart maar
de regels voor de conservatoire verhaalsbeslagen
• Zakelijke opvordering tegen iedereen, vide 5:2 BW.
Obligatoire vordering uiteraard enkel tegen contractant
44. Curiosa
• Beslagen op genuszaken (731 Rv)
• Beslag op landbouwgewassen (732Rv)
• Beslag op vordering tot levering van registergoed (let op
475 A lid 3 en inschrijving bij kadaster om levering door
derde in strijd met beslag te blokkeren)
45. Deelgenoten-beslag
• Vordering kan gedaan worden door deelgenoten,
beperkt gerechtigde op aandeel deelgenoot (3:178) en
schuldeiser cfm 3:180 BW
• Aantasten deelgenootschap ronduit problematisch en
eigenlijk enkel mogelijk bij eenvoudige
gemeenschapppen
• Beslagen tot toedeling, dus geen executoriaal beslag of
verval na 6 maanden cfm 735 Rv
46. Beslag tot levering
• Obligatoire aanspraken
• Niet bij titelgebreken of strijdigheid bij 1:88 BW. Let op
wanneer vernietigings- actie geboden is en dus geen
beslag
• Geen executoriale variant, let wel op
433 Rv jo 3:300/3:301 BW en fatale termijn van 6
maanden
• Geen toepasselijkheid van 505 lid 3 Rv
• Vormerkung ex art. 7:3 BW doorkruist leveringsactie
47. Pauliana-beslag (737 Rv)
• Enkel conservatoir en bij registergoederen
(niet registergoederen (voor definitie: 3:10 BW)
• Hybride-beslag: overgang pauliana met zakelijk karakter
-> verhaalsbeslag
• Vernietigingsactie tegen zowel vervreemder als
verkrijger. Let ook op geldvordering!!
• Geen inschrijving vonnis in kadaster: relatieve werking!!!
48. ATW artikel 1 Lid 1
• Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag,
zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt
verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een
zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
49. ATW artikel 2
• Een in een wet gestelde termijn van ten minste drie
dagen wordt, zo nodig, zoveel verlengd, dat daarin ten
minste twee dagen voorkomen die niet een zaterdag,
zondag of algemeen erkende feestdag zijn.
55. Bewijsbeslag: hoe en
wat…
• De historie vanuit 843a
• Europese ontwikkelingen: 1019 ev
• De praktijk sinds 2006
• Het arrest Leeuwarden augustus 2009, het vonnis van
de rechtbank Rotterdam
• Het consultatiedocument
56. De historie vanuit 843a
• Basis ligt in 843 a Rv:
[1.] Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn
kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van
bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking
waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van
degene die deze bescheiden te zijner beschikking of
onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden
mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte
gegevens.
[2.] De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop inzage,
afschrift of uittreksel zal worden verschaft
57. De historie vanuit 843a
• Verzoek conservatoir beslag:
haar verlof te verlenen, om onder gerequestreerden op
de in punt (…) beschreven adressen conservatoir
beslag tot afgifte te leggen op de in punt (…) genoemde
bescheiden, waaronder mede te verstaan op
gegevensdragers aangebrachte gegevens, die
betrekking hebben op d.e rechtsbetrekking tussen,
partijen en/of de rechtsbetrekking bestaande uit de door
gerequestreerden gepleegde onrechtmatige daad, één
en ander zoals in liet verzoekschrift nader is beschreven;
58. De historie vanuit 843a
• Jurisprudentie:
• (recht op inzage na gelegd beslag)
• 5.1. bepaalt dat de gerechtelijk bewaarder van de ten processe
bekende in beslag genomen bescheiden, al dan niet met
inschakeling van een deskundige, aan mBlox inzage zal
verschaffen in die bescheiden die betrekking hebben op de
periode na 1 juli 2005 en informatie bevatten betreffende de
financiële positie van verweerders en de geldstromen tussen
verweerders onderling, waarbij geldt dat van het recht op inzage
is uitgezonderd informatie aangaande het privéleven van
verweerders sub 4. of 5., alsmede informatie betreffende de
contacten tussen verweerders en hun raadsman,
• 5.2. bepaalt dat de gerechtelijk bewaarder de bescheiden
waarin aan mBlox inzage zal worden verleend eveneens zal
toesturen aan mr. M. de Vries te Hilversum (etc)
59. Bewijsbeslag: hoe en
wat…
• Beslag tot afgifte moet leiden tot recht op inzage.
• Beslaglegger heeft pas recht op afgifte van de beslagen
bescheiden nadat dit in rechte is komen vast te staan.
Daarom is dit beslag niet mogelijk zonder gerechtelijke
bewaargeving.
• De bewaarder/deskundige speelt ook een belangrijke rol
in de selectie van gegeven.
60. Europese ontwikkelingen:
1019 ev
• Artikel 1019a
1. Een verbintenis uit onrechtmatige daad wegens
inbreuk op een recht van intellectuele eigendom geldt
als een rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 843a.
2. In de procedure op de voet van artikel 843a kan ook
overlegging gevorderd worden van ander
bewijsmateriaal dat zich in de macht van de wederpartij
bevindt.
3. De rechter de vordering af voor zover de
bescherming van vertrouwelijke informatie niet is
gewaarborgd. Artikel 843a, vierde lid, is niet van
toepassing.
61. Europese ontwikkelingen:
1019 ev
• Artikel 1019b
1. De voorzieningenrechter kan verlof verlenen (etc) Tot
deze maatregelen ter bescherming van bewijs kunnen
behoren, naast de reeds in de wet geregelde
maatregelen,
conservatoir bewijsbeslag (1),
gedetailleerde beschrijving (2) en
monsterneming (3)
ter zake van vermeend inbreukmakende roerende
zaken, bij de productie daarvan gebruikte materialen en
werktuigen en op de inbreuk betrekking hebbende
documenten.
62. Europese ontwikkelingen:
1019 ev
• Artikel 1019b
2. De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop
beschrijving plaatsvindt of monsters worden genomen
en wat met de monsters dient te gebeuren.
3. Deze maatregelen worden genomen zo nodig zonder
dat de wederpartij wordt gehoord (ex parte), met name
indien het aannemelijk is dat uitstel de verzoeker
onherstelbare schade zal berokkenen, of indien er een
aantoonbaar gevaar voor verduistering of verlies van
bewijs bestaat.
4. Verlof tot het treffen van de gevraagde maatregel
wordt niet gegeven voor zover de bescherming van
vertrouwelijke informatie niet is gewaarborgd.
63. Europese ontwikkelingen:
1019 ev
Artikel 1019c
Conservatoir beslag tot bescherming van bewijs wordt gelegd met
overeenkomstige toepassing van de voorschriften betreffende
middelen tot bewaring van zijn recht, met uitzondering van artikel 709,
derde lid.
Artikel 1019d
1. Beschrijving geschiedt door een deurwaarder ter plaatse waar de
zaken, bedoeld in artikel 1019b, eerste lid, zich bevinden. De
deurwaarder zal de zaken op het door hem daarvan onverwijld op te
maken procesverbaal nauwkeurig beschrijven met opgave van hun
beweerdelijk inbreukmakende kenmerken, getal, gewicht en maat
overeenkomstig hun aard. Tot deze beschrijving kan ook behoren het
op enigerlei wijze vastleggen van de zaken op beeld- of
geluidsmateriaal dat wordt gevoegd bij het proces-verbaal en daarvan
deel uitmaakt. Het proces-verbaal vermeldt het rechterlijk verlof. De
artikelen 440, tweede lid, 443, 444, 444a en 444b zijn van
overeenkomstige toepassing.
64. Europese ontwikkelingen:
1019 ev
• Beslagsyllabus februari 2011 :
• Conservatoir beslag tot bescherming van bewijs wordt
gelegd met overeenkomstige toepassing van de
voorschriften betreffende middelen tot bewaring van zijn
recht, met uitzondering van artikel 709, derde lid.
• Praktijkproblemen:
• Van belang dat beslagobject(en) voldoende is/zijn bepaald.
Hoe ver gaat de onderzoeksplicht bij beslaglegging ?
• Hoe zijn gegevens(dragers) eigenlijk te kwalificeren?
• Voor bewaargeving gelden richtlijnen van de
Voorzieningenrechter
• Voor zover het gegevens(dragers) betreft: forensische copie
• Voor zover het fysieke bescheiden betreft: kopie ter plaatse
of binnen 7 uur na beslaglegging te retourneren.
65. Europese ontwikkelingen:
1019 ev/jurisprudentie
• LJN: BA9615,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem,
156096 (1 juni 2007)
• Uit de wetsgeschiedenis met betrekking tot Titel 15 Rv kan
worden afgeleid dat het doel van een conservatoir
(bewijs)beslag uitsluitend is om bewijsstukken veilig te
stellen en dus de bestaande situatie te conserveren en niet
om de beslaglegger de mogelijkheid te bieden om met het
beslag inhoudelijk kennis te doen nemen van bewijsstukken
en daarover de beschikking te krijgen. Het is vervolgens aan
de bodemrechter na een contradictoir debat om te
beslissen wat er met de in beslaggenomen stukken moet
gebeuren (zie o.a. TK 2005-2006, nr. 6, blz 8-9). Een verlof
tot het leggen van bewijsbeslag kan dus niet automatisch
ook een inzagerecht inhouden voor de beslaglegger.
66. Europese ontwikkelingen:
1019 ev/jurisprudentie
• LJN: BA9615,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem ,
156096 (1 juni 2007)
• Te gedetailleerde beschrijving van in beslaggenomen stukken.
De inhoud van het rapport benadert kopieën van de ingeziene
stukken en dat is in het kader van een gedetailleerde
beschrijving van bescheiden niet de bedoeling, zoals blijkt uit
de memorie van toelichting (TK 2005-2006, nr. 3, blz 22):
Het kopiëren van de administratie of andere op de inbreuk
betrekking hebbende documenten behoort niet tot de
mogelijkheden van de beschrijving. Het maken van een
beschrijving is iets anders dan het maken van een één op één
kopie. Daarvoor zal beslaglegging gevraagd moeten worden
• De beschrijving van Astellas had beperkt dienen te blijven tot
een omschrijving van hetgeen is ingezien, zodat het in een
later stadium identificeerbaar is.
67. Het arrest Hof Leeuwarden
augustus 2009 1
• LJN: BJ4901 :
8. Het Nederlandse burgerlijke procesrecht kent geen algemene
regeling voor bewijsbeslag. Wel is artikel 1019c Rv het bewijsbeslag
geregeld voor zaken betreffende rechten van intellectuele eigendom.
Het hof constateert dat het gelegde beslag door De Melker is
gebaseerd op artikel 843a Rv en kennelijk mede op artikel 730 Rv.
Volgens De Melker kan dit artikel dienen als een wettelijke grondslag
voor bewijsbeslag. Ook vóór de inwerkingtreding van 1019c Rv op 1
mei 2007 zijn conservatoire bewijsbeslagen in intellectuele
eigendomszaken gelegd, waarbij de rechtsgrond werd gezocht in
artikel 730 Rv. Ook in andere niet-intellectuele eigendomsprocedures
is in die bepaling een voldoende grondslag aanwezig geacht voor
bewijsbeslagen, ook door enige gerechtshoven. In de door
verschillende rechtbanken gehanteerde beslagsyllabus, waaraan
door [appellant 1] en [appellant 2] is gerefereerd, staat over dit type
beslag het volgende te lezen (versie februari 2009, pagina 20): "NB 8:
Bewijsbeslag in niet-IE zaken (dat doorgaans wordt gebaseerd op
artikel 730 Rv juncto 843a Rv) is naar de mening van het LOVC niet
onmogelijk (besluit 13 juni 2008)."
68. Het arrest Hof Leeuwarden
augustus 2009 2
• 11. Het hof stelt voorts vast dat de wet amper regels
stelt over hoe de beslaglegging in een woning in zijn
werk dient te gaan en minimale waarborgen aan de
bewoner toekent. Indien artikel 730 Rv als uitgangpunt
wordt genomen, dan geldt de eis van het voorafgaand
verlof van de voorzieningenrechter, voorgeschreven in
artikel 700 Rv, eerste lid. Dit verlof betreft een summiere
toets (artikel 700 Rv, tweede lid), waarbij het hof
aantekent dat in het bekostigingsmodel voor de
rechtspraak voor de beoordeling van een beslagrekest 7
minuten is gereserveerd voor de voorzieningenrechter,
en 50 minuten voor ondersteunend personeel voor alle
daarmee samenhangende handelingen. Het
beslagrekest kan door elke advocaat worden ingediend,
materiele eisen omtrent de juistheid van de inhoud zijn
er niet. Voor de bevoegdheid tot het doorzoeken van
een woning na een gegeven verlof geldt het volgende.
69. Het arrest Leeuwarden
augustus 2009 3
• 12. Artikel 444 Rv, eerste lid, bepaalt dat de deurwaarder ter
inbeslagneming toegang tot elke plaats heeft en dat hij, mits aan het
vereiste van het tweede lid is voldaan, gesloten deuren en kasten mag
openen. Wel zijn de artikelen 10 en 11 van de Algemene Wet op het
binnentreden van overeenkomstige toepassing verklaard. Een
nauwkeurige regeling die bepaalt in welke gevallen een doorzoeking
toelaatbaar is, waar de grenzen van de doorzoeking liggen, hoe
omgegaan moet worden met de belangen van derden in de woning,
wie brieven mag openen en dergelijke, vergelijkbaar met artikel 95-113
Wetboek van Strafvordering, ontbreekt in het burgerlijke recht.
• 14. Het hof is, alles in ogenschouw nemende, van oordeel dat de
wettelijke grondslag waarop de civielrechtelijke huiszoeking in het kader
van het gelegde bewijsbeslag berust, als ondeugdelijk moet worden
beoordeeld. Deze niet toereikende regeling kan een zo grote inbreuk op
het huisrecht als in de gevallen van [appellant 1] en [appellant 2] heeft
plaats gevonden, niet rechtvaardigen. Het hof oordeelt voorts dat deze
regeling onvoldoende "garanties adéquates et suffisantes contre les
abus" biedt en dat niet gezegd kan worden dat deze voldoet aan het
criterium "noodzakelijk in een democratische samenleving".
70. Het vonnis vzr Rb
Rotterdam (LJN BJ7141)
• Een van de aangevoerde redenen voor opheffing van
beslag is, dat het beslag niet gelegd had mogen worden
omdat de juridische basis daarvan niet deugt.
• Weliswaar is juist dat het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering geen expliciete regeling voor
bewijsbeslag (anders dan in zaken die betrekking
hebben op intellectuele eigendomsrechten) kent, maar
dit betekent naar voorlopig oordeel evenwel niet dat
bewijsbeslag in het algemeen niet is toegestaan….
71. Vonnis vzr Rb Haarlem 28
juli 2011 (LJN BR4466) 1
• Deurwaardersrenvooi.
• a. Mag er beslag worden gelegd op de onder punt 2
(pagina 10) genoemde bescheiden wanneer deze in
digitale vorm worden aangetroffen.
• b. Hoe moet de onder punt 1 (pagina 9) genoemde zin
“alle bescheiden/bestanden die betrekking hebben op
de rol van [A] in het Newmin project” worden
gekwalificeerd in het kader van het definitieve beslag.
• c. Wat mag in het proces-verbaal van bewijsbeslag
worden vermeld in relatie tot het onder punt 4 (pagina
12) genoemde deel achter de laatste komma, “anders
dan een indicatie van de relevantie aan de hand van de
sub 1 genoemde zoektermen”.
72. Vonnis vzr Rb Haarlem 28
juli 2011 (LJN BR4466) 2
• 12. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de
deurwaarder beslag mag leggen op de onder punt 2 (pagina
10) genoemde bescheiden wanneer deze in digitale vorm
worden aangetroffen, nu uit de Memorie van Toelichting bij
artikel 843a Rv blijkt dat onder bescheiden tevens op een
gegevensdrager aangebrachte gegevens wordt verstaan.
• …. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter het
volgende op. Het proces-verbaal van beslaglegging mag
geen informatie over de inhoud van de in beslag genomen
bescheiden bevatten. Met Reprise en [A] is de
voorzieningenrechter van oordeel dat verzoekers er wel recht
op en belang bij hebben om te weten of het beslag doel
heeft getroffen. Dit brengt met zich dat in het proces-verbaal
van bewijsbeslag mag worden vermeld, gespecificeerd naar
elk van de onder 2 genoemde beslagobjecten, of het beslag
doel heeft getroffen
73. Vonnis Vzr. Haarlem 28 juli
2011 (LJN BR4466) 3
• Ten aanzien van het laatste geschilpunt – mag er wel of niet
gedurende het beslag overleg gevoerd worden met
verzoekers over het aantal hits en het daarna uit te voeren
combineren van zoektermen – heeft de deurwaarder zich op
het standpunt gesteld dat inhoudelijk overleg met verzoekers
gedurende het beslag over het aantal hits, niet in strijd is met
de beschikking noch met de geheimhoudingsplicht…
• De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van dit
geschilpunt als volgt: Het is de deurwaarder niet toegestaan
overleg te voeren met verzoekers over de wijze waarop hij
beslag dient te leggen. Het is aan de deurwaarder om zelf te
bepalen hoe hij met behulp van zoektermen, of een
combinatie daarvan, de onder punt 2 van het petitum van
het beslagrekest genoemde bescheiden vaststelt, waarbij het
niet de bedoeling is dat hij daarbij verzoekers betrekt omdat
dit al snel, onbedoeld, tot overdracht van de inhoud van de
forensisch kopie kan leiden.
74. Het consultatiedocument
• 843a en b vervallen;
• De regeling wordt toegevoegd als § 3a “Inzage, afschrift
of uittreksel van bescheiden” en worden daarmee
toegevoegd aan de “normale” bewijsmiddelen;
• In de MvT wordt aangegeven dat bewijsbeslag ook
mogelijk is.
75. Problemen uit
jurisprudentie 1
• Lange tijd bleken processen-verbaal van deurwaarders
heel globaal op dit punt. (bijvoorbeeld: Een gele usb stick
met data, een harde schijf met kenmerk en typenr.
bevattende data etc. De rechtspraak lijkt hier niet meer
genoegen mee te nemen.
• Steeds vaker door beslagen door (Kort Geding) rechters
worden opgeheven omdat sprake zou zijn van
“fishingexpeditions”.
• Rechters geven hierbij aan dat uit het proces-verbaal van
het beslag niet is op te maken dat beslag is gelegd ten
aanzien van waarvoor verlof is verleend. Zo werd recent
een proces-verbaal “te globaal” geacht.
• Dit lijkt niet te stroken met het specifieke karakter van een
dergelijk beslag, waarbij juist niet expliciet mag worden
aangegeven wat (al dan niet) werd aangetroffen. Is een
globale verwijzing naar het verlof een oplossing?
76. Problemen uit
jurisprudentie 2
• Het zomaar kopiëren (integraal) van een harde schijf lijkt
te worden afgestraft, terwijl dit juist nodig is om ook
gewiste en verborgen bestanden zeker te stellen. Een
oplossing zou kunnen zijn:
• In het proces-verbaal goed verwijzen naar hetgeen
volgens het verlof in beslag mag worden vernomen en
aangeven dat het beslag zal worden beperkt tot die
bestanden en dat wordt aangegeven hoe en waar de
selectie zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden.
77. Verkoop van een PC met
data
• Beslag op computer
• Indien bij een executoriaal beslag op de roerende zaken
computers en laptops in beslag worden (en eventueel direct al
in bewaring worden genomen) is het belangrijk om zorgvuldig
met deze gegevensdragers en de gegevens om te gaan.
• Bij een bewijsbeslag is het duidelijk dat de eisende/verzoekende
partij en deurwaarder geen inzage heeft en mag hebben wat er
aan gegevens vastgelegd is. Bij een executoriaal beslag zijn de
vastgelegde gegevens in principe niet van belang, maar gaat
het om de waarde die de roerende zaken vertegenwoordigen.
Wat te doen indien het tot een executoriale verkoop komt?
• De computer/laptop is voorzien van software en de eigenaar
beschikt over de licenties. Er staat informatie op de computer/
laptop die alleen bestemd is voor de debiteur.
• Moet er een volledige kopie (image) van de computer worden
gemaakt voor de debiteur? Moet de harde schijf worden
gewist?
78. Beslag onder
notariskantoor
• Wie heeft gelden onder zich versus wie verplichtingen
heeft
• Prive-personen, maatschappen, NV die houder rekening
zijn?
• Het achterhaalde art 19 GDW
• 1. De gerechtsdeurwaarder is verplicht bij een ingevolge
de Wet toezicht kredietwezen 1992 ingeschreven
kredietinstelling een of meer bijzondere rekeningen aan
te houden op zijn naam met vermelding van zijn
hoedanigheid, die uitsluitend bestemd zijn voor gelden,
die hij in verband met zijn werkzaamheden als zodanig
ten behoeve van derden onder zich neemt.
• 2. De gerechtsdeurwaarder is bij uitsluiting bevoegd…
80. Artikel 475d lid 5
• ziektekosten:
De beslagvrije voet wordt verhoogd met:
a.
de premie van een door de schuldenaar gesloten
ziektekostenverzekering, verminderd met de
normpremie, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de
zorgtoeslag, voor zover reeds begrepen in de
bijstandsnorm zoals die voor de schuldenaar geldt
ingevolge het eerste, tweede en vierde lid, en met de
krachtens die wet ontvangen zorgtoeslag, telkens
wanneer deze premie vervalt terwijl het beslag ligt;
81. Voorbeeld verhoging i.v.m.
ziektekosten
• Beslagvrije voet volgens art. 475d lid 1 (tabel)
alleenstaande
€ 815,90
Die BVV wordt verhoogd met :
+
de verschuldigde premie
ziektekostenverzekering (b.v.)
€ 100,-
-/-
normpremie
€
43,-
-/-
ontvangen zorgtoeslag
€
34,-
per saldo bedraagt de verhoging dus
€
23,--
zodat de nieuwe beslagvrije voet wordt:
€ 838,90
82. Artikel 475d lid 5 -II
• woonkosten:
De beslagvrije voet wordt verhoogd met:
b.
de voor rekening van de schuldenaar komende
woonkosten verminderd met ontvangen huurtoeslag of
woonkostentoeslag, voor zover de woonkosten, na
deze vermindering, meer bedragen dan het bedrag,
genoemd in artikel 17, tweede lid, van de Wet op de
huurtoeslag, met dien verstande dat de verhoging van
de beslagvrije voet niet meer bedraagt dan het
huurtoeslagbedrag waarop de schuldenaar, uitgaande
van de laagste inkomenscategorie, krachtens artikel 21
van de Wet op de huurtoeslag ten hoogste aanspraak
heeft.
83. Maximale verhoging ivm woonkosten ex
artikel 475d lid 5 sub b
(norm 01-01-2012)
• een, twee of meer persoonshuishouden jonger dan 23 jaar 149,42
• eenpersoonhuishouden van 23 tot 65 jaar 333,85
• eenpersoonhuishouden van 65 jaar en ouder 335,67
• tweepersoonshuishouden van 23 tot 65 jaar 266,41
• in geval van aangepaste woning 333,85
• tweepersoonshuishouden waarbij 1 persoon ouder dan
65 jaar is en aandeel van de persoon van 65 jaar of
ouder in het inkomen 50% of groter is
337,48
• meerpersoonshuishouden van 23 tot 65 jaar 294,25
• in geval van aangepaste woning 343,13
• meerpersoonshuishouden waarbij ten minste 1
persoon 65 jaar of ouder is en aandeel van de
personen van 65 jaar of ouder in het inkomen
50% of groter is
346,76
• in geval van een of meer personen met handicap:
• eenpersoonhuishouden jonger dan 23 jaar 333,85
• tweepersoonshuishouden waarbij persoon met
266,41
handicap jonger dan 23 jaar is
• in geval van aangepaste woning 333,85
• meerpersoonshuishouden waarbij persoon met
294,25
handicap jonger dan 23 jaar is
84. Voorbeeld verhoging i.v.m.
woonkosten - huurwoning
• Beslagvrije voet volgens art. 475d lid 1 (tabel)
alleenstaande
€ 815,90
• Die BVV wordt verhoogd met :
+
Huur (b.v.)
€ 458,50
-/-
normhuur
(17 lid 2 wet huurtoeslag)
€ 194,33
-/-
ontvangen huurtoeslag
€
10,-
per saldo bedraagt de verhoging dus
€ 254,17
• zodat de nieuwe beslagvrije voet wordt:
€ 1070,07
De verhoging blijft onder de maximale verhoging voor een alleenstaande van €
333,85
85. Voorbeeld verhoging i.v.m.
woonkosten - koopwoning
• Beslagvrije voet volgens art. 475d lid 1 (tabel)
alleenstaande
€ 815,90
• Die BVV wordt verhoogd met :
+
Rente
€ 500,00
-/-
normhuur
(17 lid 2 wet huurtoeslag)
€ 194,33
-/-
renteaftrek (teruggave) € 210,00
• per saldo bedraagt de verhoging dus
€ 95,67
• zodat de nieuwe beslagvrije voet wordt:
€ 911,57
De verhoging blijft onder de maximale verhoging voor een alleenstaande van € 333,85
86. Nieuwe WWB 2
• d. kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of
stiefkind of, voor de toepassing van de artikelen 9, 25,
eerste lid, 26 en 30, tweede lid, het in Nederland
woonachtige pleegkind, of, voor zover het een
meerderjarig kind betreft, de echtgenoot van het eigen
kind of stiefkind;
• e. ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar
voor wie aan de alleenstaande ouder of de gehuwde op
grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet
kinderbijslag wordt betaald, zal worden betaald of zou
worden betaald indien artikel 7, tweede lid, van die wet
niet van toepassing zou zijn.
87. Nieuwe WWB 3
• 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen
wordt onder meerderjarig kind niet verstaan het kind
wiens in aanmerking te nemen inkomen niet meer
bedraagt dan € 1023,42 per maand, en dat:
• a. uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt;
• b. aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond
van de Wet studiefinanciering 2000; of
• c. voor een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4
van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en
schoolkosten in aanmerking komt.
88. Artikel 475d nieuw 1
• 1. De beslagvrije voet bedraagt
• a. voor schuldenaren die kunnen worden aangemerkt
als:
• 1°. een alleenstaande als bedoeld in artikel 4, eerste lid,
onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, die jonger is
dan 21 jaar: 90 procent van de norm, genoemd in
artikel 20, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en
bijstand.
• 2°. een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4,
eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand, die
jonger is dan 21 jaar: 90 procent van de norm,
genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de
Wet werk en bijstand;
89. Artikel 475d nieuw 2
• b. voor schuldenaren die kunnen worden aangemerkt als een
alleenstaande en een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel
4, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet werk en bijstand die
21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar zijn:
• 1°. indien het periodieke inkomen bij de beslaglegger bekend is:
90 procent van dat inkomen inclusief de vakantie-aanspraak,
doch ten minste 90 procent van de norm, genoemd in artikel
20, eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, van
de Wet werk en bijstand en ten hoogste 90 procent van die
norm nadat deze eerst is verhoogd met het bedrag genoemd in
artikel 25, tweede lid, van die wet;
• 2°. indien het periodieke inkomen niet bij de beslaglegger
bekend is: 90 procent van de norm, genoemd in artikel 20,
eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, van de
Wet werk en bijstand;
• c. een alleenstaande van 65 jaar of ouder en een alleenstaande
ouder van 65 jaar of ouder: 90 procent van de norm, genoemd
in artikel 22, onderdeel a en b, van die wet.
90. Artikel 475d nieuw 3
• 2. De beslagvrije voet bedraagt:
• a. voor schuldenaren die kunnen worden aangemerkt
als behorend tot een gezin als bedoeld in artikel 4,
eerste lid, onderdeel c, van Wet werk en bijstand
waarvan alle meerderjarige gezinsleden 18 jaar of ouder
zijn doch jonger dan 65 jaar: 90 procent van de norm,
genoemd in artikel 21, eerste lid, van die wet.
91. Artikel 475d nieuw 4
• b. in afwijking van het bepaalde onder a voor schuldenaren die
kunnen worden aangemerkt als behorende tot:
• 1°. een gezin dat bestaat uit twee meerderjarige personen van
18 tot en met 20 jaar en waarbij er geen ten laste komende
kinderen tot het gezin behoren: 90 procent van de norm,
genoemd in artikel 21, tweede lid, onderdeel a, onder 1, van de
Wet werk en bijstand;
• 2°. een gezin dat uit twee meerderjarige personen bestaat,
waarvan een persoon 18, 19 of 20 jaar is en waarvan de andere
persoon 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar is en waarbij
er geen ten laste komende kinderen tot het gezin behoren: 90
procent van de norm, genoemd in artikel 21, tweede lid,
onderdeel b, onder 1, van de Wet werk en bijstand;
• 3°. een gezin dat bestaat uit twee meerderjarige personen van
18, 19 of 20 jaar en waarbij er een of meer ten laste komende
kinderen tot het gezin behoren: 90 procent van de norm,
genoemd in artikel 21, tweede lid, onderdeel a, onder 2, van de
Wet werk en bijstand;
92. Artikel 475d nieuw 5
• 4°. een gezin dat uit twee meerderjarige personen bestaat,
waarvan een persoon 18, 19 of 20 jaar is en waarvan de
andere persoon 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar
is en waarbij er ten laste komende kinderen tot het gezin
behoren: 90 procent van de norm, genoemd in artikel 21,
tweede lid, onderdeel b, onder 2, van de Wet werk en
bijstand;
• 5°. een gezin dat uit drie meerderjarige personen bestaat,
waarvan twee personen, 18, 19 of 20 jaar zijn en waarvan
een persoon 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar is
en er geen ten laste komende kinderen tot het gezin
behoren: 90 procent van de norm, genoemd in artikel 21,
tweede lid, onderdeel c, van de Wet werk en bijstand;
• c. voor schuldenaren die behoren tot een gezin waarvan
een of meer gezinsleden 65 jaar of ouder zijn: 90 procent
van de norm, genoemd in artikel 22, onderdeel c, van de
Wet werk en bijstand.
93. Artikel 475d nieuw 6
• 3. Voor zover het een gezin betreft, wordt de beslagvrije
voet voor ten hoogste de helft verminderd met het
eigen, niet onder beslag liggende periodieke inkomen
inclusief vakantie-aanspraak van de meerderjarige
gezinsleden aan wie de bijstand samen met de
schuldenaar zou kunnen toekomen.
94. Groepen gezin o.g.v. artikel
475d nieuw
lid 2
Gezin
a alle meerderjarige gezinsleden 21 tot 65
1313.85
gezin van 2 meerderjarige personen waarbij
b1 beide meerderjarige gezinsleden jonger dan 21 454
b2 een meerderjarig gezinslid jonger dan 21 ander jonger dan 65 883.93
b3 beide meerderjarige gezinsleden jonger dan 21 met kind(eren) 716.77
b4 een meerderjarig gezinslid jonger dan 21 ander jonger dan 65
met kind(eren)
1146.70
gezin van 3 meerderjarige personen waarbij
b5 2 meerderjarige gezinsleden jonger dan 21 ander jonger dan 65 1110.93
c gezin waarbij een of meer meerderjarige gezinsleden ouder 65
1388.16
95. Artikel 475g opnieuw
bezien
• 1. Een schuldenaar is verplicht aan een deurwaarder
die gerechtigd is tegen hem beslag te leggen,
desgevraagd zijn bronnen van inkomsten op te geven.
Een deurwaarder die beslag heeft gelegd, is verplicht
hem op te geven hoeveel zijn beslagvrije voet bedraagt,
berekend volgens artikel 475d, eerste lid.
• 2. Zo lang als de schuldenaar desgevraagd niet aan
de beslaglegger of diens vertegenwoordiger opgeeft of
en hoeveel inkomen toekomt aan degene aan wie
samen met hem gezinsbijstand zou kunnen toekomen,
wordt de beslagvrije voet gehalveerd.
96. Artikel 475g opnieuw
bezien - II
• Mag voor het correct vaststellen van de beslagvrije voet
een adres-GBA worden genomen om te kijken of er
meerdere volwassenen staan ingeschreven op het
adres van de debiteur?
• Is vaststellen van de BVV ambtshandeling ?
• Autorisatiebesluit voorziet daar niet in.
97. Voorbeelden wijzigingen
• Voorbeeld 1:
Moeder met een kind van 16 en een kind van 18 jaar
die studeert (totaal inkomen lager dan 1023,42)
- was: norm alleenstaande ouder
- wordt: norm alleenstaande ouder (verandert niet)
• Voorbeeld 2:
Moeder met een kind van 16 en een kind van 18 jaar
die werkt
- was: norm alleenstaande ouder
- wordt: gezinsnorm
dus: als beslag ligt t.l.v. moeder: nu de gezinsnorm,
verminderd (tot de helft) met inkomsten zoon !!
98. Voorbeelden wijzigingen 2
• Voorbeeld 3:
Moeder met een kind van 18 en een kind van 20 die
allebei studeren (totaal inkomen per kind lager dan
1023,42)
- was: norm alleenstaande
- wordt: norm alleenstaande
• Voorbeeld 4:
Moeder met een kind van 18 en een kind van 20. De
jongste studeert, de oudste werkt.
- was: norm alleenstaande
- wordt: gezinsnorm
dus: als beslag ligt t.l.v. moeder: nu de gezinsnorm,
verminderd (tot de helft) met inkomsten zoon !!
99. Cessie en beslag
• HOGE RAAD 10 januari 1992, NJ 1992/744:
• De regel komt erop neer dat een overdracht of
verpanding bij voorbaat niet kan worden doorkruist door
latere beslagen van individuele schuldeisers, doch
slechts door het algemene faillissementsbeslag
• Andersom: cessie ná beslag: debiteur onbevoegd!
100. Samenloop conservatoir en
executoriaal beslag
• LJN: BI9961, Rechtbank Amsterdam , 428795 / KG ZA
09-1136 AD/MV (Manderen/Stadgenoot)
• … De gemeente Amsterdam geldt hier dan ook als een
beslaglegger in de zin van artikel 478 lid 1 Rv, waarvoor de
deurwaarder de volledige beslagen vordering van
Manderen op de notaris mede dient te innen, nu niet
vaststaat dat deze beslagen vordering voldoende is voor
de voldoening van het restant van de vordering van
Stadgenoot èn de vordering van de gemeente Amsterdam.
Vervolgens dient de deurwaarder de opbrengst ingevolge
artikel 480 lid 2 Rv in bewaring te stellen, nu de gemeente
Amsterdam tevens geldt als een schuldeiser die op het
goed (de vordering van Manderen op de notaris) beslag
heeft gelegd in de zin van artikel 480 Rv. Tenslotte kan dan
de meest gerede partij om de benoeming van een rechter-
commissaris verzoeken overeenkomstig artikel 481 lid 1
Rv, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden ….
101. Verrekening na
derdenbeslag
• Art. 6: 130 lid 1 en 2 B.W.:
“Is op een vordering beslag gelegd, dan is de
schuldenaar bevoegd ondanks het beslag ook een
tegenvordering op de oorspronkelijke schuldeiser in
verrekening te brengen, mits:
1. deze tegenvordering uit dezelfde rechtsverhouding
als de beslagen vordering voortvloeit of
2. reeds voor het beslag opeisbaar is geworden.”
102. Rb. Maastricht 25-8-1994,
V-N 1994, 2838.
• Art. 19 Invorderingswet 1990 doorkruist het systeem
van art. 478 Rv. De derde hoeft slechts niet te voldoen
aan de in de eerste volzin van het vijfde lid opgelegde
betalingsverplichting, indien onder hem beslag is gelegd
of indien verzet is gedaan ten behoeve van een
schuldeiser die hoger bevoorrecht is dan de fiscus.”
Tenzij die uitzondering zich voordoet, moet de derde
dus altijd aan de ontvanger afdragen. Doorgaans zal de
fiscus natuurlijk preferent zijn…
103. De Verklaring
• het formulier in tweevoud
• de toelichting
• andere verklaringen accepteren ?
• beslagvrije voet in exploot of verklaring ?
104. Het tijdstip van verklaren
• Art. 476a Rv. bepaalt nadrukkelijk: "zodra vier weken
zijn verstreken na het leggen van het beslag."
• geen fatale termijn !
• voorwaardelijke ingebrekestelling in exploot ? neen, er
moet uitdrukkelijk ingebreke worden gesteld, nadat de
termijn is verstreken
• Rb. Assen 27-10-1992, NJ 1993, 356
• Rb. Rotterdam 22-6-1995, NJ 1996, 313
105. Problemen omtrent de
verklaring
• De derde doet in het geheel geen verklaring
• De derde verklaart wel, maar de beslaglegger betwist
de verklaring
• De derde verklaart en de beslaglegger is accoord, maar
de derde draagt niet af.
PS: verklaring na conservatoir beslag
106. De derde doet in het geheel geen
verklaring (art. 477a lid 1 Rv.)
• gevorderd kan (en dient te) worden om de derde te
veroordelen tot betaling van het tot dat moment
verschuldigde (dus inclusief de beslag- en
executiekosten!) alsof de derde zelf schuldenaar van de
beslaglegger was.
• gerechtelijke verklaring mogelijk. de derde zal wel de
proceskosten te betalen krijgen; die zijn immers
nodeloos veroorzaakt
107. De derde verklaart wel, maar de
beslaglegger betwist de verklaring (art.
477a lid 2 Rv.)
• vervaltermijn van twee maanden (maar: HR 21-1-2005,
RvdW 2005, 17)
• ongelijk: betaling van de proceskosten. De derde kan -
voor alle weren- vorderen dat de beslaglegger terzake
van die proceskosten zekerheid stelt.
• In art. 477a lid 3: doorzendplicht.
108. De derde verklaart en de beslaglegger is
accoord, maar de derde draagt niet af
(art. 477a lid 4 Rv.)
• vorderen dat de derde de verplichting alsnog nakomt,
m.a.w. "afdracht aan de deurwaarder" en niet betaling
van het verschuldigde
• voorwaardelijk vorderen dat de derde wordt veroordeeld
tot schadevergoeding, te betalen aan de beslaglegger
109. De bevoegde rechter
• Art. 477a lid 5 Rv.:"Tot kennisneming van de in dit artikel
bedoelde vorderingen is de rechtbank bevoegd. Indien
de executant bij zijn dagvaarding het beslag slechts
vervolgt op vorderingen, waarvan de berechting
ongeacht hun beloop of naar hun gezamenlijk beloop
tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoort, is
slechts de kantonrechter bevoegd.“
• (zie ook: Rb. Rotterdam 17 september 1998, Prg. 1999,
5095).