1. WAAROM U ARMER WORDT De economische crisis in Oostenrijksperspectief Brecht Arnaert, Poperinge, 18 maart 2011
2. Structuur van de lezing De productiestructuur Monetaire geschiedenis Moderne inflatie De “Oostenrijkse” analyse Terug naar écht geld 18/03/11 Café Saint-Georges Poperinge 2
4. Karl Marx 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 4 Das Kapital, 1867: “Economischecrisissenontstaan door overproductie, inherent aan het kapitalisme. De enigeoplossing is de collectivisering van alleproductiemiddelen in handen van de arbeiders.” communistischeexperimenten: USSR, China, Cuba. Allemaalmislukt: centraleeconomische planning werktniet.
5. John Maynard Keynes 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 5 General Theory, 1936: “Economischecrississenontstaan door onderconsumptie. De enigeoplossing is het stimuleren van de vraag door de overheid. The New Deal in de VS, grotepubliekewerken, verhogen van de “koopkracht” door subsidies en uitkeringen Werktblijkbaarookniet: hoe meeroverhedenuitgeven, hoe slechter het gaat …
6. Milton Friedman 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 6 The monetary history of the US, 1963: “Economischecrississenontstaan door eentelossegeldpolitiek. De enigeoplossing is door matig geld bijtedrukken, ongeveer 3 % per jaar” Theoriewerkte: 1976: stagflatie Maar alszijntheoriewerkte, waaromdannog steeds crisis? Andereverklaringnodig. Bestaat al 140 jaar. Maar werdnooiterkend. Nu wel.
7. Crisis … ook in de economischetheorie 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 7 Grossomodo 4 economischescholen 1. Marxisten 2. Keynesianisten 3. Monetaristen “Hoe beperken we de schadelijkegevolgen van de economischecycli?” 4. De “Oostenrijkers” “Hoe is het uberhauptmogelijkdatcycli in de eersteplaats al ontstaan?”
8. Carl Menger 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 8 Principles of Economics, 1871: “Economischecrississenontstaandoordatoverheden de natuurlijkeprijsvorming van kapitaalverstoren ” Revolutionair: overheidnietlangeralsoplossing, maar alsprobleem? Eéngeïntegreerdetheorie van waarde, geld, kapitaalen prijzen. Evolueerde tot de ABC-theorie: de overheidveroorzaakteen “boom”, waarnaeen “bust” moetvolgen
10. Eenbroodjemartino … 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 10 Tijd Kapitaal ≠ Geld Minecorp (alumi.) Weiss Technik (oven) Distrifood (broodjes) De smulbek (belegdbroodje) Geld
11. De enigeeconomischekeuze 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 11 Investeren Consumeren OF Sparen is het liquidehouden van je middelen tot je zeconsumeert of investeert
12.
13. Nieuwe economische ontwikkeling Tijd Reddy (R&D) Minecorp (alumi.) Weiss Technik (oven) Distrifood (broodjes) De smulbek (belegdbroodje) Geld 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 14 Tijd Minecorp (alumi.) Weiss Technik (oven) Distrifood (broodjes) De smulbek (belegdbroodje) Geld
14. Natuurlijkproces De toewijzing van kapitaalnaarbepaaldesectorenwordtgeregeld door de mate waarinmensenbereidzijnhunconsumptieuittestellen Hoe meerergespaardwordt, hoe meerkapitaalerbeschikbaar is, en hoe lager de prijservan Nieuwe “lagen van productie” voegenzich toe aan de economie. Spaarparadox van Keynes is dusfout: eeneconomiehangtnietaf van de consumptie, maar wel van de productie 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 15 Je kunt je geen weg uit de crisis spenderen, er moet gespaard worden
15. Hamvraag: wiebepaalt de rente? IEDEREEN: Elk individu in de economie maakt zijn eigen keuze. Wanneer er over het algemeen veel geconsumeerd wordt, zal de rente hoog zijn. Wanneer er veel gespaard wordt, zakt de rente NIEMAND:Er is géén centrale sturing. Op een bepaald punt wordt het namelijk zo aantrekkelijk om te sparen, omdat kapitaal zo schaars wordt dat het mooie rentes oplevert voor zij die het willen uitlenen, dat er inderdaad meer gespaard wordt 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 16 Zelfregulerendsysteem. Decentraal. Individueel. Op echtewaardegebaseerd
17. Ruilhandel Voorbeeld: Vissen met bessen, brandhout met vlees, silexknol met eengoedstuk leer. Verschillendeproblemen: Hoe bewaar je overtolligebessen? Hoe herken je de kwaliteit van eenvis? Hoe ben je zekerdat je je leer kwijtgeraakt ? Hoe betaal je éénbes? Kenmerken van eengoedruilmiddel: Houdbaar Herkenbaar Aanvaardbaar Deelbaar 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 18
18. Geld = Een indirect ruilmiddel Geld kanalleszijnwat in eensamenlevingals indirect ruilmiddelaanvaardwordt. RomeinseRijk: zout, Indianen: beverhuiden, Virginia (VS): tabak, de gevangenis nu: sigaretten Goud en zilver Essentieel punt: geld is altijdietsdat BESTAAT. Daaromadagium: “geld is kaas” Driestappen: munten, biljetten en rekeningen 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 19
19. Private muntslag Ontgonnengoudwerdgemunt: Betereherkenbaarheid Zekerder over zuiverheid Gestandaardiseerdeeenheden (nietmeerwegen) Essentieelinzicht: Een munt is nietsmeerdaneennaamvooreengewicht in goud. In meerdan 90 talen is het woordvoor “de munt” ook het woordvoorgewicht. Cf Pond 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 20 EenLydische “Stater” (640 vC) EenFranse “Livre” (ca. 1360)
20. Private bankbiljetten Jaarmarkten in Brugge, Venetië, internationalehandel Grote transacties, grootgevaar: overvallen Wisselbrieven: betaling op naam en voor exact bedrag (vb 123 goudendaalders) Bankbiljetten = wisselbrievenaantoonder en in vastecoupure(vb: 100, 20 en 3 muntstukken) 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 21
21. Zelfregulerendbanksysteem Bankiersgespecialiseerd in het bijhouden van geld: gingenzelfbiljettenuitgeven op basis van goudvoorraad Succes van bankbiljetten Verleiding tot Fractioneel Reserve Bankieren Maar! Zelfregulerend systeem: fraudeurs werden bestraft door uitsluiting van het beroep sterkrechtsgevoel. Goudstandaard intact 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 22
22. Klassiekeinflatie: coin clipping “Koninklijke” muntslag Zelfdeaantalmunten … Min de diefstal … “Seignorage” 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 23 Private muntslag
24. Overheidsfinanciering in eenvrijemarkt 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 25 OVERHEIDConstantebehoefteaan geld: uitgifteobligaties US Treasury, 1789, Washington
25. Bankierswordenpoliticus … 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 26 OVERHEIDConstantebehoefteaan geld: uitgifteobligaties MARKTLEIDERNatuurlijk monopolie door goede reputatie US Treasury, 1789, Washington
26. Wettelijk monopolie op gelduitgave 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 27 OVERHEID“Ik wil altijd zeker zijn van financiering” MARKTLEIDER“Ik wil altijd zeker zijn van mijn marktpositie” US Treasury, 1789, Washington
27. Nieuwe “ruilhandel” OVERHEID“Ik wil schuld kunnen uitgeven zonder beperking” 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 28 CENTRALE BANK“Ikwilaan FRB kunnendoen” US Treasury, 1789, Washington Federal Reserve, 1913, Washington Dubbel bedrog: als burger en als spaarder
28. Het voordeel voor de overheid US TREASURY 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 29 FEDERAL RESERVE Treasury Note, 16 april 1838, 5 % Federal Reserve Note, 1934 Geld Schuld Onbeperktefinancieringsbron
29. Het voordeelvoor de banken 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 30 10 000 euro in de bank laat toe nogeens 90 000 euro tecreëren Meer biljettenuitgevendangoud
31. Waarde van de dollar … 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 32
32. Conclusie MONETAIR: Vrijemarktwordtcentralesturing (FED) Watvroegerfraude was, wordt nu gelegaliseerd (FRB) Geld wordtschuld. Schuld is afspraak. Geld is afspraak. ECONOMISCH: Schuld = Krediet = het kapitaal van eenander Kapitaal = geld + tijd Tijdspreferentiebepaaltproductiestructuur Enkel geldontwaarding? Of nog effecten? 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 33
34. Terug naar “Hayek’s Triangle” Tijd Reddy (R&D) Minecorp (alumi.) Weiss Technik (oven) Distrifood (broodjes) De smulbek (belegdbroodje) Geld 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 35 Tijd Tijdsvoorkeurbepaalt productiestructuur Minecorp (alumi.) Weiss Technik (oven) Distrifood (broodjes) De smulbek (belegdbroodje) Geld
35.
36.
37. Valseeconomischesignalen 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 38 Tijd Vrijemarkt Centrale bank Tijdspreferenties zijn NIET veranderd, en toch is er MEER kapitaal! Geld
38. Fasen van de cyclus Door goedkoperkapitaalwordtermeergeïnvesteerd in HOCG: langereproductieprocessen (kapitaal is ertoch) Nieuw geld sijpelt door van de hogereindustriëennaar de lagere: pas betaaldeingenieurgeeft geld uit in restaurant 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 39 Boom MAAR !!! verhoudingconsumeren/investeren is nietgewijzigd Men geeft navenant gewoon evenveel geld uit in de lagere industriëen (voeding, vrije tijd) Vraag in hogere industrieën daalt: investeringen bleken fout te zijn Faillisementen, ontslagen, crisis Bust
39. 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 40 Macro versus micro Financiering door inflatie VALSE Producenten- kredieten VALSE Hogereinkomens spenderenzelfde aandeel
55. Waarom het nietzalstoppen … 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 47 DRUGSVERSLAAFDE MENS FIATGELDVERSLAAFDE ECONOMIE Steeds groteredossissennodigvoorzelfde effect Roofbouw op het lichaam Dood Steeds meerartificiële jobs Inflatieeetkapitaal op Totale crash van het monetairsysteem
57. Crash is onvermijdelijk Eurozone: groteschulden, Griekenland en Ierland “gered” met nieuw geld, maar ratings onlangstochverlaagd VS: 14 400 miljard dollar, in 2005 nog maar 7 400 miljard dollar. Pensioenennietbijgerekend. Japan: meerdan 200 % overheidsschuld, éntweedegrootstehouder van VS-schuld, heefternstigemoeilijkheden China: geenschuld, maar ookzwareinflatiedoordat men de Yuan aan de dollar gekoppeldheeft. Is gestopt met het opkopen van VS-schuld Schuld is tegrooten onomkeerbaar: ofwel FAILLIET ofwel HYPERINFLATIE 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 49
58. Is Japan de lont? 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 50 Op éénnagrootstehouder van Amerikaanseoverheidsschuld. Watgebeurterals Japan nietmeerbijkoopt? China is al gestopt. Dollar is wereldreservemunt. Als die crashtworden heel watlandenmeegesleurd
59. The future is … black Massaleontslagenzullenvermedenworden door geld bijtedrukken, dus munt zalverderontwaarden Index meet niet de echteinflatie, maar is toch de basis voorloononderhandelingen: verarming Groeiendeschulden, criminaliteit, verwaarlozing van gebouwen, afname van gezondheid, drugsgebruik Voedselzal steeds groteraandeel in uitgavenzijn: besparen op eten, honger: socialeonrust in grootsteden:oproerpolitie, betogingen, gewonden, doden Punt waaropniemandnoggelooft in de koopkracht van de munt: bank runs, wetten op het afhalen van geld, hyperinflatie 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 51
61. Waar het misliep 1913: Federal Reserve: fractional reserve banking inflateren op kosten van eigenbevolking (“jobs creëeren”) 1935: Afschaffingbinnelandsegoudstandaard Inwisselbaarheid in goudbeëindigd (“herstelpromoten”) 1944: Bretton Woods: goudwisselstandaard Inflateren op kostenv.d. wereldbevolking (“democratiebrengen”) 1971: Nixon: sluiten van de goldwindow bezit van goudwerdnutteloosgemaakt (“flexibiliteit”) 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 53
62. 1913: Afschaffingvrij en full reserve bankieren Centralemonetaire planning Vrijevorming van tijdspreferentieverstoord Productiestructuurvervormd 1929: Black Thursday 1933: privaatbezit van goudwerdstrafbaargesteld 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 54
63. 1935: Afschaffingbinnenlandsegoudstandaard 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 55 1934: “One Hundred dollars in Gold, payable to bearer upon demand” 1966: “This note is legal tender for all debts, public and private”
64. 1944: Afschaffinginternationalegoudstandaard Bretton Woods InvoeringgoudWISSELstandaard Munt van 44 landenkonomgewisseldworden in dollars, en DAN in goud VS inflateerde op de rug van de internationalegemeenschap “Eurodollars” 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 56
73. Brecht Arnaert dankt u … 18/03/11 Jong N-VA Westhoek 60 Vragen? brechtarnaert@gmail.com
Hinweis der Redaktion
Er is consensus over dat de overheid in de dip van eeneconomiemoetinvesteren, om de economieerterugbovenoptehelpen. “Zuurstofgeven”, “jobs creëeren”, datsoortretoriek.
Er is consensus over dat de overheid in de dip van eeneconomiemoetinvesteren, om de economieerterugbovenoptehelpen. “Zuurstofgeven”, “jobs creëeren”, datsoortretoriek.
In den beginne was er niets. De mens zwierf over de velden en leefde van de jacht, visvangst en plukte wat hij ook maar kon vinden. Omdat de één soms wat vissen over had, en de ander soms wat bessen, werden die voor elkaar geruild. En ook hout met vlees. Een silexknol voor een goed stuk leer. En ga zo maar door. Met het complexer worden van de arbeidsverdeling in de samenleving, verfijnde zich ook de ruilhandel. Want hoe ruilde je een ploeg? Je kon toch onmogelijk honderden bessen in ontvangst nemen, want die zouden rotten nog voor je ze kon opeten. Of toch, een deel van die bessen ruilde je dan opnieuw voor andere goederen. In feite ontstond zo indirecte ruil: de bessen op zich waren niet meer gegeerd, ze fungeerden eerder als medium van uitwisseling. Die bessen werden geld. Geld is dus niets meer en niets minder dan een medium voor indirecte ruil, al schijnen we dat in onze moderne tijd vergeten te zijn.Van toen af ging het snel. Men ruilde steeds meer voor een tussenproduct dat iedereen wel kon gebruiken, dat klein genoeg was in eenheid, en waarmee je dus veel verschillende dingen kon kopen. Deze intermediaire ruilmiddelen konden van alles zijn, er was geen standaard. Maar gaandeweg selecteerde de markt uit al die mogelijke ruilmiddelen (bessen, vissen, stro) dat ruilmiddel dat het meest standvastig was van kwaliteit en houdbaar qua duur. Na eeuwenlange concurrentie tussen alle soorten ruilmiddelen, zijn twee goederen, goud en zilver als regulier betaalmiddel opgekomen.Wat van primordiaal belang is bij het aanschouwen van deze evolutie is dat goud, als meest courante betaalmiddel, een echt economisch goed is. Het is verhandelbaar zoals kaas, deelbaar als bloem, houdbaar als water. Net door die vele goede eigenschappen (verhandelbaar, deelbaar, houdbaar) is het net het meest courante betaalmiddel geworden. Maar dat vergeten wij dikwijls. In onze perceptie van economie is geld gewoon een afspraak, een vertrouwenskwestie. Maar dat is het niet! Dat is het geworden, en daar zit net het probleem.Waar is het dan misgelopen? De hele verdere monetaire geschiedenis overlopen zou ons te ver leiden, maar één essentiële stap mogen we toch niet overslaan: het ontstaan van banken. Banken ontstonden namelijk onder invloed van handelaars, die betalingen in goud, vooral bij grote transacties, te gevaarlijk en te onhandig vonden. Liever deponeerden ze hun goud bij een bewaarder, die hen daarvoor een IOU uitschreef, een schuldbewijs. Vanaf dan konden betalingen uitgevoerd worden door het overhandigen van dit schuldbewijs aan de handelspartner, die dan het goud kon ophalen in de bank. Het zijn deze schuldbewijzen die de voorlopers zijn van onze hedendaagse bankbiljetten
Privaatgeslegenmuntencirculeerdennog tot 1848 in Californië
Overheidkanobligatiesuitgeven, maar de marktmoetzenogwillenaanvaarden. Als het is om in dommeprojectentebeleggen, dangeraakt de overheidzenietkwijt. En men weet: hoe meeroverheidsobligaties, hoe meerbelastingen in de toekomstzullengegevenworden
Marktleider met natuurlijkmonopoliewilereenwettelijkmonopolie van maken
Marktleider met natuurlijkmonopoliewilereenwettelijkmonopolie van maken. Enkelcentrale bank mag nog geld uitgeven, alleanderebankenmoetenhun reserves bijdeze bank aanhouden
Steeds minder in uwwinkelkar.Vergelijkuitgaan met 20 euro tienjaargeleden en nu. Voedselinflatie: meerdan 40 miljoenAmerikanenleven nu op voedselbonnen. Rellen in het midden-oosten.