SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 40
Ann van Ormelingen & Priscilla Mijs
 Zorgt voor:
  ◦ Opname O₂
  ◦ afname CO₂
 Gaswisseling tussen lucht en bloed
  ◦ Gebeurt in longblaasjes
  ◦ Diffusie
 Ventilatie
  ◦ Adembewegingen
   Bovenste luchtwegen
    ◦ Neusholte
    ◦ Neusbijholtes/Sinussen
    ◦ Keelholte/farynx/pharynx
    ◦ Strottenhoofd/larynx
 Onderste luchtwegen
  ◦ Luchtpijp/trachea
  ◦ Hoofdbronchi
  ◦ Bronchi (vertakkingen)
  ◦ Bronchioli (kleinste vertakkingen)
 Eindigend in de longblaasjes/alveoli
 Begin van de luchtwegen
 Om de neusgaten  neusvleugels
  ◦ Neusgaten: bekleed met huid en haartjes
  ◦ Neusvleugels: bevatten willekeurige
    spiertjes
 Neustussenschot verdeeld in 2
  ◦ Bekleed met slijmvlies
 Zijwand elke neusholte
  ◦ Voorzien van 3 neusschelpen
 Bekleed met slijmvlies + trilharen
  ◦ Vochtig houden
  ◦ Opvangen + verwijderen van vuil &
    ziektekiemen
 Traanbuizen monden uit in de neus
 Uitgang van sinussen onder neusschelpen
   Functies van de neus
    ◦ Filteren van inademingslucht
    ◦ Bevochtigen van inademingslucht
    ◦ Verwarmen van inademingslucht
    ◦ Ruiken
    ◦ Afvoer van slijm
    ◦ Afvoer van traanvocht uit traanbuizen
    ◦ Aspecifieke afweer
    ◦ Resonantiefunctie
 Liggen naast en om de neus
 Bevatten lucht  kunnen meeklinken met
  stem (resonantie)
   Tussen neusholte, mond, strottenhoofd en
    ingang slokdarm
   Wegen van voedsel en lucht kruisen elkaar
   Slikreflex
   Onderverdeeld in 3 gebieden:
   Neusamandelen & keelamandelen 
    belangrijke rol tegen ziektekiemen
 Het door kraakbeen verstevigde begin van
  de luchtpijp
 Verbindt keelholte met luchtpijp
 Achter strottenhoofd begint slokdarm
 Halsspieren houden strottenhoofd op zijn
  plaats
 Binnen het strottenhoofd:
  ◦ Kleine spiertjes
  ◦ Slijmvlies (behalve op stembanden)
 Functies van het strottenhoofd:
  ◦ Luchtpijp afsluiten
  ◦ Stemvorming
 Opgebouwd uit stukjes kraabkeen
 Strotklepje ligt boven strottenhoofd
  ◦ Spiertjes verbinden klepje met
    strottenhoofd
  ◦ Bij slikken strotklepje naar beneden 
    sluit toegang tot strottenhoofd af
 Stembanden in strottenhoofd
  ◦ Trillen door uitademingslucht 
    toonvorming
 Verbinding strottenhoofd en longen
 Achter luchtpijp loopt slokdarm, voor
  luchtpijp schildklier
 Splitst in 2 grote takken (hoofdbronchi) =
  bifurcatie
  ◦ Kraakbeenrichel = carina
 Zwezerik/thymus (bij kinderen) tussen
  borstbeen en trachea
 Luchtpijp en bronchiën bestaan uit
  slijmvlies met trilhaarepitheel
   Plaats waar hoofdbronchus en grote
    bloedvaten een long in –en uitgaan
 Hoefijzervormige kraakbeenstukken
 Heeft een opening aan achterzijde
  ◦ Houden luchtpijp open
  ◦ aan achterkant in opening ligt slokdarm
 Opgebouwd uit longkwabben/lobi
 Groeven scheiden kwabben van elkaar
 Elke longkwab is verdeeld in segmenten
 Elke longkwab en segment heeft een
  eigen:
  ◦ Bronchus
  ◦ Tak van longslagader
  ◦ Tak van longader
 Luchtpijp splitst in 2 grote takken =
  hoofdbronchi
 Hoofdbronchi vertakken = bronchi
  ◦ 3 takken naar rechterlong
  ◦ 2 takken naar linkerlong
 Vertakkingen worden alsmaar kleiner
  (bronchioli) tot longblaasjes (alveoli)
  bereikt worden
   Ruimte in alveoli = alveolaire ruimte
    ◦ Omgeven door fijn haarvatennetwerk
    ◦ Elastische vezels = uitrekken
 Gebeurt in alveoli
 Hoeveelheid O₂ in longblaasjes is hoger
  dan
  O₂ in bloed
 O₂ in longblaasjes gaat naar bloed
  =diffusie
 O₂ in bloed wordt gekoppeld aan
  hemoglobine
 Vettige stoffen
 Afgescheiden aan binnenkant longblaasje
 Functie: longblaasje vouwt niet in elkaar




   Ruimen stofdeeltjes en micro-organismen
    op
   Bloed voor longblaasjes
    ◦ Rechter ventrikel pompt O2-arm en CO2-rijk
      bloed naar de longen via truncus
      pulmonalis die splitst in arteriae pulmonales
    ◦ Diffusie in longen
    ◦ O2-rijk en CO2-arm bloed via venae
      pulmonales naar linker boezem
   Bloed voor bronchiën
    ◦ Krijgen zuurstof van de arteriae
      bronchiales
    ◦ Bloed dat bronchiën verlaat vloeit samen
      aan de binnenzijde van de borstkaswand
      = venae bronchiales
    ◦ Dan naar vena cava superior en naar het
      rechter atrium
 Pleura visceralis, buitenzijde van longen
 Pleura parietalis, binnenzijde van longen
 Tussen pleurabladen zit pleuravocht
  ◦ Kunnen zo over elkaar schuiven
  ◦ Verbinden van beide pleurabladen met
    elkaar
 Gaswisseling  voortdurend verse lucht
 Longblaasjes moeten geventileerd worden
 Ademhalingsbewegingen
  ◦ Inademing/inspiratie
  ◦ Uitademing/expiratie
 Middenrif en tussenribspieren werken samen
 Ademhalingsspieren vergroten borstholte
 Middenrif/diafragma trekt samen
 Nood aan extra lucht?
  ◦ Uitwendige tussenribspieren spannen
    aan
  ◦ Ribben naar buiten, borstbeen naar
    voren
  ◦ Ruimte in borstholte word groter
 Zeer krachtige inademing?
  ◦ Touwladderspieren trekken bovenste
    ribben naar buiten en boven
 Middenrif/diafragma ontspant
 Uitwendige tussenribspieren ontspannen
 Borstholte verkleind en drijft lucht naar buiten
 Longblaasjes hebben oorspronkelijke vorm
   Geforceerde uitademing?
    ◦ Buikspieren spannen aan
       Verhoogde druk in buik
       Middenrif omhoog
       Verhoogde druk in borstholte
       Lucht gaat naar buiten
    ◦ Aanspannen van de inwendige
      tussenribspieren
 T.h.v. ademcentrum in verlengde merg
 Ademcentrum bepaalt:
  ◦ Frequentie
  ◦ Regelmaat
  ◦ Diepte
 Ademcentrum in verlengde merg 
  zenuwbanen naar ruggenmerg 
  zenuwbanen naar ademhalingsspieren
Het ademhalingsstelsel

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch (18)

Ademhalingsstelsel
AdemhalingsstelselAdemhalingsstelsel
Ademhalingsstelsel
 
De Ademhaling
De AdemhalingDe Ademhaling
De Ademhaling
 
Longfunctie en Ademhaling
Longfunctie en AdemhalingLongfunctie en Ademhaling
Longfunctie en Ademhaling
 
Ons ademhalingsstelsel
Ons ademhalingsstelselOns ademhalingsstelsel
Ons ademhalingsstelsel
 
Tt7 grup b adm uvic
Tt7 grup b adm uvicTt7 grup b adm uvic
Tt7 grup b adm uvic
 
Sessie 3: Infecties op de MCU
Sessie 3: Infecties op de MCUSessie 3: Infecties op de MCU
Sessie 3: Infecties op de MCU
 
Pijn bij kanker, feb 2014
Pijn bij kanker, feb 2014Pijn bij kanker, feb 2014
Pijn bij kanker, feb 2014
 
Eindpresentatie Project 4
Eindpresentatie Project 4Eindpresentatie Project 4
Eindpresentatie Project 4
 
Ppt 2
Ppt 2Ppt 2
Ppt 2
 
De ademhaling
De ademhalingDe ademhaling
De ademhaling
 
Anatomie Ademhaling
Anatomie  AdemhalingAnatomie  Ademhaling
Anatomie Ademhaling
 
Anorexia nervosa
Anorexia nervosaAnorexia nervosa
Anorexia nervosa
 
Anorexia & Bulimia presentation
Anorexia & Bulimia presentationAnorexia & Bulimia presentation
Anorexia & Bulimia presentation
 
Anorexia
AnorexiaAnorexia
Anorexia
 
Anorexia Nervosa Slideshow
Anorexia Nervosa SlideshowAnorexia Nervosa Slideshow
Anorexia Nervosa Slideshow
 
Anorexia
AnorexiaAnorexia
Anorexia
 
Powerpoint anorexia
Powerpoint anorexiaPowerpoint anorexia
Powerpoint anorexia
 
Eating disorders
Eating disordersEating disorders
Eating disorders
 

Ähnlich wie Het ademhalingsstelsel

Ademhalingsstelsel ellen 20
Ademhalingsstelsel ellen 20Ademhalingsstelsel ellen 20
Ademhalingsstelsel ellen 20EllenVanParys
 
Ademhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longen
Ademhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longenAdemhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longen
Ademhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longenEllenVanParys
 
Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3
Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3
Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3de Willem
 
Ademhalingsstelsel: bovenste luchtwegen
Ademhalingsstelsel: bovenste luchtwegenAdemhalingsstelsel: bovenste luchtwegen
Ademhalingsstelsel: bovenste luchtwegenEllenVanParys
 
Observatie van de ademhaling
Observatie van de ademhalingObservatie van de ademhaling
Observatie van de ademhalingEllenVanParys
 
COPD, astma, systic fibrosis
COPD, astma, systic fibrosisCOPD, astma, systic fibrosis
COPD, astma, systic fibrosiskimtergroot
 
Viatele capaciteit 1
Viatele capaciteit 1Viatele capaciteit 1
Viatele capaciteit 1evaschurmans
 
Human performance in aviation
Human performance in aviationHuman performance in aviation
Human performance in aviationRaemdonck
 
Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)
Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)
Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)Jolanda Vermeulen
 

Ähnlich wie Het ademhalingsstelsel (10)

Ademhalingsstelsel ellen 20
Ademhalingsstelsel ellen 20Ademhalingsstelsel ellen 20
Ademhalingsstelsel ellen 20
 
Ademhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longen
Ademhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longenAdemhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longen
Ademhalingsstelsel: onderste luchtwegen en longen
 
Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3
Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3
Presentatie uitwerking doelstelling 1 h3
 
Ademhalingsstelsel: bovenste luchtwegen
Ademhalingsstelsel: bovenste luchtwegenAdemhalingsstelsel: bovenste luchtwegen
Ademhalingsstelsel: bovenste luchtwegen
 
Observatie van de ademhaling
Observatie van de ademhalingObservatie van de ademhaling
Observatie van de ademhaling
 
COPD, astma, systic fibrosis
COPD, astma, systic fibrosisCOPD, astma, systic fibrosis
COPD, astma, systic fibrosis
 
Viatele capaciteit 1
Viatele capaciteit 1Viatele capaciteit 1
Viatele capaciteit 1
 
Quiz tbv ft
Quiz tbv ftQuiz tbv ft
Quiz tbv ft
 
Human performance in aviation
Human performance in aviationHuman performance in aviation
Human performance in aviation
 
Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)
Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)
Pathologie tractus respiratorius (ziekte ademhalingsstelsel)
 

Het ademhalingsstelsel

  • 1. Ann van Ormelingen & Priscilla Mijs
  • 2.  Zorgt voor: ◦ Opname O₂ ◦ afname CO₂  Gaswisseling tussen lucht en bloed ◦ Gebeurt in longblaasjes ◦ Diffusie  Ventilatie ◦ Adembewegingen
  • 3. Bovenste luchtwegen ◦ Neusholte ◦ Neusbijholtes/Sinussen ◦ Keelholte/farynx/pharynx ◦ Strottenhoofd/larynx
  • 4.  Onderste luchtwegen ◦ Luchtpijp/trachea ◦ Hoofdbronchi ◦ Bronchi (vertakkingen) ◦ Bronchioli (kleinste vertakkingen)  Eindigend in de longblaasjes/alveoli
  • 5.
  • 6.
  • 7.  Begin van de luchtwegen  Om de neusgaten  neusvleugels ◦ Neusgaten: bekleed met huid en haartjes ◦ Neusvleugels: bevatten willekeurige spiertjes  Neustussenschot verdeeld in 2 ◦ Bekleed met slijmvlies
  • 8.  Zijwand elke neusholte ◦ Voorzien van 3 neusschelpen  Bekleed met slijmvlies + trilharen ◦ Vochtig houden ◦ Opvangen + verwijderen van vuil & ziektekiemen  Traanbuizen monden uit in de neus  Uitgang van sinussen onder neusschelpen
  • 9. Functies van de neus ◦ Filteren van inademingslucht ◦ Bevochtigen van inademingslucht ◦ Verwarmen van inademingslucht ◦ Ruiken ◦ Afvoer van slijm ◦ Afvoer van traanvocht uit traanbuizen ◦ Aspecifieke afweer ◦ Resonantiefunctie
  • 10.  Liggen naast en om de neus  Bevatten lucht  kunnen meeklinken met stem (resonantie)
  • 11. Tussen neusholte, mond, strottenhoofd en ingang slokdarm  Wegen van voedsel en lucht kruisen elkaar  Slikreflex  Onderverdeeld in 3 gebieden:  Neusamandelen & keelamandelen  belangrijke rol tegen ziektekiemen
  • 12.  Het door kraakbeen verstevigde begin van de luchtpijp  Verbindt keelholte met luchtpijp  Achter strottenhoofd begint slokdarm  Halsspieren houden strottenhoofd op zijn plaats  Binnen het strottenhoofd: ◦ Kleine spiertjes ◦ Slijmvlies (behalve op stembanden)
  • 13.  Functies van het strottenhoofd: ◦ Luchtpijp afsluiten ◦ Stemvorming  Opgebouwd uit stukjes kraabkeen  Strotklepje ligt boven strottenhoofd ◦ Spiertjes verbinden klepje met strottenhoofd ◦ Bij slikken strotklepje naar beneden  sluit toegang tot strottenhoofd af  Stembanden in strottenhoofd ◦ Trillen door uitademingslucht  toonvorming
  • 14.
  • 15.
  • 16.  Verbinding strottenhoofd en longen  Achter luchtpijp loopt slokdarm, voor luchtpijp schildklier  Splitst in 2 grote takken (hoofdbronchi) = bifurcatie ◦ Kraakbeenrichel = carina  Zwezerik/thymus (bij kinderen) tussen borstbeen en trachea  Luchtpijp en bronchiën bestaan uit slijmvlies met trilhaarepitheel
  • 17.
  • 18. Plaats waar hoofdbronchus en grote bloedvaten een long in –en uitgaan
  • 19.  Hoefijzervormige kraakbeenstukken  Heeft een opening aan achterzijde ◦ Houden luchtpijp open ◦ aan achterkant in opening ligt slokdarm
  • 20.  Opgebouwd uit longkwabben/lobi  Groeven scheiden kwabben van elkaar  Elke longkwab is verdeeld in segmenten  Elke longkwab en segment heeft een eigen: ◦ Bronchus ◦ Tak van longslagader ◦ Tak van longader
  • 21.
  • 22.
  • 23.  Luchtpijp splitst in 2 grote takken = hoofdbronchi  Hoofdbronchi vertakken = bronchi ◦ 3 takken naar rechterlong ◦ 2 takken naar linkerlong  Vertakkingen worden alsmaar kleiner (bronchioli) tot longblaasjes (alveoli) bereikt worden
  • 24. Ruimte in alveoli = alveolaire ruimte ◦ Omgeven door fijn haarvatennetwerk ◦ Elastische vezels = uitrekken
  • 25.  Gebeurt in alveoli  Hoeveelheid O₂ in longblaasjes is hoger dan O₂ in bloed  O₂ in longblaasjes gaat naar bloed =diffusie  O₂ in bloed wordt gekoppeld aan hemoglobine
  • 26.  Vettige stoffen  Afgescheiden aan binnenkant longblaasje  Functie: longblaasje vouwt niet in elkaar  Ruimen stofdeeltjes en micro-organismen op
  • 27. Bloed voor longblaasjes ◦ Rechter ventrikel pompt O2-arm en CO2-rijk bloed naar de longen via truncus pulmonalis die splitst in arteriae pulmonales ◦ Diffusie in longen ◦ O2-rijk en CO2-arm bloed via venae pulmonales naar linker boezem
  • 28. Bloed voor bronchiën ◦ Krijgen zuurstof van de arteriae bronchiales ◦ Bloed dat bronchiën verlaat vloeit samen aan de binnenzijde van de borstkaswand = venae bronchiales ◦ Dan naar vena cava superior en naar het rechter atrium
  • 29.
  • 30.  Pleura visceralis, buitenzijde van longen  Pleura parietalis, binnenzijde van longen  Tussen pleurabladen zit pleuravocht ◦ Kunnen zo over elkaar schuiven ◦ Verbinden van beide pleurabladen met elkaar
  • 31.  Gaswisseling  voortdurend verse lucht  Longblaasjes moeten geventileerd worden  Ademhalingsbewegingen ◦ Inademing/inspiratie ◦ Uitademing/expiratie
  • 32.  Middenrif en tussenribspieren werken samen  Ademhalingsspieren vergroten borstholte  Middenrif/diafragma trekt samen
  • 33.  Nood aan extra lucht? ◦ Uitwendige tussenribspieren spannen aan ◦ Ribben naar buiten, borstbeen naar voren ◦ Ruimte in borstholte word groter  Zeer krachtige inademing? ◦ Touwladderspieren trekken bovenste ribben naar buiten en boven
  • 34.
  • 35.  Middenrif/diafragma ontspant  Uitwendige tussenribspieren ontspannen  Borstholte verkleind en drijft lucht naar buiten  Longblaasjes hebben oorspronkelijke vorm
  • 36. Geforceerde uitademing? ◦ Buikspieren spannen aan  Verhoogde druk in buik  Middenrif omhoog  Verhoogde druk in borstholte  Lucht gaat naar buiten ◦ Aanspannen van de inwendige tussenribspieren
  • 37.
  • 38.
  • 39.  T.h.v. ademcentrum in verlengde merg  Ademcentrum bepaalt: ◦ Frequentie ◦ Regelmaat ◦ Diepte  Ademcentrum in verlengde merg  zenuwbanen naar ruggenmerg  zenuwbanen naar ademhalingsspieren