2. 2
Terugblik en overzicht (I)
1Korinthe 12 t/m 14:
"de geestelijke uitingen" (12:1)
spreken in tongen/talen:
de laagste in rangorde (12:30)
hfst. 14 voortzetting van hfst.12
spreken in talen/tongen de laagste in
rangorde (14:5, 18,19)
3. 3
Terugblik en overzicht (II)
1Korinthe 13 een intermezzo:
12 (13) 14
o.a. het spreken in tongen/talen hoort bij de
onvolwassenheid:
het zal verstommen
blijvend (op aarde) zijn geloof, hoop en liefde:
totdat uiteindelijk alleen liefde overblijft
4. 1Korinthe 12
31 Streeft dan naar de hoogste gaven.
En ik wijs u een weg,
die nog veel verder omhoog voert.
4
5. 1Korinthe 13
8 De liefde vergaat nimmermeer;
maar profetieen, zij zullen afgedaan hebben;
tongen, zij zullen verstommen;
kennis, zij zal afgedaan hebben.
5
6. 1Korinthe 13
8 De liefde vergaat nimmermeer;
maar profetieen, zij zullen afgedaan hebben;
tongen, zij zullen verstommen;
kennis, zij zal afgedaan hebben.
6
7. 1Korinthe 13
8 De liefde vergaat nimmermeer;
maar profetieen, zij zullen afgedaan hebben;
tongen, zij zullen verstommen;
kennis, zij zal afgedaan hebben.
7
8. 21 In de wet staat geschreven:
Door lieden van een andere taal
en door lippen van vreemden
zal Ik tot DIT VOLK (=Israël) spreken,
en toch zullen zij
naar Mij niet luisteren, zegt de Here.
22 Derhalve zijn de tongen
een teken niet voor hen, die geloven,
maar voor de ongelovigen...
-1Korinthe 14-
8
9. 1Korinthe 13
8 De liefde vergaat nimmermeer;
maar profetieen, zij zullen afgedaan hebben;
tongen, zij zullen verstommen;
kennis, zij zal afgedaan hebben.
9
10. 1Korinthe 13
9 Want onvolkomen is ons kennen
en onvolkomen ons profeteren.
10
1Kor.11:28
"ten dele geloof ik dat..."
11. 1Korinthe 13
9 Want onvolkomen is ons kennen
en onvolkomen ons profeteren.
11
12. 1Korinthe 13
10 Doch, als het volmaakte komt,
zal het onvolkomene afgedaan hebben.
12
Gr. teleos = volwassenheid
3x in 1Korinthe
1Kor.2:6 > rijp
1Kor.14:20 > volwassen
13. 1Korinthe 13
10 Doch, als het volmaakte komt,
zal het onvolkomene afgedaan hebben.
13
14. 14
Haar dienaar ben ik geworden
krachtens de bediening (lett. het beheer),
die mij door God is toevertrouwd,
om onder u het woord van God
tot zijn volle recht te doen komen...
-Kolosse 1:25-
15. 15
Haar dienaar ben ik geworden
krachtens de bediening (lett. het beheer),
die mij door God is toevertrouwd,
om onder u het woord van God
tot zijn volle recht te doen komen...
-Kolosse 1:25- lett. te completeren
17. 17
11 En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven,
zowel evangelisten als herders en leraars,
12 om de heiligen toe te rusten tot werk van bediening,
tot opbouw van het lichaam van Christus,
13 TOTDAT wij allen
de eenheid des geloofs
en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben,
de mannelijke rijpheid (lett. volwassen man),
de maat van de wasdom der volheid van Christus.
14 DAN zijn wij niet meer onmondig,
op en neder, heen en weder geslingerd
onder invloed van allerlei wind van leer,
door het valse spel der mensen,
in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt,
15 maar DAN groeien wij,
ons aan de waarheid houdende,
in liefde in elk opzicht naar Hem toe,
die het hoofd is, Christus.
18. 18
16 ELK van God ingegeven schriftwoord
is ook nuttig om te onderrichten,
te weerleggen, te verbeteren
en op te voeden in de gerechtigheid,
17 opdat de mens Gods VOLKOMEN zij,
tot ALLE goed werk volkomen toegerust.
-2Timotheüs 3-
d.w.z. niet alleen de heilige schriften die
Timotheüs van kindsbeen aan kende (3:15)
20. 1Korinthe 13
11 Toen ik een kind was,
sprak ik als een kind,
voelde ik als een kind,
overlegde ik als een kind.
Nu ik een man ben geworden,
heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
20
21. 1Korinthe 13
11 Toen ik een kind was,
sprak ik als een kind,
voelde ik als een kind,
overlegde ik als een kind.
Nu ik een man ben geworden,
heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
21
22. 1Korinthe 13
11 Toen ik een kind was,
sprak ik als een kind,
voelde ik als een kind,
overlegde ik als een kind.
Nu ik een man ben geworden,
heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
22
23. 1Korinthe 13
11 Toen ik een kind was,
sprak ik als een kind,
voelde ik als een kind,
overlegde ik als een kind.
Nu ik een man ben geworden,
heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
23
> afgedaan in 13:8
24. 1Korinthe 13
12 Want nu zien wij nog door een spiegel,
in raadselen,
doch straks van aangezicht tot aangezicht.
Nu ken ik onvolkomen,
maar dan zal ik ten volle kennen,
zoals ik zelf gekend ben.
24
25. 1Korinthe 13
12 Want nu zien wij nog door een spiegel,
in raadselen,
doch straks van aangezicht tot aangezicht.
Nu ken ik onvolkomen,
maar dan zal ik ten volle kennen,
zoals ik zelf gekend ben.
25
26. 1Korinthe 13
12 Want nu zien wij nog door een spiegel,
in raadselen,
doch straks van aangezicht tot aangezicht.
Nu ken ik onvolkomen,
maar dan zal ik ten volle kennen,
zoals ik zelf gekend ben.
26
27. 1Korinthe 13
12 Want nu zien wij nog door een spiegel,
in raadselen,
doch straks van aangezicht tot aangezicht.
Nu ken ik onvolkomen,
maar dan zal ik ten volle kennen,
zoals ik zelf gekend ben.
27
28. 1Korinthe 13
13 Zo blijven dan:
Geloof, hoop en liefde,
deze drie,
maar de meeste van deze is de liefde.
28
tegenover wat zal hebben afgedaan
29. 1Korinthe 13
13 Zo blijven dan:
Geloof, hoop en liefde,
deze drie,
maar de meeste van deze is de liefde.
29
30. 1Korinthe 13
13 Zo blijven dan:
Geloof, hoop en liefde,
deze drie,
maar de meeste van deze is de liefde.
30