2. Expertisecentrum
Nederlands
Programma:
• 1. Kenmerken van taalstimulering
• 2. Wat is de Taallijn?
• Doel; Doelgroep
• Uitgangspunten interactief taalonderwijs
• Speerpunten
• 3. Doen in de groep
• Vaardigheden
• Activiteiten
3. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
1. Kenmerken van taalstimulering
“Het verwerven van een (tweede) taal vereist
contextgebonden, talige interactie met volwassenen
en leeftijdsgenootjes die het kind telkens een stapje
verder kunnen brengen” (Snow, 2006)
Herhaling, herhaling, herhaling
5. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Doelgroep
Kinderen die kans hebben om een
taalachterstand op te lopen.
Allochtoon én autochtoon
6. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Uitgangspunt: interactief taalonderwijs
• Betekenisvol: authentiek
• Sociaal: interactie
• Strategisch: na voordoen en instructie, zelf denken en
experimenteren
7. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Taallijn speerpunten
1. Mondelinge taal
2. Woordenschat
3. Beginnende Geletterdheid
4. ICT en Multimedia
5. Ouderbetrokkenheid
10. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Speerpunt 1: Mondelinge taal
Belangrijke aspecten:
• Het taalaanbod
• De taalproductie van het kind
• De feedback van de volwassene
Vaardigheden van PM’er/leerkracht
11. Expertisecentrum
Nederlands
Activiteiten mondeling taal:
• Gesprekken in de kleine kring
• Praten over verhalen, navertellen van verhalen
• Praten over activiteiten adhv foto’s, filmpjes
• Praten over een bepaald verschijnsel
• Praten over het gezinsportfolio
• Ik-tafel
• Eigen verhalen vertellen op de vertelstoel / met de
vertelhoed
14. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Speerpunt 3: Ontluikende geletterdheid
Tussendoelen ontluikende geletterdheid
• Boekoriëntatie
• Verhaalbegrip
• Functies van geschreven taal
• Relatie tussen gesproken en geschreven taal
• Taalbewustzijn
15. Expertisecentrum
Nederlands
Activiteiten beginnende geletterdheid:
• Zoeken naar woorden met dezelfde letter
• Activiteiten bij de lettermuur
• Letter van de week centraal stellen
• Rijmwoorden bedenken bij de kernwoorden
• Interactief voorlezen
• Verhaal navertellen/naspelen
• wie, waar, wat picto’s
• Platen van een verhaal in de juiste volgorde leggen
16. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Speerpunt 4: ICT en multimedia
17. Expertisecentrum
Nederlands
Activiteiten ICT en Multimedia:
• Fotoshow van digitale foto’s
• Digitale prentenboeken
• Sprekende woordenboeken
• Digitaal schoolbord
• Activiteiten in de computerhoek
• Televisieprogramma's (Koekeloere, Zappelin,
e.d.)
18. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Speerpunt 5: Ouderbetrokkenheid
19. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Activiteiten Ouderbetrokkenheid:
• Ouders zoveel mogelijk betrekken bij thema (hulp bij
activiteiten, ouders op de hoogte stellen van het thema,
feestelijke afsluiting thema)
• Gezinsportfolio (met de kinderen werk verzamelen,
selecteren, reflecteren, evalueren) + hierover praten
• Kinderen voorwerpen van thuis mee laten nemen
20. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Activiteitencyclus
In de cyclus komen alle speerpunten aan bod.
Bestaande cycli voor psz/kdv:
- Horen doe je met je…..
- Pak maar uit!
- Hier wonen wij!
- Kriebelbeestjes!
Gratis te downloaden op: www.taal100.nl en
www.expertisecentrumnederlands.nl
21. Expertisecentrum
1 2 3
Nederlands
Het meest belangrijk:
het gaat erom hoe u het brengt!
Dank u wel voor de aandacht.