1. De precaire verhouding tussen hulpverleners en ouders
Wie motiveert wie?
Hulpverleners vandaag de dag werken
vraaggericht en mobiliseren de bronnen uit de
omgeving van de ouders. Is de werkelijkheid niet
weerbarstiger dan hulpverleners wensen, vraagt
Herman Baartman zich af. Hij legt de precaire
verhouding tussen hulpverlener en ouder onder
de loep. ‘Wie slechts bekommerd is om het kind
dat tekortkomt, zal een ouder niet bereiken.’
L
ang geleden, in 1930 bij de viering van dat ze het zegenrijke werk van de jeugdzorg voor
25 jaar kinderwetten, schetste domi- hun kinderen in de weg staan.
nee J. Th. De Visser (predikant en lid
van de Tweede Kamer) de verhouding
Andere tijden
tussen kinderbeschermers en de ou-
ders met wie ze van doen hadden aldus: Op deze manier is decennia lang gedacht over de
‘Tegenover den greep naar het kind van den verhouding tussen ouders en hulpverleners en
duivel met slangen in het haar, staat nu gelukkig laten we eerlijk zijn: op momenten van onmacht
de greep van den engel met rozen in de lokken. en wanhoop en frustratie denken we soms nog
Zoo zie ik althans het werk des kinderbescher- wel een beetje zo. Ouders met wie je het beste
mers tegenover dat van de kinderbedervers.’ voor hebt, maar die, zoals dat dan heet in ons
Zo is het decennia lang geweest: ouders die niet jargon, niet gemotiveerd zijn.
deugden en de jeugdzorg als reddende engel. Neem De tijden zijn veranderd. De tijd waarin pro-
het verhaal van Ciske de Rat, dat verwaarloosde fessionals ouders als rivalen zagen is voorbij.
jochie met zijn gouden hart dat bij die del van een Ook ouders hebben rozen in hun lokken. Pro-
moeder voor galg en rad dreigde op te groeien. fessionals staan nu niet meer tegenover falende
Treurig natuurlijk dat hij haar een mes in het hart ouders maar zij aan zij als het gaat om de zorg
heeft gestoken. Schrijver Piet Bakker probeert ech- voor welzijn en veiligheid van kinderen. Althans,
ter duidelijk te maken dat hij toch een stuk beter dat zeggen ze. Zij en de ouders zijn partners in
af is zonder haar. Wat moet een kind nou met zo’n de zorg voor kinderen, zeggen ze. De profes-
moeder? Maar gelukkig is er een meester Bruis sionals werken, zeggen ze, vraaggestuurd. Ze
die zich over Ciske ontfermt, gelukkig zijn er kin- leggen de verantwoordelijkheid voor hulp en
derbeschermers, gelukkig zijn er hulpverleners die ondersteuning daar waar hij hoort: bij de oud-
beter weten, die hart hebben voor een kind, die ers. Zij en ouders zijn als deskundigen elkaars
daar voor doorgeleerd hebben. Jammer alleen dat gelijken, zeggen ze, ook al verschilt de aard van
die ouders daar vaak niet aan willen. Jammer dus hun deskundigheid.
32 • SOZIO 71, september 2006
2. OPINIE
AMSTERDAM)
ESCHERMING, SWP
DERD JAAR KINDERB
(ILLUSTRATIE UIT HON
!
‘Zo is het decennia lang
geweest: ouders die niet
deugden en de jeugdzorg als
reddende engel.’ Jongens van
Het adagium van nu is in de jeugdzorg: hulp aan ties te boek als zeer problematisch, maar van het heropvoedingsgesticht
Nederlandsch Mettray met
ouder en kind moet vraaggestuurd zijn. Er is nog enige systematische, laat staan gecoördineerde omwonenden in het Gelderse
een tweede adagium dat intussen wijd verbreid bemoeienis was geen sprake. Eefde, omstreeks 1946.
is. Dat is het principe van empowerment. Dit
adagium houdt in dat hulp gericht moet zijn op
Bemoeienis
het mobiliseren van bestaande hulpbronnen in
de eigen omgeving van ouders en op het verster- We hebben nooit met ouders alleen te maken,
ken en het uitbouwen van de eigen kwaliteiten maar ook met hun kinderen. Veelal zijn het juist
van ouders. Beide uitgangspunten sluiten uiter- zorgen om een kind die ons met de ouders in
aard logisch op elkaar aan. In wezen gaat het om contact brengen. Als het de ouders zelf zijn die
een combinatie van twee fundamentele beginse- eigener beweging bij ons aankloppen met een
len: vertrouwen in ouders en geloof in hun eigen vraag om hulp, zitten we redelijk op rozen. We
mogelijkheden. worden graag gemotiveerd door gemotiveerde
Dat vertrouwen en dat geloof zal sommigen ouders. Maar als wij zelf degenen zijn die bij
misschien naïef voorkomen. Natuurlijk, de tijd ouders aankloppen om hun onze zorgen over hun
van veroordeling is voorbij. Maar zijn we niet te kinderen kenbaar te maken, dan liggen de zaken
ver doorgeschoten naar de andere kant? Een cyni- minder gemakkelijk. Bijvoorbeeld wanneer we
cus zou kunnen beweren dat het opwerpen van weten of vermoeden dat er sprake is van verwaar-
deze vraag niets anders is dan een fraaie poging lozing of mishandeling. Vooral als een ouder
onze eigen onmacht te verbloemen. Wie jarenlang aangeeft van die bemoeienis niet gediend te zijn,
meeloopt in de kinderbescherming loopt kans is het niet eenvoudig. Wie motiveert dan wie?
cynicus te worden. Denk bijvoorbeeld maar eens Waar halen we het vandaan om ouders te ver-
aan het drama dat zich in de zomer van 2002 trouwen en te geloven in hun mogelijkheden als
afspeelde in Roermond; een vader stak zijn huis ze onze zorgen niet lijken te delen?
in brand. Zes van zijn zeven kinderen kwamen in Let wel: er zijn goede argumenten om vraagge-
de vlammen om. Het gezin stond bij alle instan- stuurd te werken. Liever gezegd: ik meen dat er ›››
SOZIO 71, september 2006 • 33
3. ››› goede argumenten zijn om vertrouwen te hebben deugt. De professional gaat zich verantwoordelijk
in ouders en te geloven in hun mogelijkheden. weten voor het kind en heeft de neiging de ver-
Ik denk niet, zoals sommige cynici, dat vraagge- antwoordelijkheid van de ouder over te nemen
stuurd werken een teken van professionele zwak- of opzij te schuiven. Niks vraaggestuurd dus. Als
te en onmacht is. Ik denk juist dat het werkelijk het welzijn van een kind in het geding is, is er de
uitvoering geven aan dit principe heel veel vraagt bijna automatische reactie bij veel professionals
van een professional. Ik denk daarnaast dat om zelf de dienst uit te gaan maken.
vraaggestuurd werken geenszins op gespannen Over deze tegenstellingen wil ik het verder
voet staat met zorg voor de veiligheid van een hebben. Over de tegenstelling, of – neutraler ge-
kind. Uiteindelijk gaat het bij hulp aan ouders formuleerd – over de verhouding tussen de
om het welzijn van een kind. En dat maakt dat (in)competentie van de ouder en de (in)competentie
er altijd de mogelijkheid moet zijn een kind be- van de professional; over de spanning tussen de
scherming te bieden als ouders dat niet doen. Ik macht van de professional en de afhankelijkheid
denk ook, dat er op de langere termijn geen betere van de ouder; over de ergernis van de profes-
garantie is voor de veiligheid van een kind dan sional jegens de ouder en over zijn bekommernis
wanneer ouders in staat zijn, al of niet met het jegens het kind.
nodige stutwerk, die veiligheid te waarborgen.
Maar nogmaals, hoe fraai de pleidooien ook
Competenties
klinken om de ouder en professional te zien als
partners; in de praktijk is de kans groot dat ze Hoe zit het allereerst met de verhouding tussen
zich opstellen als rivalen. Professionals, zeker de competentie van de ouders en de competentie
als ze wat minder ervaren en jonger zijn – twee van de professional? De professional is degene die
dingen die meestal samengaan – neigen er in- ergens voor heeft doorgeleerd, in dit geval voor
stinctief toe de kant van het kind te kiezen. Ze opvoeding en opvoedingsproblemen en het ver-
hebben de neiging zich bij wijze van spreken te helpen daarvan. De ouder die vastloopt in de
ontfermen over een kind met de rug naar oud- opvoeding heeft daar doorgaans niet voor door-
ers toe. Het gevolg is dat ouders zich afgewezen geleerd. En als dat wel zo is, heeft hij aan die
en veroordeeld voelen. Het gevolg is ook dat ze wetenschap kennelijk onvoldoende om de proble-
beiden – ouder en professional – impliciet of men zelfstandig het hoofd te bieden. Maar het is
expliciet aan de ander en aan buitenstaanders goed daarbij te bedenken dat de ouder veel beter
trachten duidelijk te maken dat die ander niet dan de professional weet heeft van zijn eigen situ-
De ouder weet meer over
de ontwikkeling van zijn
kind dan een professional.
FOTO: BIGSTOCKPHOTO.COM
4. OPINIE
Een van de moeilijkste vaardigheden is
enerzijds uiting geven aan de zorg die je hebt om
een kind en anderzijds zorgvuldig omgaan met
de gevoelens van gêne, schuld, irritatie en
onzekerheid die dat bij een ouder oproept.
FOTO: BIGSTOCKPHOTO.COM
atie. De ouder weet meer over de ontwikkeling onderlinge afstemming en uitbouw van ieders
van zijn kind. De ouder heeft meer weet van zijn competentie. In wezen gaat het erom elkaars zorg
eigen geschiedenis en die van zijn gezin. Hij of zij te delen.
weet wat werkt en wat niet werkt en weet wat in Uit onderzoek weten we dat de kwaliteit van
zijn omgeving bij familie en vrienden en in de de relatie tussen professional en ouder een veel
buurt aan bronnen van steun voorhanden is. De belangrijkere rol speelt dan de methode die men
meer algemene kennis van de professional is enkel gebruikt. En bij die kwaliteit van de relatie spelen
bruikbaar, als hij deze weet te verbinden met de drie factoren een doorslaggevende rol: voel je
eigen kennis van de ouder van zijn specifieke situ- je als ouder begrepen, voel je je geaccepteerd,
atie. En zijn vaardigheden komen alleen maar dan en voel je dat de professional zorg om je heeft
tot hun recht, als hij daarmee de eigen vaardig- (Clark, 2001)? De termen begrip en acceptatie
heden van de ouder weet te activeren en te benut- zullen wel duidelijk zijn. Dit zorg hebben voor
ten. Een professional is slechts een tijdelijk be- een ouder licht ik hieronder toe.
trokken buitenstaander. Hij komt en gaat in het Willen we werkelijk met een ouder in zijn rol
leven van ouders. Ouders, en degenen die hun van ouder in contact kunnen komen, dan zullen
nastaan, zoals vrienden en familie, zijn de lange we ook zorg om die ouder moeten hebben. Een
termijn betrokkenen (Leeuwis, 2000). Zij zijn ouder wil zich erkend weten in zijn besef verant-
uiteindelijk degenen die, als de hulpverlener zijn woordelijk te zijn voor een kind (Van der Pas,
dossier al lang gesloten heeft, op het kind betrok- 2003), hoe brekebenig hij zich als ouder ook ge-
ken zijn, hoe krakkemikkig ook misschien. draagt. Hij wil bij een ander zorg ervaren om zijn
Juist als het gaat om multiprobleemgezinnen ko- ouderschap, zorg bij het zoeken naar wegen om
men we ouders tegen met een veelal lange hulp- dat in te vullen, desnoods door de verzorging van
verleningsgeschiedenis. Vaak begon die geschie- een kind uit handen te geven, zorg om het zeer
denis al in hun jeugd en bij hun ouders. Maar ook dat zo’n beslissing met zich mee brengt.
ondanks of misschien juist door die lange ge- Hoe je het ook wendt of keert: de professional
schiedenis zijn ze blijven sukkelen. Een profes- is met zijn competentie en met de instituties die
sional die vervolgens als de zoveelste in de rij hij vertegenwoordigt, voor de ouder iemand met
meent dat hij de dienst moet uitmaken omdat hij macht van wie hij afhankelijk is. Kennis is macht.
het beste zicht heeft op het probleem, is ook de Maar macht roept gemakkelijk verzet op. Hoe
zoveelste die – in ons jargon – ouders bevestigt machtiger men de ander ervaart, hoe meer dat
in hun learned helplessness, hun aangeleerde eigen gevoelens van onmacht versterken kan. En
hulpeloosheid, in hun eigen jargon: in het gevoel of je er nu als professional wel of niet op uit bent
dat ze sukkels zijn. je eigen competentie te etaleren, het simpele feit
dat jij de professional bent, kan maken dat een
ouder eropuit is je onmachtig te maken. Met al
Zorgen delen
je goede bedoelingen en met al je bekwaamheden
Maar de kern van wat er gebeurt tussen een ou- slaag je er niet in schot in de zaak te krijgen. En
der en een professional ligt uiteindelijk niet in de dat is precies waar een ouder soms op uit is: als ›››
SOZIO 71, september 2006 • 35
5. ››› het jou ook niet lukt sta je weer quitte. Gedeelde zien. Hulpverleners zullen navenant handelen
smart is halve smart; gedeeld falen is half falen. waardoor een ouder vervolgens extra reden heeft
in zijn verzet te volharden.
De derde tegenstelling waar hulpverleners mee
Macht
te maken krijgen, is die tussen ergernis jegens de
Macht roept niet alleen verzet op. Macht kan ouder en bekommernis om het kind. Als we ons
ook onveiligheid oproepen als de niet-machtige ergeren aan een ouder dan kunnen daar twee
niet weet hoe de machtige zijn macht aanwendt. redenen voor zijn. De ene is dat we weinig voor
Enkele jaren geleden was ik betrokken bij een elkaar krijgen. Net zoals je je als ouder aan een
onderzoek naar de manier waarop ouders uit ongezeglijk kind kunt ergeren, omdat dat kind
multiprobleemgezinnen aankeken tegen profes- je het gevoel geeft dat je het als ouder niet goed
sionals die bemoeienis met hen hadden. Het was doet, zo kun je je als professional aan een moei-
de angst van hun kinderen afgeholpen te worden lijk bereikbare ouder ergeren, omdat hij je on-
die bepalend was voor hun waardering van hulp machtig maakt. Omdat hij of zij je het gevoel
en hulpverlener. Hoe meer een hulpverlener voe- geeft dat je het niet goed doet als hulpverlener.
ding gaf aan die angst, hoe meer hij gewantrouwd Een tweede reden om je te ergeren aan een ouder
werd (Ghesquière, 1993). En dan zijn er verschil- is, dat hij geen goede ouder is. In dat geval zal
lende manieren voor ouders om met die angst en ergernis jegens de ouder bijna altijd gepaard gaan
dat wantrouwen om te gaan. Men kan als ouder met bekommernis om het kind.
quasi meewerken, vanuit een houding: het zal Maar stel eens dat u zo’n ouder bent die niet
mijn tijd wel duren, straks doet hij hier voorgoed goed of niet genoeg is voor zijn kind. U weet dat
de deur dicht en ginds op kantoor het dossier en heus van u zelf, al doet u nog zo uw best dat te
dan ben ik van hem af. Ouders kunnen zich ook maskeren en te ontkennen. En nu hebt u te maken
verzetten. Ze kunnen het confl ict aangaan. Dat met een professional die – verhuld of onverhuld
heeft het risico dat professionals het negatieve – zich ergert aan u en vol bekommernis is om uw
beeld dat ze van zo’n ouder hebben bevestigd kind. Hoe zou dat zijn? Geen begrip, geen accep-
ADVERTENTIE
NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW - NIEUW
Opvoeden kan zeer doen
Over oorzaken van kindermishandeling, hulpverlening en preventie.
H.E.M. Baartman
DERDE D
RUK
In deze 3e druk is er ruimschoots aandacht voor de primaire
preventie van kindermishandeling. In dit verband worden de
mogelijke risicofactoren voor het ontstaan van kindermishan-
deling besproken. Het dilemma waar we voor staan is afwach-
ten of risicofactoren escaleren tot ernstige opvoedingsproble-
men, dan wel vroegtijdig hulp bieden.
Het boek besluit met een pleidooi voor vroegtijdige en intensie-
ve hulp aan jonge risicogezinnen.
ISBN 90 6665 218 7
256 pagina’s
€ 24,30
Uitgaven van Uitgeverij SWP zijn verkrijgbaar in de boekhandel
Voor meer informatie:
Uitgeverij SWP / Postbus 257 / 1000 AG Amsterdam / T 020 330 72 00 / F 020 330 80 40 / www.swpbook.com
6. OPINIE
tatie, geen zorg. Henry Kempe, een Amerikaanse loosde. In een van de eerste gesprekken met een
kinderarts met veel ervaring op het gebied van hulpverlener had ze haar kind op schoot. Dit kind
kindermishandeling, heeft eens geschreven dat huilde plotseling vreselijk, maar de moeder leek
het zijn ervaring en ook die van collega’s was, dat, het niet te horen, ze reageerde er niet op. Degene
als men mishandelende ouders confronteerde met die de intake deed – Selma Fraiberg, hier vooral
hun wangedrag en daarbij slechts oog had voor bekend wegens haar boek De magische wereld
de belangen en de gevoelens van het kind, en niet van het kind – veronderstelde dat de moeder het
voor die van de ouder, het geweld nadien vaak huilen van haar kind niet ‘hoorde’, omdat haar
allen maar toenam. Dat is heel begrijpelijk. Door eigen huilen nooit ‘gehoord’ was. Anders gezegd,
voorbij te gaan aan de gevoelens van onmacht, omdat er geen aandacht was (geweest) voor haar
miskenning, van gêne, van falen, van schuld van eigen oude zeer, kon zij geen aandacht opbrengen
een vader of een moeder maakt men dat zo ie- voor het zeer van haar kind. Vanuit die veron-
mand zich nog onmachtiger en meer miskend derstelling is men met deze moeder gaan werken
voelt. En het is thuis juist dat kind, waaraan die en heeft men, aansluitend bij de alledaagse erva-
ouder zich ergert. Dat doet hij omdat hij bij dat ringen van deze moeder met haar baby, geluisterd
kind het gevoel heeft niet te deugen, en dus slaat naar alle ellende die haar als kind overkomen
hij er zogezegd extra hard op los. was. In haar familie was de standaardreactie op
verdriet en verlies: ‘Don’t talk about’, zand er-
over. Langzaamaan zijn die bergen zand weg-
Gevoelens ouders
geschept, en de erkenning en ruimte die haar dat
Dit klinkt gemakkelijk misschien, maar ik ben gaf, het luisterend oor dat ze daarbij ontmoette,
ervan overtuigd, dat dit een van de moeilijkste maakte het haar mogelijk oor en oog te hebben
dingen is in de jeugdzorg: enerzijds uiting geven voor haar kind (Fraiberg, Adelson & Shapiro,
aan de zorg die je hebt om een kind, en anderzijds 1975).
zorgvuldig omgaan met de gevoelens van gêne, Wie slechts bekommerd is om het kind dat
schuld, irritatie en onzekerheid die dat bij een tekortkomt, slechts diens huilen hoort, zal een
ouder oproept. ouder niet bereiken. Natuurlijk is het goed dat
Ik heb een jaar of wat geleden een boek over er hulpverleners zijn die zich daartoe beperken.
oorzaken van kindermishandeling geschreven en Laten zij vooral kinderen die tekortgekomen
dat boek als titel gegeven: Opvoeden kan zeer zijn weer op de been helpen. Maar wie iets met
doen. Opvoeden kan kinderen zeer doen, daar ouders wil moet meer doen. Hij zal aan de kant
weten we als professional alles van en sommigen van ouders moeten kunnen staan. Nogmaals,
van u ook als kind. Maar het doet een opvoeder dat betekent niet dat men alles goedkeurt wat
ook zeer, dat hij zijn kind zeer doet. Daar weten ze doen. Het betekent dat men ervan uitgaat dat
we als professional minder van, als ouder wel het elke ouder ter harte gaat als het zijn kind
misschien. Omdat de sores van een kind ons zo niet goed gaat. •
ter harte gaan – waar op zich niets verkeerd aan is
– merken we het hartzeer van een ouder vaak niet
op. Omdat we soms te gauw veronderstellen dat
een ouder geen hart heeft voor een kind merken
we zijn hartzeer als ouder niet op.
Veel professionals vinden het moeilijk een OVER DE AUTEUR
ouder te confronteren met wangedrag jegens PROF. DR. HERMAN BAARTMAN IS EMERITUS
zijn kinderen. Maar we maken het ons zelf ex- HOOGLERAAR PREVENTIE EN HULPVERLENING
tra moeilijk, als we daarbij de kant van het kind INZAKE KINDERMISHANDELING, VRIJE UNIVER-
kiezen. Onze boodschap is in zo’n geval: bedenk SITEIT (VU) AMSTERDAM.
eens wat dat betekent voor je kind, dat je zo met
hem om gaat. Maar het kan ook anders. Zonder
het falen van een ouder te vergoelijken kan men Dit artikel is een bewerking van een lezing op
ook zijn kant kiezen. En dan is de boodschap een een studiedag over multiprobleemgezinnen
andere. Dan luidt hij: hoe is dat voor jou, dat je – 29 januari 2004 – georganiseerd door het
als moeder zo vastloopt? Kennisnetwerk Multiprobleemgezinnen van
de Christelljke Hogeschool Windesheim te
Zwolle.
Klassiek verhaal
Er was eens een moeder uit een klassiek verhaal
uit de praktijk van hulpverlening die haar doch- De literatuurlijst bij dit artikel vindt u op:
tertje van zes maanden schromelijk verwaar- www.sozio.nl (De Verdieping)
SOZIO 71, september 2006 • 37