SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt? (20)

9.10
9.109.10
9.10
 
10.20
10.2010.20
10.20
 
8.8
8.88.8
8.8
 
9.13
9.139.13
9.13
 
8.12
8.128.12
8.12
 
10.7
10.710.7
10.7
 
9.11
9.119.11
9.11
 
VW: Happy Family?
VW: Happy Family?VW: Happy Family?
VW: Happy Family?
 
9.12
9.129.12
9.12
 
10.1
10.110.1
10.1
 
8.8 c
8.8 c8.8 c
8.8 c
 
10.2
10.210.2
10.2
 
10.4
10.410.4
10.4
 
8.11
8.118.11
8.11
 
Kingdom of Nirvoas - afl. 3.9
Kingdom of Nirvoas - afl. 3.9Kingdom of Nirvoas - afl. 3.9
Kingdom of Nirvoas - afl. 3.9
 
8.10
8.108.10
8.10
 
8.14
8.148.14
8.14
 
8.6
8.68.6
8.6
 
Maxwell
MaxwellMaxwell
Maxwell
 
10.6
10.610.6
10.6
 

Ähnlich wie 9.3 (20)

9.5
9.59.5
9.5
 
9.9
9.99.9
9.9
 
9.1
9.19.1
9.1
 
9.7
9.79.7
9.7
 
8.15
8.158.15
8.15
 
Update 78 fam. bloomwood.
Update 78 fam. bloomwood.Update 78 fam. bloomwood.
Update 78 fam. bloomwood.
 
8.7
8.78.7
8.7
 
Vw
VwVw
Vw
 
Daarna
DaarnaDaarna
Daarna
 
VW: Happy Family?
VW: Happy Family?VW: Happy Family?
VW: Happy Family?
 
Update 68
Update 68Update 68
Update 68
 
9.8
9.89.8
9.8
 
9.8
9.89.8
9.8
 
Update 65 fam. bloomwood.
Update 65 fam. bloomwood.Update 65 fam. bloomwood.
Update 65 fam. bloomwood.
 
8.10
8.108.10
8.10
 
3dagenkijken
3dagenkijken3dagenkijken
3dagenkijken
 
VW
VWVW
VW
 
Vw happy family
Vw happy familyVw happy family
Vw happy family
 
Vw happy family
Vw happy familyVw happy family
Vw happy family
 
De nieuwe vw
De nieuwe vwDe nieuwe vw
De nieuwe vw
 

Mehr von Danielle Dijkstra (20)

10.16
10.1610.16
10.16
 
10.15
10.1510.15
10.15
 
10.14
10.1410.14
10.14
 
Lege
LegeLege
Lege
 
10.12
10.1210.12
10.12
 
10.11
10.1110.11
10.11
 
10.10
10.1010.10
10.10
 
10.9
10.910.9
10.9
 
Huize amethyst
Huize amethystHuize amethyst
Huize amethyst
 
10.8
10.810.8
10.8
 
10.3
10.310.3
10.3
 
End
EndEnd
End
 
Dingetje
DingetjeDingetje
Dingetje
 
Dingetje
DingetjeDingetje
Dingetje
 
Sims3 deel 2
Sims3 deel 2Sims3 deel 2
Sims3 deel 2
 
Na stukje2
Na stukje2Na stukje2
Na stukje2
 
Sims3 stukje2
Sims3 stukje2Sims3 stukje2
Sims3 stukje2
 
Sims3 2e stuk
Sims3 2e stukSims3 2e stuk
Sims3 2e stuk
 
Sims 3 familie
Sims 3 familieSims 3 familie
Sims 3 familie
 
9.11
9.119.11
9.11
 

9.3

  • 1.  
  • 2.
  • 3. x
  • 4.
  • 6. In gedachten verzonken maakte Daphne haar boterhammen voor school klaar. Het was nog stil in huis, de meesten sliepen nog. Daphne wilde het niet toegeven, maar ze voelde zich een beetje nerveus. Niet omdat ze vandaag een proefwerk had, maar omdat ze een bepaalde persoon weer zou zien op school.
  • 7. Die persoon was een meisje uit 5 havo, een jaar hoger dan Daphne zelf, en sinds de eerste keer dat ze haar zag was Daphne vol bewondering. Zoiets had ze nog nooit gevoeld. Eigenlijk was ze altijd heel zelfverzekerd en had ze niet zoveel aandacht voor anderen – maar dit meisje was anders. Dit meisje fascineerde haar. Zo erg zelfs, dat ze haar die middag mee naar huis nam.
  • 8. Ze kletsten en lachten aan één stuk door. Daphne was blij dat ze niet op haar mondje gevallen was, en Savannah gewoon mee had gevraagd. Die had haar even verrast aan gekeken, toen grijnsde ze. ‘ Jou mag ik wel.’ had ze gezegd. Bij het afscheid omhelsden ze elkaar, en Daphne ving een vleug mannendeodorant op. Ze wilde maar dat ze Savannah nooit meer los hoefde te laten.
  • 9. Van huiswerk maken kwam die avond al helemaal niks meer. Bij alles wat ze deed, spookte Savannah door haar hoofd. Hoe stoer ze was. Hoe haar vrolijke lach door het huis had geschald. Hoe ze er ondanks haar werkkleding van de supermarkt toch cool uit zag. Daphne zuchtte. Ze voelde zich gelukkig en verward tegelijk.
  • 10. Niemand in huis wist wat er in haar koppie omging. Dat was eigenlijk altijd al zo geweest. Ook na Sira’s dood had Daphne aan niemand veel verteld. En zo leefde iedereen zijn eigen leven. Esther was de volgende morgen al heel vroeg wakker. Het was nog donker, en ze bleef lekker warm tegen haar man aan liggen.
  • 11. Maar ineens kreeg ze een idee – en als Esther een idee had, liet ze dat niet meer los. Dan móést ze het meteen gaan uitvoeren. ‘ Steven, Steven, wakker worden. We gaan een weekendje weg!’ fluisterde ze enthousiast. Slaperig keek haar man haar aan, en schudde toen lachend zijn hoofd. ‘ Jij ook met je impulsieve plannetjes!’
  • 12. En zo stonden ze even later met hun koffers in de gang. ‘ Ik moet hoognodig even weg uit dit sneeuwlandschap. Lekker naar de zon!’
  • 13. Maar dat was nog niet Esthers hele plan. Ze hadden hun dochter ook mee genomen op reis! Even net weer als vroeger, met het gezin. Behalve de kleine Nora dan…
  • 14. Maar daardoor lieten ze de pret niet bederven. Dit zou een mooi, zorgeloos weekend worden, samen, met elkaar. Neuriënd tekende Esther de lijst bij de receptie, terwijl Sofie en haar vader wat babbelden.
  • 15. ‘ Echt weer iets voor jou hoor, mam, om me midden in de nacht wakker te bellen. Je gaat mee op vakantie, Soof !’ imiteerde Sofie haar moeder, en ze lachte. Esther grinnikte snuivend, liggend op haar rode badlaken. ‘ Leuk, toch? Ik verveel vast nooit.’ ‘ Daar heb je gelijk in…’
  • 16. Laat in de middag begonnen ze honger te krijgen en ze gingen naar het strandhuisje dat ze voor het weekend gehuurd hadden. ‘ Ik vind het echt hartstikke leuk hoor, dat ik mee mocht. Zo’n weekendje weg, samen met jullie. Net als vroeger!’ glimlachte Sofie. ‘ Dat was precies wat ik wilde, meisje. Even helemaal weg.’
  • 17. Ze belden de roomservice en aten op het balkonnetje van hun bungalow. Het was er prachtig. De zon ging langzaam onder, de zee ruiste zachtjes in de verte, de golven rolden af en aan. Zeemeeuwen cirkelden krijsend boven hun hoofden.
  • 18. Die avond zaten ze nog uren bij een kampvuurtje dat ze aangelegd hadden op het strand. Ze praatten over vroeger, en over nu. Hoe trots ze waren op de kleine Stefan. ‘ Hij lijkt zo op z’n vader. En op mij, met z’n gekke fantasie.’ glimlachte Sofie dromerig.
  • 19. ‘ Een jongen om trots op te zijn.’ knikte Steven. ‘Ik heb altijd al opa willen worden. Ik had me geen betere kleinzoon dan Stefan kunnen wensen. En dan is hij ook nog een beetje naar mij vernoemd!’ Even blonk er een traan in Stevens ooghoek, maar dat zag niemand. Snel veegde hij hem weg en lachte toen tevreden. Ja, hij was een trotse opa!
  • 20. Sofie kreeg het koud en ging vast naar bed. Langzaam doofde het vuurtje. ‘ Mag ik deze dans van u?’ vroeg Steven. ‘ O, wat een eer!’ riep Esther gespeeld uit.
  • 21. Zo walsten ze een tijdje stilletjes langs de vloedlijn, genietend van de nacht, van de sterren, van elkaar.
  • 22. ‘ Ik hou van je, Steven. Al meer dan vijftig jaar, en tot in de eeuwigheid.’ ‘ En je bent nog precies zo mooi als toen ik je voor het eerst zag. Ik hou ook van jou, lieve Esther. Voor altijd!’ Als een verliefd stelletje staarden de ouderen elkaar in de ogen, in het licht van de maan.
  • 23. Na die mooie avond voelde Esther zich de volgende dag weer helemaal opgefrist. Ze zat vol energie en daar maakte ze dan ook gebruik van. Nog voor de anderen wakker waren, nam ze een koele duik in de oceaan.
  • 24. Even later kwamen haar man en dochter ook het strand op gelopen. Steven spreidde een handdoek uit en viel even later weer in slaap. Sofie staarde over de golven en babbelde wat met haar moeder.
  • 25. Esther zocht naar schelpen, en af en toe vond ze hele mooie exemplaren. ‘ Hier zit al een gaatje in! Kijk dan Soof, een roze schelp met een gaatje erin. Daar ga ik een touwtje doorheen doen, dan heb ik een ketting!’
  • 26. ‘ Geweldig, mam.’ gniffelde Sofie. Soms leek haar moeder net een klein kind…
  • 27. Veel te snel kwam hun zonnige weekendje weer ten einde. Alle spullen werden weer ingepakt, en iedereen trok zijn warme trui weer aan. Thuis lag er immers nog steeds een dik pak sneeuw… Dat was wel even wat anders dan het zonovergoten strand op dit eiland!
  • 28. Het was heel vroeg in de ochtend toen de taxi Esther en Steven weer bij hun huis afzette. Ze zagen licht branden in de keuken. ‘ Verrassing!’ schreeuwden Daphne en Hedwig opgetogen. Daphne maakte herrie met een ratel en Hedwig gebaarde trots naar de ballonnen.
  • 29. ‘ Wow!’ lachte Steven. Zijn lach ging over in een luid gebulder, hij hield met beide handen zijn schuddende buik vast. ‘Wat een mooie ontvangst, haha!’ Het was duidelijk dat Steven dit echt kon waarderen.
  • 30. Ook Esther voelde zich helemaal warm worden van binnen. ‘ We hebben het bad vast voor u vol laten lopen, tante Esther!’ riep Hedwig en ze pakte Esthers hand. ‘Kom mee, we hebben badschuim met lavendelgeur. Daar houdt u toch zo van?’ ‘ Ja, lieverd, daar ben ik dol op!’ stamelde Esther verrast. Even later liet ze zich in het warme water zakken. Heerlijk. Wat had haar broertje Robert toch schatten van dochters!
  • 31. ‘ Maar dat is nog niet alles!’ zei Hedwig druk, toen Esther weer beneden kwam. Ze loodste Esther en Steven mee naar de woonkamer, en werd toen weer een beetje verlegen – zoals altijd. ‘ Kijk…’ gebaarde ze toen met grote, glanzende ogen. Het haardvuur was aan, en knetterde gezellig. ‘ Wat mooi!’ Esther en Steven nestelden zich gezellig op de banken.
  • 32. Even later waren ze in een diepe slaap gevallen. Het was ook wel een lange reis geweest. Toen Robert beneden kwam, keek hij Hedwig verrast aan. ‘ Ssst, kijk!’ fluisterde ze.
  • 33. ‘ Hebben jullie dat gedaan?’ Hij knielde bij haar neer en omhelsde haar. ‘ Daphne heeft het vuur gemaakt. We wilden ze verrassen!’ ‘ Dat is zo lief van jullie. Goed gedaan, meisje. Papa is trots op je.’
  • 34. Toen hij Daphne even later tegen het lijf liep, zei hij hetzelfde tegen haar. ‘ Ik meen het, dat is heel lief van jullie. Ik had er geen moment aan gedacht om ze zo’n warm welkom te geven.’ ‘ Hedwig kwam met het idee, hoor!’
  • 35. Iedereen voelde zich vrolijk die dag. Na school had Daphne Savannah weer mee gevraagd. Ze besloten een sneeuwpop te maken. Stiekem vond Daphne dat wel spannend, want hun handen raakten elkaar zo steeds bijna. Die aanraking voelde ze gewoon door haar handschoenen heen schroeien. Daphne bloosde.
  • 36. Ineens werd ze uit haar gedachten opgeschrikt door een handvol sneeuw die in haar gezicht gewreven werd. Hoestend wreef ze alles weg en keek toen dreigend naar Savannah. ‘ Jij… Die krijg je terug!’ Meteen graaide ze handenvol sneeuw van hun sneeuwpop af, en propte die de kraag van Savannah’s jas – en in haar gezicht.
  • 37. ‘ Nee, niet doen, niet doen! Het loopt m’n jas in!’ krijste Savannah terwijl ze zichzelf in alle bochten wrong. Ineens gleed ze uit, en greep nog net Daphne’s mouw vast – waardoor ze meegesleurd werd in haar val en ze allebei schaterend van het lachen op hun kont in de sneeuw terecht kwamen.
  • 38. Hijgend van het lachen krabbelden ze weer overeind. Daphne trok Savannah weer naast zich en even bleven ze zo staan, nog grinnikend, hun ogen twinkelend van de pret. ‘ Lachen met jou.’ zuchtte Savannah uiteindelijk.
  • 40. Na een tijdje waren ze weer opgewarmd, en waren ook hun kleren weer opgedroogd. ‘ Ik moet maar weer eens naar huis. M’n huiswerk maakt zichzelf niet, jammer genoeg.’ bromde Savannah en ze rolde met haar ogen. ‘ Ik wil niet dat je gaat.’ zei Daphne en ze was dapper genoeg om Savannah nu wat dichter tegen zich aan te trekken.
  • 41. ‘ Ik…’ begon Savannah, maar ineens werden haar ogen groot. ‘ Ja? Zeg het maar?’ drong Daphne hoopvol aan. Maar Savannah bleef maar kijken naar iets dat achter haar gebeurde – net zo lang tot Daphne zich ook omdraaide. En toen zag ze het ook.
  • 42. Magere Hein, met zijn Hula Zombies. Wie nam hij mee? ‘ Oom Steven!’ gilde Daphne toen zo hard ze kon – maar hij verdween al. ‘ Tante Esther!’
  • 43. Dit was een vreselijke klap voor Esther. Steven was de liefde van haar leven, ze had nog zo veel jaren met hem door willen brengen. Ze hadden net zo’n geweldige vakantie achter de rug…
  • 44. Steven Bartels 69 jaar oud
  • 45. Daphne was erg geschrokken, en ineens voelde ze weer twee warme armen om zich heen. ‘ Ik blijf nog wel even. Je ziet eruit alsof je dat wel nodig hebt.’ Daphne slikte de brok in haar keel weg en knikte. ‘Thanks. Zullen we gaan zwemmen?’
  • 46. Het was een bizar plan, midden in de winter te gaan zwemmen, maar ze deden het toch. De schok van het overlijden van Steven moest even vergeten worden. En stiekem vond Daphne het ook wel spannend om Savannah eens in zwemkleding te zien.
  • 47. Het water was gelukkig lekker verwarmd, maar verder was het zo koud dat hun adem wolkjes vormde in de lucht, en er dampende stoom van hun lichamen af kwam. Een tijd lang dobberden ze wat om elkaar heen, spetterden elkaar nat, plaagden elkaar.
  • 48. Maar na een tijdje kregen ze het toch wel erg koud, en het werd laat. Daphne klom rillend uit het water, en hielp Savannah ook op het trapje. Ze voelde dat ook zij bibberde van de kou. Het liefst zou ze haar even heel dicht tegen zich aan trekken.
  • 49. En waarom ook niet? Daphne was niet de persoon om die gevoelens te onderdrukken. Eigenlijk was ze er wel zeker van dat Savannah ook méér voor haar voelde, meer dan gewoon vriendinnen. Dat was toch ook wel duidelijk? Hoe ze elkaar aanraakten, hoe ze naar elkaar keken. Ineens wist Daphne het zeker.
  • 50. Zo zeker zelfs, dat ze zich niet langer in kon houden. Met een ruk trok ze Savannah tegen zich aan, en duwde haar lippen op de hare. Al gauw ging hun kus over in een passionele zoen. En toen was het pas écht zeker. Daphne en Savannah, ze waren verliefd op elkaar!
  • 52. Een luie zondagmorgen in de kleine villa van de familie Stolk. Casper at zijn ontbijt op het dakterras, genietend van het uitzicht over de stad, en van de opkomende zon achter de horizon.
  • 53. Daarna besloot hij eens lekker een stukje te gaan hardlopen.
  • 54. Zijn vader, Vincent, deed het rustiger aan, met een spannend potje schaak. Zo haalde hij meteen de benodigde vaardigheidspunt binnen voor zijn werk in de carrière van geheim agent.
  • 55. Jasmine besteedde haar dag, zoals ieder vrij uurtje, aan handwerken. Ze was aan een nieuw projectje begonnen, wat ze nog even geheim hield voor de anderen. Als het af was, mochten ze het zien!
  • 56. Alfons bleef vandaag lekker in zijn pyjama rondlopen. Soms was dat zo lekker, gewoon een pyjama-dag. Hij surfte wat rond op internet, msn’de met wat vrienden en keek wat filmpjes.
  • 57. Tegen het eind van de middag had Jasmine haar project af. ‘ Een teddybeer!’ riep Casper opgetogen uit. Hij klapte enthousiast in zijn handen, alsof hij nog een peuter was. ‘Mama, wat tof dat je dat gemaakt hebt!’ Jasmine glom van trots.
  • 58. Aan tafel hing een ontspannen sfeer. Iedereen had zich die dag vermaakt met zijn eigen hobby’s, en nu was het gezellig om met elkaar daarover te praten. ‘ Mijn volgende plan is om gordijnen te naaien.’ vertelde Jasmine. ‘ Dan hangt straks zeker het hele huis vol met jouw creaties!’ knipoogde Vincent naar zijn vrouw, en ze stak plagend haar tong terug uit.
  • 59. Na het eten besloot Vincent nog wat aan zijn robotwerkbank te knutselen. Casper vond het altijd wel leuk om daarbij toe te kijken, dus hij maakte het zich gemakkelijk op het bed van zijn ouders. ‘ Waar was je mee bezig, pap?’
  • 60. Vincent mompelde iets terwijl hij zoch naar de juiste schroevendraaier, maar ineens versteende hij. ‘ Pap?’ De schroevendraaier gleed uit zijn verslapte hand, en kletterde op de grond. ‘ Pap?!’
  • 61. Een donkere mist vulde de kamer en langzaam kwam daar Magere Hein aan gezweefd. Met een grote sprong stond Casper naast het bed. ‘ Nee! Blijf uit de buurt! Laat papa met rust!’ snikte hij doodsbang.
  • 62. Maar het was tijd. Vincent had een lang leven achter de rug. Dat was de realiteit, maar natuurlijk wel vreselijk voor de nabestaanden. ‘ Papa, papa…’ bleef Casper maar snikken. En Jasmine, die stortte volledig in.
  • 63. Vincent Stolk 70 jaar oud
  • 64. Eindelijk wist Jasmine zichzelf weer een beetje bijeen te rapen, en ze strompelde door het huis. Alles zag er ineens zo anders uit zonder haar man… ‘ Vincent, ik ga je zo missen. Zonder jou zal alles zo anders zijn.’ zuchtte ze verdrietig, maar ergens diep van binnen besefte ze ook dat dit vanaf nu de werkelijkheid was. Leven zonder Vincent.
  • 65. Alfons kwam uit zijn werk, en nog voordat hij het huis in was gegaan, wist hij wat er gebeurd was. Een kil gevoel bekroop hem.
  • 66. En toen hij Jasmine zo hopeloos verloren op de bank zat zitten, wist hij dat zijn gevoel klopte. Zijn vader was overleden. ‘ Pap…’ zuchtte hij treurig en hij balde zijn vuisten. Jasmine knikte en vocht tegen de tranen, maar ineens kon ze zich niet meer inhouden.
  • 67. Ze vloog overeind, recht in Alfons’ armen. ‘ Ik wilde hem nog niet kwijt!’ jammerde ze en ze bedekte haar gezicht met haar handen. ‘Ik wilde nog niet…’ Haar schouders schokten van het huilen. ‘ Huil maar uit, Jasmine. Het is goed.’ fluisterde Alfons, en ook hij liet zijn tranen nu de vrije loop.
  • 68. ‘ We wisten dat Vincent oud was, en dat deze dag zou komen. Maar het komt natuurlijk altijd nog onverwachts.’ zei Alfons wijs en Jasmine maakte een bevestigend piepgeluidje. ‘ Maar nu heeft Casper geen vader meer, en jij, en, en ik…ik…’
  • 69. ‘ Ik wil niet alleen zijn!’ schreeuwde ze ineens intens en in een fractie van een seconde had ze zich omgedraaid, recht in Alfons armen. Ze huilde hartverscheurend, schreeuwde haar pijn eruit, snikte tot ze geen tranen meer over had.
  • 70. En ineens keek ze op, haar ogen rood van het huilen, en drukte toen haar lippen op die van Alfons. Overdonderd liet hij zich meevoeren. Jasmine sloeg haar armen om zijn schouders, en kuste hem met nog meer gevoel. Alfons wist niet dat Jasmine dergelijke gevoelens in hem los kon maken. Het voelde alsof hij zweefde. Zijn hart bonsde als een gek in zijn borstkas.
  • 71. Hoe het had kunnen gebeuren, was achteraf een raadsel – maar ze belandden samen in bed. Waarschijnlijk was dit hun manier van troost zoeken bij elkaar. Maar dat was het niet alleen. Het was meer – veel meer. Jasmine en Alfons begonnen langzaam te beseffen dat ze gevoelens voor elkaar hadden.
  • 72. ‘ Ik voel me zo… schuldig. Dit kunnen we toch niet maken, tegenover Vincent?’ Verward kroop Jasmine tegen Alfons aan. ‘ Het klinkt hard, maar Vincent is er niet meer. We moeten genieten van ons leven, Jasmine. Ons leven gaat door.’
  • 73. Hun liefde was pril en kwetsbaar, en ze verwachtten er ook niet veel van. Misschien was het zelfs maar iets voor één nacht. Ze wisten het nog niet. De tijd zou het leren. Maar nu vonden ze toch dat Casper het moest weten. Maar hoe vertelde je dat? ‘ Casper, we moeten je iets vertellen.’
  • 74. ‘ Jullie? Jij en Alfons, mam? Wat bedoel je?’ ‘ Alfons en ik…we zijn verliefd op elkaar.’ mompelde Jasmine van achter haar hand. ‘ Wat?’ Casper had het wel verstaan, maar hij kon het gewoon niet geloven.
  • 75. ‘ Vannacht kwamen we er achter. We hebben gevoelens voor elkaar. Meer dan gewoon…familiegevoelens. We zijn verliefd.’ legde Alfons uit. Hij probeerde zo kalm en duidelijk mogelijk te blijven. Gelukkig leerde hij dat wel bij zijn werk als politieagent – maar dit was heel iets anders. Hoe zou Casper reageren? Hij wilde hem niet kwetsen.
  • 76. ‘ V-verliefd?’ fluisterde Casper hees. ‘Verliefd?’
  • 77. Op dat moment toeterde buiten de schoolbus. Casper keek nog heel even van zijn moeder naar Alfons, met ogen groot van ontzetting, en liep toen weg. ‘ Ik moet naar school.’ klonk het zachtjes.
  • 78. De hele dag piekerden Jasmine en Alfons zich suf. Hadden ze Casper pijn gedaan? Moesten ze hun relatie maar beëindigen, en gewoon verder leven zoals vroeger? Maar toen Casper uit school kwam, straalde hij weer zoals altijd. ‘ Ik heb nagedacht, mam. Over jou en Alfons. En ik denk dat het goed is dat jullie samen zijn.’
  • 79. ‘ Denk je dat echt? Vind je het niet…snel, zo na de dood van papa?’ ‘ Dat wel, maar wat geeft het? Als jullie samen gelukkig kunnen worden, is dat toch het enige dat telt?’
  • 80. ‘ O, Casper.’ stamelde Jasmine ontroerd, haar ogen ineens weer vol tranen. ‘Jij bent te goed voor deze wereld.’ Ze werd overspoeld door een warm gevoel – haar zoon, haar lieve schat van een zoon, had echt een hart van goud.
  • 81. Toen Alfons thuis kwam, rende Casper meteen naar hem toe. ‘ Het is goed, Fons. Jullie relatie, bedoel ik. Ik wil dat jullie gelukkig zijn. Want dan ben ik dat ook.’ ‘ M-meen je dat?’
  • 82. ‘ Ik meen het. We zullen pap nooit vergeten, maar als jullie nu geluk bij elkaar kunnen vinden – waarom niet?’ ‘ Jeetje, Cas, ik ben blij dat je het zo goed opvat.’
  • 83. Toen Casper de kamer uit was, keken Jasmine en Alfons elkaar verbluft aan. ‘ Die jongen…die is gewoon te goed voor deze wereld.’ mompelde Alfons. ‘ Dat is precies wat ik ook zei.’ glimlachte Jasmine.
  • 84. En zo scheen de zon in huize Stolk, terwijl ze toch een groot verlies geleden hadden. ‘ We zullen je nooit vergeten, papa.’ zei Casper en hij ging met zijn hand over de werkbank. ‘Maar ik weet zeker dat jij ook wil dat wij allemaal gelukkig zijn.’ Op dat moment viel er één enkele zonnestraal naar binnen, precies op de werkbank en op Caspers gezicht. En dat was het teken, dat het zo inderdaad goed was.
  • 86. Sofie was na lange tijd nog steeds ondersteboven van de dood van haar vader. Ze hadden net zo’n gezellige vakantie gehad, en nu was hij er niet meer… Eigenlijk was het ook juist wel mooi. Zo hadden ze ook een soort afscheid gehad. Nu probeerde ze haar gedachten af te leiden met haar oude hobby: sterren kijken.
  • 87. Eigenlijk keek Sofie niet alleen naar de sterren. Al sinds haar jeugd was ze gefascineerd door aliëns, zowel in haar fantasie als in het echte heelal. Eén keer, toen ze tiener was, had ze werkelijk iets zien bewegen in de nachtelijke hemel. Daarna nooit meer. Tot nu toe…
  • 88. Er zwenkte een groot voertuig met grote snelheid door de lucht, en het kwam duidelijk haar kant op. Sofie kneep haar ogen tot spleetjes om beter te kunnen kijken, en ze was nieuwsgierig en angstig tegelijk. Wat wás dat? En ineens was het ding al zo dichtbij, dat ze het zeker wist. ‘ Een ufo…’ fluisterde ze.
  • 89. Op hetzelfde moment liep David nietsvermoedend door het huis. Hij had nog wat gewerkt aan de opzet van een nieuwe tentoonstelling in het museum, en vond het nu wel welletjes geweest. Lekker naar bed, morgen was er weer een nieuwe dag. Gek genoeg kon hij Sofie nergens in huis vinden. ‘ Soof? Schatje, waar ben je? Sofie?’
  • 90. Zijn zoektocht eindigde in de achtertuin, waar Sofie uitgestrekt op het gras lag. ‘ Jezus, Sofie!’ vloekte David geschrokken en hij knielde bij zijn vrouw neer. Wat zou er gebeurd zijn? Angstig schudde hij aan haar schouder, en langzaam kwam ze weer bij positieven.
  • 91. ‘ Soof, gaat het? Wat is er gebeurd?’ riep David bezorgd uit. ‘ Aliëns, aliëns,’ stamelde Sofie schor. ‘Aliëns.’ ‘ Wat?’
  • 92. David hoopte even dat hij haar verkeerd had verstaan, maar Sofie bleef het maar herhalen. ‘ Aliëns. Ze zijn hier geweest. Hier. Ze zijn hier geweest.’
  • 93. ‘ Je bent gewoon moe. Kom maar mee, dan help ik je naar bed.’ In de slaapkamer hielp David haar met het uittrekken van haar jas. Hij probeerde haar woorden te negeren. Ze was vast gewoon in de war. ‘ Kom maar, lieverd. Ga maar slapen.’
  • 94. Maar ineens rukte Sofie zich los, en wist nog net op tijd het toilet te bereiken. Ze gaf over, en nog een keer, tot ze eindelijk trillend overeind kwam. Ze zag zo bleek dat ze bijna doorschijnend leek.
  • 95. David zette een emmer naast het bed, voor het geval ze weer misselijk werd, en sloot even later de deur achter zich. Sofie was snel in slaap gevallen, alsof ze uitgeput was. Piekerend zat David op de bank. Wat was er met zijn vrouw aan de hand?
  • 96. Waarom bleef ze maar over aliëns door brabbelen? Ja, al sinds haar kindertijd had ze daar iets mee. Maar nu deed ze het haast lijken alsof ze écht aliëns gezien had. Alsof ze er contact mee had gehad. Onzin, natuurlijk. Maar werd Sofie dan gek? Krankzinnig?
  • 97. Stefan wist nergens van. Hij werd de volgende morgen wakker met even veel energie als altijd. Hij keek speurend om zich heen, en deinsde ineens geschrokken terug. ‘ De zombies. Daar zijn ze! Boee, we komen jullie hersens opeten! Aaaah!’
  • 98. ‘ Nee! Mooi niet, dat had je gedacht. Jullie komen niet langs mij heen!’
  • 99. ‘ Want ik ben Stefan Valentijn, en ik heb…dit!’ Stefan haalde zijn waterpistool tevoorschijn en richtte het op de denkbeeldige zombies. ‘Ha, dat had je niet verwacht, hè? Pang, pang! Raak!’ Tevreden keek Stefan om zich heen. Zombies verslaan was een mooie manier om wakker te worden.
  • 100. Hij at ontbijt met zijn ouders en babbelde honderduit. Hij merkte niet dat zijn ouders erg stil waren. David vertrok naar zijn werk, Stefan naar school. Toen Sofie alleen was, ging de telefoon. Angstig nam ze op. Er was niemand. ‘ Hallo? Hallo?’ Het bleef angstaanjagend stil.
  • 101. Trillend gooide Sofie de hoorn op de haak en rende struikelend naar de badkamer. Ze sloot zich er net zo lang op tot ze weer wat kalmeerde. De aliëns. Ze wist het zeker. Ze hadden haar gevonden.
  • 102. Gisteravond had ze ze gezien. En wat er daarna gebeurde, was één groot zwart gat in haar geheugen. Dat hadden ze natuurlijk gewist. Maar ze wist wél zeker dat ze contact had gehad met aliëns. Ze bestonden dus wel degelijk. Sofie voelde zich doodmoe en probeerde zichzelf wat op te vrolijken met chocoladekoekjes. Misschien voelde ze zich dan wat beter.
  • 103. Fluitend kwam Stefan uit school en meteen werd zijn aandacht ergens door getrokken. ‘ Een beestje! Een…o, een stinkdier! Vet! Hallo, mag ik jou aaien?’
  • 104. Maat natuurlijk ging het stinkdier tot de verdediging over, en besproeide Stefan met zijn stinkende geur. Hoestend deinsde Stefan achteruit. ‘ Je hoeft niet bang te zijn, hoor!’
  • 105. Bijna probeerde hij het dier nogmaals te aaien, maar die rende hard weg. ‘ Jammer.’ Stefan rende naar binnen. ‘Mama, mama! Ik heb een avontuur beleefd!’ Meteen greep Sofie naar haar neus. Wat had die jongen nu weer uitgespookt?
  • 106. ‘ Het was een avontuur met een stinkdier! Hier, in de tuin!’ ‘ Ga nu maar mooi op avontuur in de badkuip, jongeman.’ zuchtte Sofie terwijl ze haar neus nog steeds dichtkneep. Die stank was echt niet te harden. Haar ogen gingen er gewoon van tranen!
  • 107. Net toen ze Stefan in bad had gezet, ging de deurbel. Het was haar moeder, die even behoefte had aan gezelschap. Ze had het ook nog steeds moeilijk met de dood van Steven, maar ze kwam er wel weer bovenop. ‘ Meid, wat zie je bleek! Gaat alles wel goed?’ riep Esther meteen geschrokken.
  • 108. Sofie wilde net haar mond opendoen, toen Esther haar vastgreep. ‘ Je bent weer zwanger. Ik weet het zeker. Ik voel het gewoon!’
  • 109. ‘ Mam, nee, ik…’ Ineens voelde Sofie zich verstijven van angst. Ze plofte op de bank en fronste haar wenkbrauwen. ‘ Ben je misselijk? Duizelig? Niet ongesteld geworden?’ Het klopte allemaal. En dat was allemaal begonnen na haar ontmoeting met de aliëns… Sofie voelde de angst naar haar keel grijpen.
  • 110. ‘ Waarom kijk je nu zo benauwd? Een tweede kindje van jou en David is toch prachtig?’ Sofie beet op haar lip. Van haar en David, ja. Maar niet van haar en een aliën…
  • 111. ‘ Ik weet het niet…’ piepte ze. Ze kon het gewoon niet aan haar moeder vertellen. Die zou haar vast gelijk voor gek verklaren. Aliëns waren haar fantasievriendjes, geen echte wezens uit het heelal. En zeker geen wezens die je zwanger konden maken.
  • 112. ‘ Mam, ik…’ begon Sofie toen, maar net op dat moment kwam Stefan binnen. ‘ Kijk, ik ben weer schoon! Hey, oma! Wat leuk! Moet je zien, oma, ik heb een project van school. We hebben een bak met mieren die we gaan observeren. Cool hè?’ Sofie zuchtte opgelucht. Bijna had ze haar moeder alles verteld. Maar het was beter zo. ‘ Pas goed op jezelf, Soof.’ zei Esther en ze omhelsde haar dochter.
  • 113. Die nacht werd Sofie badend in het zweet wakker. Ze was vreselijk in paniek, zo erg zelfs, dat ze uit bed sprong en angstig door de donkere kamer begon te rennen. Ineens voelde ze vreselijke krampen in haar buik, en kromp ineen.
  • 114. En met een klein sprongetje groeide haar buik een stuk. Net als toen ze van Stefan in verwachting was. Alleen werd ze nu niet vervuld van vreugde, maar van angst.
  • 115. Ze begon hysterisch te huilen, zo bang was ze. Ze zakte in elkaar op de grond, en voelde even later twee sterke armen die haar overeind trokken. Toen David haar bolle buik voelde, riep hij: ‘Wat geweldig, nog een kindje!’ Maar Sofie zweeg. Het enige woord dat ze weer uit kon brengen, was: ‘Aliëns.’
  • 116. David voelde dat hij dit gedoe niet langer meer aan kon. Hij hield van Sofie, hij hield van haar gekke buien, maar dit begon nu echt uit de hand te lopen. Toen Stefan de volgende ochtend op hem af kwam rennen in zijn aliënpyjama, was dat de druppel.
  • 117. ‘ Doe onmiddellijk dat ding uit!’ viel David tegen hem uit. Stefan deinsde achteruit. Hij begreep er niets van. Zijn vader was nog nooit boos op hem geweest! ‘ Papa?’ ‘ Nee, kleed je gewoon om. Nu.’
  • 118. De hele ochtend zat David kwaad een boek te lezen. Hij wilde eigenlijk niet boos blijven, dat was niets voor hem. Maar het zat hem gewoon tot hiér. En nu was hij ook nog tegen zijn zoon uitgevallen, en daar had hij spijt van.
  • 119. Sofie kwam voorzichtig binnen, en bleef staan. ‘ David, we moeten praten.’ begon ze aarzelend. David fronste zijn wenkbrauwen nog meer, en las verder. Eigenlijk las hij helemaal niet. De letters dansten voor zijn ogen.
  • 120. ‘ David, alsjeblieft. Negeer me niet.’
  • 121. Maar David vertikte het. Hij weigerde om nog langer die aliën-onzin aan te horen. Als zijn vrouw dacht dat ze zwanger was van een aliën, prima, maar dan was ze wel rijp voor het gesticht. ‘ David, doe nou niet zo!’ Sofie stampte op de grond van machteloze woede.
  • 122. ‘ Ik kan hier ook niks aan doen! Waarom twijfel je aan mijn woorden? Begrijp je dan niet dat ik ook bang ben? David, ik ben nog nooit van m’n hele leven zo bang geweest!’
  • 123. ‘ Ik wil niet…ik wil niet dat ons huwelijk hieraan kapot gaat.’ En ineens brak er iets in Sofie. Ze begon te huilen. Ze was zo kwaad, om alles, om David die haar niet geloofde, om zichzelf, omdat ze nu huilde. Ze wilde niet huilen. Ze wilde sterk zijn. Maar eerlijk gezegd was ze gewoon vreselijk bang. Bang dat ze misschien echt gek aan het worden was, en bang voor wat er zou gebeuren als ze écht aliënzwanger was.
  • 124. ‘ Ik wil je niet kwijt, David.’ snikte Sofie en haar hele lichaam schokte van verdriet. En eindelijk waren daar zijn tedere handen op haar schouder, zijn zachte woorden in haar oor. ‘ Ik verlaat je niet, Soof. Nooit. Maar dit is gewoon zo moeilijk, voor ons allebei. Ik weet niet wat ik moet denken. Het is zo…onwerkelijk. Maar ik wil er wel voor je zijn.’
  • 125. ‘ Je blijft mijn meisje, Sofie. En ik wil niet dat je bang bent. Je hoeft nooit meer bang te zijn, want ik ben er. Ik zal je beschermen. Ik zal er altijd voor je zijn.’ Hij drukte een kus op haar haren en eindelijk keken ze elkaar weer aan. De angst en de verwarring waren nog lang niet verdwenen, maar ze wisten nu dat ze er niet alleen voor stonden. ‘ Dit redden we samen.’
  • 126. En David kreeg gelijk. Hij steunde Sofie zoveel mogelijk, en ze gingen door met hun gewone leven. Sofie was zwanger, punt. Verder dachten ze er niet meer over na – want dat bracht alleen maar angst met zich mee. Hun simpele, liefdevolle gezinsleven was op dit moment alles wat telde.
  • 127.