Afasie, A (=niet) fasie (=spreken) betekent dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen wat een ander zegt, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van onze taal. Wanneer als gevolg van hersenletsel één of meer onderdelen van de taal niet goed meer functioneren, noemt men dit afasie. Men kan de taal niet meer gebruiken.
2. 2
In deze folder geeft de afdeling logopedie van Maasstad Ziekenhuis u
informatie over een taalstoornis ten gevolge van een neurologische
stoornis (afasie). Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen.
Wat is afasie?
Afasie, A (=niet) fasie (=spreken) betekent dat iemand niet meer kan
zeggen wat hij wil. Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen
wat een ander zegt, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen
van onze taal. Wanneer als gevolg van hersenletsel één of meer
onderdelen van de taal niet goed meer functioneren, noemt men dit
afasie. Men kan de taal niet meer gebruiken. Geen twee mensen met
afasie zijn gelijk, afasie is bij iedereen anders. De ernst en de omvang
van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst
van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands
persoonlijkheid.
Sommige mensen met afasie kunnen taal wel goed begrijpen, maar
moeite hebben met de opbouw van zinnen doordat zij moeite hebben
met het vinden of kiezen van de woorden (bijvoorbeeld: stoel in plaats
van tafel). Woorden kunnen verkeerd worden uitsproken (bijvoorbeeld:
schaaf of smaar in plaats van schaar) of verkeerd worden geschreven.
Deze mensen hebben vaak wel een goed inzicht in hun taalproblemen.
Zij horen en begrijpen wat er fout gaat, maar kunnen zichzelf niet
verbeteren.
Anderen kunnen juist grote problemen hebben met het begrijpen van
taal, kunnen niet lezen en spreken juist veel. Maar wát zij zeggen kan
Taalstoornis
Afasie
3. 3
voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen zijn doordat de
woorden die zij gebruiken niet in onze taal voorkomen. De taal bestaat
uit nonsenswoorden. Deze mensen hebben vaak geen goed inzicht in
hun taalproblemen omdat zij niet horen en begrijpen wat er fout gaat.
Indien mensen taal niet of zeer slecht begrijpen en er weinig tot geen
mogelijkheden zijn om zich te uiten, dan is er sprake van een zeer
ernstige taalstoornis waarbij communicatie nauwelijks mogelijk is.
Het taalvermogen van de meeste mensen met en afasie bevindt zich
ergens tussen deze uitersten. Let wel: Afasie betekent niet dat de
patiënt zijn verstand verloren heeft of “niet goed meer bij zijn hoofd is”.
Iemand met een afasie beschikt over het algemeen nog volledig over
zijn intellectuele capaciteiten.
Hoe ontstaat afasie?
Afasie ontstaat door hersenletsel. De oorzaak van hersenletsel is
meestal een bloedvataandoening. In medische termen heet het een
CVA; een Cerebro (=hersenen) Vasculair (=bloedvat) Accident
(=ongeval). Letterlijk dus een ongeval in een bloedvat van de hersenen.
Een CVA wordt in de volksmond vaak een beroerte genoemd. Soms is
een verwonding van de hersenen (trauma) of een gezwel in de hersenen
(een hersentumor) de oorzaak. Door een beroerte of door één van de
andere oorzaken, wordt de bloedsomloop in de hersenen verstoord.
Op de plaats waar te weinig bloed komt, ontstaat zuurstofgebrek.
Hierdoor sterven de hersencellen op die plaats af. Hoe erg de gevolgen
zijn, hangt onder andere af van de grootte van het getroffen gebied in
4. 4
de hersenen. De gebieden voor de taal liggen bij de meeste mensen in
de linker helft van de hersenen. Bij letsel in het taalgebied spreken we
van afasie.
Logopedie
Van alle mensen die getroffen worden door afasie wordt 60 tot 70%
opgenomen in een ziekenhuis. Voor veel mensen zal hier het eerste
contact met een logopedist plaatsvinden. Een logopedist houdt zich
bezig met het onderzoeken van de onderdelen van de taal. Door dit
onderzoek wordt er inzicht verkregen in de beperkingen van de taal, de
mogelijkheden voor communicatie en het verloop van de afasie tijdens
de opname.
Bijna altijd is er na het ontstaan van de afasie enig spontaan herstel.
Zelden is het herstel volledig; er zijn immers hersencellen in het
taalcentrum afgestorven die niet terugkomen. Toch is er met veel
oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te
krijgen. Binnen het revalidatieproces geeft de logopedist onder andere
taaltherapie. Bij deze therapie staat het weer kunnen communiceren
voorop.
Bij de verbetering van de communicatie kan de gesprekspartner hulp
bieden. De behandelend logopedist kan hiervoor aanwijzingen geven
en begeleiden. Ook de eventuele partner en kinderen van de
afasiepatiënt zullen bij de behandeling en begeleiding betrokken
worden. Als iemand afasie krijgt treft dit immers het hele gezin.
5. 5
Communicatie bij afasie
Afasie betekent dat er problemen zijn met het communiceren; dus met
het uitwisselen van gedachten, gevoelens en ervaringen. Dit is te
merken in de communicatie met anderen. Bij afasie vraagt praten met
elkaar veel geduld. Lang niet iedereen heeft dat geduld. Het is heel
belangrijk om bij de persoon met afasie duidelijk te krijgen op welke
manier de communicatie het makkelijkst verloopt. Beide
gesprekspartners kunnen veel doen om een gesprek zo goed mogelijk
te laten verlopen.
Adviezen om de communicatie te verbeteren
De adviezen zijn bedoeld om de communicatie met mensen met afasie
beter te laten verlopen. Het gebruik maken van de adviezen is echter
geen garantie voor communicatie op het niveau van voor de
taalstoornis.
Algemene adviezen
Iemand met een taalstoornis is niet doof. Spreek daarom niet−−
automatisch zeer luid en behandel hem met respect.
Spreek niet over, maar mét de persoon.−−
Zorg voor een rustige omgeving. Geluiden van radio, televisie of−−
ander achtergrond lawaai kan storend zijn.
Maak goed oogcontact.−−
Neem de tijd voor een gesprek.−−
6. 6
Adviezen bij een slecht taalbegrip
Spreek zoveel mogelijk in korte, eenvoudige zinnen.−−
Benadruk de belangrijkste woorden uit een zin (trefwoorden) en−−
schrijf deze op.
Maak een eenvoudige tekening. Dat helpt de boodschap te−−
begrijpen en te onthouden. Bovendien kan het later gebruikt
worden om duidelijk te maken wat er besproken is.
Controleer altijd of een boodschap begrepen is.−−
Herhaal eventueel het gesprokene aan de hand van datgene wat u−−
opgeschreven heeft.
Stimuleer ‘te praten met handen en voeten’. Het gaat er niet om−−
hoe iets duidelijk gemaakt wordt, als u het maar begrijpt. Het
stimuleert vaak om ondersteunende gebaren te maken als u zelf ook
gebaren maakt en aanwijst waarover u praat.
Stel eenvoudige vragen.−−
Breng structuur aan in het gesprek. Vraag eerst over wie het gaat,−−
daarna wat er gebeurd is en eventueel waar of wanneer.
Als u er echt niet uitkomt, kan u het onderwerp even laten rusten en er
later op terug komen. Misschien lukt het dan wel.
Soms kan het handig zijn om bij het praten met elkaar gebruik te maken
van ondersteunende communicatiemiddelen. Het vergt enige tijd om
gewend te raken aan het gebruik van een ondersteunend middel. De
logopedist adviseert en begeleidt u hierin.
7. 7
Zo kunt u, eventueel samen met uw gesprekspartner, een
communicatieschrift maken. Dit is een schrift waarin de mensen uit de
omgeving van de patiënt kunnen opschrijven of tekenen wat er
besproken is. Er is dan altijd een geheugensteuntje bij de hand. Ook
kunnen in het schrift al bekende dingen geschreven worden of foto’s
worden opgeplakt. Dan hoeft deze informatie alleen nog maar te
worden opgezocht en aangewezen.
Hoe moeilijk het soms ook is: geef in ieder geval de communicatie
nooit op. Het is belangrijk dat u blijft proberen met elkaar te praten,
immers communicatie is voor iedereen van levensbelang.
Nazorg
Indien logopedische nazorg nodig is, zorgt de afdeling logopedie voor
een verwijzing. Tevens zorgt de afdeling ervoor dat u terecht kunt bij
een logopedist bij u in de buurt. Alle logopedische gegevens worden
dan naar de betreffende logopedist gestuurd.
Binnen Maasstad Ziekenhuis is er ook een mogelijkheid om poliklinisch
logopedisch behandeld te worden. Wij bespreken tijdens opname alle
mogelijkheden met u, aan de hand van dit gesprek kunt u een keuze
maken over uw nazorg.
Tot slot
Wij hopen dat deze folder u inzicht in de taal- en communicatieproble-
men bij afasie heeft gegeven. Mocht u naar aanleiding van deze
informatie nog vragen hebben, stelt u die dan gerust aan de
logopedist.
8. Maasstad Ziekenhuis
Postbus 9100, 3007 AC Rotterdam
Telefoon 010 – 291 19 11
www.maasstadziekenhuis.nl
info@maasstadziekenhuis.nl
Locatie Zuider
Groene Hilledijk 315, 3075 EA Rotterdam
Locatie Clara
Olympiaweg 350, 3078 HT Rotterdam
mzp2169 oktober 2008