1. LIEFDE EN (HUWELIJKS)RELATIES
BINNEN EEN ISLAMITISCHE CONTEXT
Birsen Taspinar

2. IN DEN BEGINNE...
 O Mankind! We created you from a single (pair) of a
male and female, and made you into nations and
tribes, that you may know each other (not that you
may despise each other) (Qur‟an 49:13)

3. MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT
• Toenemende individualisering
• Economische crisis
• Secularisering in de samenleving
• Migratie en Huwelijksmigratie
• Globalisering en diversiteit in de islam
• Risicomaatschappij met haar brede waaier aan
keuzes

4. GEVOLGEN VOOR HUWELIJK EN RELATIES
 Mensen zoeken naar individuele compromissen
 Toenemende relatie-onzekerheid
 Hogere eisen tav huwelijksinstituut
 Meer druk op relaties en kerngezin
 Keuzes worden vaker herzien, gevolgen van
keuzes niet altijd voorzien (vb. huwelijksmigratie)
 Migratie:
 De dominante normen en waarden gaan niet altijd op
 Een samenleving waarin islam niet de
meerderheidsreligie vormt
 Diversiteit aan rollenpatronen: veranderende positie van
mannen en vrouwen

5. GEVOLGEN VOOR RELATIES EN HUWELIJK
 Individualisering: Angst om te binden met de Ander
 Veel tijdsbesteding aan individuele zelfrealisatie
 Snel veranderende contexten waardoor empathie
niet makkelijk wordt
 Meer technologie, maakt niet noodzakelijk meer
communicatief!
 Maar goede gebruik van nieuwe communicatie kan
wel helpen om afstanden tussen mensen te
verkleinen !

6. ENKELE TENDENZEN BIJ JONGEREN IN
VLAAMSE MIGRATIECONTEXT
 Ideale partner = uit de eigen gemeenschap
 Meeste huwelijken = huwelijksmigratie
 Tendens naar meer huwelijken met plaatselijke
partners uit dezelfde etnische groep
 Minder gemengde huwelijken
 Verschil in geslacht op vlak gemengde huwelijken
en migratiehuwelijken
 Jongeren weinig ontmoetingsruimten om een
partner tegen te komen
 Meer en meer ouders exploreren om met hun
kinderen deze thema‟s te delen (taal)
 Voorhuwelijkse relaties: moeders worden vaker
op de hoogte gesteld

7. UITKOMSTEN: RELATIEVORMEN EN THEMA’S
 Partnervoorkeur
 Partnerkeuze: rol van ouders (eigen keuze?)
 Partneridentiteit (plaats in de familie)
 Partnervorming (kennismaking, leren
kennen, voorhuwelijkse relaties, waarin ouders
betrekken, etc.), vb. “praten”
(konusmak), uittesten, ...
 Huwelijksvormen: religieuze versus formeel
huwelijk, huwelijkscontract (mahr),
 Echtscheiding (vormen, organisatie, betekenis)

8. MEERVOUDIGE IDENTITEITEN

9. IDENTITEITEN EN RELATIES
 Gender :
 Verschil tussen cultuur/traditie en religie
 Patriarchale denkwijzen en patronen (interpretatieverschillen)
 Hadith: uitspraken en verhalen over gedrag van de profeet
 Leeftijd: Levensfase
 Beroep: cfr. Onderzoek U.A. Ivm hooggeschoolde
moslims
 Etniciteit: Diversiteit in de islam (cfr.Maleisië)
 Religie: Diverse scholen binnen, interreligieuze
huwelijken
 Familie: huwelijk binnen de familie
 Positie in de samenleving

10. DEELIDENTITEITEN
 Hoe meer gemeenschappelijke identiteiten, hoe meer
kans op slagen
 Meervoudige identiteiten : Jongeren zijn moslim, EN
man, vrouw, dokter, broer, moeder, kind, twintiger, etc.
 „Bricolage’: compromissen. Niet alles wordt ingekleurd
elke minuut als moslim. Soms zitten er paradoxen
op, maar dat is ook het menselijke.
 „Personalisatie’: Je probeert je religie ook te
personaliseren, afhankelijk van je
geslacht, achtergrond, leeftijd, beroep, etc.
 Het persoonlijke is niet altijd te scheiden van het
religieuze.
 Je emoties zijn vaak gelinkt aan meerdere contexten:
Bijv. Innerlijk conflict is verbonden aan het feit dat je vrouw
bent, moslima én jong.

11. TUSSEN HET WENSELIJKE EN MENSELIJKE
 Conflict: werkelijkheid en het ideale
 Constructie van de werkelijkheid
 Realiteiten die aan ons trekken, die een oplossing
vragen
 Meervoudige identiteiten en meervoudige druk
 Druk op koppel om zich snel te verwezenlijken en
aan verwachtingen te voldoen
(gezin, financieel, leven, sociale
omgeving, familie, etc).

12. TUSSEN HET WENSELIJKE EN MENSELIJKE
 Concepten
 West vs Oost?
 Moderniteit vs traditie?
 Individualiteit vs afhankelijkheid (relatie met god vs
relatie met partner)
 Teslimat‟ (Overgave)
 „Sabr‟ (Geduld)
 „Tevekkül‟
 „Itaat‟
 „Niyet‟ (intentie)

13. RELATIEVORMING EN NODEN VAN JONGEREN
 Nood aan: sensibilisering en bewustwording
(relatievormen, inhouden)
 Nood aan: stimuleren van copingsstrategieën
(onderhandelingsvaardigheden, compromis, comm
unicatie, oplossingen)
 Nood aan: veilige ontmoetingsfora
 Nood aan: vertrouwen van ouders en omgeving
 Nood aan: veiligheid om thema‟s te bespreken (cfr.
sociale controle, sleutelfiguren), thema‟s uit de
schaduw trekken