Dutch interview with and portfolio of Dutch contemporary artis Carien Engelhard by Kunst & Marketing|Kunstenaars in de Markt, specialized in presentation, marketing and pr of art and visual artists.
www.kunstenmarketing.nl
www.kunstenaarsindemarkt.nl
kunstenmarketing@gmail.com
6. Hoe ben je professioneel kunstenaar geworden?
Als student studeerde ik overdag aan de universiteit en ’s avonds zat ik
op de avondopleiding van de Rietveldacademie. Later combineerde ik de
uitoefening van deze twee beroepen met een huwelijk en drie kinderen. Ik
ben 25 jaar werkzaam geweest als psychotherapeute, echtgenote, moeder en
part-time beeldend kunstenaar.
Pas in 2002 werd het mogelijk om - dankzij de morele en financiële
ondersteuning van mijn echtgenoot - fulltime bezig te zijn met het maken
van kunst. Ik ervaar het als een grote kans dat ik nu fulltime beeldend kun-
stenaar kan zijn.
Welke studierichting heb je gevolgd? Heb je daarnaast ook nog cursussen
gevolgd? Zo ja, welke? Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?
Ik heb een diploma van de Rietveld Academie, studierichting Beeldhou-
wen. Ik heb ook veel lessen tekenen, etsen en lithografie gevolgd.
Daarnaast ben ik vele jaren een soort leerling-gezel geweest bij een ouder
kunstenaarsechtpaar aan huis. Ik heb van hem leren inlijsten, verf- en ets-
gronden maken en schilderen met gouache en olieverf. In ruil daarvoor
stond ik regelmatig model en kookte ik af en toe voor ze.
Enkele opmerkingen van leraren zijn hun eigen leven gaan leiden. Zoals
bijvoorbeeld het antwoord van een leraar op mijn vraag ‘is het nu goed?’.
Zijn tegenvraag was: ‘Klopt het met wat je voor ogen had?’ Wat ik daar-
van geleerd heb, is dat de beoordelaar in mijzelf zit en niet in de ander.
De houding van een leraar om samen met mij open te kijken en stil te staan
bij wat ik gemaakt had en daar op een niet veroordelende wijze commen-
taar op te leveren, is heel belangrijk voor mij geweest. Ook een opmerking
als: ’als de tekening mislukt is, kun je er net zo goed op doorgaan’. heeft
voor mij veel vrijheid gecreëerd. Opmerkingen zoals ‘elke vorm is verbon-
den met zijn schaduw en zij worden samen een nieuwe vorm’ of ‘in scha-
duw zit ook altijd kleur’, hebben mij geleerd met andere ogen te kijken.
Waarom ben je ooit begonnen beeldende kunst te maken?
Op de lagere school had ik veel plezier in handenarbeid en op de MS in
een wekelijkse middag schilderen. Dat noem ik dan geen kunst, maar het
is er wel een voorloper van geweest. Het serieuze beoefenen van kunst
kwam pas veel later toen ik de avond-opleiding van de Rietveld Academie
volgde. Eén ding is voor mij heel duidelijk; het maken van beeldende
kunst komt voor mij voort uit een behoefte en een verlangen, die niet ter
discussie staan. De titel van het tv-programma van Wim Kaiser, ‘Over de
Schoonheid en de Troost’ geeft goed weer, hoe ik het maken van beelden-
de kunst ervaar.
6
7. Kun je dit laatste punt verder toe te lichten?
Door te werken en te creëren wordt het mij steeds duidelijker hoe ik kijk,
wat me boeit en hoe ik in het leven sta. Het maken van kunst is voor mij
het onderzoeken der dingen. Een ontdekkingstocht naar hoe een ding en
zijn omgeving ‘echt’ is. Ik schort daarbij mijn oordelen en de geijkte manier
van kijken op.
Het zijn simpele zaken - vaak afkomstig uit de natuur -, die mijn fascina-
tie oproepen. De schaduw van een gekromd blad, bewegend water, boom-
wortels, een klein schedeltje, bewegende schaduwen. Ook sommige kran-
tenfoto’s, bijvoorbeeld van microscopische vormen in de natuur of macro-
scopische opnamen zoals satellietfoto’s van de maanoppervlakte of van
een bergketen kunnen een inspiratiebron voor me zijn.
In het proces van het creëren speelt vaak een innerlijke laag en gevoel
mee, die tijdens mijn zoektocht naar boven komt en woorden krijgt. Soms
eindigt dat in een pure fascinatie voor vormen en licht - zonder verdere
betekenis, soms wordt een onduidelijke emotie mij opeens helder. Het uit-
gangspunt is dus vaak iets realistisch, maar het eindigt in abstractie.
Dit zoeken zonder het doel ‘Hét’ te vinden en de ontroering en het plezier
dat dat oplevert, is mijn drijfveer. Het geeft mij natuurlijk ook veel vol-
doening wanneer ik merk dat mijn werk bij kijkers eenzelfde ervaring van
schoonheid beleven, plezier, herkenning of manier van kijken, oproept.
In mijn vorige beroep als psychotherapeut kon ik met beeldende midde-
len anderen helpen om meer inzicht en vat te krijgen op hun innerlijke
belevingen. Voor mijzelf is mijn beroep maar zelden therapeutisch.
Een groot verschil tussen therapie en kunst, vind ik dat kunst gevoelens
hooguit als startpunt neemt om van daaruit te werken, te ontwikkelen en
te reflecteren, terwijl bij therapie de resultaten van beeldend werk óf het
einddoel en/of een hulpmiddel voor verdere gesprekken zijn.
Wanneer vind je een kunstwerk goed?
Kunst is ‘goed’ als het op een bepaalde manier goed gemaakt is. Ook een
werk dat in elkaar geknutseld is met plakband en zilverpapier kan goed werk
zijn, zelfs als het materiaal en de techniek knullig zijn. In die zin is ‘goed’
dus een kwalificatie die samenhangt met de bedoeling van het werk en de
achtergrond van de kunstenaar. ‘Goed’ wordt anderzijds ook bepaald door
vakmanschap en techniek, en de keuzes die de kunstenaar daarin maakt.
Als kind kwam ik wekelijks in het Stedelijk Museum in afwachting van de
les van de Nutsschool, die daar in een atelier werd gegeven. Achteraf heb
ik pas de woorden gevonden die bij die zwerftochten door de museumza-
len pasten. Het heeft mij als het ware het geruste gevoel gegeven van
‘thuiskomen’ om te zien dat je alles kon schilderen zoals je wilde. Blauwe
grond, roze bomen en groene mensen. Grote mensen die hun fantasiewe-
reld serieus namen of hun idealen en waarnemingen - bijvoorbeeld over
de Spaanse Burgeroorlog -, tot onderwerp maakten.
7
8. Surinaams blad, schets, Siberisch krijt op papier, 15 x 20 cm, 2004
Surinaams blad, schets, Siberisch krijt op papier, 20 x 25 cm, 2004
8
12. Surinaams blad I
Tekening, Siberisch krijt en
houtskool op papier, 70 x 100 cm, 2004
Surinaams blad II
Tekening, Siberisch krijt en
houtskool op papier, 70 x 100 cm, 2004
Surinaams blad III
Tekening, Siberisch krijt en
houtskool op papier, 70 x 100 cm, 2004
12
13. Surinaams blad 3
Keramiek, vlasklei met pigment
55 x 17 x 10 cm, 2006
Surinaams blad 5
Keramiek, vlasklei met pigment
65 x 40 x 25 cm, 2006
Surinaams blad 4
Keramiek, vlasklei met pigment
37x 35 x 15 cm, 2006
13
14. Of een werk goed is of niet, kan ook bepaald worden door het gevoel van
herkenning of ontroering of een andere emotie, zonder dat daar altijd
woorden voor nodig zijn. Sommige politiek-georiënteerde maatschappij-
kritische kunst vind ik goed omdat het een spiegel voorhoudt en iets
belangrijks uitvergroot en toegankelijk maakt voor een groot publiek.
Los van dit alles, kan ik ook kippenvel krijgen van iets dat alleen maar
mooi is en mij raakt door de schoonheid ervan. ‘Goed’ wordt iets voor mij
pas, als het geen clichématig plaatje of cliché-emotie dicteert.
Kijk je veel naar kunst van anderen en wat vind je daarvan?
Ik ga met grote regelmaat naar galeries, exposities en beurzen. Ik ga ook
regelmatig naar werk van collega’s kijken. Als professional wil ik op de
hoogte blijven van wat er gaande is. Bovendien vormen deze bezoeken
voor mij een inspiratiebron en aanmoediging om door te gaan met mijn
eigen tocht. Tijdens die bezoeken ben ik soms stiekem een beetje jaloers
op jongere kunstenaars, omdat ik regelmatig geconfronteerd wordt met
het feit dat ik pas op latere leeftijd de keuze heb gemaakt om fulltime pro-
fessioneel beeldend kunstenaar te worden. Veel mensen hebben al op veel
jongere leeftijd deze keuze gemaakt. Waarschijnlijk hebben ze meer lef
gehad dan ik had op die leeftijd.
Deze bezoeken aan exposities helpen mij ook om een realistische blik te
krijgen op kunst in het algemeen en op mijn plek als beeldend kunstenaar
in dat geheel.
Lees je over kunst?
Ja, ik heb een abonnement op Kunstbeeld. Ik heb ook heel lang een abon-
nement op Metropolis gehad. Het heeft een aantal jaren geduurd voordat
ik me realiseerde dat al die kunsthistorische artikelen en intellectuele
beschouwingen mij weinig deden en niets toevoegden aan mijn wijze van
kijken en werken. Ik ervaar vaak een grote kloof tussen abstracte theoreti-
sche beschouwingen en mijn dagelijkse praktijk als uitvoerend kunstenaar.
Wie bewonder je in de beeldende kunst?
Mijn bewondering verandert in de loop der tijd. Als student op de beeld-
houwopleiding ben ik jarenlang groot bewonderaar geweest van en geïn-
spireerd door de beelden en tekeningen van Henry Moore, Brancusi en de
prachtige modeltekeningen en werkschetsen van Wortruba.
Ik voelde mij thuis bij die combinatie van tekenen en ruimtelijk werk. Wat
nieuw voor mij was, is hoe zij vanuit het proces van waarnemen en hun
persoonlijke interpretatie daarvan, een abstracte vormentaal ontwikkel-
den. Tegenwoordig haal ik mijn inspiratie niet meer uit het werk van spe-
cifieke kunstenaars.
14
16. Van welk kunstwerk gaat je hart sneller kloppen?
Een tekening van Leo Schatz. Het is een tekening van een man, een over-
levende, leunend tegen een verlaten deurpost. Deze tekening hing boven
het bureau van mijn moeder. Het verbeeldt voor mij de treurnis en de
levenskracht van een ‘getekend’ mens.
Daarnaast nog van een prachtig bronzen beeld van Carel Kneulman. Het
verbeeldt het gevecht van Jacob en de engel of de innerlijk strijd tussen
goed en kwaad. Als ik dat beeld zie, hoor ik altijd zijn eigen uitleg daar-
bij. Het beeld reikt naar alle richtingen in de ruimte. De tussenruimtes zijn
even belangrijk als de vormen en de beweging zelf.
Wat voor mij dit beeld nog extra bijzonder maakt is dat ik een kopie heb
mogen laten gieten van het ontwerp, als dank voor mijn hulp bij het uit-
geven van een boek over het werk van Kneulman ter gelegenheid van zijn
tachtigste verjaardag.
Welke tentoonstelling(en) heb je de laatste paar jaar gezien, die een inspi-
ratiebron voor je zijn of zijn geweest?
In 2010 heb ik een expositie in Beelden aan Zee gezien van Sandro Setola.
Ik vond zijn enorme tekeningen schitterend en de vormgeving in diverse
materialen heel inspirerend en van een groot vakmanschap en visie getui-
gen. In zijn werk herken ik mijn eigen manier van denken en werken,
waarin twee- als driedimensionaal werk gelijkwaardig zijn.
In Arnhem heb ik een papierinstallatie van Mia Pearlman gezien, een kun-
stenaar die ook met papier en papiersnedes werkt. Haar papiersnedes vul-
den de ruimte. Ik vond dit zo inspirerend omdat ze op een andere manier
bezig is met hetzelfde. Een opvallend verschil is bijvoorbeeld dat zij licht
als onderdeel van haar werk toepast, terwijl ik tot nu toe vooral met scha-
duw speel en dit deel uit laat maken van het totaalbeeld.
De expositie Schoonheid in Wetenschap in Boymans - fantastische foto’s en
filmpjes uit de fysica, chemie en biologie - vond ik fascinerend, mede omdat
het helemaal aansluit bij mijn eigen werk, waarbij ik heel vaak organische
vormen als uitgangspunt neem.
In Brussel zag ik onlangs voor de derde keer een grote expositie van Per
Kirkeby. Opnieuw ben ik stil van de sfeer van de enorme schilderijen. Het
lijkt wel of je kunt voelen dat de talloze lagen onder het zichtbare opper-
vlakte meewerken aan de soms lieflijke, maar altijd rauwe en directe uit-
straling van de natuur. Ook zijn figuratief-abstracte beelden hebben een
heel aards karakter, dat mij aanspreekt. Ze doen me ook denken aan de
indrukwekkende beelden van Hans Josephsohn. Zijn grove menselijke
figuren hebben een schoonheid die ongemak veroorzaakt, maar tegelijker-
tijd ontroert.
Als mensen aan je vragen wat voor werk je doet, wat vertel je dan?
Ik ben beeldend kunstenaar. Ik heb een uitleg over papiersnedes die gaat
over licht en ruimte en schaduwtekeningen op de muur. Ook vertel ik over
16
18. tussenruimtes of ‘negatieve’ ruimtes waaraan een vorm of lijn zijn karak-
ter ontleent en verder verwijs ik naar mijn website.
Maar soms, afhankelijk van de persoon die het vraagt, vertel ik alleen over
mijn bronzen beelden en olieverfschilderijen. Vaak is dit wat makkelijker
uit te leggen, omdat het meer aansluit bij het traditionele beeld dat veel
mensen hebben van kunst en kunstenaars.
Welk kunstwerk raakte voor het eerst een gevoelige snaar bij je, opende
je de ogen voor beeldende kunst of zorgde voor een Aha Erlebnis?
In mijn ouderlijk huis was veel oog voor vormgeving, kleur en esthetiek.
Er was veel kunst te zien, maar ook grote aandacht en waardering voor
simpele schoonheid. Ik herinner mij als kind een expositie van Egyptische
kunst in het Rijksmuseum, waar mijn moeder mij mee naar toenam. Ik zag
daar een albasten vaas die bijna doorschijnend was aan de bovenkant en
een prachtige lichtinval had. Dat gevoel van schoonheid en geluk heb ik
mij altijd herinnerd.
Je komt dus uit een gezin waar kunst belangrijk was?
Ja, mijn moeder begon op de Rijksacademie, maar door de oorlog werd de
opleiding gesloten. Mijn grootvader schilderde in zijn vrije tijd en mijn
overgrootouders waren kunstenaars.
Hoe ziet je werkplek eruit? Ben je omringd door allerlei voorwerpen en mate-
rialen of is het juist zo leeg mogelijk?
Ik heb een grote ruimte van 70 m2 met ‘haaientand’ ramen op de eerste
verdieping van een pand met meerdere creatievelingen, zoals muziekpro-
ducenten, televisiemakers, een fotograaf en beeldend kunstenaars.
In mijn atelier zijn kasten met materiaal en opslag, een grote tafel om te
werken, een papierkast, een boekenkast, een kast met beeldjes, schelpen
etc, een prikbord met foto’s en een slaapbank. Ik heb één lange muur om
werk aan te bevestigen en veel ruimte op de vloer.
Als je geen opdrachten, verplichtingen en deadlines van buitenaf opgelegd
krijgt, creëer je die dan voor jezelf om toch aan het werk te blijven?
Ik heb veel innerlijke discipline en een grote motivatie om te werken. Ik
breng structuur in de dag en verder gaat het vanzelf. Toch blijft het wel
moeilijk. Het is vooral moeilijk om niet te veel afspraken te maken en om
geduld te hebben.
18
20. Haven van Schellingwoude
Tekening, houtskool en Siberisch krijt, 80x100 cm, 2003
Haven, No. 2/3
Papiersnede, houtskool en Siberisch krijt, 45 x 85 cm, 2007
20
21. Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit en op welke uren van de dag of nacht
werk je het best?
Ik sta meestal rond 7.00 uur op. ‘s Ochtends ben ik fris en energiek en het
is licht, ’s avonds zit ik vaak achter de computer voor de noodzakelijke
administratie, documentatie, etcetera. Ik vind het prettig om overdag zo
weinig mogelijk afspraken te maken, omdat het einde van de werkdag dan
door het werk wordt bepaald. Dat lukt overigens lang niet altijd.
Na een verhuizing naar het oosten van het land, zijn mijn atelier en mijn
woning niet meer in dezelfde plaats gevestigd. Ik heb nu een groot atelier
in Amsterdam en een klein atelier in het oosten van het land.
Ik verdeel mijn werkzaamheden. Nu maak ik lawaai in het kleine atelier
en ik teken daar veel buiten. In Amsterdam maak ik grote werken op
papier en heb ik de ruimte om grote tekeningen en papiersnedes aan de
muur te hangen.
Heb je bepaalde rituelen voordat je begint te werken of tijdens het werk?
Nee. Wel mediteer ik ‘s ochtends voor ik ga werken.
Kun je meer vertellen over hoe je komt tot het vervaardigen van een nieuw
kunstwerk? Hoe krijg je bijvoorbeeld een idee?
Een idee is niet een actief iets dat opkomt, maar iets dat langzaam ontstaat
en groeit. Mijn oog valt op iets en dat wordt belangrijk en krijgt betekenis
door het te tekenen en plastisch vorm te geven. Dit zet vervolgens een bewe-
ging in gang, er komen woorden bij en dan opeens is er het ‘idee’. Het is een
voortdurend proces en een combinatie van actief en passief bezig zijn.
Op laten komen, uitvoeren, kritisch kijken, actief ‘rust houden’, dat wil zeggen
er op ‘sudderen’, er weer verder op door gaan, etcetera. Overigens kan een
opdracht ook heel goed associaties en ideeën voor onderzoek in werking zetten.
Waar haal je je ideeën en inspiratie vandaan?
Dat wisselt door de jaren heen. Het is steeds dichter bij mijn directe omge-
ving komen te liggen. Wat hetzelfde is gebleven, is dat ik in iets kleins - bij-
voorbeeld de grond tussen mijn voeten of een microscopische opname van
een cel - iets groots kan zien (een landschap met een vlakverdeling en scha-
duw) en dat ook zo gebruik in mijn werk.
Bladeren in mijn kunstboeken en een werk goed bestuderen en vrij nate-
kenen, stimuleert ook mijn eigen fantasie, creativiteit en gedachten.
Ik houd van de schijnbare ongeordendheid van havens, baggerwerken en
grote bouwprojecten. Van rauwe materialen, zoals een geroeste scheeps-
huid en de met water volgelopen tractorsporen in een aardappelveld.
Houdt je altijd vast aan het idee, of verandert het idee en het werk terwijl
je er mee bezig bent?
Het idee is bij vrij werk geen leidraad. Bij een opdracht natuurlijk wel,
maar een beperking kan ook heel stimulerend werken.
21
22. Heb je een la vol met ideeën en inspiratiebronnen? Zo ja, in welke situaties
doe je een beroep op die voorraad?
Oud werk dat net niet goed genoeg was of waar ik in de loop van jaren
een andere kijk op heb gekregen, is in combinatie met recente belangstel-
ling een belangrijke bron voor nieuwe ideeën. Oude schetsboeken zijn
vaak ook nuttig om me er aan te herinneren wat ik destijds boeiend vond.
Hoe begin je om vanuit het niets iets te maken en hoe gaat het dan verder?
Als ik het echt niet weet, ga ik eerst opruimen. Vervolgens pak ik allerlei
oud werk om in de stemming te komen en aan te voelen met welk mate-
riaal ik wil gaan werken. Ik begin nooit op een spierwit vel, maar altijd
op een vel dat ik eerst licht getint heb gemaakt. Losjes bewegen en tege-
lijkertijd tekenen kan me vaak ook over de eerste drempel heen helpen.
Als ik met een werk bezig ben, ontstaan er regelmatig momenten van
‘verveling‘ of ‘vastzitten’. Meestal komt er dan vanzelf ook weer een
moment waarop ik verder kan gaan met het werk.
Bij het documenteren van een gebeurtenis of situatie - zoals bij mijn werk
bij baggerprojecten of bouwprojecten in de stad - begin ik met kijken.
Vervolgens kies ik een plek uit waar het karakteristieke van het project het
beste naar voren komt. Daarna ga ik zitten tekenen. Op deze plaatsen
maak ik altijd foto’s, zodat ik die later in het atelier kan gebruiken.
Heb je een eigen stijl?
Mijn stijl van tekenen is herkenbaar. Grote gebaren, met oog voor details.
Mijn driedimensionale werk heeft vaak iets van een reliëf, het is nogal plat.
Het tweedimensionale werk wil de ruimte er juist in betrekken. Reliëf door
de dikte in de verf, snijden in papier, krassen in een tekening of in klei.
Papiersnedes zijn ontstaan omdat ik in een aantal tekeningen een bepaalde
mate van scherpte en uitgesprokenheid miste, en ook ruimte en gelaagdheid.
Door te snijden in een tekening en iets weg te halen, voeg ik nieuwe vormen
toe en creëer ik diepte en gelaagdheid. Ruimte ontstaat door de begrenzin-
gen van de lijnen, die het weggesneden stuk omsluiten.
Snijden lijkt op tekenen, ook snijden gaat niet over van te voren bedach-
te, precies afgebakende vormen. De manier van ophangen zorgt ervoor dat
licht en schaduw een rol gaan spelen, licht en schaduw worden daarmee
onderdeel van mijn werk.
Ik werk in series rondom één thema. Ik begin met tekenen. Tekeningen lei-
den vaak tot schilderijen of 3-dimensionale tekeningen, de zogenaamde
‘papiersnedes’ of andere vormen van ruimtelijk werk, zoals sculpturen en
zinkobjecten. Vaak leidt dit ruimtelijk werken weer tot tekenen.
Zo leidden de in 2004 in Suriname gemaakte schetsjes van een blad met
een zware slagschaduw, in het atelier tot grote zwart-wit tekeningen. De
tekeningen inspireerden mij vervolgens tot het maken van grote ruimte-
22
23. lijke vormen van een blad, gemaakt van vlasklei. Dit leidde vervolgens
weer tot de serie olieverfschilderijen ‘Surinaams blad’ op groot en klein
formaat.
Bij de serie ‘Rietmensen’ was riet mijn uitgangspunt en basis om vormen
van was te maken. Daarna heb ik tekeningen gemaakt en aan de hand van
die tekeningen heb ik nieuwe beelden in was gemaakt, die later in brons
gegoten zijn.
De serie ‘Een gewoon mens’ bestaat uit een grote serie olieverfschilderij-
en, een serie oilstick-tekeningen en kleine schetsjes gemaakt in was, die
vervolgens werden gegoten in brons.
De serie ‘Mapping my roots’ is ontstaan naar aanleiding van een verhui-
zing en ontwortelde struiken bij het nieuwe huis. Het is de eerste serie
waarin ik met pigmenten heb gewerkt in plaats van met verf. Ik ben
begonnen met het tekenen van losse wortels. In die tekeningen ben ik ver-
volgens gaan snijden en op die manier is een grote serie papiersnedes ont-
staan. Ik ben daarna nog een stap verder gegaan en heb ruimtelijke teke-
ningen gemaakt van papier, draad en pigment.
Soms is een foto uit de krant de inspiratiebron voor het bedenken van een
nieuw thema en maken van nieuw werk. De foto van een druppel water uit
de diepe oceaan was het begin van ‘Moving I. Driedimensionale tekenin-
gen van stevig, zwart geschept karton (Zaans bord), die ik beschilderd heb
met olieverf. Deze drie vormen werden later het uitgangspunt voor het
maken van driedimensionale wandobjecten in zink.
Bij de serie ‘Moving II’ was een foto van snel stollend erts de aanleiding.
Dit heeft geleid tot hele grote tekeningen van ± 2 meter, die ik bewerkt heb
tot papiersnedes met veel diepte.
Een foto van een wand van bloedcel besmet met malaria, was aanleiding
om te starten met de serie ‘Teken van Leven’ en de inspiratiebron voor het
maken van grote tekeningen van circa 2,5 meter met oilstick en Siberisch
krijt in de serie ‘Celwand’. die onderdeel is van de serie ‘Teken van Leven’.
De tekeningen hebben vervolgens geleid tot het maken van driedimensio-
nale papiersnedes.
Ik wil dingen niet mooier maken dan ze zijn. Daarom houd ik van zwart-
wit met alle nuances daar tussenin. De beperking tot zwart-wit vind ik
prettig en de kracht die daar uit spreekt, past goed bij het onderzoeken
van wat mij boeit en wat er wezenlijk toe doet.
Is jouw werk altijd origineel of teken, schilder of maak je ook dingen na?
Ik gebruik objecten om na te tekenen. Het eindresultaat hoeft voor mij niet
meer te lijken, maar het kijken naar details en deze tekenen, vind ik erg
belangrijk om ‘fris’ te kunnen blijven. Als ik niet telkens opnieuw goed
kijk, heb ik de neiging in eigen vormcliché’s te vervallen. Achter elke tot
stand gekomen vervorming zat ooit een waarneming.
23
24. UIT DE SERIE ‘EEN GEWOON MENS (LIGGEND)’
Olieverfschilderij
Tekening, oilstick en Siberisch krijt op papier
Reliëf in brons
24
25. UIT DE SERIE ‘MOVING’
Detail ‘Stollend erts’. Foto: NRC Handelsblad
Moving II, No. 2/4. Detail papiersnede
Moving II, No. 1, 2 en 3. Papiersnedes
25
26. UIT DE SERIE ‘MOVING I EN III’
Detail ‘Oceaandruppel’. Foto: NRC Handelsblad
Moving I, No. 2/4 en 4/4. Papiersnedes
Moving III, No. 5/7. Zinkobject
26
27. UIT DE SERIE ‘TEKEN VAN LEVEN’
‘Wand van een bloedcel besmet met malaria’
Foto NRC Handelsblad
Teken van leven I
Tekening, oilstick met Siberisch krijt
Celwand I, No. 2/3
Papiersnede uit de serie ‘Teken van Leven’
27
28. Origineel wordt een werk als ik goed kijk en dit met mijn eigen teken-
handschrift teken. In een leerfase is het goed om een model of project rea-
listisch na te tekenen of te schilderen. Niet dat het moet lukken en precies
moet lijken, maar om een bepaalde manier van kijken, mengen en com-
positie te ontwikkelen en aan den lijve te ervaren.
Mijn huidige werk is mede origineel, omdat er maar weinig mensen op
deze manier met papier en met tekenen omgaan. Het was overigens geen
vooropgezet doel om dat te bereiken, het is gegroeid. Maar nu het zo blijkt
te zijn, ga ik het wel verder ontwikkelen.
Gebruik je fotografie voor je werk en zo ja, hoe? Als inspiratiebron, als ‘schets’,
als basis, als researchmateriaal of als eindresultaat?
Ik gebruik krantenfoto’s. Ik heb mappen vol met oude zwart-wit foto’s.
Vaak gebruik ik ze ‘op z’n kop’ omdat het me meer om de abstracte blad-
verdeling gaat dan om het specifieke onderwerp. Ik maak zelf foto’s als
herinnering om in het atelier later te kunnen gebruiken als bijvoorbeeld
de buitenplek niet geschikt is om lang te werken.
Speelt muziek een rol in je werk? En zo ja, welke rol?
Ik luister vaak naar Radio 4, maar ook naar popmuziek die voor mij is
opgenomen. Muziek waar ik bij kan bewegen – muziek uit Suriname of
sommige Afrikaanse muziek, geeft me energie en de losheid om niet te
serieus te worden. Maar ook stilte is heel belangrijk voor me.
Hoe belangrijk is sfeer voor je om lekker te kunnen werken? Wat of wie moet
er dan zijn, en wat of wie moet er vooral niet zijn om de juiste sfeer te creëren?
Ik wil het niet te koud hebben en er moet goed dag- en zonlicht zijn.
Noorderlicht is voor mij niet belangrijk. Daarnaast moet het een beetje
opgeruimd en schoon zijn. Ik hou van een paar mooie dingen om mij
heen. Verder mag er geen lawaai zijn en ik wil alleen in de ruimte zijn.
Wordt je geïnspireerd door andere kunstvormen? Zo ja, door welke?
Ik heb een verzameling beeldjes uit diverse culturen, veel organische vor-
men en veel mooie boeken en plaatjes.
Hoe lang doe je er gemiddeld over voordat je iets af hebt, of is dat heel ver-
schillend?
Ik werk snel en met een hoge productie. Maar het duurt veel langer om
met enige afstand te kunnen beoordelen wat goed genoeg is. Een werk dat
‘af’ is, kan na enige tijd toch weer verder bewerkt worden. Een enkele keer
zitten daar zelfs jaren tussen. Bronzen beelden kunnen bijna per definitie
niet veranderd worden, tenzij je dat heel radicaal aanpakt. Met verf en
tekeningen is dat makkelijker.
28
29. Hoe weet je wanneer iets af is en je niets meer moet doen? Vernietig je wel
eens een werk als je niet tevreden bent?
Ik heb zo langzamerhand geleerd dat eerder stoppen vaak beter is voor de
zeggingskracht van een werk. Om ruimte in het werk houden, in plaats van
het dicht te smeren. Een spiegel in mijn atelier helpt me om afstand te
nemen en sneller te kunnen beoordelen of een werk klopt en af is, of niet.
Ik vernietig nooit werk, maar gebruik afgekeurd werk opnieuw. Al was het
maar de achterkant of ik gebruik wat er is, als achtergrond voor iets anders.
Wanneer beschouw je je werk als geslaagd?
Op een gegeven moment is mijn belangstelling voor een onderwerp op en
dan blijkt er iets anders te komen. Ik moet met plezier naar mijn eigen werk
kunnen kijken. Het helpt natuurlijk wel als er een paar mensen het werk de
moeite waard vinden. Meestal duurt het enige tijd om te zien of een werk
goed en af is. Dat kan soms maanden duren en met kleine stapjes gaan.
Ben je je bewust van het publiek, als je aan het werk bent? En hoe belangrijk
is het om bekend te zijn?
Het publiek is niet aanwezig terwijl ik werk. Ik maak wat ik goed, mooi
en/of betekenisvol vind. Het bezig zijn met met het hoe, waar en met wie
exposeren, neemt heel veel tijd in beslag. Het zou fijn zijn om meer
gevraagd te worden, bekender te zijn en meer te verkopen. Ik zou graag
uit de vicieuze cirkel zijn gebleven van ‘Geen bekendheid, geen opdrach-
ten. Geen opdrachten, geen bekendheid’.
In 2010 heb ik meegedaan aan Lekart in Culemborg. Toen bleek dat mijn
werk midden in de hoge kerk zou hangen, heb ik heel nadrukkelijk reke-
ning gehouden met het publiek. Dat heb ik ervaren als een grote en leuke
uitdaging.
Welk werk vind je op dit moment het meest representatief voor jouw stijl
en werk?
Bij de beelden ‘Rietmensen’ vind ik In wording een erg mooi beeld. Ik
houd van de abstracte mensfiguren.
Bij de tekeningen vind ik de serie ‘Surinaams blad’ heel representatief.
Hierin is het proces van tekenen-naar-de-werkelijkheid naar abstractie,
goed te herkennen. In de abstractie werden de vormen in zekere zin alge-
mener. Het zijn organische vormen geworden, die meer zijn dan alleen
maar een weergave van de bladeren. Je ziet dit terugkomen in de keramiek.
Bij de papiersnedes vind ik de serie ‘Mapping my Roots’ (2006) belangrijk.
Ook omdat ik hier voor de eerste keer begon met het toepassen van pigment.
De serie ‘Moving’, twee jaar (2009) later, vind ik belangrijk omdat ik bij
deze serie voor het eerst groter ging werken, en meer vervorming en diep-
teverschil in de papiersnede zelf toepaste.
29
30. Serie van drie banieren, rijstpapier met inkt
Per banier 3 delen van 0,30 x 6 meter
Barbarakerk, Lekart
Ben je tevreden met je werkwijze en het werk dat je tot nu toe gemaakt hebt?
Ik ben tamelijk vaak van onderwerp of werkwijze veranderd. Dat heeft
goede kanten, namelijk dat er volop ruimte is voor experiment en onder-
zoek. Maar het heeft ook zwakke kanten, namelijk dat ik een thema dan
minder uitdiep. Tegenwoordig ga ik veel langer door op een bepaalde the-
matiek, werk- en zienswijze. De laatste tijd ben ik bijvoorbeeld bezig
geweest met een ‘vertaling’ van een serie papiersnedes die bijna drie
dimensionale, zelfstandige vormen waren geworden, naar een voor mij
volkomen nieuw maar steviger materiaal, zink.
Vind je dat titels een meerwaarde geven aan je werk en ‘verraden’ de titels van
je werk je inspiratiebron?
De titels komen meestal na een tijdje werken vanzelf bij mij op. Er zit een
heel verhaal achter en de titels komen meestal voort uit mijn eigen inzich-
ten of ervaringen. Ik werk altijd in series en de werken krijgen dan een
nummer. Zoals bij de serie ‘Moving’.
Het gebruik van Engels heb ik heel lang vervelend gevonden. Tegen-
woordig doe ik daar niet meer moeilijk over en maak ik graag gebruik van
de dubbele betekenis van woorden, zoals bijvoorbeeld bij het woord moving.
Ook het gebruik van andere niet-Nederlandse woorden heb ik heel lang
vermeden, maar soms heb ik dat woord nodig om mijn idee nauwkeurig
30
31. te kunnen verwoorden. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Latijnse woord
‘Altus’. De dubbele betekenis van dit Latijnse bijvoeglijk naamwoord
‘altus’ fascineert mij al lange tijd. Mijn vader heeft me ooit de betekenis
hiervan uitgelegd.
Altus betekent o.a. zowel ‘hoog’ als ‘diep’. Dat contrast en die dubbelheid
gevat in één woord en één begrip sluit goed aan bij de gelaagdheid van
mijn werk. Ik wilde dat ook in de titel tot uitdrukking brengen, zoals in
de serie ‘Altus / Zo boven, zo onder’. In de Nederlandse taal kennen we
geen woord dat deze dubbele betekenis heeft.
Titels geven de kijker houvast. Ze geven richting en vormen een ingang
voor het kijken. Dat vind ik belangrijk. Ik houd niet van alleen maar cij-
fers of de titel ‘Zonder titel’, omdat die geen enkele relatie hebben met het
werk en geen betekenis hebben.
Vind je het belangrijk dat een kijker het verhaal kent achter je werk?
Het werk moet ook zonder mijn verhaal iets voor de kijker kunnen bete-
kenen. Soms blijkt dat mijn verhaal over het proces dat ik doorlopen heb,
mijn manier van kijken en mijn fascinatie de beschouwer helpt om met
andere ogen te kijken naar mijn werk.
Hecht je belang aan wat anderen van je werk vinden en hoe belangrijk is dat?
Ja, dat is belangrijk voor me. Ik nodig soms mensen uit om samen met mij
naar het werk te kijken, om hun commentaar te horen.
Als iemand je werk niks vindt, ervaar je dat dan als een persoonlijke afwijzing?
Dat is wel even slikken, maar daar ben ik aan gewend geraakt. Ik vind het veel
erger om een afwijzing van een subsidieaanvraag of een galerie te krijgen.
Heb je het gevoel dat je gerespecteerd wordt als kunstenaar?
Ja, binnen een kleine kring wel.
Zijn er nog dingen, vaardigheden of technieken die je toe zou willen voegen
of leren om je te kunnen blijven ontwikkelen?
Door met collega’s te praten, naar hun atelier te gaan en exposities te
bezoeken, krijg ik genoeg impulsen voor verbetering en verdieping. Ik zou
nog wel beter willen leren omgaan met grote Chinese penselen en wil
graag een tocht door Japan of China maken om deze techniek verder te
kunnen ontwikkelen. Ook een techniek als lasersnijden zou ik graag wil-
len leren. Mijn loodgieter is op dit moment een goede bron van informa-
tie voor me over de mogelijkheden van het buigen en solderen van zink.
Welke verwachtingen had je toen je begon als beeldend kunstenaar?
Kunst is altijd een niet weg te denken onderdeel van mijn leven geweest,
31
32. maar ik had toentertijd niet de verwachting dat ik van beeldende kunst
zou kunnen leven. Ik verdien niet voldoende met mijn werk om van te
kunnen leven, maar in ieder geval wel altijd genoeg om de huur van mijn
atelier en alle materialen te kunnen betalen. Het is overigens nog steeds
mijn streven om te kunnen leven van mijn werk. In de loop der tijd heb
ik beter geleerd hoe ik naamsbekendheid kan bevorderen, mijn werk onder
de aandacht kan brengen en mijn werk kan verkopen.
Om extra inkomsten te verwerven, geef ik les aan groepen en ik heb ont-
dekt dat ik dat heel erg leuk vind. In mijn lessen staat ‘bewust kijken’ cen-
traal. Ieder mens kijkt vanuit zijn eigen perspectief, achtergrond en
gewoonten. Deze subjectieve wijze van kijken wordt aan de orde en ter
discussie gesteld. Door middel van aandachts- en kijkoefeningen en het
aanleren van tekenvaardigheden, krijgen mensen plezier in deze andere
manier van kijken en in het vormgeven op papier en in klei.
Je kunt dus niet leven van je kunst?
Nee, ik kan niet leven van de verkoop van mijn werk en dat blijft schu-
ren. Dit was destijds voor mij de reden om twee studies en twee beroepen
tegelijkertijd te doen. Hoewel ik nooit spijt heb gehad van dit besluit,
werkt dat nu voor een deel tegen me, want daardoor heb ik een minder
grote collectie werk en minder naamsbekendheid kunnen opbouwen. Ik
moet dus nog flink aan de weg moet timmeren, maar dat geldt voor de
meeste kunstenaars. Dat mijn werk is opgenomen in de collectie van het
Gemeentearchief Amsterdam, meerdere baggerbedrijven en diverse privé-
collecties, stemt tot tevredenheid.
Doordat ik nu fulltime professioneel beeldend kunstenaar ben, heb ik meer
tijd om aandacht te besteden aan deze aspecten van het kunstenaarschap.
Ik heb nog twee meer algemene maatschappelijke vragen die ik je wil stel-
len, die niets te maken hebben met je eigen werk, maar alles met het huidi-
ge maatschappelijke klimaat. De eerste vraag is of je het belangrijk vindt dat
kunst een rol speelt in de opvoeding en zo ja, waarom?
Ja, dat vind ik belangrijk. Kunst en kunstzinnig bezig zijn, leert kinderen
om te werken zonder opgelegd voorbeeld en het leert ze om hun eigen
waarneming, gevoel en nieuwsgierigheid serieus te nemen en belangrijk te
vinden. Bovendien zullen de meeste kinderen er veel plezier aan beleven.
Voor ieder kind is het belangrijk om haar/zijn eigen manier van uitdrukken
te vinden. Voor de een zal dat beweging zijn, voor de ander het ontdekken
van kunstzinnige materialen en technieken, voor een ander muziek, voor
weer een ander rekenen, etcetera. Een breed aanbod is dus belangrijk voor
ieders ontplooiïng.
Interviewer: Hilde Salverda
Kunst & Marketing | Kunstenaars in de Markt
32
34. Kunst & Marketing | Kunstenaars in de Markt
Coach van professionele kunstenaars en semi-professionele
kunstenaars met professionele kwaliteit en professionele ambities.
Gespecialiseerd in presentatie, marketing en pr. van kunst, beeldend
kunstenaars en fotografen. Ruim 30 jaar ervaring in de kunstenwereld.
www.kunstenmarketing.nl | www.kunstenaarsindemarkt.nl
E: kunstenmarketing@gmail.com T: @KunstMrktng F: Hilde Salverda
37. CARIEN ENGELHARD (1949)
PRIVÉ-ADRES
Wilhelminalaan 5
7204 AB Zutphen
T: 0575 47 13 96
E: carien@carienengelhard.nl
ATELIERADRES
Nieuwendammerkade 26 M7
1022 AB Amsterdam
T: 06 16 16 13 60 11
E: carien@carienengelhard.nl
INTERNET
Website: www.carienengelhard.nl
LinkedIn: carien-engelhard
Twitter: @carienengelhard
Facebook: carien.engelhard
EXPOSITIES (selectie)
2012
Diepenheim
Kunstmoment Diepenheim
18 t/m 28 oktober
Loods 6, Amsterdam
Art Spot
17 t/m 21 oktober
CBK, Amsterdam-Oost
100 jaar De Onafhankelijken, jubileumtentoonstelling
5 oktober t/m 18 november
www. kunstenaarsverenigingdeonafhankelijken.nl
Art Fair International, Groningen
21 t/m 23 september
38. St. Elisabeth Weeshuis, Culemborg
Eindexpositie Galerie Kobalt
21 september t/m 7 oktober
Galerie Groene Poort, Middenbeemster
Zwart-wit, 400 jaar Beemster
8 april t/m 1 juli
De Nieuwe Galerie, Amsterdam
Onuitputtelijke bronnen
22 t/m 29 januari
2011
Galerie Kobalt, Culemborg
Loods 6, Amsterdam, Art Amsterdam
GBK i.s.m. gemeente Tiel, 2Close, duo-expositie
GBK, Arnhem, Nieuwe ledenexpositie
De Onafhankelijken, Ledenexposities
2010
Westergasfabriek, Amsterdam, Affordable Art Fair
Stroomhuis, Neerrijnen, Denkend aan Holland
Jaarbeurs, Utrecht, Art-Antique
Galerie Haags, Den Haag, 5 Onafhankelijken
LekArt 2010, Culemborg, Groepsexpositie
De Onafhankelijken, Ledenexposities
2009
Beeldentuin De Stegge, Winterswijk, Groepsexpositie
Gallery Nine, Amsterdam, Duo-expositie
Galerie De Groene Poort, Middenbeemster
Sociale Verzekeringsbank, Amstelveen, Jubileumexpositie
De Onafhankelijken, Ledenexposities
2008
Galerie en beeldentuin de Pol, Pannerden
Machtig oog, Velp, Tekeningenfestijn
De Onafhankelijken, Ledenexposities
2007
Gelre Galeriebeurs, Eusebius kerk, Arnhem
Beeldentuin Nieuw Beerenburgh, Eck en Wiel
Galerie Beeldentuin de Pol, Pannerden
Galerie de Groene Poort, Middenbeemster, De kleur zwart
Galerie Windkracht 13, Den Helder
39. Galerie Art Cage, Amsterdam, Solo-expositie
De Onafhankelijken, Ledenexposities
2006
Galerie`Beelden aan de Vecht´, Maarssen
Oude Kerk/Stichting Red Light, Identity, Amsterdam
De Onafhankelijken, Ledenexposities
2005
Galerie Acculade, Amsterdam
Galerie en beeldentuin Nw Beerenburgh, Eck en Wiel
Galerie Windkracht 13, Den Helder
De Onafhankelijken, Ledenexposities
Vanaf 1989 tot 2005 onder meer geëxposeerd bij:
De Onafhankelijken, ledenexposities. Beeldentuin May Hobijn, Maarssen.
Nationaal Baggermuseum, De kunst van het baggeren, Sliedrecht. Sociale
Verzekeringsbank, Amstelveen. Galerie De Baak, Noordwijk. 2nd World
Festival of Art on Paper (geselecteerd), Ljubjana, Slovenia. Galerie Art
Options, Wijk bij Duurstede. Galerie de Groene Poort, Midden Beemster.
Open Ateliers Lloyd Hotel, Amsterdam. PIANC Statenhal Congrescentrum,
Den Haag. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag. Hoofdkantoor
Industriebond, Amsterdam. De IJsbreker, Amsterdam.
COLLECTIES
Mijn werk - zowel driedimensionaal, tweedimensionaal als
ruimtelijk werk - is opgenomen in meerdere particuliere
collecties, diverse bedrijfscollecties en in het Gemeente-
archief Amsterdam.
PUBLICATIES
Carien Engelhard, autonoom kunstenaar
Uitgave van Kunst & Marketing|Kunstenaars in de Markt
Amsterdam, september 2012
Papiersnedes en gedichten I
Gedichten van Bas Dekker bij
papiersnedes van Carien Engelhard
Uitgegeven in eigen beheer, 2008
40. Papiersnedes en gedichten II
Gedichten van Bas Dekker bij
papiersnedes van Carien Engelhard
Uitgegeven in eigen beheer, 2009
Grensverkenningen door Marco Kunst, interview
Werk opgenomen in o.a.:
Mythen 1992 van de kunstenaarsgroep Spie
De Baak Art Gallery, uitgave 2002
Denkend aan Holland, DVD van Jan-Wouter van Rijen
Lustrumuitgave W. H. Vliegenbos, 2012
KUNSTENAARSVERENIGINGEN
Lid van 'De Onafhankelijken', Amsterdam.
Bestuursfunctie van 2002 - 2012.
Lid van het GBK (Gemeenschap Beeldende Kunstenaars),
Arnhem
KUNSTOPLEIDING EN -CURSUSSEN
1970 - 1976 Teken- en etsles bij Michiel Czn. Dhont
1972 -1976 Rietveld Academie, studierichting Beeld-
houwen, Amsterdam
Les van oa. Carel Kneulman
1973 - 1976 Privé-schilderles van Jos Rovers
1993 - 1995 Lithografieles van Aad Hekker, Amsterdam
54. Celwand I, No. 2/3
Papiersnede, gouache, oilstick en Siberisch krijt. 50 x 75 x 15 cm, 2012
55. Celwand II, No. 4/4
Tekening, oilstick en Siberisch krijt. 160 x 75 cm, 2012
Celwand II, No. 2/4
Tekening, oilstick en Siberisch krijt. 160 x 250 cm, 2012
58. Water, No. 1/5
Papiersnede, gouache op papier, 95 x 95 x 4 cm, 2009
Water, No. 4/5
Papiersnede, gouache op papier, 95 x 95 x 4 cm, 2009
59. Water II, No. 3/7 (hangend)
Ruimtelijke tekening, gouache op papier en ijzerdraad, 50 x 95 x 45 cm,, 2009
Water II, No. 3/7 (staand)
Ruimtelijke tekening, gouache op papier en ijzerdraad, 50 x 95 x 45 cm, 2009
64. Schedels in atelier
Schedels een serie met 17 vormen van schedels.
Papiersnedes, notenkorrel inkt op papier, 2009
Schedel Eend, No. 1/3
Papiersnede, notenkorrel inkt op papier, 65 x 18 x 12 cm, 2011
72. Human tree IV, No. 3/4
Schets, olieverf en Siberisch krijt op papier. 150 x 200 cm, 2003
Human tree, No 1/5
Schetsen boom in Zuid-Limburg, inkt op papier. 18 x 25 cm, 2005
78. Altus / Zo boven, zo onder
Tekening, Siberisch krijt op papier, 100 x 150 cm, 2007
Altus / Zo boven, zo onder, No. 3/12
Schets, Siberisch krijt op papier, 25 x 30 cm, 2007
79. Altus / Zo boven, zo onder, No. 5/12
Schets, Siberisch krijt op papier, 25 x 30 cm, 2007
Altus / Zo boven, zo onder, No. 4/12
Schets, Siberisch krijt op papier, 25 x 30 cm, 2007
80. Altus / Zo boven, zo onder, No. 8/12
Schets, Siberisch krijt op papier, 25 x 30 cm, 2007
Altus / Zo boven, zo onder, No. 12/12
Schets, Siberisch krijt op papier, 25 x 30 cm, 2007
81. Sporen
Papiersnede op als leisteen bewerkte achtergrond, 95 x 100 cm, 2009
Sporen
Detail papiersnede op als leisteen bewerkte achtergrond, 95 x 100 cm, 2009
83. Altus/Zo boven, zo omder
Papiersnede, Siberisch krijt op papier op zwart fluweel, 80 x 100 cm, 2009
Altus/Zo onder, zo boven, No. 1/3
Reliëf, paperclay bewerkt met pigment op bewerkte achterplaat, 40 x 42 x 5 cm, 2009
84. Altus/Zo onder, zo boven, No. 1/3
Reliëf, paperclay bewerkt met pigment, 40 x 42 cm, 2009
Altus/Zo onder, zo boven, No. 2/3
Reliëf, paperclay bewerkt met pigment, 47 x 50 cm, 2009
86. Moving II, No. 3/4
Papiersnede, oilstick en Siberisch krijt op papier, 160 x 240 x 4 cm, 2009
Moving II, No. 4/4
Papiersnede, olieverf en Siberisch krijt op fotoprintpapier, 150 x 190 x 20 cm, 2009
87. Moving II, No. 1, 2 en 3
Papiersneden in atelier, 2011
Moving I, No. 3/4
Papiersnede, Zaans bord en olieverf, 80 x 100 x 15 cm, 2009
88. Moving II, No. 2/4
Detail papiersnede Moving II, No. 2/4. Oilstick en Siberisch krijt op papier, 2009
Moving II, No. 1/4
Detail papiersnede Moving II, No. 1/4. Oilstick en Siberisch krijt op papier, 2009
89. Moving II, No. 3/4
Detail papiersnede Moving II, No. 3/4. Houtskool en Siberisch krijt op papier, 2009
Moving II, No. 1/4
Detail papiersnede Moving II, No. 1/4. Oilstick en Siberisch krijt op papier, 2009
90. Moving II, No. 4/4
Detail papiersnede Moving II, No. 4/4. Oilstick, olieverf en Siberisch krijt
op fotoprintpapier, 2009
Moving II, No. 4/4
Detail papiersnede Moving II, No. 4/4. Oilstick, olieverf en Siberisch krijt
op fotoprintpapier, 2009
91. Moving II, No. 2/4
Detail papiersnedeMoving II, No. 2/4., Oilstick en Siberisch krijt op papier, 2009
92. Moving I, No 1, 2, en 3
Papiersneden uit een serie van 4 papiersneden. Zaans bord en olieverf. 2009
93. Moving III, No. 7/7
Zinkobject. Geschuurd en gepolijst zink, met vilststift bewerkt
70 x 75 x 16 cm, 2010
94. Moving III, No. 3/7. Zinkobject, 85 x 98 x 14 cm, 2011
Moving III, No. 4/7. Zinkobject, 105 x 85 x48 cm, 2011
95. Moving III, No. 2/7
Zinkobject. Zink, bewerkt met olieverf en acrylverf, 80 x 100 x 17 cm, 2010
96. Moving III, No. 5/7
Zinkobject. Zink, bewerkt met olieverf en acrylverf, 80 x 100 x 17 cm, 2010
98. Grond voor mijn voeten I
Tekening, Siberisch krijt op museumkarton, 19 x 26 cm, 2006
Grond voor mijn voeten II
Tekening, Siberisch krijt op museumkarton, 25 x 30 cm, 2006
Grond voor mijn voeten I
Tekening, gouache en Siberisch krijt op papier, 70 x 100 cm, 2006
99. Grond voor mijn voeten I
Tekening, Siberisch krijt en grafiet op papier, 19 x 25 cm, 2007
Schaduw van een bewegende tak, No. 2/8
Tekening, Siberisch krijt op papier, 70 x 100 cm, 2007
100. Bewegende tak, No. 1/2
Papiersnede, gouache, Siberisch krijt en oilstick, 70 x 110 x 20 cm, 2007/2012
100
101. Bewegende tak, No. 1/2
Detail papiersnede, gouache, Siberisch krijt en oilstick, 70 x 110 x 20 cm, 2007/2012
Bewegende tak, No. 1/2
Detail papiersnede, gouache, Siberisch krijt en oilstick, 70 x 110 x 20 cm, 2007/2012
101
102. Schaduw van een bewegende tak, No. 4/8
Tekening, Siberisch krijt op papier, 70 x 100 cm, 2007
103. Tekening, notenkorrel inkt op handgeschept papier, 20 x 25 cm, 2009
Tekening, notenkorrel inkt op handgeschept papier, 20 x 25 cm, 2009
104. Tekening, notenkorrel inkt en Siberisch krijt op papier, 20 x 25 cm, 2010
Tekening, notenkorrel inkt en Siberisch krijt op papier, 20 x 25 cm, 2010
108. Wortel III , No. 1/10
Tekening, Siberisch krijt en houtskool op papier, 70 x 100 cm, 2006
Boom I, , No. 3/7
Papiersnede uit de serie ‘Human tree’, 65 x 110 cm, 2006
109. Wortel III, No. 4/10
Tekening, Siberisch krijt en houtskool op papier, 70 x 100 cm, 2006
Wortel V, No. 6/11
Tekening, krijt op papier, 70 x 100 cm, 2006
111. Mapping my roots (zwart), No 10/12
Papiersnede, Siberisch krijt en houtskool op papier, 75 x 85 cm, 2008
Mapping my roots (oker), No 2/12
Papiersnede, Siberisch krijt, pigment met waterglas op papier, 75 x 85 cm, 2007
112. Wortels, No. 1/4
Ruimtelijke tekening. Draad, papier en waterglas, 250 x 200 x 90 cm, 2009
Wortels, No. 2/3
Reliëf, paperclay, 35 x 30 x 4 cm, 2009
114. Bosrand, No. 2/12
Schets, Siberisch krijt op papier, 21 x 30 cm, 2005
Bosrand, No. 8 /12
Schets, Siberisch krijt op papier, 21 x 30 cm, 2005
115. Bosrand groot, No. 1/4
Papiersnede, oilstick en Siberisch krijt, 60 x 100 cm, 2007
Bosrand III, No. 3/4
Papiersnede, oilstick, Siberisch krijt en gouache, 75 x 100 cm, 2007/2009
116. Bosrand klein (zwart), No. 2/8
Papiersnede, gemengde techniek, 25 x 35 cm, 2008/2011
Bosrand klein, No. 6/8
Papiersnede, gemengde techniek, 25 x 28 cm, 2008
117. Bosrand klein, No. 8/8
Papiersnede, gemengde techniek, 20 x 30 cm, 2008
Bosrand klein, No. 7/8
Papiersnede, gemengde techniek, 20 x 30 cm, 2008
120. Groei
Papiersnede, 110 x 130 cm, 2008
Jij en ik, Saskia en Carien
Ter gelegenheid van de 155ste sterfdag van Saskia van Uylenburgh
Papiersnede, 20 x 25 cm, 2006
121. Roest, No I/3
Papiersnede uit de serie ‘Roest’. Siberisch krijt op papier, 50 x 70 cm, 2005
Verweven
Papiersnede, Siberisch krijt op papier, bewerkt met paverpol. 70 x 100 cm, 2006
129. Haven II, No. 3/5
Olieverf op linnen. 80 x 100 cm, 2003
130. Vissersschepen in IJmuiden
Schets, Siberisch krijt op papier. 24 x 30 cm, 2001
IJmuiden havenstructuur
Schets, Siberisch krijt op papier. 15 x 30 cm, 2003
131. Sleepboten
Tekening, Siberisch krijt op papier. 30 x 35 cm, 1999
Haven III
Papiersnede, Siberisch krijt en houtskool op papier. 45 x 65 cm, 2007
132. IJmuiden, No. 6/10
Tekening, houtskool en Siberisch krijt op papier, 70 x 100 cm, 2001
Piëta
In de serie IJmuiden, tekening in brons, 20 x 15 cm, 2002
153. Gewoon mens liggend
Tekening, oilstick en Siberisch krijt op karton, 50 x 65 cm, 2001
Gewoon mens liggend
Tekening, oilstick en Siberisch krijt op karton, 50 x 65 cm, 2001
154. Gewoon mens liggend
Sculptuur, brons, 23 x 10 x 6 cm, 2001
Gewoon mens liggend
Tekening, oilstick en Siberisch krijt op karton, 50 x 65 cm, 2001
155. Gewoon mens liggend
Reliëf, brons, 23 x 10 x 6 cm, 2001
Gewoon mens liggend
Tekening, oilstick en Siberisch krijt op karton, 50 x 65 cm, 2001
158. Gewoon mens liggend, No. 1/6
Schilderij, olieverf op doek, 80 x 100 cm, 2001
Gewoon mens liggend, No. 3/6
Schilderij, olieverf op doek, 80 x 100 cm, 2001
159. Gewoon mens liggend, No. 4/6
Schilderij, olieverf op doek, 80 x 100 cm, 2001
Gewoon mens liggend, No. 6/6
Schilderij, olieverf op doek, 80 x 100 cm, 2001