2. VDD G 296 – 1, 3, 5
't Jaar heeft haast zijn loop
volbracht,
3. 't Jaar heeft haast zijn loop
volbracht,
't afscheid klinkt ons tegen.
Ziet, een nieuwe tijdkring wacht
met ellend' of zegen?
Niet geklaagd,
niet gevraagd
naar de and're morgen:
't antwoord blijft verborgen.
4. Hoopt op God! Gij hebt zijn
trouw
altoos ondervonden,
ook in dagen vol van rouw,
ook in bange stonden.
Ja, Hij gaf
steun en staf,
laaf'nis, rust en zegen
op uw pelgrimswegen.
5. Alzo was 't en alzo zij 't,
ieders hart zegg': "Amen!"
Dank en eer zij God gewijd,
stemt in 't loflied samen!
Smaakt met lust,
sluit met rust
dag en jaar en leven,
u door God gegeven.
17. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
25. 1 Neigt uw oor, gij hemelen,
dan wil ik spreken,en de
aarde hore naar de woorden
van mijn mond.
2 Mijn leer druipe als regen,
mijn rede druppele als dauw,
als regenbuien op het jonge
groen, en als regenstromen
op het kruid;
26. 3 want ik zal de naam des
Heren uitroepen; geeft
grootheid onze God,
4 de Rots, wiens werk
volkomen is, omdat al zijn
wegen recht zijn; een God
van trouw, zonder onrecht,
rechtvaardig en waarachtig
is Hij.
28. 1. Wij dan, gerechtvaardigd op grond
van geloof, hebben vrede met God door
onze Heer Jezus Christus,
2. door Wie wij ook de toegang
verkregen hebben door het geloof tot
deze genade waarin wij staan, en wij
roemen in de hoop op de heerlijkheid
van God.
29. 3. En dat niet alleen, maar wij roemen
ook in de verdrukkingen, daar wij
weten dat de verdrukking volharding
werkt,
4. en de volharding beproefdheid en de
beproefdheid hoop;
30. 5. en de hoop beschaamt niet, omdat
de liefde van God in onze harten is
uitgestort door de Heilige Geest die ons
gegeven is.
6. Want toen wij nog krachteloos
waren, is Christus te rechter tijd voor
goddelozen gestorven.
31. 7. Want ternauwernood zal iemand
voor een rechtvaardige sterven;
immers, voor de goede heeft misschien
iemand nog wel de moed te sterven.
8. Maar God bevestigt zijn liefde tot
ons hierin, dat Christus voor ons
gestorven is toen wij nog zondaars
waren.
32. 9. Veel meer dan zullen wij, nu wij
gerechtvaardigd zijn door zijn bloed,
door Hem behouden worden van de
toorn.
10. Want als wij, toen wij vijanden
waren,
33. met God verzoend zijn door de dood
van zijn Zoon, veel meer zullen wij, nu
wij verzoend zijn, behouden worden
door zijn leven.
11. En dat niet alleen, maar wij roemen
ook in God door onze Heer Jezus
Christus, door Wie wij nu de verzoening
ontvangen hebben.