2. Voor de dienst zingen we opw 311 'k Heb geloofd en daarom zing ik,
3. 'k Heb geloofd en daarom zing ik,daarom zing ik van gena.Van ontferming en verlossing,door het bloed van Golgotha.Daarom zing ik U, die stervendalles, alles hebt volbracht.Lam Gods, dat de zonden wegneemt,Lam van God, voor ons geslacht.
4. 'k Heb geloofd in U, wie d'aardemet haar doornen heeft gekroond,maar die nu, gekroond met ere,aan Gods rechterzijde troont.U, aan wiens doorboorde voeten,eenmaal in het gans heelal,hier, daarboven en hieronder,alle knie zich buigen zal.
5. Ja, 'k geloof en daarom zing ik,daarom zing ik U ter eer,'s werelds Heiland, Hogepriester,aller heren Opperheer!Zoon van God en Zoon des mensen,o, kom spoedig in uw kracht,op des hemels wolken weder!Kom, Heer Jezus, kom, ik wacht.
8. 1Looft God den HEER, en laat ons blijdezijn glorierijke naam belijden.Meldt ieder volk en elk geslachtde wonderen die God volbracht.Gij die van harte zoekt den HEER,verblijdt u, geeft zijn naam de eer.
9. Votum en groetEre zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
10. Ps. 105 : 3God, die aan ons zich openbaarde,regeert en oordeelt heel de aarde.Zijn woord wordt altoos trouw volbrachttot in het duizendste geslacht.'t Verbond met Abraham zijn vrindbevestigt Hij van kind tot kind.
12. Elb. 308 : 1Doorgrond mijn hart en ken mijn weg, o Heer.Beproef me en zie wat niet is tot uw eer.Is soms de weg die 'k ga niet goed voor mij;Leid me op de eeuw'gen weg, Heer, maak mij vrij!
13. Elb. 308 : 4O, heil'ge Geest, kom tot uw heerschappij.Schenk een herleving en begin bij mij.Zegen uw volk, maak 't als een bruid bereid,wachtend op Jezus' komst in heerlijkheid.
15. Ps. 25 : 2HERE, maak mij uwe wegendoor uw Woord en Geest bekend;leer mij, hoe die zijn gelegenen waarheen G'uw treden wendt;leid mij in uw rechte leer,laat mij trouw uw wet betrachten,want Gij zijt mijn heil, o Heer,'k blijf U al den dag verwachten.
18. Laat de kind'ren tot Mij komen, alle allekind'ren Laat de kind'ren tot Mij komen, niemand mag ze hind'ren. Want de poorten van mijn rijk staan voor kind'ren open, laat ze allen groot en klein bij mij binnen lopen.
19. Laat de mensen tot Mij komen over alle wegen. Laat de mensen tot Mij komen houdt ze toch niet tegen! Want de poorten van mijn rijk gaan ook voor hen open, als ze aan een kind gelijk bij Mij binnen lopen.
22. 2 IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid! 3 Welk voordeel heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de zon? 4 Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt, maar de aarde blijft altoos staan. 5 De zon komt op en de zon gaat onder en hijgend ijlt zij naar de plaats waar zij opkomt
23. 6 De wind gaat naar het zuiden en draait naar het noorden, aldoor draaiend gaat hij voort en op zijn kringloop keert de wind weer terug. 7 Alle beken stromen naar de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats waarheen de beken stromen, daarheen stromen zij altijd weer. 8 Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend;
24. het oog wordt niet verzadigd van zien, en het oor wordt niet vervuld van horen. 9 Wat geweest is, dat zal er zijn, en wat gedaan is, dat zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon. 10 Is er iets, waarvan men zegt: Ziehier, dat is nieuw – het was er al in verre tijden, die vóór ons waren.
25. 11 Er is geen heugenis van de vorige tijden, en ook van de latere, die er zullen zijn, zal er geen heugenis wezen bij hen die nog later leven zullen.
26. Zingen “Mijn Tijden” Op de wijze van “Mijn Herder is de Here God (ELB 7b of JdH 884)
27. Mijn tijden, Heer zijn in Uw handik wens niets anders meer‘k vertrouw aan U de jaren toeaan U alleen o Heer
28. Mijn tijden, Heer zijn in Uw handen hoe z’ook mogen zijnU weet wat ’t beste voor mij is’t zij nacht of zonneschijn
29. Mijn tijden, Heer zijn in Uw handik vrees niet want ik weetmijns vaders hand veroorzaakt nooitZijn kind onnodig leed
30. Mijn tijden, Heer zijn in Uw handik rust nu in Uw trouwtot ik dit aards toneel verlaatUw aangezicht aanschouw.
32. 9 Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. 10 Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. 11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was.
33. 12 Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13 Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.
35. Gez. 443 : 1Liefde Gods die elk beminnenhemelhoog te boven gaat,kom in onze harten binnenmet uw milde overdaad.Jezus, één en al ontferming,daal vanuit den hoge neermet uw heerlijke beschermingin ons bevend hart, o Heer.
36. Gez. 443 : 3Wat Gij eenmaal zijt begonneno voltooi het: maak ons rein,tot de wereld is gewonnenen in U hersteld zal zijn,tot wij eeuwig bij U wonen,schrijdende van licht tot licht,leggend onze gouden kronenzingend voor uw aangezicht.
38. Gezang 291 – 1, 2 Nooit kan 't geloof te veel verwachten,
39. Nooit kan 't geloof te veel verwachten,des Heilands woorden zijn gewis.'t Faalt aardse vrienden vaak aan krachten,maar nooit een vriend als Jezus is.Wat zou ooit zijne macht beperken?'t Heelal staat onder zijn gebied!En wat zijn liefde wil bewerken,ontzegt Hem zijn vermogen niet.
40. Die hoop moet al ons leed verzachten.Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog!Voor hen, die 't heil des Heren wachten,zijn bergen vlak en zeeën droog.O zaligheid niet af te meten,o vreugd, die alle smart verbant!Daar is de vreemdlingschap vergetenen wij, wij zijn in 't vaderland!
44. Heer, God, U loven wij. Heer, U belijden wij. Vader, in eeuwigheid zingt 't gans heelal uw Naam, Aarde en hemel, Heer, zingen uwen Naam ter eer, heel uw schepping door,
45. eeuwig met 't engelenkoor: Heilig, heilig, heilig is onze God, de HEER Zebaoth. Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol. Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol. Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja. Amen.