11. ELB 395 – 1, 2, 3
Wilt u van zonde en schuld …
12. 1
Wilt u van zonde en schuld zijn verlost?
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Weet, dat uw redding zoveel heeft gekost.
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
13. Refrein:
Satan gaat rond als een briesende leeuw.
Daar's kracht in het bloed!
Wilt u verlost zijn en witter dan sneeuw?
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
14. 2
Satan gaat rond als een briesende leeuw.
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Wilt u verlost zijn en witter dan sneeuw?
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
15. Refrein:
Satan gaat rond als een briesende leeuw.
Daar's kracht in het bloed!
Wilt u verlost zijn en witter dan sneeuw?
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
16. 3
Komt dan tot Jezus, Hij stierf ook voor u.
Daar's kracht in het bloed!
Daar's kracht in het bloed!
Hoort naar zijn woord en gelooft in Hem
nu.
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
17. Refrein:
Satan gaat rond als een briesende leeuw.
Daar's kracht in het bloed!
Wilt u verlost zijn en witter dan sneeuw?
Daar's kracht in het bloed van het Lam!
18. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
39. Schriftlezingen:
Exodus 12: 21-22, 29-32, N.B.V.
Mattheüs 26: 31-46 – N.B.V.
Tekst :
Lukas 22 : 46….en Hij zeide tegen hen:
Waarom slapen jullie:
Sta op en bid!
40. Exodus 12: 21-22, 29-32, N.B.V.
21 Toen riep Mozes de oudsten van
Israël bij elkaar. ‘Elke familie moet
een lam of een bokje kiezen,’ zei hij,
‘en dat moet worden geslacht als
pesachoffer. 22 Laat ieder daarna
een bos majoraantakken nemen,
die in de schaal met bloed dopen en
het bloed aan de bovendorpel en
aan de beide deurposten strijken.
Ga dan tot de morgen de deur niet
uit,
41. 29 Midden in de nacht doodde
de HEER alle eerstgeborenen in
Egypte, van
de eerstgeborene van de farao,
zijn troonopvolger, tot de
eerstgeborene van de
gevangene, en ook al
het eerstgeboren vee. 30 De farao
, zijn hovelingen en alle andere
Egyptenaren schrokken die
nacht wakker,
42. en in heel Egypte klonk een luid
gejammer, want er was
geen huis waarin geen dode was.
31 Die nacht nog ontbood
de farao Mozes en Aäron. ‘Ga
onmiddellijk bij mijn volk weg,’
zei hij, ‘u en alle Israëlieten! Ga de
HEER maar vereren, zoals u hebt
gevraagd.
43. 32 Neem
uw schapen, geiten en runderen
mee, zoals u gevraagd hebt, en
verdwijn! Maar bid dan ook voor
mij om zegen.’
Mattheüs 26: 31-46 – N.B.V.
31 Onderweg zei Jezus tegen hen:
‘Jullie zullen mij deze nacht
allemaal afvallen, want er staat
geschreven: “Ik zal de herder
doden,
44. en de schapen van zijn kudde
zullen uiteengedreven
worden.” 32 Maar nadat ik uit de
dood ben opgewekt, zal ik jullie
voorgaan naar
Galilea.’ 33 Petrus zei daarop
tegen hem: ‘Misschien zal
iedereen u afvallen, ik nooit!’
45. 34 Jezus antwoordde hem: ‘Ik
verzeker je: deze nacht zul je,
nog voor de haan gekraaid heeft,
mij driemaal
verloochenen.’ 35 Petrus zei: ‘Al
zou ik met u moeten sterven,
verloochenen zal ik u nooit.’ Alle
andere leerlingen vielen hem
daarin bij.
46. 36 Vervolgens ging Jezus met
zijn leerlingen naar een plek
die Getsémane genoemd werd.
Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten,
ik ga daar bidden.’ 37 Hij
nam Petrus en de twee zonen
van Zebedeüs met zich mee.
Toen hij zich bedroefd en
angstig voelde worden,
47. 38 zei hij tegen hen: ‘Ik voel me
dodelijk bedroefd; blijf hier met
mij waken.’ 39 Hij liep nog een
stukje verder, knielde toen en
bad diep voorovergebogen:
‘Vader, als het mogelijk is, laat
deze beker dan aan mij
voorbijgaan! Maar laat het niet
gebeuren zoals ik het wil, maar
zoals u het wilt.’
48. 40 Hij liep terug naar
de leerlingen en zag dat ze lagen
te slapen. Hij zei tegen Petrus:
‘Konden jullie niet eens één uur
met mij waken? 41 Blijf wakker
en bid dat jullie niet in
beproeving komen; de geest is
wel gewillig, maar het lichaam is
zwak.’ 42 Voor de tweede maal
liep hij van hen weg en bad:
49. ‘Vader, als het niet mogelijk is
dat deze beker aan mij
voorbijgaat zonder dat ik eruit
drink, laat het dan gebeuren
zoals u het wilt.’ 43 Toen hij
terugkwam, zag hij dat ze weer
sliepen, want ze waren door
vermoeidheid overmand. 44 Hij
liet hen achter, liep opnieuw wat
verder en bad voor de derde
maal,
50. met dezelfde woorden als
daarvoor. 45 Daarna voegde hij
zich weer bij de leerlingen en
zei: ‘Liggen jullie daar nog
steeds te slapen en te rusten? En
dat terwijl het ogenblik nabij is
waarop de Mensenzoon wordt
uitgeleverd aan zondaars. 46 Sta
op, laten we gaan; kijk, hij die
mij uitlevert, is al vlakbij.’
51. Tekst : Lukas 22 : 46….
en Hij zeide tegen hen:
Waarom slapen jullie:
Sta op en bid!
52. G 180 – 1, 3, 5, 6
Gethsémane, die nacht moest …
68. Heer, wijs mij uw weg
en leid mij als een kind
dat heel de levensweg
slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt
om door te gaan,
troost mij dan liefdevol
en moedig mij weer aan.
69. Heer, leer mij uw weg,
die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg
als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt,
het donker is,
leid mij dan op uw weg,
de weg die eeuwig is.
70. Heer, leer mij uw wil
aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil
U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt
uw weg te gaan,
spreek door uw Woord en
Geest mijn hart en leven aan.
71. Heer toon mij uw plan;
maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan
en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet,
de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel
mijn weg gelopen heeft.