1. Competentiemanagement en het beoordelen en sturen van werknemersgedrag 27 november 2010 Frits Kluijtmans Judith Semeijn Anne van der Lee
2.
3. Een begrip uit twee bronnen Psychologische testtheorie Resource Based View of the firm White, 1951; McClelland, 1976 Hamel and Prahalad, 1990, 1994 Competenties als onderliggend persoonskenmerk van goede presteerders Kerncompetentie als organisatie-eigenschap die blijvend concurrentievoordeel oplevert Individueel niveau Organisatieniveau
4. … en een onontwarbare knoop Acht functies (Mulder, 2001 ) Vijf doelen (Christis en Fruytier, 2006) Zeven zwarte gaten (Vinke, 2002) -tig definities (zie o.a. Merrienboer e.a.2001)
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11. Vraagstelling 2 Sluit competentiemanagement voldoende aan bij de talenten van medewerkers? Beirendonck (2010) is van mening…
12.
13.
14.
15.
16. Afstudeertraject Managerial competencies, roles, and effectiveness; r ater perceptions and organizational measures mei 2009 – mei 2010 Anne van der Lee 27 november 2010
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
Hinweis der Redaktion
Competentiedenken kent twee bronnen die nogal verschillend van aard zijn. 1. Uit de psychologische testtheorie waarbij vooral door McClelland een pleidooi werd gehouden om af te stappen van schooltoelatingstesten (waarin vooral het IQ gemeten werd) maar om te kijken over welke competenties een persoon beschikte: Testing for competences rather than for intelligence. Volgens McCelland zijn competenties dan onderliggende persoonseigenschappen die causaal gerelateerd zijn aan een effectieve en superieure vervulling van een taak, toepasbaar in velerlei situaties en over langere tijd stabiel (merk het verschil met onze competentiedefintities als klantgerichtheid op !!). Volgens McCleland zijn ze meetbaar, maar vergt het vaststellen ervan in de praktijk gedegen onderzoek. Het gaat dus om het testen van competenties op individueel niveau. Pas in de jaren negentig neemt het begrip in de strategische bedrijfskundige sfeer een vlucht. Competenties worden dan gedefinieerd als organisatie-eigenschappen die blijvend concurrentievoordeel opleveren (voorbeelden Sony) Prahalad adviseert ook Philips en geeft aan dat dat bedrijf als techniek en technologie gedreven bedrijf juist de competentie mist om de markt te raken. Uit die twee stromen ontstaat dan een onontwarbare knoop
Die competentiemanagement wordt genoemd. Vrecshillende wetenschappers proberen die knoop conceptueel te ontwarren: door definities te verzamelen en te categoriseren (Merrienboer e.a.), door specifieke doelen te noemen Christis en Fruytier); Beoordelen van competenties van medewerkers Prestaties verbeteren, Vervangen van functies (flexibiliseren), Horizontale integratie Verticale integratie, door functies te ordenen: in de aansturing van de organisatie (de sturingsfunctie); in het bereiken van de doelstellingen van de organisatie (de performancefunctie); in de communicatie binnen de organisatie (de communicatiefunctie); in de ontwikkeling van medewerkers (de ontwikkelfunctie); in de verbetering van de consistentie van het HR beleid (de horizontale integratie); in de verbetering van de organisatiestructuur en de organisatie van de arbeid (de organisatiefunctie); de aansturing van medewerkers (de managementfunctie) en de selectie van (nieuwe en zittende) medewerkers (de selectiefunctie). En door in conceptuele zin zwarte gaten aan te wijzen (komen we nog op terug), maar laten we nu eerst eens naar de huidige praktijk kijken. Vooraf Competentiemanagement is typisch iets van het Nederlands taalgebied. In het buitenland kom je het competentiedenken wel tegen, maar dan vooral in relatie tot opleidings- en arbeisdmarktbeleid (bilan de Competences)
Wat draagt competentiemanagement nu bij aan de performance van ondernemingen en instellingen? Uitkomst is eigenlijk dat: Veel respondentonderzoek geeft slechts zicht op meningen, niet op feiten; Onduidelijke causale relatie (kan ook omgekeerd zijn). in ieder geval worden pretenties niet waargemaakt.