SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 96
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Seksverslaving
en de partner dan?
Jaco van Heemskerk
Seksverslaving
en de partner dan?
Eerste druk juni 2015
Seksverslaving en de partner dan?
©2015 Jaco van Heemskerk
Dit is een eigen uitgave van:
Praktijk Puur leven
info@puur-leven.com
www.puur-leven.com
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of
openbaar gemaakt, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch,
mechanisch, door fotokopiëren, opnamen, of enige andere manier, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Inhoudsopgave
1. Inleiding................................................................................. 3
2. De enquête............................................................................ 6
3. Wanneer is mijn partner seksverslaafd?............................... 8
4. De invloed van seksverslaving op de partner ..................... 27
5. Op weg naar herstel............................................................ 51
6. Hoe werk je als therapeut aan herstel in de
partnerrelatie? .................................................................... 65
7. Conclusie ............................................................................. 76
8. Referenties.......................................................................... 79
Bijlage 1 enquête........................................................................ 81
Bijlage 2 definities van de termseksverslaving ingevuld door
de partner................................................................................... 87
Bijlage 3 proces van herstel van vertrouwen.............................91
2
Beste Jaco
Ik ben nu vijf jaar getrouwd met mijn man. Twee jaar geleden kwam ik
er achter dat hij seksverslaafd is. Hij keek veel porno en had een twee-
de msn-adres waarop hij met heel veel vrouwen camde. Hij beloofde
het nooit meer te doen, ik probeerde hem te vertrouwen, hem te ver-
geven.
Een half jaar geleden kwam ik er achter dat hij weer porno keek. Deze
keer wilde ik hem laten vallen, maar ik ben zwanger, daarom kon ik
voor mijn gevoel niet weg.
Emotioneel ben ik een wrak. Is hij even naar een andere kamer dan kijk
ik direct of hij zijn gsm mee heeft. Is dat nog een leven? En wat komt er
nog? Wat is zijn volgende stap? Zal hij me echt bedriegen met een
andere vrouw? Ik zoek waar ik de fout in ging, wat ik misdaan heb. We
hadden het goed samen, en hij kreeg veel liefde en seks. Ik weet echt
niet meer hoe ik moet omgaan met de seksverslaving van mijn man!
Inmiddels zit mijn man in therapie. Maar nu komt mijn verdriet naar
boven, mijn gevoel van verraad en ook mijn eenzaamheid. Want wie
vertel je nu dat je wel van je man houdt, maar dat hij je gewoon , om-
dat hij verslaafd is een aantal keren heeft bedrogen.
Kun jij me verder helpen?
Ilse
3
1. Inleiding
Aanleiding
De brief van Ilse is een veelzeggend voorbeeld van hoe hoog de nood
kan zijn als je eigen partner seksverslaafd is. Ik merk dat er in de prak-
tijk voor degene die worstelt met zijn verslaving voldoende aanbod is
in de hulpverlening. In de verschillende behandeltrajecten, voorname-
lijk in groepstherapieën, gaat het ook over de partnerrelatie. Maar met
anderen praten over je relatie is heel wat anders en soms gemakkelij-
ker dan er samen met je partner over te praten. Dat een seksverslaving
een grote impact heeft op de partnerrelatie is een feit, maar wat te
doen wanneer je hiermee als partner geconfronteerd wordt?
Systeemgericht werken met een ervaringsgerichte houding is een van
de basishoudingen van de opleiding Ervaringsgerichte Psychosociale
Hulpverlening en Gestalt Gezinstherapie van het Kempler Instituut. In
mijn eigen praktijk, Puur Leven, begeleid ik veel gesprekken op het
gebied van seksverslaving. Daarbij probeer ik de partner (de context)
zo vroeg mogelijk in de gesprekken te betrekken; ik heb gezien hoeveel
toegevoegde waarde dit heeft.
Maar het lukt niet altijd om de partner te helpen en de relatie te red-
den. Dat heeft enerzijds te maken met onduidelijkheid omtrent het
precieze effect dat een seksverslaving heeft op de partner en de rela-
tie; vaak is de breuk tussen de partners ook al zo groot dat uit elkaar te
gaan de enige optie lijkt.
4
Hoofdvraag
De centrale vraag van mijn onderzoek is:
Wat is het effect van seksverslaving op de partner en kan systeemge-
richt werken leiden tot herstel?
Om de centrale vraag te beantwoorden is het van belang om deze op
te delen in verschillende deelvragen:
• Wanneer is mijn partner seksverslaafd?
• Waar ligt mijn verantwoordelijkheid als partner?
• Wat voor invloed heeft de seksverslaving op mij als partner en
hoe ga ik daarmee om?
• Hoe kan een seksverslaving het beste behandeld worden als
de partner erbij betrokken is?
Het doel van het onderzoek is om meer te weten te komen over de
situatie van de partner: wat heeft hij of zij nodig, waarin kan de man of
therapeut iets betekenen? Het uiteindelijke doel van de therapeut is
tenslotte, zichzelf overbodig te maken door naar herstel toe te wer-
ken.
Ten behoeve van de eenvormigheid wordt in dit onderzoek steeds
uitgegaan van een heterorelatie, waarbinnen de seksverslaafde als
mannelijk wordt voorgesteld, en de partner als vrouwelijk. In de prak-
tijk hoeft dit natuurlijk niet zo te zijn. Het is bekend dat er ook vrou-
wen met een seksverslaving te maken hebben, en dat ook homostellen
worstelen met dit probleem.
5
Werkwijze
Veel vragen zijn beantwoord vanuit literatuuronderzoek en ervaringen
vanuit het werk in mijn praktijk Puur Leven (Practice Based Evidence).
Verder is er een enquête opgesteld, verspreid en verwerkt om ant-
woorden te verzamelen die partners van seksverslaafden zelf op diver-
se vragen geven.
6
2. De enquête
Het was een uitdaging om dit onderzoek zo ervaringsgericht mogelijk
te schrijven en de theorie te onderbouwen met praktijkvoorbeelden.
Daarom is er een enquête opgesteld (zie bijlage 1) met vragen die uit
de literatuur naar voren zijn gekomen.
De enquête is gebruikt als hulpmiddel en is daarom niet op weten-
schappelijke wijze geanalyseerd en gevalideerd. De resultaten zijn zo
verwerkt, dat de vertrouwelijkheid en anonimiteit van de responden-
ten gegarandeerd blijft. Omdat de praktijkvoorbeelden die in dit on-
derzoek beschreven worden op waarheid berusten, zijn de persoons-
namen die daarin genoemd worden gefingeerd.
De enquête is in totaal 147 keer ingevuld en is voornamelijk verspreid
door stichting Kostbaar Vaatwerk. De enquête is ingevuld door diege-
ne die te maken hebben met een partner die seks- of pornoverslaafd is
of is geweest. Er is gevraagd naar de leeftijd van de respondenten.
Deze lijkt normaal verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën,
waarbij de meesten tussen de dertig en veertig jaar oud zijn, zie figuur
1.
Figuur 1:leeftijdscategorieën respondenten.
19%
32%28%
21% jonger dan 30 jaar
30-40 jaar
40-50 jaar
ouder dan 50 jaar
7
Van de respondenten heeft 85% een relatie met de (ex-)verslaafde en
heeft 14% geen relatie meer met de man; 1% heeft deze vraag niet
beantwoord. Bij de meeste respondenten (39%) is het langer dan vijf
jaar geleden dat zij ontdekte dat haar partner seksverslaafd is of was.
Bij 12% is dit minder dan een jaar geleden.
Figuur 2: tijdspad uitkomen verslaving.
Bovenstaande statistieken geven een kort beeld van de achtergrond
van de respondenten. Deze zijn representatief genoeg om reacties met
elkaar te vergelijken, te analyseren en te verwerken in dit onderzoek.
De resultaten van de enquête zijn in verschillende vormen verwerkt in
dit onderzoek.
13%
17%
30%
40%
minder dan een jaar
1-2 jaar
2-5 jaar
meer dan 5 jaar
8
3. Wanneer is mijn partner seksverslaafd?
Inleiding
In dit hoofdstuk staat de vraag centraal: wanneer is mijn partner seks-
verslaafd? Wat is een seksverslaving eigenlijk, en hoe groot is het pro-
bleem? Dekt de term seksverslaving wel de lading, en hoe herken je
deze verslaving bij je partner? Ook komt in dit hoofdstuk de behande-
ling van de verslaafde aan bod: hoe gaat dat in de alledaagse praktijk?
Of je nu een man of een vrouw bent met een seksverslaafde partner is
niet relevant: mannen en vrouwen lijden op de dezelfde wijze onder
het probleem. Het essentiële verschil is, dat de seksverslaafde weet
wat er aan de hand is: hij heeft kennis en ervaring en in die zin een
vorm van regie. De ander, de partner, lijdt passief onder het probleem.
Uit dit laatste komt veel lijden voort: het probleem overkomt je, en je
hebt geen enkele grip op de feiten, de geschiedenis, de waarheid en
de betekenis van het gedrag van de ander (van Zessen 2012).
Wat is seksverslaving, en dekt deze term wel de
lading?
De term ‘seksverslaving’ is vooral gaan leven na 1980, in de periode na
de seksuele revolutie. Wat als vrijheid voelde, bleek ook onvrije ele-
menten met zich mee te brengen, zoals verslaving en andere onge-
wenste gevolgen, zoals herpes en aids. Carnes (1983) is waarschijnlijk
de meest actieve pleitbezorger van het seksuele verslavingsmodel,
waarin hij seksverslaving vergelijkbaar acht met verslavingsziekten als
alcoholisme en de verslaving aan psychotrope stoffen.
Seksverslaving werd in DSM-III (diagnostisch en statistisch handboek
voor psychische stoornissen,1980) genoemd in de restcategorie van de
seksuele stoornissen, maar in DSM-IV (1994) kwam seksverslaving
9
helemaal niet voor. Vanaf mei 2013 zouden deze problemen voor het
eerst sinds 1980 weer een plekje krijgen in deze diagnosebijbel voor
psychiaters; ‘zouden’, want op het laatste moment is de omstreden
diagnose 'hyperseksuele stoornis' uit de vijfde editie van dit invloedrij-
ke werk geweerd. In verschillende veldonderzoeken was geprobeerd
onafhankelijk vast te stellen of het mogelijk was de diagnose ‘hyper-
seksuele stoornis’ te stellen, maar dat stuitte op teveel kritiek om dit
eenduidig te kunnen vaststellen.
Na dertig jaar discussie lijkt er nog steeds geen overeenstemming te
zijn over de aard en exacte definiëring van seksverslaving. Elke manier
van kijken heeft zijn waarde, al is het maar omdat het gaat om een
complex en veelvormig geheel aan klachten, achtergronden, conse-
quenties en mogelijke therapeutische ingangen.
Definitie seksverslaving
Goodman (1998) geeft een definitie die de lading van een seksversla-
ving lijkt te dekken: hij heeft het over ‘gedrag dat buiten de actieve
controle valt en dat negatieve consequenties heeft’. Hierbij gaat het in
eerste instantie om de negatieve consequenties voor de persoon zelf,
evenals voor de omgeving (partner, gezin et cetera). Van Zessen
(2011), die er zelf overigens geen voorstander van is om het complexe
probleem te definiëren, maakte hier een uitgebreide versie van: ‘Seks-
verslaving is het vastzitten in een repeterend gedragspatroon dat de
betrokkene wel wil, maar niet kan veranderen, terwijl het patroon tot
overwegend negatieve consequenties leidt voor de persoon zelf of de
omgeving.’
Een ander passende en zeer sprekende definitie is:
Het gevoel dat seksueel gedrag sterker is dan jezelf.
10
Bovenstaande definities komen sterk naar voren in praktijkvoorbeel-
den, waarbij dwangmatig gedrag (controleverlies) en het ervaren van
negatieve gevolgen de belangrijkste kenmerken zijn. De gevolgen gel-
den vaak niet alleen voor de persoon zelf, maar ook voor de omgeving
(partner, gezin, werk en dergelijke). Van Zessen (2011) beschrijft dat
de relationele context mede bepaalt of het een probleem wordt of
niet.
Probleemdefinitie van de partner
Wanneer is iemand verslaafd? De sterkte van het verlangen en de
frequentie of intensiteit van het gedrag kunnen moeilijk langs de
meetlat gelegd worden. Om de definitie van een seksverslaving en de
invloed die deze verslaving heeft op de partnerrelatie te verhelderen,
is deze vraag in de enquête algemeen gesteld: “Wanneer vindt u dat
iemand seksverslaafd is?”
Uit bijna alle reacties werd duidelijk dat deze vraag door de respon-
denten persoonlijk opgevat werd met betrekking tot het probleem van
de eigen partner. Er is op deze vraag geen eenduidig antwoord te ge-
ven: het probleem werd heel verschillend ingekleurd.
Natuurlijk is het zo dat de vraag wanneer ben je nu verslaafd vooral
gaat leven wanneer je binnen je relatie of omgeving geconfronteerd
wordt met het feit van verslaving. In figuur 3 zijn de antwoorden van
de open vraag samengevat in een woordwolk. De woorden ‘problema-
tisch’, ‘gedrag’, ‘porno’, ‘partner en huwelijk’ springen eruit, en onder-
bouwen de hierboven gestelde definities.
11
Figuur 3: samenvatting definities partners.
Een aantal definities die partners gaven (zie bijlage 2 voor meer defini-
ties):
“Het gedrag was problematisch omdat zijn hele gedrag en emotionele
wereld erop was gericht zonder dat hij dit kon stoppen. Liegen, mas-
turberen en buitenechtelijke relatie(s). Veranderde uiting van zijn emo-
ties en zijn seksualiteit met mij. Ik was de man kwijt waarmee ik was
getrouwd.”
“Wanneer hij een blijkbaar onweerstaanbare drang heeft om dit ge-
drag te beleven en hij niet aarzelt om hiervoor leugens en uitvluchten
te verzinnen.”
“Als het de seksualiteit en intimiteit verstoord. Maar ook (stiekeme)
zelfbevrediging is heel kwetsend en vernederend. Seksualiteit is een
intiem bindmiddel tussen man en vrouw en alles wat daar tussen komt
heeft hoe dan ook een effect”.
“Als het de relatie met het gezin/partner negatief beïnvloedt, min-
der/geen aandacht meer voor gezinsactiviteiten vanwege de constante
hunkering naar porno/daten/fysieke contacten etc.
12
Het ergste vind ik het dat hij het verbergt voor mij en er niet/nauwelijks
ook achteraf mee komt. Daarnaast vind ik het moeilijk dat het altijd
achter je rug om gebeurt (logisch, maar pijnlijk en destructief voor ons
huwelijk), een paar meter bij mij vandaan, als ik boven op bed lig, of als
hij op zolder (thuis) werkt. Het 'ja' zeggen, maar 'nee' doen - valse
beloftes doen....”
Het doel van het verhelderen van het probleem en de definitie is voor-
namelijk bewustwording. Helaas gebeurt dat vaak pas wanneer je
geconfronteerd wordt met het probleem. Als je op voorhand helder
voor je ziet wanneer het gedrag van een seksverslaafde partner voor
jezelf problematisch wordt, zorgt dit ervoor dat je van daaruit je ver-
antwoordelijkheid en je grenzen heel helder richting je partner kunt
stellen.
Maar wat nu als je als partner de enige bent die het gedrag ziet als een
probleem en daarbij merkt dat de ander eigenlijk niet eens wil veran-
deren – is er dan wel sprake van een probleem? Dit zijn veel voorko-
mende vragen en gedachtes. Voor je het weet sta je als partner onvol-
doende sterk in je schoenen en wordt het probleem verdund door
reacties van je verslaafde partner, zoals: ‘Iedereen kijkt wel eens por-
no.’
Het is daarbij belangrijk om vast te houden aan je eigen gevoel van
normen en waarden. Stel van daaruit grenzen die voor jou belangrijk
zijn en laat je niet afzwakken met opmerkingen als, ‘Iedere man doet
het’, of ‘Het is toch normaal?’ Door zeer duidelijke grenzen te stellen,
aangevuld met acties die nodig zijn om je partner te activeren, zorg je
ervoor dat de verantwoordelijkheid ook bij je partner komt te liggen.
Zeker in het begin als je midden in de crisis zit (bij het uitkomen van
het probleem) zijn dit de belangrijkste stappen om te nemen.
13
Wie teveel vast blijven zitten in het definiëren of het helder krijgen van
de term gaat loopt het gevaar voorbij te gaan aan waar het vooral om
moet gaan bij een seksverslaving. Het is niet een stoornis die zomaar
vast te stellen is, maar een patroon waar iemand in vast komt te zitten
of zich dat nu uit in een obsessief masturbatiepatroon, het kijken van
porno of in de omgang met wisselende partners of prostituees. Seks-
verslaving gaat in de kern niet om een verslaving aan seks, maar gaat
veel dieper: het gaat om een verslaving aan een patroon van onvervul-
de behoeftes, pijn en emoties.
Hoe groot is het probleem?
Het probleem is moeilijk op een wetenschappelijke manier te kwantifi-
ceren. Er zijn wel veel statistieken en analyses die inzicht geven in de
beleving van seksualiteit door bijvoorbeeld het kijken van porno.
Als we kijken naar de statistieken uit verschillende onderzoeken dan
weten we in ieder geval het volgende (De Graaf 2012):
• 25% van alle zoekopdrachten op internet heeft met porno te
maken (68 miljoen opdrachten per dag).
• De gemiddelde leeftijd waarop kinderen voor het eerst porno
zien is 11 jaar.
• 50% van alle jongeren kijkt porno (30% meiden en 70% jon-
gens).
• 85% van de jongeren doet aan zelfbevrediging.
Oftewel: wie komt er tegenwoordig niet in aanraking met pornografie
en seksualiteit? Hoe ga je daar individueel of in een relatie mee om? In
de praktijk komt vaak de vraag naar voren hoe groot het probleem is.
De belangrijkste onderliggende vraag daaraan lijkt te zijn:, ‘Ik ben toch
niet de enige?’ Het onbekende en het gevoel van schaamte maakt de
vraag van de partner ook moeilijk bespreekpaar in haar directe omge-
14
ving. Voor je het weet zit je net als je verslaafde partner in een isole-
ment, omdat je nergens met je vraag naartoe kunt en durft.
Bepaald gedrag, zoals het kijken van porno, dat in de ene relatie zon-
der probleem of zelfs met plezier wordt geïntegreerd, kan in een ande-
re relatie reden vormen voor scheiding of diepe onzekerheid bij de
partner. Het kijken van porno wordt door veel partners als vreemd-
gaan ervaren (Van Rijsingen, 2008).
Of het gedrag nu het bekijken van pornobeelden betreft of echte sek-
suele contacten, of het kortdurend of jarenlang wordt beoefend, of
het om romantische relaties gaat of alleen maar om seks, maakt voor
de mate van kwetsing niet zo veel uit. Vrouwen kunnen door het stie-
kem plaatjes kijken van hun man net zo van slag zijn als anderen die
horen dat hun man al twintig jaar andere vriendinnen heeft.
Al de statistieken en feiten maken iemand nog niet seksverslaafd. Juist
de enorme anonimiteit zorgt ervoor dat het niet goed te kwantificeren
is hoeveel mannen en vrouwen daadwerkelijk verslaafd zijn. Het feit
dat iemand überhaupt af en toe porno kijkt zou al problematisch kun-
nen zijn binnen een relatie. Waar ligt de grens?
In conclusie is de belangrijkste vraag die een partner zich moet stellen,
hoe je het probleem zelf definieert en hoe groot het probleem binnen
jullie relatie is.
Seksverslaving behandelen als symptoom
Er zijn diverse online vragenlijsten verschenen (zoals http://www.ben-
ik-seksverslaafd.nl/heb-ik-hulp-nodig.html) die zich vooral richten op
symptomatische klachten. Zulke vragenlijsten zijn in eerste instantie
belangrijk om het probleem te constateren. Als er daadwerkelijk een
probleem is, behandel je dit dan als een symptoom, zoals in het 12-
15
stappenplan, of ligt het daadwerkelijke probleem misschien dieper dan
gedacht?
Oorzaak van het probleem
Het zoeken naar de oorzaak of het begin van het probleem is een vaak
gehoorde behoefte van zowel de (ex-)verslaafde als de partner. De
achterliggende gedachte hiervan is, dat het vinden van de oorzaak van
de seksverslaving kan helpen om de problematiek beter te leren be-
grijpen. De gedachte is vaak, ‘Als we de oorzaak weten, dan kunnen we
die aanpakken.’ Veel behandelingsmethodieken zijn hierop gericht,
zoals de methodes die afgeleid zijn van het 12-stappenmodel van Al-
coholics Anonymous – maar is dat terecht?
De oorzaak van seksverslaving is onderzocht door onder anderen Goe-
de (2003), Carnes (1989) en van Zessen (1995). Daarbij is seksversla-
ving vaak gelinkt aan verslavingen door pijn uit het verleden. Carnes
beschrijft dat seksverslaving een ziekte is die ontstaat als overlevings-
strategie bij kinderen die misbruikt, mishandeld of verwaarloosd zijn,
of die op een andere wijze zijn grootgebracht die niet aansluit bij de
natuurlijke behoeften van een kind. Uit een al wat ouder onderzoek
van Carnes (1989) blijkt ook dat 81% van de seksverslaafden als kind
seksueel misbruikt is, 72% fysiek en 97% emotioneel.
Predisponerend, oftewel bevorderend voor de aanleg voor een vol-
wassen seksverslaving, waren in het onderzoek van Van Zessen (1995)
onder andere:
• een emotioneel koud gezin;
• een angstige of vermijdende hechting;
• emotionele verwaarlozing of geweld (traumatische ervaring in
de kindertijd);
16
• een sociale en seksuele buitenstaanderspositie in de tiener-
tijd;
• een ‘hoekige’ seksuele leercurve (niet geleidelijk aan leren
experimenteren met verliefdheid, zoenen, opwinding, enzo-
voort, maar plotseling geïnitieerd worden.
Zoals in een eerdere scriptie door Ferdinand Bijzet (Collums ring 2004)
is beschreven, is het verslavingsgevaar van cyberseks zeer groot. Dit
wordt bevorderd door de grote beschikbaarheid van seks op internet,
op tv, via de telefoon en zelfs op straat.
Veel cliënten geven aan dat er langzaam een patroon is ontstaan,
vooral in de puberteit, en dat zij erachter kwamen dat het een ge-
woonte werd om seks, in welke vorm dan ook, te gebruiken als een
verdovend middel. Door een herhalend patroon zijn de hersenen ge-
wend geraakt om pijn, stress en allerlei andere negatieve gevoelens te
parkeren en er een kortstondig genot van te maken. Geleidelijk aan
raak je zo verslaafd aan een patroon om seks te gebruiken als een
‘pornocetamol’ (www.pornocetamol.nl) waardoor vervelende en pijn-
lijke gevoelens tijdelijk worden verdoofd.
In de huidige praktijk is een daadwerkelijke oorzaak vaak moeilijk te
vinden. Het lijkt dan ook niet zinvol om daar uitgebreid naar te graven.
De ervaring leert dat het in de beginfase uitgebreid ingaan op de oor-
zaak zelden verklaringen oplevert, en dat dit weinig tot geen effect
heeft op het symptoomgedrag zelf. Het is belangrijker om de focus te
leggen op waar het in het hier en nu werkelijk om moet gaan, name-
lijk: wie is de man of vrouw achter het symptoom? De onderliggende
oorzaak kan voor de partner en de therapeut vaak wel zinvol zijn om
degene die de symptomen vertoont beter te begrijpen of te leren
kennen.
17
Maar wat is een symptoom, waar komt dat vandaan, en waar staat het
voor? Om op deze vragen een antwoord te vinden is het goed om
eerst terug te gaan naar een beschrijving van de basisbehoeften van
mensen, vanwege de sturende invloed die deze behoeftes hebben op
al onze relaties en interactiepatronen.
Verbondenheid en autonomie
Als we kijken naar de visie van de EPT (Ervaringsgerichte Psychosociale
Therapie) zien we dat kinderen probleemgedrag ontwikkelen door
destructieve interactiepatronen. Dit komt doordat er een evenwicht
nodig is aan twee basisbehoeften: verbondenheid en autonomie. Dit in
relatie met ons innerlijk evenwicht aan niet en wel toegestane delen.
In deze paragraaf wordt dit nader uitgewerkt.
Aan bijna ieder menselijk streven liggen twee basisbehoeften ten
grondslag. In de eerste plaats is er de behoefte om van betekenis te
zijn voor (belangrijke) anderen: de behoefte om coöperatief te zijn en
voor de ander te zorgen. Dit is de behoefte aan verbondenheid. In de
tweede plaats is er de behoefte om de eigen mogelijkheden te realise-
ren, de eigen behoeften te bevredigen en goed voor zichzelf te zorgen.
Dit is de behoefte aan autonomie. De opgave waarvoor mensen zich
gesteld zien, is om beide behoeften te realiseren en ze te integreren:
om binnen het zorgen voor de ander ook op te komen voor de eigen
belangen.
18
De uitwerking van het tweedimensionale classificatiesysteem van
autonomie en verbondenheid is verder uitgewerkt in de scriptie van
Bijzet (2004) en heb ik in figuur 4 samengevat.
Figuur 4: classificatiesysteem van autonomie en verbondenheid.
Het belangrijkste wat uit deze diagram naar voren komt is dat kinderen
die uit verwaarloosde gezinnen komen, zich weinig autonoom (-Z) en
weinig verbonden (-A) voelen. Zij hebben vaak de boodschap meege-
kregen dat zij het niet waard zijn om tijd in te steken, en dat ze zelf
moeten zorgen voor de bevrediging van hun eigen behoeften: ze krij-
gen een laag zelfbeeld. Hierdoor leren kinderen af om afhankelijk te
zijn van anderen, maar leren ze ook niet zichzelf lief te hebben en te
waarderen. Als kinderen niet langer behoeftevervulling van een ander
verwachten, stoppen ze met het zoeken van verbondenheid en gaan
ze zelf zorgen voor hun eigen behoeftebevrediging. Deze kinderen
19
kunnen nauwelijks een gevoel van eigenwaarde opbouwen, en ont-
wikkelen meestal symptoomgedrag zoals een seksverslaving (Bijzet
2004).
Ook het kluwengezin (-Z, +A) is een gezinspatroon dat kan leiden tot
verslavingsgedrag. Dit sluit aan bij wat Bouwkamp en Bouwkamp
(1995) schrijven: “Een drugs- of gokverslaafde is zelden de eerste in
zijn gezin die geen nee kan zeggen.” Meestal zien we in dergelijke
gevallen dat één van de ouders (vaak de moeder) of beide ouders geen
nee kunnen zeggen tegen de wensen van hun kind en geen eisen stel-
len aan de eigen verantwoordelijkheid van het kind. De ouders leren
het kind niet stilstaan bij de eigen behoeften. Hierdoor leert het kind
niet te herkennen wat het werkelijk wil, en kan er een patroon ont-
staan waarin het kind de behoeften met seksueel gedrag leert te be-
vredigen.
Het streven naar autonomie en verbondenheid is een centraal thema
voor zowel de verslaafde als de partner (Bouwkamp 1999). Wanneer
de balans tussen autonomie en verbondenheid verstoord raakt, zal je
moeten leren omgaan met conflicten en ga je jezelf daarin aanpassen.
De EPT spreekt van ‘ervaringserfgoed’: de ideeën, gevoelens en gedra-
gingen die zijn doorgegeven in de opvoeding, zijn geïnternaliseerd. Een
deel, het inhoudelijke facet, heeft betrekking op wat een kind wel en
niet toegestaan is te ervaren en te uiten.
Het streven naar een evenwicht is geen gemakkelijk opgave, want
datgene waar je behoefte aan hebt strookt niet altijd met wat anderen
die belangrijk voor ons zijn van ons verwachten, of met wat je van
jezelf verwacht. Soms ben je niet in staat om dit conflict, dat zich zowel
binnenin onszelf als tussen onszelf en anderen kan afspelen, op een
bevredigende wijze naar buiten te brengen of op te lossen. Dan staan
20
wij voor de vraag hoe wij nu nog zorg kunnen dragen voor onszelf en
tegelijkertijd een goede relatie met de ander kunnen onderhouden. Dit
dilemma vormt de kern van veel problemen en symptomen waar men-
sen mee te maken krijgen.
Wel en niet-toegestane delen
Elke man of vrouw wil erkenning van zijn of haar autonomie, van een
eigen bestaan, en wil zelf beslissingen kunnen maken; maar iedereen
wil ook verbondenheid, het relationele onderdeel. Eenieder moet
leren om samen met anderen te leven zonder zichzelf of anderen te-
kort te doen. Als het door jezelf niet toegestaan wordt bepaalde ge-
voelens, gedachten en gedragingen te uiten, wordt dat ontkend en
genegeerd. Het gehoorzamen aan wat verwacht wordt, dus kiezen
voor verbondenheid, levert patronen op, die ook in latere relaties een
rol spelen.
In figuur 5 is weergegeven hoe de wel en niet-toegestane delen een rol
spelen in de persoon zelf en waar symptoomgedrag tot uitdrukking
komt.
21
Figuur 5: schematisering wel en niet toegestane delen
Het toegestane deel is de sterk ontwikkelde kant van je innerlijk ge-
voelsleven die als goed ervaren wordt, oftewel het uiterlijk zichtbare
gedrag. Het niet-toegestane deel is die kant die vaak onzichtbaar is, die
zich echt in het innerlijk afspeelt. Dit gedeelte is vaak zwak en ongedif-
ferentieerd en wordt door het individu als slecht ervaren. Er zijn echter
wel gevoelens en gedachten uit het niet-toegestane deel die om uit-
drukking vragen (in het schema verbeeld door de dikke pijl). Op de
scheidslijn ontstaat een interne dialoog waarin veroordeling van en
verzet tegen datgene wat niet toegestaan is, samenkomen.
Om de interne controle te handhaven, streven de toegestane delen
naar macht, status en prestige. Hiermee controleren ze niet alleen de
interne en externe relaties; ze gebruiken dit ook om de gevoelens van
22
onmacht, verdriet en wanhoop van de niet-toegestane delen te com-
penseren.
Dit onderscheid tussen als goed en slecht ervaren gevoelens, dat is
ontstaan door een ongezonde hiërarchische relatie in de jeugd, kan
ook in andere relaties in het volwassen leven een rol gaan spelen, zoals
in een partnerrelatie.
Symptoomgedrag
Wanneer een kind van de ouders altijd vriendelijk moet zijn en nooit
boos mag zijn, maar het zich wel driftig en boos voelt, dan zal het deze
woede proberen te onderdrukken. Het onderdrukken van (heftige)
impulsen kost altijd moeite en levert veel spanning op, zeker bij een
kind. Daardoor kan een kind en later ook als tiener en volwassene niet
gewoon zijn wie hij of zij is. De kans is groot dat het autonome zenuw-
stelsel, bij gebrek aan een psychologisch effect, op deze stress zal rea-
geren met een lichamelijke reactie. Dit is het begin van symptoomge-
drag. Symptoomgedrag, zoals nagelbijten, begint vaak al op relatief
jonge leeftijd. Ook op jongvolwassen leeftijd kunnen de symptomen
zich ontwikkelen, en ook die beginnen meestal acceptabel. Een hard-
werkende man zal bijvoorbeeld ’s avonds televisie gaan kijken, veel
eten en veel drinken om het gat in zijn persoonlijke leven te dichten.
Mensen ontwikkelen op deze wijze uiteindelijk klachten en ver-
slavingsgedrag. En voor je het weet functioneren symptomen als blik-
semafleiders of als een soort brandblussers die in werking gesteld
worden wanneer het niet-toegestane deel in opstand dreigen te ko-
men. Al gauw zoek je een manier om de spanning en de pijn te verlich-
ten en zoek je een patroon.
Mensen vertonen op verschillende manieren verhullend symptoomge-
drag: bijvoorbeeld door het gebruik van alcohol of drugs, afwijkend
23
seksueel gedrag, gokken, overwerken, overeten, overspel, roekeloos
rijden, of dwangmatige handelingen. Wanneer deze brandblussers
geactiveerd worden, kunnen zij de persoon zo te overheersen, dat
deze een urgente dwang voelt om zich met de zelf verstikkende activi-
teit te verbinden (Bouwkamp 2009).
Zulke symptomen hebben een drietal functies (De Vries 1987):
• Het symptoom signaleert dat er een probleem is dat wij niet
kunnen oplossen.
• Het symptoom beschermt ons en onze omgeving voor het
onder ogen zien van dat probleem: het beschermt ons tegen
pijn.
• Het symptoom stelt ons in staat om te kunnen blijven functi-
oneren in een impasse.
Door ervaringen in relaties kan de verbindingslijn tussen het toegesta-
ne en niet-toegestane deel meer openingen gaan vertonen en kunnen
niet-toegestane delen bewerkbaar worden. Daardoor kan ook wat
eerst niet toegestaan was, ontwikkeld worden en bijdragen aan het
gevoel van autonomie, het mogen zijn wie je bent, en aan verbonden-
heid met anderen. Zo kunnen uiteindelijk meer volledige relaties aan-
gegaan worden.
Een groot deel van de hulpverlening in Nederland lijkt gebaseerd op
het seksverslaving-als-ziekte-model. Dit model ziet seksverslaving als
equivalent van alcoholisme en drugsverslaving, als een ziekte met een
vaak progressief verloop. Daaruit vloeit een behandelnadruk voort op
het wegnemen van de seksuele symptomen (Van Zessen 2011).
24
Als de behandeling zich dus puur richt op het symptoomgedrag van
seksverslaving, ga je voorbij aan waar deze verslaving voor staat. Dat
kan er zelfs voor zorgen dat de verslaafde zich de baas wordt over zijn
verslaving, maar vervolgens weer vervalt in een ander verslavingspa-
troon, bijvoorbeeld een patroon van hard werken. De focus op het
niet-toegestane deel (gevoelens en behoeftes die je niet toe laat) is
een wezenlijk onderdeel binnen een behandeling.
In het onderstaande kader wordt een praktijkvoorbeeld gegeven ter
verduidelijking van deze theorie.
Het verhaal van Martin
Ik was altijd en nog steeds erg begaafd in het geven van presentaties op mijn werk. Ik
stond voor grote zalen met veel belangen mijn verhaal te doen en het lukte me uitste-
kend daarin te blijven staan, ook in lastige situaties. Ik werd daar enorm voor gewaar-
deerd en bewonderd. Ik had de drive om het nog meer en beter te willen doen.
Echter niemand wist hoe veel moeite het me eigenlijk koste en hoeveel porno ik eigen-
lijk nodig had om echt te blijven staan (dat speelde op meerdere fronten in mijn leven:
werk en relaties).
Voor een dergelijk ‘spannend’ moment sliep ik van te voren heel slecht. Ik was en ben
onzeker en eigenlijk heel erg bang om te falen, dus deed ik nog maar meer mijn best
en uiteindelijk had ik nog meer porno nodig om dat gevoel te onderdrukken. Overigens
wist ik dat op dat moment ook niet waardoor. Ik kwam er achter toen ik ging stilstaan
bij waar het symptoomgedrag nu eigenlijk voor stond. Een belangrijke stap was in
eerste instantie om gewoon eens stil te staan bij wat er daadwerkelijk van binnen
speelt.
Leren dat te ervaren en te bestempelen als ‘ok’ (je zo onzeker voelen is ‘ok’) heeft mij
geholpen dit gevoel te delen, in eerste instantie met mijn partner. De onzekerheid ging
en gaat niet weg maar het mag er steeds meer zijn!
25
Als je als partner betrokken wordt in de therapie en daarin duidelijk-
heid krijgt over waar het symptoomgedrag van de partner voor staat,
leert de praktijk dat er gemakkelijker een omslag kan plaatsvinden in
hoe je aankijkt tegen je partner: je kunt hem gaan zien als slachtoffer
in plaats van als dader. Je partner is vaak niet seksverslaafd omdat hij
enkel een drang heeft naar seks; het obsessieve seksuele gedrag staat
ergens anders voor. Met dat inzicht ontstaan er tevens mogelijkheden
voor jou als partner om bij te dragen in het veranderen van dit gedrag,
zonder dat je verantwoordelijk wordt voor het probleem.
Symptoomgedrag bij de partner
Ook als partner heb je vaak symptoomgedrag ontwikkeld als antwoord
op het verslavingsgedrag van je man, en voor je het weet reageer je
vanuit dit (aangeleerde) patroon. Zulke patronen zijn voor beide part-
ners destructief en leiden vrijwel altijd tot een impasse (Bouwkamp
2010). Dit uit zich bij de vrouw vaak in een controlerende of verwijten-
de houding.
Een veel voorkomend patroon is dat je als vrouw op een controlerende
manier (als control freak) gaat reageren op je partner. Maar waarom
wil je het gedrag van je partner controleren? Omdat je bang bent.
Door controle probeer je grip op deze angst te krijgen. Maar de reali-
teit is anders: de controle roept extra angst op, of je nu wat vindt of
niet. Want ook als je niets vindt, heeft de praktijk bewezen dat je man
alsnog tegen je kan liegen. Controle dwingt hem daarnaast in de kind-
positie: Hij zal je of braaf geruststellen, of hij zal niets meer durven te
zeggen om je niet bang te maken. Op beide manieren kan hij je toch
niet geruststellen. Het symptoomgedrag is de controle: dit verhult het
niet-toegestane deel, namelijk angst – en angst heeft iets anders nodig
26
dan controle. Voor je het weet zit je als stel in een patroon zoals dat
wat hierboven beschreven is, dat zich eindeloos kan herhalen.
Een andere, volwassener houding, is dat de bedrogen partner over
haar angst gaat praten, en dat de man haar daarin hoort en gerust-
stelt: hij kan haar troosten als partner. Beide reacties zijn onderdeel
van een volwassen opstelling en leren de partners om te gaan met het
niet-toegestane deel.
Eenzelfde patroon geldt voor de reacties van aanklagen en verwijten.
Waarom verwijt iemand een ander iets? Omdat er pijn en wantrouwen
is. Wat deze reacties echter voorkomen, is dat deze pijn op een goede
manier boven water komt. Er komen in deze reacties alleen maar ver-
wijten en boosheid naar voren. Deze lokken vaak enkel meer verwijten
of zwijgzaamheid uit. Want wat kun je als man zeggen op verwijten die
waar zijn? Uiteindelijk krijgt geen van beide partners wat ze nodig
hebben: de bedrogene partij krijgt geen geruststelling en troost, de
bedriegende partij wordt de kans om te troosten ontnomen.
Een volwassen reactie heeft zoals gezegd te maken met onthulling.
Wanneer een bedrogen vrouw onthult wat er emotioneel gezien in
haar gebeurt, dwingt zij de man in een troostende houding. Helaas
kunnen veel mannen vanuit schaamte die positie niet innemen. Hierbij
is stimulans vanuit de therapeut erg belangrijk.
Het zicht hebben op deze patronen kan de therapeut helpen om nega-
tieve interacties tussen de partners stop te zetten en om te buigen
naar positieve reacties. Hoe de therapeut dat het beste kan doen is
beschreven in de volgende twee hoofdstukken.
27
4. De invloed van seksverslaving op de
partner
Er is al veel geschreven over de gevolgen van seksverslaving voor de
verslaafde zelf, maar deze raken ook de partner. In dit hoofdstuk staat
het effect van de seksverslaving op de partner centraal. De effecten
kunnen opgesplitst worden in verschillende fasen:
• tijdens de verslaving;
• bij het uitkomen/de onthulling;
• tijdens de verwerking;
• tijdens herstel.
Hoewel deze effecten vooral toegespitst worden op de vrouw, richt dit
onderzoek zich ook op de partnerrelatie zelf: hoe is de houding van de
verslaafde geweest tijdens dit proces? Welke rol kan de verslaafde
spelen in de verschillende stadia van herstel van de partner, en wat is
daar voor nodig?
Effect ten tijde van de verslaving
Er zijn veel effecten van seksverslaving bekend die zich afspelen bin-
nen de relatie, en die bewust en onbewust door de partner ervaren
worden. Gevolgen op emotioneel en lichamelijk niveau (bijvoorbeeld
op het vlak van de intimiteit), maar soms ook op financieel niveau
raken altijd ook de partner.
28
Effecten bij het uitkomen van de verslaving: de
vrije val in het diepe
Iets wat van grote invloed kan zijn op het effect van het uitkomen van
de seksverslaving, en ook op eventuele stappen naar herstel, is de
manier waarop de verslaving aan het licht komt. De wijze van onthul-
ling van het geheime seksleven van de verslaafde heeft een enorme
invloed op hoe diep de partner gekwetst word (Rijsbergen 2009), zie
onderstaand voorbeeld:
‘Dat hij met een ander geslapen heeft, daar kan ik hopelijk nog wel
over heen komen, maar dat hij het me niet zelf heeft verteld, daardoor
voel ik me pas echt verraden.’
Vrouwen die al lang het gevoel hebben dat er iets niet klopt, worden
door hun verslaafde partner soms weggezet als argwanend, overge-
voelig, hysterisch, ouderwets. Wanneer achteraf uitkomt dat zij al die
tijd gelijk gehad hebben, kwetst dit hen vaak dieper dan het besef dat
de ander voortdurend bezig was met porno of andere vrouwen.
In de enquête is gevraagd hoe de seksverslaving aan het licht kwam. In
meer dan de helft (53 %) van de situaties ontdekte de partner zelf de
verslaving, vaak bij toeval (zie figuur 6). De volgende situaties kwamen
voor:
• het op heterdaad betrappen van de seksverslaafde achter de
computer;
• bij het lezen van de internet- of telefoongeschiedenis;
• onverklaarbare afspraken;
• financiële uitgaven;
• enzovoort.
29
Toch blijkt dat steeds meer verslaafden (31%), ook door het doorbre-
ken van het taboe op seksverslaving, zelf met het probleem bij hun
partner komen. Opvallend is, dat 67% van degenen die de verslaving
zelf openbaarden jonger is dan 40 jaar. Vrouwen boven de leeftijd van
40 ontdekten de verslaving van hun partner eerder zelf.
Figuur 6: Hoe kwam de seksverslaving aan het licht?
Er is nog een kleine groep respondenten (5%) die aangaf door iemand
anders met de seksverslaving geconfronteerd te zijn. Hierbij kun je
denken aan vrienden of familie, maar ook bijvoorbeeld aan personen
met wie door de verslaafde gechat of gedatet heeft.
Daarbij zijn er ook nog een aantal overige reacties gegeven, waarvan
hieronder een selectie is weergegeven:
“Al van voor ons huwelijk speelde dit, maar steeds vonden we het
woord verslaving te beladen voor de situatie, totdat hij afgelopen zo-
mer met nieuwe details uit zijn verleden kwam, toen was daar ineens
31%
53%
5%
11%
Hij kwam er zelf mee
Ik ontdekte het zelf
Iemand anders confronteerde mij
ermee
Overige reacties
30
deze conclusie: je bent verslaafd. De hulpverlener reageerde verbaasd
dat wij het niet eerder door hadden. We hadden hem wel uitgekozen
omdat hij gespecialiseerd is op dat gebied.”
“hoge mobiele telefoonrekening of ik stelde een vraag over verdwenen
geld.”
“openbaring van God in een droom”
“Hij stortte in toen zijn geheime sexdate niet doorging en moest toen
wel bekennen”
“Het kwam aan het licht door dat misbruik aan het lichtkwam”
Maar hoe de seksverslaving ook aan het licht komt, een dergelijke
onthulling zet je relatie op zijn kop. Alle verwachtingen en ideeën die
je hebt over je huwelijk en relatie staan plotseling onder druk.
Tip voor de verslaafde
Bij het onthullen van de seksverslaving is het enorm belangrijk dat de
verslaafde zelf het geheim openbaart: wacht niet tot het vanzelf uit-
komt. Er is geen goed moment om dit te doen; het heft in eigen hand
nemen is echter niet alleen beter voor jezelf en je eigenwaarde, maar
ook voor de slagingskansen van de relatie.
Op inhoudsniveau is de boodschap een klap in het gezicht, op betrek-
kingsniveau is de boodschap: ‘Ik vind mezelf, jou en de relatie zoveel
waard dat ik dit moest doen: ik wil niet langer met het geheim blijven
leven.’ Ook al is de impact net zo hevig als wanneer de verslaving op
een andere manier uitkomt, het zelf onthullen van het geheim geeft
een betere startpositie om de relatie te redden en te versterken.
31
Het verwerkingsproces
De onthulling van een seksverslaving, een buitenechtelijke relatie,
internetseks of anderszins problematisch seksueel gedrag, is voor de
partner doorgaans zeer ingrijpend. Dit is vaak te vergelijken met een
ander psychisch trauma, bijvoorbeeld het meemaken van een ge-
weldsmisdrijf of een auto-ongeluk. Zulke gebeurtenissen veroorzaken
een emotionele wond (‘trauma’ betekent letterlijk ‘wond’). Traumati-
sche gebeurtenissen hebben voor bijna alle mensen emotionele gevol-
gen, die bijverschijnselen van het trauma genoemd zouden kunnen
worden. Inmiddels is een groot aantal van die bijverschijnselen be-
kend. In deze paragraaf worden de meest voorkomende emotionele
gevolgen en bijverschijnselen uitgewerkt die gerelateerd zijn aan seks-
verslaving.
Er zijn in het verwerkingsproces zijn ook meerdere stadia te onder-
scheiden. Deze lopen min of meer parallel aan die van de verwerking
van andere psychologische trauma’s, en spelen zich af in de eerste fase
van herstel (de crisisfase).
1ste
fase: crisis
2de
fase: emotionele reacties
3de
fase: controle
Eerste fase: start van de crisis
Een eerste reactie kan zo heftig zijn, dat er in eerste instantie geen
zichtbare emoties optreden en je terechtkomt in een toestand van
shock of een soort overleefstand. Dit is het bekende
vlucht/vecht/bevries-mechanisme, bedoeld om primair te kunnen
overleven. Er komt bij dit mechanisme vaak grote angst om de hoek
kijken. Wat veel terugkomt in de reacties op de enquête, is dat deze
32
angst in eerste instantie vooral gericht is op de concrete gevolgen: het
gaat om angst voor de toekomst en de consequenties voor de relatie
en het gezin. Deze angst kan soms verlammend werken en voorbijgaan
aan een persoonlijk emotionele reactie. Dit is niet erg, maar een aan-
passing om te kunnen omgaan met de eerste schok, zie onderstaande
voorbeelden:
“Ik was eerst in een soort shock. Ik hoorde het wel, maar het kon het
niet laten doordringen. Het kon niet echt zijn. Pas na twee á drie
maanden drong het verder door en toen raakte ik buiten mezelf van
verdriet, paniek, gekwetstheid, gevoelens van afwijzing, verraad en
angst.”
“Op mij was het effect dat ik me lamgeslagen voelde en mijn emoties
jarenlang diep weggestopt heb. Dat wegstoppen had ook te maken
met onze gezinsomstandigheden: ik kon het me niet veroorloven (voor
de kinderen) om het onder ogen te zien, zij hadden me nodig.”
Daarnaast kunnen er nog andere oorzaken zijn waardoor er geen eer-
ste emotionele reactie optreedt, zoals in de onderstaande reactie:
“Niet zo veel, ik zag toen nog niet erg in wat dit o.a. voor gevolgen voor
mij had.”
“Ik dacht eerst hij heeft een probleem, ik niet. Later bleek dat ik mij
door de jaren heen steeds meer was gaan afsluiten voor hem en ook ik
moeite had om bij m’n emoties te komen.”
De onthulling, al dan niet getypeerd als een traumatische ervaring, is
ingrijpend. Het ritme van alledag wordt plotseling verstoord. Vaak
ontstaat er in eerste instantie een gevoel van verdoving (de ‘bevrie-
zing’ die zorgt voor primaire overleving). Deze werkt als een soort
33
schokbreker die psychologisch gezien, hapklare brokken van het pro-
bleem maakt.
In figuur 7 worden de bijverschijnselen weergegeven die dan kunnen
optreden. In deze figuur staat ook vermeld in hoeverre deze herken-
baar zijn voor de ondervraagde partners. De verschijnselen versterkte
schrikreacties, verhoogde oplettendheid worden door hen het meeste
herkend. Dat is niet vreemd, want er is een soort bedreiging in het
leven van deze mensen bijgekomen.
Figuur 7: herkenbare bijverschijnselen/symptomen
Alle genoemde symptomen kunnen afgewisseld worden door neer-
slachtigheid. Je zult goede en slechte dagen hebben; dagen dat herin-
neringen en emoties zich opdringen, maar ook dagen dat je er niet aan
34
denkt en alles gewoon lijkt. Deze afwisseling heb je nodig en behoort
tot het proces dat verwerking mogelijk maakt in de eerste fase.
Tweede fase: emotionele reacties
In de enquête is aan de partners gevraagd wat voor emotioneel effect
het op hen had, toen zij geconfronteerd werden met de verslaving van
hun partner. De reacties zijn niet eenduidig samen te vatten in een
bepaald gevoel, maar zijn vaak op te vatten als ‘een draaimolen aan
gevoelens’ of ‘een emotionele achtbaan’.
De verschillende emotionele reacties kunnen naast elkaar voorkomen,
of zich afwisselen. Golven van verdriet kunnen zich bijvoorbeeld afwis-
selen met golven van woede. Een aantal reacties waren bijvoorbeeld:
“Ik was totaal van slag, ik wist niet wat ik mee maakte en ik had het
ook niet verwacht. Ik voelde me in de steek gelaten, verdrietig, ge-
kwetst, onaantrekkelijk, angstig en boos.”
“ik schrok enorm toen ik het voor de eerste keer hoorde. Het drong pas
langzaam tot mij door wat er ECHT aan de hand was... een dag later
was ik heel erg verdrietig. Daarna werd ik super boos. Weer later werd
ik heel achterdochtig en vertrouwde ik hem niet meer.”
35
De reacties zijn in figuur 8 samengevat in een woordwolk.
Figuur 8: woordwolk emotioneel effect op de partner
In de reacties worden de woorden ‘boosheid’, ‘verdriet’, ‘gekwetst’ en
‘angst’ het meest genoemd.
Boosheid
Boosheid heeft vaak directe consequenties voor de partner en leidt
vaak tot het stellen van duidelijke grenzen, maar kan ook leiden tot het
vergroten van de afstand ten opzichte van de partner.
“Ik was boos, heb hem meteen het huis uit gestuurd. Bang om hem
wat aan te doen. voelde me gekwetst, maar niet schuldig. Hij heeft een
probleem. Voelde wel angst voor de toekomst, alleen met 2 tienerkin-
deren achter blijven.”
36
Verdriet
Bij verdriet komt vaak de vraag, ‘Wat heb ik anders kunnen doen?’
naar boven; de partner ervaart zelf verantwoordelijkheid en voelt zich
schuldig en onaantrekkelijk.
“Ik was heel erg boos en verdrietig. Voelde me enorm gekwetst, kapot
en als oud vuil in een hoek gegooid. Ook vroeg ik me af: Wat mankeert
er aan mij, waarin schiet ik tekort? Hoe had ik dit kunnen voorkomen?
Het deed enorm afbreuk aan mijn zelfbeeld, wat toch al niet zo positief
is!”
“Je weet al veel langer dat er iets loos is. Dat weet je, dat voel je. Tot-
dat het echt een naam krijgt. Ik was boos, verdrietig, gevoelens of dit
ooit weer goed komt. Pornoverslaving is een heel groot stil verdriet. Je
bespreekt het niet op een verjaardag bij de koffie. En het tast enorm je
vrouw zijn aan. Je voelt je best waardeloos dat je man aan jou niet
genoeg heeft.”
“Ik herken vooral gevoelens van schuld. Wat heb ik verkeerd gedaan?
Wat kan ik anders doen? Wat moet ik doen?.. alsof ik zoveel macht
heb...”
“Welke rol heb ik daarin gespeeld? Hoe stom ben ik geweest dat ik dat
niet zelf heb ontdekt?!!!!”
Beschadigd en gekwetst
In sommige gevallen waren de respondenten zo beschadigd en ge-
kwetst dat ze het gevoel hadden dat ze eraan ten onder gaan: ze heb-
ben geen zin meer in het leven.
“Ja inderdaad heel erg boos zijn, voelde me schuldig, onaantrekkelijk.
Geen zin meer in het leven hebben.”
37
“Ik ben er compleet aan kapot gegaan; angst en onzekerheidsdro-
men..”
“Geen gewone woede maar echt mijn partner heel veel pijn willen
doen, geen verdriet maar nachten achtereen niet slapen alleen maar
huilen, ze enorm gekwetst zijn dat je dood wil etc. etc.”
“Op een gegeven moment toen een vrachtauto iets raars deed op de
snelweg en alles weer net goed ging dacht ik: Ach en anders was het
tenminste allemaal voor bij. Dat was het moment dat ik bij de huisarts
antidepressiva ging halen. Dit heb ik anderhalf jaar geslikt. De eerste
maanden sliep ik niet meer. Daarna wilde ik alleen nog maar slapen en
me alleen maar verstoppen onder mijn dekbed.”
De bovenstaande onderverdeling is niet aangebracht met het doel iets
te structureren, maar om inzicht te geven in de verscheidenheid aan
reacties die partners in de praktijk geven. Bovenstaande reacties geven
inzicht in de intensiteit van de impact die het uitkomen van de versla-
ving direct op de partner heeft.
Korte tips voor de seksverslaafde
Tijdens een gesprek middenin de crisis is het belangrijk dat elke emotie
van je vrouw er mag zijn. Loop niet voor deze gevoelens weg. Het stil-
staan bij de eerste gevoelens vraagt om veel begrip en geeft je vrouw
het gevoel dat het ‘okee’ is. Op deze manier zorg je ervoor dat deze
emotie toegestaan wordt, en voorkom je dat deze terechtkomt in de
categorie ‘niet toegestaan’. Zo voorkom je dat je vrouw vervolgens
controlerend of verwijtend gedrag gaat vertonen, als symptomen van
onderliggende angst en verdriet. Hoe doe je dat dan? Door er te zijn,
naast je vrouw te zitten, door te luisteren, door begrip te tonen en
waar mogelijk lijfelijk of met woorden te troosten.
38
Vaak proberen vrouwen hun gevoelens alleen te verwerken, en het
kan lastig zijn om op die manier uit de achtbaan van gevoelens te ko-
men.
Een eerste valkuil voor de seksverslaafde is dat hij zich een oordeel
vormt over deze eerste reactie. Hij vind het overdreven, hij wilt niet bij
pijn uit het verleden stilstaan maar wilt het liever samen over de toe-
komst hebben. Erkenning en stilstaan bij emoties zijn echter wezenlij-
ke eerste stappen op weg naar herstel.
Een andere valkuil is dat je als man snel overgaat tot oplossingsgericht
handelen. Je wilt als man graag iets kunnen doen. Natuurlijk is verdere
hulp en jouw beschikbaarheid belangrijk; dit is middenin de crisis ech-
ter niet de eerste stap richting verwerking. De crisis mag er zijn, hoe
pijnlijk ook!
Derde fase: controle
In deze fase is er nog steeds pijn en verdriet, maar deze kun je gemak-
kelijker controleren en verwerken. Er is ruimte ontstaan om meer aan
te kunnen. In deze fase van het proces bestaan onder andere de vol-
gende stappen:
• informatie verzamelen over seksverslaving;
• (dwingend) informatie voorleggen aan de partner;
• controle uitoefenen en het gedrag van de partner controleren;
• de partner verantwoordelijk stellen en bij hem aandringen op
afspraken.
Een seksverslaving bij de een kan tot een jarenlange posttraumatische
stressstoornis bij de ander leiden, met een voortdurende herbeleving
van de pijn die leidt tot ernstig lijden. Huwelijken gaan vooraf aan,
39
tijdens of na de therapie stuk omdat de kwetsing te groot is, of het
vertrouwen te beschadigd. Soms komt de cliënt wel van zijn seksver-
slaving af, maar slaagt hij er niet in om zich als verantwoordelijke part-
ner te gaan gedragen (Van Zessen 2012).
Reactie van de man tijdens de crisis
Je eigen man (de verslaafde) is vaak de eerste die direct te maken
krijgt met het effect dat de verslaving op jou als vrouw heeft. Een di-
lemma, omdat de man ook nog eens de veroorzaker van de crisis is.
De reacties van de man in het begin van de crisis zijn erg wisselend.
Een gedeelte is of lijkt beschikbaar om over het gebeurde te praten
(28% van de vrouwen geeft dit aan in de enquête), waardoor de part-
ner zich vaak, ondanks de ellende waar ze in terecht is gekomen, ge-
zien/gehoord voelt. Dit kan om het uiten van gevoelens gaan maar ook
om vragen over alles wat er gebeurd is.
Als deze gesprekken ontstaan in de crisis zien beide partijen wat er bij
de ander speelt en wat die nodig heeft. Als je beide komt met verlan-
gens in plaats van met verwijten ontstaan er vaak openingen waarin
de man zijn partner kan troosten en er ook op een lichamelijk manier
voor de partner kan zijn (18% van de vrouwen geeft dit aan). Dat dit in
de eerste fase van de crisis niet gebeurt, is heel normaal.
“We kunnen er samen goed over praten, door praten voel ik me gezien.
Ik kan me laten troosten en voel me gezien als het opkomt, het raakte
hem ook om mij zo verdrietig te zien”.
Aan de andere kant blijven veel vrouwen er alleen voor staan omdat
de man zichzelf verdedigt en verontschuldigt (39% van de vrouwen
geeft dit aan). Ook kan het zijn dat de man er niet over wil praten,
waardoor er een situatie ontstaat waarin er voor beide partners geen
40
erkenning is. De man is dan dus ook niet beschikbaar voor de vrouw
(22% van de vrouwen geeft dit aan). Beide partijen staan er dan vaak
alleen voor.
“Eerst verdediging en er niet voor me willen zijn, later zich realiseren
dat de relatie zich niet kan herstellen als hij mijn pijn niet erkent. Nu
probeert hij wel naar me te luisteren en bij me te zijn en ik durf daar-
door ook meer te laten zien. Eerst probeerde ik het maar zelf vooral
omdat ik voelde dat hij het niet wilde en dat deed dan alleen nog maar
meer pijn.”
Daarnaast is er nog een kleine groep die vindt dat ze er zelf uit moeten
komen (7%). Zij willen daarbij hun partner niet lastigvallen met hun
eigen emoties. Ze voelen zich vaak zelf medeverantwoordelijk voor het
gedrag van hun partner.
“Ik moet er zelf uitkomen, wil daarbij mijn partner niet lastig vallen, ik
kan er niet goed met mijn partner over praten omdat ik hem niet wil
kwetsen en niet verder gekwetst wil worden.”
Daarbij moet opnieuw de kanttekening geplaatst worden dat de hou-
ding van de man voor een groot deel ook wordt door hoe het pro-
bleem naar voren is gekomen. De enquête wijst uit dat er bij iets meer
dan de helft (51%) van de mannen die de verslaving zelf opbiechtten,
een situatie ontstond waarin er samen over het probleem gepraat kon
worden en waarin de partner zich gezien voelde. Dit gebeurde maar bij
8% van de echtparen waarbij de vrouw zelf de ontdekking deed.
In de praktijk komt het vaak voor dat als mannen zelf het probleem
openbaren, ze tegelijkertijd de verantwoordelijkheid daarvoor nemen
en de eerste emoties van de partner beter kunnen incasseren. Als
41
vrouw ervaar je dit ook zo, los van het feit dat dit nog steeds een pijn-
lijke en heftige situatie is, waarin je als vrouw ongevraagd beland bent.
Mannen die betrapt worden, voelen zich in het nauw gedreven en
kunnen daarbij vreemde sprongen maken, zeker in het begin van de
crisis. In zulke gevallen zie je dat de verantwoordelijkheid van het pro-
bleem eerder bij de vrouw wordt neergelegd. Vaak komt dit tot uit-
drukking in een defensieve en verdedigende houding. De man is in dit
geval dus ook minder beschikbaar voor de vrouw. Overigens is dit iets
wat in de loop van de tijd wel kan veranderen, mits de man de verant-
woordelijkheid hierin op zich neemt.
Liegen bij een terugval kan nog erger zijn dan de daad van terugval
zelf. De meeste seksverslaafden liegen: ze zijn meestal niet open naar
zichzelf en naar anderen toe, en de partner is de persoon tegen wie
het meest gelogen wordt. In de praktijk blijkt liegen altijd destructiever
te zijn dan de feitelijke seksuele daad (Van Zessen 2012).
Verantwoordelijkheid in de relatie
Omdat we er in EPT altijd naar streven om zowel individugericht, om-
gevingsgericht als relatiegericht te werken, is het belangrijk om te
kijken naar de wisselwerking tussen de persoon en zijn sociale omge-
ving.
Binnen een relatie en binnen het gezin bestaat er een verantwoorde-
lijkheid naar jezelf en je eigen leven, medeverantwoordelijkheid naar
de anderen om je heen en een gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor de onderlinge relatie. De mens is dus verantwoordelijk voor zijn
eigen leven en zijn eigen problemen; maar doordat hij verbonden is
met belangrijke anderen, hoeft hij deze verantwoordelijkheid niet
alleen te dragen. Deze verbondenheid heeft dus een grote waarde. De
mens moet zijn leven alleen verwezenlijken, maar niet eenzaam: hij
42
kan om hulp vragen. Als dat niet lukt, kunnen naasten door hun mede-
verantwoordelijkheid zelf actief worden, ook zonder dat ze gevraagd
worden.
Herstel, vooral het herstel van vertrouwen, is in grote mate afhankelijk
van of de man zelf verantwoordelijkheid neemt, weerstand of niet. In
zekere mate heeft dit echter ook te maken met de verantwoordelijk-
heid die de vrouw voor dit probleem op zich neemt. Onder de verant-
woordelijkheid van de vrouw wordt eerste instantie verstaan dat je
een open houding moet hebben, om zicht te krijgen op wat je man
nodig heeft.
In de enquête is aan de vrouwen gevraagd hoe zij hun seksverslaafde
partner zagen. Daarbij was er keuze tussen de volgende antwoorden
mogelijk:
• Als de schuldige. Hij staat zelf aan de lat om met zijn proble-
men om te gaan.
• Als iemand die iets nodig heeft.
• Een zelfzuchtig iemand, een stiekeme egoïst.
• Als een kind dat moeite heeft met verantwoordelijkheid.
• Het gedrag is normaal, want alle mensen zijn seksuele wezens
en hebben seks nodig.
Er is in de reacties een tweedeling te maken: wordt de man blijvend als
dader gezien, of is hem iets overkomen wat hij zelf eigenlijk ook niet
wil? In het tweede geval wordt de man meer de rol van slachtoffer
toegekend. In het eerste type reacties blijft de man als schuldige ge-
zien worden, en staat hij alleen aan de lat om met zijn problemen om
te gaan. Vooral de houding om je man als een zelfzuchtig iemand te
zien, wordt herkend: dit antwoord werd door 30% van de responden-
43
ten gegeven. Dit wil overigens niet zeggen dat dit een blijvende hou-
ding is.
Als partners samen willen werken aan herstel is het in beginsel van
belang dat de therapeut oplet dat zij bewust worden van het volgende:
• dat je allereerst verantwoordelijk bent voor het naar voren
brengen van je eigen behoeften en frustraties en het oplossen
van jouw eigen problemen;
• dat je er medeverantwoordelijk voor bent om je partner te
helpen datzelfde te doen;
• dat je de verantwoordelijkheid voor het oplossen van pro-
blemen in de onderlinge relatie deelt.
“[D]at wil zeggen dat we niet alleen aangeven wat we zelf willen, maar
er ook voor zorgen dat de ander aangeeft wat hij wil en vervolgens dit
serieus nemen, dan kunnen we met recht ditzelfde gedrag terugver-
wachten.” (Bouwkamp & Bouwkamp 2010)
44
Gevolgen voor de partner
Het uitkomen van het geheim en het belanden in een crisis heeft grote
gevolgen voor de partner van een seksverslaafde. In eerste instantie
raak je een groot deel van je vertrouwen kwijt, vooral in je partner.
Ook ga je hem en vaak ook de wereld op een andere manier bekijken.
Daarnaast heeft een breuk in vertrouwen grote gevolgen voor de rela-
tie met je partner, zoals veranderingen in de intimiteit ( Hier is al eer-
der onderzoek naar gedaan door Roel Bruintjes en Jan Elderhuis, mei
2014).
Deze bovenstaande gevolgen lijken logisch. Daarnaast kan het kwijtra-
ken van het vertrouwen in je partner ook grote invloed hebben op het
vertrouwen in jezelf, dat vaak gekoppeld is aan je eigen zelfbeeld. Bijna
de helft (45%) van de ondervraagden ervaart voor zichzelf ook zulke
gevolgen. In de enquête is de volgende vraag gesteld: “Als u kijkt naar
wat voor gevolgen het uitkomen van het geheim op uzelf en de part-
ner heeft gehad, hoe zou u dat het beste kunnen omschrijven?”
Het uitkomen van een seksverslaving heeft niet altijd alleen negatieve
gevolgen. Vaak blijkt dat het meemaken van de crisis uiteindelijk ook
emotionele groei met zich mee kan brengen: voor jezelf, en mogelijk
ook in de partnerrelatie. In de enquête schrijft 30% van de partners
dat ze veel bewuster zijn geworden van hun eigen emoties:
“Het uitkomen heeft er voor gezorgd dat mijn band met mijn partner
beter is geworden. We communiceren meer en beter en dieper. Ook
mijn band met God is nog nooit zo sterk geweest. Het heeft aan de
andere kant ook gezorgd door een vorm van angst.”
Naast de bewustwording van deze emoties is het belangrijk dat deze
emoties er ook mogen zijn. Zij moeten in het toegestane deel worden
geplaatst, hoe heftig het verdriet en de boosheid ook zijn. Het uiten
45
van deze emoties is een belangrijk en gezond onderdeel van de ver-
werking. In de praktijk blijkt dat er soms erg snel wordt overgegaan tot
het bieden van oplossingen of het teveel willen onderdrukken of sus-
sen van deze emoties.
“Voor mij vielen heel veel stukjes op hun plek (bij het ontdekken van
mijn mans geheim), wat mij ruimte gaf om aan mezelf te gaan werken.
Ik heb flink puin kunnen ruimen in mijn eigen leven.”
Net zoals bij andere trauma’s krijg je niet maar een klap te verwerken:
het is eerder een klap met een hele reeks naschokken. Je wordt voor je
gevoel herhaaldelijk naar beneden getrokken door gebeurtenissen in
of buiten jezelf: ruzies, gesprekken met je partner, reacties van ande-
ren, angstige gedachten over hoe het verder moet, maar ook al die
kleine momenten waarin er herinneringen opkomen. Al dit werk moet
verzet worden omdat je het verleden en je relatie moet herzien. Hoe-
veel belangrijke momenten van onze relatie was hij bezig met ande-
ren? Hoeveel heb ik gemist? Hoe naïef ben ik geweest? Hoe kan het
dat ik mijn gevoel zo slecht kan vertrouwen? Dit zijn allemaal vragen
die bij het proces horen.
46
Hoe ga je als partner om met het probleem?
Hoe groot de impact van een seksverslaving op de partner is, hangt
natuurlijk van allerlei zaken af: de verwachting die bij de partner heer-
sen over de relatie en de seks verslaafde partner en het beeld dat zij
daarvan heeft, de kwaliteit van de relatie, of het probleem nieuw is of
dat het al veel vaker heeft gespeeld, en natuurlijk de achtergrond van
de partner zelf. Hoe is bijvoorbeeld de balans in autonomie en verbon-
denheid in haar leven?
Hoe reageer je als vrouw wanneer je geconfronteerd wordt met het
feit dat je ineens de verbondenheid met je partner kwijt bent? Hoe ga
je om met een verstoord evenwicht? Je zult herkennen dat je gaat
reageren zoals je gewend bent, vanuit je eigen aangeleerde patroon.
Gezins- en relatiepatronen
Om het bovenstaande meer te laten leven zijn in deze paragraaf per
gezinstype en relatietype de verschillende patronen uitgewerkt vol-
gens de theorie uit hoofdstuk 2 (zie figuur 4 daar). In de uitwerkingen
van deze types zou de problematiek van individuele relaties herkend
moeten kunnen worden. Zulke beschrijvingen van relatiepatronen zijn
belangrijk om bepaald gedrag te kunnen herkennen en plaatsen, zodat
therapie gebaseerd kan worden op een herkend patroon. In de typolo-
gieën vindt eerst een vertaling plaats naar het oude gezinspatroon
waar je in bent opgegroeid. Hierbij kunnen verschillende gezinspatro-
nen in mindere of meerdere mate bekend lijken. Daarna worden deze
gezinspatronen gekoppeld aan je partnerrelatie, en aan de gevolgen
die deze patronen kunnen hebben voor je reactie in een crisissituatie,
waarbij je de verbondenheid met je partner bent kwijtgeraakt.
Verwaarloosd gezin (-A, -Z): Als kind heb je ervaren dat een ouder je
gebruikt heeft voor zijn of haar eigen behoeftes en doelen. Je hebt
47
jezelf daarin opgeofferd en je hebt daar geen waardering voor gekre-
gen. Je trekt je terug in je eigen cocon om niet verder gekwetst te
worden, zonder daarbij je eigen zelfwaardering te ontwikkelen.
Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een verwaarlozende,
misbruikende relatie gebaseerd op angst en intimidatie, waarbij je als
partner afhankelijk en ondergeschikt gedrag vertoont. In een dergelijk
relatiepatroon ben je als partner het slachtoffer. Je kunt niet voor
jezelf zorgen, noch voor de ander. Dit zal, naarmate je geleerd hebt in
een nieuwe situatie (een relatie of een gezin) samen te leven, vaak
verschoven zijn naar een meer evenwichtige situatie. Zodra die situatie
echter uit evenwicht lijkt te raken zal de grond totaal onder je voeten
vandaan zakken. Je trekt je terug in een isolement, je raakt in een crisis
en je weet je geen raad. Hoe moet je grenzen stellen? Hoe ga je na wat
je zelf nodig hebt, en hoe bereik je dat? Je bent diep gekwetst en on-
bereikbaar voor je partner.
Kluwengezin (-Z, +A): Als kind ben je gebruikt voor de eigen behoeftes
van een ouder, waarbij er hoge verwachtingen werden gesteld. Wan-
neer je daaraan voldeed kreeg je veel waardering van de ouder, maar
zonder onvoorwaardelijke waardering voor wie je bent. Je werd alleen
maar gewaardeerd wanneer je gewenst gedrag liet zien. Je hebt hierbij
je zelfstandigheid opgeofferd.
Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een verstikte relatie,
waarin de individualiteit totaal verloren gaat ten koste van de saamho-
righeid: het ‘wij’ staat het ‘ík’ niet toe. In een dergelijke relatie wordt
alle energie gestoken in het zoeken naar liefde en waardering, waarbij
weinig energie wordt besteed aan het ontwikkelen van zelfwaardering
en zelfverzekerdheid: er vindt geen individuele groei plaats. Er gaat
veel energie uit naar het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar,
maar minder naar het dragen van verantwoordelijkheid voor jezelf. Je
48
bent dus verantwoordelijk voor het geluk en de pijn van je partner, en
voor zijn fouten en gebreken.
Wanneer die verbondenheid plotsklaps blijkt te zijn verdwenen, moet
je grenzen gaan stellen aan het gedrag van de seksverslaafde partner.
Maar hoe doe je dat als je dat nauwelijks vanuit je eigen behoefte kunt
doen, en als je zelf verantwoordelijkheid voelt voor zijn pijn en zijn
beslissingen. Je partner zal beroep blijven doen op het ‘wij’. De kans is
groot dat er een soort co dependency ontstaat, en dat het gedrag geen
absoluut halt word toegeroepen.
Partners uit de achtergrond van een verwaarloosd gezin of een klu-
wengezin twijfelen meer over zichzelf, over hun bijdrage in de relatie
of in de seks, vinden zichzelf onaantrekkelijk of zijn heel afhankelijk
van de steun van de partner: dit zijn allemaal uitingen van minder
zelfwaardering en meer innerlijke leegte. Zulke partners worden har-
der geraakt en hebben gemiddeld genomen meer moeite om hiervoor
een uitweg te vinden. Meer innerlijke leegte betekent meer ruimte
voor zelfkritiek, boosheid, slachtofferschap en ook een grotere kans op
een lang en pijnlijk verwerkingsproces ( Van zessen 2012).
Los-zandgezin (-A,+Z): Je hebt altijd gekregen waar je om vroeg, je was
het verwende kind. Je hebt geleerd in een relatie vooral aan jezelf te
denken: je handelt egocentrisch. Je hebt geleerd je zeer verantwoor-
delijk te voelen voor je ouders, en je gaat voor ze zorgen omdat ze dit
zelf niet doen. Je weet niet goed hoe het is om voor jezelf te zorgen en
je bent daarin onzeker over jezelf.
Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een los-zandrelatie
waarin je meestal teleurgesteld bent in elkaar. De gezamenlijke ver-
bondenheid gaat geheel verloren ten koste van de individuele auto-
nomie. Als partner zoek je bevrediging buiten de partnerrelatie: in een
49
druk sociaal leven, in hobby’s, in een carrière of in buitenechtelijke
relaties. De reden om niet uit elkaar te gaan ligt altijd elders en vaak
niet in de waarde van de partner: de kinderen hebben jullie nodig, je
wilt je eigen sociale positie niet kwijtraken of de financiële consequen-
ties zijn te groot.
Als je altijd hebt geleerd om vooral voor jezelf te zorgen, gaat dit vaak
ten koste van de verbondenheid met de ander. Je hebt geleerd terug
te grijpen op het stellen van grenzen, wat ten koste kan gaan van je
partner: ‘Het is zijn probleem niet dat van mij!’ Zulke partners hebben
over het algemeen veel eigenwaarde, maar ze zorgen meer voor zich-
zelf dan voor de ander en staan minder toe dat hun eigenwaarde
wordt aangetast.
Evenwichtig gezin (+A, +Z): Als kind heb je ervaren dat je ouders res-
pect hadden voor je eigen wensen en behoeften. Ze lieten dat merken
door zowel het stellen van grenzen als het geven van vrijheid om je
eigen gang te gaan.
Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een evenwichtige
relatie, waarin partners in staat zijn zowel negatieve als positieve ge-
voelens uit te wisselen om zowel de eigen identiteit als de kwaliteit
van de relatie in stand te houden. Er is sprake van een wederkerigheid,
waarbij elk evengoed voor zichzelf als voor de ander zorgt.
In een dergelijke relatie zal de crisis wel aankomen, maar je weet daar-
in voor jezelf te zorgen door je grenzen aan te geven zonder dat deze
ten koste gaan van de ander. Het zien van je man als slachtoffer in
plaats van alleen als dader zal gemakkelijker zijn: als hij zijn probleem
onderkent en ermee aan de slag gaat, leer je de behoefte van je part-
ner zien. Het feit dat je goed voor jezelf zorgt, houdt je hierbij staande,
50
en het zoeken naar hulp is eerder een optie dan jezelf terug te trekken
om alles zelf te willen blijven doen.
51
5. Op weg naar herstel
Het effect van een seksverslaving op de partner is in veel gevallen
groot, en gaat gepaard met symptomen die horen bij een traumatische
ervaring. Een belangrijke vraag voor de partner is vaak: ‘Hoe nu ver-
der?’ Deze vraag is overigens ook een belangrijk onderdeel van veel
behandelingen binnen reguliere instellingen en de pastorale zorg. Een
effectieve werkwijze is om de problematiek rondom seksverslaving in
een bredere context en samen met de partner op te pakken, in plaats
van alleen gericht op het verslaafde individu. Daarom is dit hoofdstuk
vooral toegespitst op herstel door systeemgericht werken (relatiege-
sprekken). Daarbij is het belangrijk om in acht te nemen dat dit niet
altijd kan, hoe graag de partners dit ook zouden willen.
Motivatie voor herstel partnerrelatie
Wat zorgt er voor dat je (opnieuw) de stap zet naar herstel? Wat is je
motivatie, en welk doel heb je voor ogen? Dit was een open vraag in
de enquête, die geleid heeft tot veel persoonlijke en open reacties.
In de reacties op deze vraag blijkt vooral dat voor veel vrouwen de
motivatie van de man om met het probleem aan de slag te gaan heel
belangrijk is. Een voorbeeld van een reactie op deze vraag staat hier-
onder weergegeven.
“Dat hij eerlijk is geweest en het zelf aan mij heeft verteld. Dat hij initi-
atief nam om hulp te krijgen. Dat hij zelf met andere mannen hierover
heeft gesproken. Oftewel: hij heeft zelf verantwoordelijkheid geno-
men.”
Als de man geen stappen zet om zijn verslaafde gedrag te veranderen,
is herstel van vertrouwen binnen de relatie nagenoeg niet mogelijk,
zoals de volgende reactie laat zien.
52
“Er was bij ons (helaas) geen herstel mogelijk. Mijn ex-partner bleef
volharden in zijn gedrag.”
Andere termen die in de reacties voorkwamen zijn weergegeven in het
woordveld in figuur 9.
53
Figuur 9: Woordwolk termen ‘op zoek naar herstel’
54
Een belangrijke openingsstap voor de vrouw is, het accepteren van het
probleem en het kunnen zien dat probleem dieper gaat dan seks en
lust. Anders gezegd: het zoeken van een antwoord op de vraag, ‘wat
ligt er onder het symptoom?’ Een aantal voorbeelden in onderstaande
reacties.
“Acceptatie dat er een probleem is. Zien dat er een nood is bij de part-
ner. Eerlijk reflectievermogen van partner. Eerlijkheid over situaties
waarin het gebeurt (is). Beseffen dat we in een gebroken wereld leven.
Eerlijk zijn naar mezelf en in mijn geval bij professionele organisatie stil
staan bij mijn gevoelend en gedachten”.
“Ik weet dat ik mijn man kan helpen door hem liefde warmte en een
thuis te geven. We kunnen heel goed praten over dit kruis in zijn/ons
leven. Ik besef ook goed dat ik een belangrijke taak heb. Door hem veel
liefde te geven (ik bedoel dan niet alleen op het sexuele maar ook in de
warmte en aandacht die ik kan geven) gaat het nu veel beter met hem.
En eerlijk is eerlijk; een man gaat niet zomaar over op het bezoeken
van prostituees en het kijken naar porno. Daar gaat bijna altijd (en ook
i.h.g. van mijn man) een hele wrange en pijnlijke tijd aan vooraf (ge-
pest, weinig liefde in het ouderlijk huis etc..). “
Daarnaast is de huwelijksbelofte vaak een belangrijke reden om niet
zomaar op te geven en te werken aan herstel. Daarnaast kunnen reli-
gieuze normen en waarden een belangrijke rol spelen zoals vergeving
en de hulp van God. Zoals uit het woordveld blijkt, is ‘God’ een van de
meest voorkomende woorden in de antwoorden.
Een bijkomende motivatie komt ook vanuit de gezinssituatie. Kinderen
zijn vaak een grote motivatie om stappen te zetten naar herstel:
55
“Belangrijkste motivatie in het beginstadium waren de kinderen. Door
de kinderen zijn we in gesprek gegaan. Dat was een belangrijke stap. Ik
wilde begrijpen wat er gebeurd was. Om mijn man te begrijpen en Ook
om mezelf te begrijpen. Later veranderde dat. Toen zag ik eindelijk wat
voor een persoon hij werkelijk was. En toen groeide onze band, omdat
er eerlijkheid was en hij zich kwetsbaar opstelde. Toen wilde ik en hij
werken aan de relatie.”
Een vervolgstap is het zoeken en vinden van hulp. Dit is vaak een direct
gevolg van het aangeven van goede grenzen door de partner. Het
zoeken van hulp heeft meerdere doelen en redenen, maar een belang-
rijke factor is het krijgen van erkenning voor het probleem van een
professional, vriend, predikant of wie dan ook. Dit haalt je uit je eigen
isolement.
“Ik heb mijn man buiten de deur gezet en hem voor de keuze gesteld: Je
gaat nu hulp zoeken, eerder kom je er niet meer in. Heb zelf (met zijn
toestemming) hulp gezocht voor hem en mijzelf. Na 3 weken een ge-
sprek gehad, waarin hij aangaf dat hij er spijt van had. Hij laat nu in
alles zien, dat de hulp effect heeft en heeft (tot nu toe) totaal geen lust
meer om naar andere vrouwen te kijken. Hij waardeert mij zeer,veel
meer dan voorheen, en dat geeft mij mijn zelfvertrouwen en vertrou-
wen in hem en onze relatie terug.”
De belangrijkste raad die gegeven wordt door diegenen die deze situa-
tie zelf hebben meegemaakt, is het niet wegstoppen van het probleem
maar het blijven praten over de situatie, en het zoeken van hulp.
Een stapje dieper
Als er uiteindelijk ruimte ontstaat om de partner anders te gaan bekij-
ken en daarin stappen te zetten, dan hangt het pad van herstel ook
weer van veel factoren af. Het belangrijkste wat hierbij helpt, is dat de
56
nadruk niet meer ligt op de seksverslaving als symptoom alleen, maar
ook op de zoektocht naar het onderliggende patroon, aan de hand van
de behoeftes of de pijn van de verslaafde. Zo ontstaat er een kentering
richting het zien van de verslaafde als slachtoffer.
Kun je zien dat je partner eigenlijk iets nodig heeft, of niet zichzelf kan
zijn? Is hij iemand die moeite heeft om persoonlijk te reageren, die
moeite heeft met verantwoordelijkheid nemen? Kun je diegene op een
pure manier ontmoeten (is zoals hij is), en wil je dat dit zichtbaar
wordt? Geef jezelf dan de ruimte om te werken aan herstel.
Een belangrijke eerste stap in elke fase van herstel is om goed stil te
staan bij wat je van binnen nu echt ervaart. Dit kunnen gedachten of
gevoelens zijn; het is de bedoeling dat je nagaat waar je op dat mo-
ment behoefte aan hebt. Dit heeft als belangrijkste doel om jezelf en
de situatie te kunnen accepteren, voor zover dat mogelijk is. Door
acceptatie ontstaat de mogelijkheid om te groeien en ontstaan er
mogelijkheden om te zoeken naar oplossingen. Dit doe je vooral indi-
vidueel. Het is een belangrijk onderdeel in de eerste fase (de crisisfase)
en helpt je op weg naar vertrouwen.
In bijlage 3 is een samenvatting opgenomen van een scriptie van Fer-
dinand Bijzet (2010) over de verschillende fasen en het werken aan
herstel van vertrouwen.
57
Hulpaanbod
Welke mogelijkheden heb je, en wat ligt voorhanden om met het de
moeizame en pijnlijke gevolgen van de verslaving van je partner om te
gaan? Het grote voordeel ten opzichte van tien à twintig jaar geleden
is dat het probleem steeds meer onderkend wordt, en dat er veel meer
kennis en mogelijkheden voorhanden zijn zowel op internet als in
behandelingsopties.
´Ik heb het voornamelijk zelf gedaan, lang geleden was er nog geen
hulp. Dat begint nu gelukkig meer te komen, het krijgt ook meer aan-
dacht, komt meer in de openheid.”
Daar moet wel bij gezegd worden dat de nadruk en de focus nog voor-
al liggen op de aanpak van de verslaafde zelf: de behandelingen zijn
vooral individueel gericht zonder de partner erbij echt te betrekken.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat het merendeel van de respon-
denten hulp zocht via een netwerk op internet, zoals Kostbaar Vaat-
werk (54%), of binnen een professionele organisatie (56%: er waren
meerdere antwoorden mogelijk).
Veel partners geven aan dat hun religie zeer belangrijk is geweest.
Naast hulp vanuit de kerk of van de predikant is persoonlijk contact
met God voor hen een belangrijke manier om met de pijn en de moei-
te die ervaren wordt om te gaan. Een van de reacties luidde zelfs: “God
is de beste Therapeut”.
Daarnaast wordt ook de eigen huisarts (als onderdeel van een profes-
sionele organisatie) vaak genoemd als iemand bij wie hulp is gezocht.
Diegenen die aangeven dat zij het vooral zelf hebben gedaan, noemen
onder andere dat zij veel hebben gelezen over de problematiek, dat zij
een dagboek hebben bijgehouden enzovoort.
58
Er is daarin geen goede of foute manier om met deze ervaringen om te
gaan: iedere mogelijkheid is afhankelijk van de persoonlijke situatie.
Daarbij is de belangrijkste tip die uit de reacties naar voren komt: doe
het niet alleen, maar zoek hulp!
Hoe bent u omgegaan met de pijn/moeite die u ervaren heeft?
Ik heb het voornamelijk zelf gedaan. 61 41%
Ik heb hulp gezocht bij vrienden. 56 38%
Ik heb hulp gezocht bij mensen binnen de kerk. 36 24%
Ik heb hulp gezocht binnen een professionele organisatie.
80 54%
Ik heb hulp gezocht via een netwerk op internet (zoals stichting Kostbaar Vaatwerk).
83 56%
Overig 34 23%
Een aantal overige reacties:
“Ik heb geen moment pijn of moeite ondervonden met betrekking tot de verslaving van mijn
partner. Het is zijn verslaving, niet de mijne.”
“samen met mijn partner, vooral door veel te praten”
59
Ervaring van de hulpverlening
Een veel gestelde vraag is, of er hulpverlening beschikbaar is en hoe
een hulpverleningstraject vormgegeven zou moeten worden. Ten
eerste is er geen kant-en-klaar antwoord te geven: de optimale vorm-
geving van een hulpverleningstraject kan verschillen per situatie. Voor
het huidige onderzoek zijn vooral ervaringen wat betreft de betrok-
kenheid van partners binnen hulpverleningstrajecten belangwekkend.
Uit de praktijk blijkt dat er mogelijk veel meerwaarde zit in het in een
vroeg stadium betrekken van de partner van de verslaafde in het hulp-
verleningstraject.
Het is goed om te noemen dat er inmiddels veel lotgenotengroepen
actief gericht zijn op de partners van seksverslaafden. Verder zijn er bij
verschillende instellingen diverse echtparengroepen, en is er op dit
vlak aanbod in relatietherapie.
In de enquête is de volgende vraag gesteld: “Is uw partner in therapie
geweest (mannengroep of individueel), of zit uw partner nog in thera-
pie?”Zie figuur 10 voor de reacties.
Figuur 10: is uw man in therapie geweest?
44%
28%
28%
Ja, heeft hij gevolgd
Ja, hij zit op dit moment in therapie
Nee
60
Van degenen die ‘nee’ hebben geantwoord (38) zijn tien stellen niet
meer bij elkaar; anderen binnen deze groep geven aan liever samen te
praten over de problematiek, en ervaren dit als voldoende. Dit doen ze
of op eigen initiatief, of in de vorm van relatietherapie. Er zijn daar-
naast een aantal reacties waarin aangegeven word dat het stel nog
overweegt om in therapie te gaan. Er is tot slot een groep vouwen die
zegt dat ze wel graag zien dat hun man in therapie gaat, maar dat de
man zelf geen stappen in die richting zet. Deze vrouwen zoeken dus
vooral individueel hulp.
In figuur 11 is te zien in hoeverre de partner bij het hulpverleningstra-
ject betrokken werd en of daar (meer) behoefte aan was.
Figuur 11: betrokken bij de hulpverlening?
Van de respondenten gaf er 21 %aan niet betrokken te zijn geweest bij
de hulpverlening. Een deel hiervan geeft ook aan daar geen behoefte
9%
12%
25%
16%
38%
Nee, ik had er ook geen behoefte aan.
Nee, maar ik had wel de behoefte.
Ja, en dat was toereikend.
Ja, maar te weinig.
Overig
61
aan te hebben. Van degenen die wel betrokken zijn geweest geeft
meer dan helft (61%) aan dat de betrokkenheid voor hen toereikend
was. In totaal geeft meer dan een derde van de respondenten aan er
wel behoefte aan te hebben om betrokken te zijn bij de hulpverle-
ningstrajecten van de verslaafde, of het gevoel te hebben te weinig
betrokken te zijn geweest. Een grote groep heeft meer behoefte aan
betrokkenheid:
“Telkens krijg ik te horen hoe ik mijn partner moet helpen. Niemand
vraagt hoe het met mij gaat.”
“bij de mannengroep niet (logisch) maar wel bij zijn individuele thera-
pie. Wij vonden het belangrijk om onze individuele therapieën ook
samen te doen. We zochten de eenheid weer op. Werd in de hulpverle-
ning niet altijd begrepen.”
Een aantal overige reacties:
“eigenlijk is hij eerst een paar gesprekken alleen geweest, maar wilde
de therapeut direct dat ik erbij was betrokken om zo samen aan onze
relatie te werken, en dat is goed, maar ik merk wel dat hij nog met
dingen vanuit zijn verleden zit waar hij niet genoeg hulp voor krijgt in
deze soort therapie, omdat onze relatie naar elkaar toe nu wel goed
gaat is deze therapie ook afgerond.”
“Ik zat er op een gegeven moment alleen. Hij wilde niet meer.”
62
Niet alleen de betrokkenheid is belangrijk; het is van groot belang dat
er in de hulpverlening meer inzicht komt in de behoefte van de part-
ner. Waar heeft de vrouw nu echt baat bij? De reacties op de onder-
staande vraag uit de enquête geven daar een antwoord op:
In de antwoorden en persoonlijke reacties zie je dat het belangrijkste is
dat de partner zich gezien/gehoord voelt, dat het probleem bespreek-
baar wordt. Zodoende kom je uit je eigen isolement. Belangrijke is dat
er een plek is waar je zelf ook kunt zijn, met je eigen pijn en verdriet,
zonder dat je er altijd alleen maar voor de ander hoeft te zijn. Door die
Wat was voor u het belangrijkste wat u binnen de therapie sessies hebt meege-
kregen?
De theorie en achtergrond van het verslavingsgedag van mijn partner.
[30] 20%
Het bespreekbaar maken van het probleem.
[51] 35%
Het ervaren van herstel in vertrouwen.
[21] 14%
Dat ik er mocht zijn met mijn pijn.
[64] 44%
Overig
[30] 20%
“Dat ik er mocht zijn met mijn pijn., vooral ook mijn eigen aandeel: het niet aange-
ven van wat ik wil, het niet aangeven van grenzen, me afhankelijk van hem opstel-
len. Ik heb ook duidelijk een rol gehad in het in stand houden. Ik dacht dat ik hem te
kort deed en niet genoeg liefde gaf. Maar de sleutel lag daar dat ik mezelf te kort
deed.”
63
twee facetten ontstaat er ruimte in de partnerrelatie om weer met
elkaar door te groeien.
Het is van belang dat mensen met hun problemen, waar ze zelf niet
uitkomen, in therapie gaan. Vervolgens is het zaak om hen zo goed
mogelijk bij te staan. Daarbij moet de gedachte vastgehouden worden
dat therapie niet direct moet gaan om het stopzetten van bepaald
seksueel gedraag (het symptoom), maar om het versterken van het
eigen ‘ik’. Therapie moet gaan om het vinden van de juiste balans
tussen wel en niet-toegestane delen. Dit zorgt voor minder innerlijke
leegte, meer zelfwaardering en meer ‘gewoon jezelf’ zijn!
De toekomst
In het onderzoek heb ik tot slot de volgende vraag gesteld: “Welke
zorgen/angsten heeft u voor de toekomst samen?”
“Ik weet dat zijn verslaving niet meer wordt uitgeleefd maar de triggers
om het te doen zijn nog aanwezig. Ik heb er geen angst of zorg meer
om omdat het vertrouwen en de intimiteit zo gegroeid en positief
verandert is dat ik een nieuwe ( betere) man heb gekregen. We zijn zo
open naar elkaar en naar God, dat dit een vast fundament is en we ons
van God afhankelijk weten.”
“Binnen de afgelopen twee jaar is er steeds weer 'wat nieuws'
gekomen rondom de verslaving en ik weet niet of het ooit stopt.”
“Het gaat nu goed, partner is zo veranderd. De breuk met de verslaving
lijkt definitief
Een aantal citaten die verder opvallen, zijn:
• “Kan ik hem ooit nog vertrouwen”.
64
• “Ik ben bang dat er geen kans is op volledig herstel en dat we
uiteindelijk elkaar gaan, scheiden.”
• “Ik ben bang voor nieuwe leugens en dat ik er zelf achter moet
komen.”
• “Kan hij vrij blijven? ik ben bang voor een terugval!”
65
6. Hoe werk je als therapeut aan herstel in
de partnerrelatie?
Voor het werken aan herstel vanuit EPT is het ten eerste belangrijk te
weten en te benoemen wat een gezonde partnerrelatie is. Zoals eer-
der al is genoemd, is het belangrijk dat de partners gelijkwaardig zijn
en een volwassen relatie met elkaar hebben. Een relatie waarin de
zorg voor zichzelf zowel als de zorg voor de partner serieus genomen
wordt (+Z, +A).
Dat individuele verschillen in wensen, gevoelens en verlangens worden
gerespecteerd, betekent niet dat ze van elkaar ook geaccepteerd wor-
den. Door strijd en overleg hierover verdiept de relatie. Als ervarings-
gerichte therapeut kijk je naar de interactie, het proces tussen de
partners.
Als therapeut dien je als voorbeeld: hoe geef je persoonlijk leiding aan
een gesprek? Het is goed om als therapeut een eigen visie op de cliënt
en zijn probleem te hebben. Je moet goed zicht hebben op datgene
wat de cliënt in moeilijkheden heeft gebracht, en wat er nodig is voor
de cliënt om daar weer uit te komen. Daarbij is het van belang dat je
concreet te weten komt wat zijn probleem is. Zo kun je vervolgens een
eigen visie ontwikkelen op basis van je eigen hypotheses en conclusies.
Je zoekt als therapeut naar de verschillen tussen de cliënt en jezelf in
een aantal aspecten:
• tussen wat de cliënt waarneemt en wat je zelf waarneemt;
• tussen wat de cliënt ervaart en wat je zelf ervaart;
• tussen wat de cliënt denkt en wat je zelf denkt;
• Tussen wat de cliënt vindt en wat je zelf vindt.
66
Als er verschillen zijn, kun je deze ophelderen door gerichte vragen te
stellen. Als je het idee hebt dat het de cliënt kan helpen, kun je deze
verschillen als onderwerp in gesprekken inbrengen. Een risico daarvan
is natuurlijk dat je eigen visie mogelijk niet de juiste is, of dat je cliënt
het er niet mee eens is. Het ophelderen van zulke verschillen kan ver-
volgens echter wel informatie opleveren.
De kern van het persoonlijk leidinggeven in gesprekken is het onder-
zoeken, bevragen en reageren, en het delen van waarnemingen en
gedachten om de verschillen tussen wat de cliënt zegt en doet en wat
je als hulpverlener vindt en ervaart te verhelderen. De kern van het
zijn van een persoonlijk therapeut ligt in het stilstaan bij deze verschil-
len, het onderzoeken van je eigen reacties, gevoelens en gedachten en
het op een persoonlijke manier gebruiken daarvan. Hierdoor behoud
je je eigen identiteit in de relatie met je cliënt. Kortom: vrijwel alle
interventies die je doet staan in verband met en komen voort uit je
eigen referentiekader, je eigen mening, je eigen waarnemingen, be-
hoeften en gevoelens. Hierdoor ontstaat er een open gesprek waarin
veel cliënten zich (ondanks onderlinge verschillen) gezien en gehoord
voelen.
Hoe ga je als therapeut om met het conflict in de
relatie?
Conflicten lopen altijd volgens hetzelfde principe. Twee partijen ko-
men tegenover elkaar te staan. Als je als therapeut niet oplet, blijven
paren zich herhalen om hun positie te onderbouwen, in een terugke-
rend patroon van wat ze thuis gewend zijn. In plaats van met de in-
houd bezig te zijn, is het van belang dat je als hulpverlener in het hier
en nu op het proces tussen de twee partners gericht bent. Je moet
zoeken naar het specifieke in plaats van het algemene.
67
Hoe doe je dit als therapeut? Het is van belang de partners te helpen
om hun behoeften niet op een verwijtende manier naar voren te bren-
gen, maar als wens (stap 1). Is dit gelukt, dan kun je ze beide helpen
om de wens van de ander te horen en hierbij stil te staan (stap 2), en
vervolgens om te formuleren waarom zij deze de wens wel of niet
willen vervullen (stap 3). Je helpt ze vervolgens weer hiernaar te luiste-
ren en stil te staan bij wat de partner over zichzelf en over de ander te
vertellen heeft (stap 4), te overwegen wat dit voor henzelf betekent
(stap 5) en dit op een vriendelijke (verlangende) manier te verwoorden
(stap 6). Dit is een stappenplan om constructief met een relatieconflict
om te gaan.
Voorbeeld
Vrouw: “Elke keer als hij moet overwerken, krijg ik het gevoel dat hij
vreemdgaat. Hij houdt er totaal geen rekening mee hoe dit voor mij
voelt.
Man: “Als ik elke keer moet voelen hoe het voor jou moet voelen kan ik
wel stoppen met werken, je zeurt me de oren van mijn hoofd.”
De man voelt de reactie van de vrouw als verwijt. Hij reageert hier
geïrriteerd op terug met een volgend verwijt. Uiteindelijk krijgen ze
beide niet wat ze echt nodig hebben. Een belangrijke stap voor de
therapeut is nu dus om niet op de inhoud in te gaan, maar alleen te
kijken naar het proces. Als therapeut kun je nu helpen het verwijt van
de vrouw om te buigen naar een persoonlijk verlangen. Je kunt probe-
ren om de man hierbij stil te laten staan en hem met een eigen verlan-
gen terug te laten komen.
68
Een nieuw, constructief patroon
Vrouw: “Henk, ik vind het soms lastig dat je moet overwerken. Dat
voelt bij mij als een blauwe plek waarbij ik denk, als dat maar goed
gaat. Het houdt mij enorm bezig.”
Man: “Wat vervelend Nellie, dat het je nog zo bezighoudt, en fijn dat je
het met me deelt. Ik kan zeggen dat het goed gaat. Maar ik snap hoe
het jou nog zo kan raken.”
Nellie brengt hier op een verlangende, persoonlijke manier haar echte
pijn naar voren. Henk voelt zich niet aangevallen, maar het lukt hem
om erbij stil te staan en er voor Nellie te zijn door begrip te tonen. Dit
werkt vervolgens ook, doordat het voor Nellie fijn is om terug te horen
dat het goed gaat met Henk. In feite vraagt ze indirect ook om deze
bevestiging.
“Het conflict in de relatie heeft zo een helend en groeizaam effect op
beiden. Goed doorwerkte conflicten vergroten op deze wijze het eigen
potentieel van de partnerrelatie en werken dus in wezen therapeu-
tisch.” (Bouwkamp & Bouwkamp 2010)
69
Hechting
De verschillende gezins- en partnerpatronen zijn nauw verbonden met
hechting en de ontwikkeling hiervan in verschillende soorten relaties.
Onder hechting wordt het volgende verstaan: de ontwikkeling van het
interne systeem dat als functie heeft nabijheid tussen kind en ouder
(en later dus in de partnerrelatie) te bewerkstelligen, zodat het kind in
angstige situaties de ouder weet te vinden voor de nodige zekerheid,
veiligheid, troost en bescherming (Bowlby 1969/1982).
Voor een veilige hechting (een relatief duurzame liefdevolle relatie
tussen een kind en de personen met wie hij regelmatig omgaat) is het
essentieel dat de ouders en later de partner emotioneel beschikbaar,
ontvankelijk en betrokken zijn (Bouwkamp & Bouwkamp 2014). Veel
partners ervaren dat hun echtgenoot (de seksverslaafde) nagenoeg
niet emotioneel beschikbaar is. Zij ervaren hem dus als afstandelijk op
het ‘diepe’ niveau in de verschillende relaties: zowel als partner als in
het gezin. Als je als vrouw de veilige hechting met je man kwijt raakt
val je eerder terug in oude patronen. Als die oude patronen voortko-
men uit een onveilige hechting vanuit het gezin, verdwijnt het (basis-
)vertrouwen en het gevoel dat beide partners door elkaar geaccep-
teerd worden nog meer naar de achtergrond.
Partners die in verschillende relaties een veilige hechting hebben erva-
ren zijn meestal rustiger en eerder te troosten. Zij hebben het basis-
vertrouwen dat de ander na het nemen van afstand wel weer terug zal
komen, en durven daarin gemakkelijker op eigen benen te staan. Zij
beschouwen zichzelf als een persoon die de liefde en aandacht van
anderen waard is: bij hen is er sprake van een goede balans tussen
autonomie en verbondenheid.
Een belangrijk onderdeel binnen een behandeling gericht op traumati-
sche ervaringen is het opnieuw aangaan van een veilige hechting. Dit
70
kan gaan om de band met je eigen partner, maar net zo goed om fami-
lie of vrienden die weer dichterbij mogen komen.
Een lotgenotengroep kan daarin een belangrijk onderdeel zijn, maar
vooral als je er alleen voor staat. Juist in een dergelijke groep krijg je
erkenning door vooral veel te praten, te luisteren en emoties te uiten.
Daarin kun je ook met anderen werken aan herstel van vertrouwen en
wordt een hele basale behoefte vervuld, namelijk die aan liefde. Het is
helaas niet mogelijk om al je angsten, negatieve gevoelens en twijfels
zomaar weg te stoppen in een doos die je op zolder kunt zetten. Hefti-
ge gevoelens laten zich niet zomaar opsluiten, maar komen naar bo-
ven. Met andere woorden: gevoelens kun je wel bevriezen, en dat kan
tijdelijk helpen, maar als je ze kunt laten ontdooien en kunt delen –
het liefst met je partner – dan kan de ander met je meevoelen en be-
grijpen wat je echte pijn en nood is. Misschien nog wel het belangrijk-
ste is dat je dan erkenning krijgt: jouw gevoelens mogen bestaan. Dit is
een belangrijke eerste stap op weg naar herstel. Een (nieuwe) veilige,
hechte band helpt daarbij om de volgende redenen:
• Deze band troost en verzacht je pijn. Lichamelijke en emotio-
nele nabijheid werkt kalmerend op ons zenuwstelsel en helpt
ons weer in balans te komen.
• Een veilige, hechte band helpt om de strijd tegen de bestaan-
de problemen vol te houden;
• De band helpt je ervan overtuigd te raken dat de ‘nieuwe’
persoon die je bent geworden nog steeds gewaardeerd en ge-
respecteerd wordt;
• Een hechte verbintenis helpt ons zin te geven aan wat er is
gebeurd, en helpt orde te scheppen in chaos.
71
In een hechte band zijn er vaak niet heel veel woorden of oplossingen
nodig. Het is juist belangrijk vastgepakt te worden, getroost te worden,
het probleem en de emoties er laten zijn: dit helpt het trauma pas echt
te herstellen (ontleend en vrij vertaald uit Hou me Vast van Dr. Sue
Johnson). Het is dus belangrijk om op zoek te gaan naar die veilige
plek. Daarbij moet je vaak grote angst en schaamte overwinnen maar
het loont eigenlijk altijd. Door de verbinding op te zoeken kun je sa-
men strijden tegen alles wat op je afkomt, en dat is effectiever dan
alleen.
Echt werken aan hechting!
Zoals we eerder hebben gezien kan een onveilige hechtingsstijl door
therapie veranderen in een veiligere. Hoe kun je dit proces als EPT-
therapeut begeleiden?
Therapeut-cliënt
Het is ten eerste belangrijk om als therapeut beschikbaar en persoon-
lijk te zijn. Je kunt bijvoorbeeld bij het weggaan de cliënt een schou-
derklopje geven en zeggen: ‘Bel me morgen even om te vertellen hoe
het gaat.’ Geef aan cliënten je telefoonnummer voor noodgevallen, en
je zult zien dat ze nooit bellen: dat is niet nodig, omdat ze zich veilig
voelen.
Maar je kunt je cliënten ook leren over veilige hechting door betrouw-
baar te zijn in je afspraken; door hem of haar niet in de steek te laten;
door je cliënt op het juiste moment het vertrouwen te geven dat hij of
zij het zelf kan; door je cliënt op het juiste moment ook weer los te
kunnen laten. Kortom, je kunt je cliënt begeleiden door als therapeut
sensitief en responsief te zijn ten aanzien van zijn of haar (ontwikke-
lings-)behoefte (Bouwkamp en Bouwkamp 2010).
72
Partners
Partners kunnen zich ontwikkelen richting een veilige hechtingsstijl
door op elkaar te leren vertrouwen. Als partners in therapie komen,
zijn ze elkaar dikwijls als vijand gaan zien. Zij voelen zich door de ander
diep gekwetst. Partners moeten leren om elkaar te zien als gekwetste
ziel, vergelijkbaar met een gekwetst kind dat uit angst reageert. Als jij
je partner als een angstig kind kunt zien, is hij of zij niet meer bedrei-
gend voor jou: met een bang kind heb je juist compassie.
Een therapeut kan dit ook bereiken door de overdrachtelijke situaties
die tussen de partners spelen te ontrafelen. Partners leren zo oude
pijn, die zij op hun partner projecteren, los te koppelen van het nu,
waardoor de ander zijn bedreigende betekenis verliest.
Partners hebben er bovendien baat bij om in alle openheid en kwets-
baarheid met elkaar te leren praten: om hun diepste gevoelens, ang-
sten, boosheid en behoeften te leren ontdekken met en uit te spreken
naar elkaar; om te leren echt naar elkaar te luisteren en zich in te leven
in de ander.
Door te leren aan elkaars hechtingsbehoeften te voldoen, kunnen
partners nog dichter bij elkaar komen. Een voorbeeld: als man trek jij
je het liefste terug in je eigen kamer, maar je vrouw wil juist graag dat
jij meer tijd samen met haar doorbrengt. Als jij aan deze behoefte van
je partner voldoet, dan voldoe je tegelijkertijd aan je eigen diepe maar
verborgen behoefte om in contact te zijn met de ander. Andersom
leert je vrouw meer activiteiten zelf te ondernemen, zonder van haar
partner te verwachten dat hij altijd bij haar is of met haar meedoet. Zo
leert de vrouw aan haar eigen diepere behoefte te voldoen om zelf-
standig te worden en vol vertrouwen de wereld in te durven stappen.
Op deze manier bereik je op drie vlakken succes: je voldoet aan de
hechtingsbehoefte van je partner, je voldoet aan je eigen (door angst
73
overdekte) hechtingsbehoefte en je maakt je relatie veiliger en daar-
mee steviger (Bouwkamp en Bouwkamp 2010, Corné Spijkerboer
2010).
Hoe werk je als therapeut aan autonomie en verbonden-
heid in een relatie?
Zoals al eerder is geschetst. zijn we als individu en als partners altijd op
zoek naar een goede balans tussen het deel van ons dat autonoom is
en het deel waarin we ons verbonden voelen met elkaar.
Een therapeut kan zich, als het om de zorg voor een ander gaat, door
twee vragen laten leiden:
‘Wat heb ik te geven aan de ander?’
‘Wat heeft de ander van mij nodig?’
De verwachting dat twee partners door alleen maar op deze manier
aan elkaar te geven in een stabiele relatie blijven, is niet echt reëel. De
drang die partners voelen om zich los te maken en weer op zichzelf te
staan komt in elke relatie voor. Dat betekent dat we soms ‘nee’ tegen
de ander moeten zeggen en voor onszelf moeten zorgen. Bij de zorg
voor onszelf helpt het om stil te staan bij de volgende twee vragen:
‘Wat heb ik nodig van de ander?’
‘Wat heb ik van en voor mijzelf nodig, los van de ander?’
Maar hoe blijf je dan toch met elkaar verbonden? Hoe lukt het je als
therapeut om de balans tussen autonomie en verbondenheid te waar-
borgen? Voor veel stellen werkt het om hierin als voorbeeld te dienen
en ieder apart te leren om aan de ander te geven, door te laten zien
hoe jij in het interactieproces met de ander omgaat. Daarbij is het van
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven
Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Manajemen pemasaran
Manajemen pemasaranManajemen pemasaran
Manajemen pemasaranFajar Sandy
 
Manajemen Risiko 14 diversifikasi
Manajemen Risiko 14 diversifikasiManajemen Risiko 14 diversifikasi
Manajemen Risiko 14 diversifikasiJudianto Nugroho
 
6 langkah lebih maju tentang category management
6 langkah lebih maju tentang category management6 langkah lebih maju tentang category management
6 langkah lebih maju tentang category managementYayan Mulyana
 
Analisis keputusan lease vs buy part 2
Analisis keputusan lease vs buy part 2Analisis keputusan lease vs buy part 2
Analisis keputusan lease vs buy part 2Futurum2
 
Ii. pemilihan lokasi
Ii. pemilihan lokasiIi. pemilihan lokasi
Ii. pemilihan lokasiSamin Grup
 
IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)
IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)
IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)KYOYOON JUNG
 
38070572 la-miopia-en-el-marketing
38070572 la-miopia-en-el-marketing38070572 la-miopia-en-el-marketing
38070572 la-miopia-en-el-marketingChristian López C.
 
BMP EKMA4216 Manajemen Pemasaran
BMP EKMA4216 Manajemen PemasaranBMP EKMA4216 Manajemen Pemasaran
BMP EKMA4216 Manajemen PemasaranMang Engkus
 
Activity Based Costing (ABC)
Activity Based Costing (ABC)Activity Based Costing (ABC)
Activity Based Costing (ABC)Indra Yu
 
EKSI 4203 - Modul 3 Model-Model Keseimbangan
EKSI 4203  - Modul 3 Model-Model KeseimbanganEKSI 4203  - Modul 3 Model-Model Keseimbangan
EKSI 4203 - Modul 3 Model-Model KeseimbanganAncilla Kustedjo
 
Manajemen Risiko 10 Risiko kredit
Manajemen Risiko 10 Risiko kreditManajemen Risiko 10 Risiko kredit
Manajemen Risiko 10 Risiko kreditJudianto Nugroho
 
Materi Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdf
Materi Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdfMateri Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdf
Materi Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdfdhikmatlm
 
Analise custo volume lucro[1]
Analise custo volume lucro[1]Analise custo volume lucro[1]
Analise custo volume lucro[1]CENORF
 
Profil Perusahaan AirAsia
Profil Perusahaan AirAsiaProfil Perusahaan AirAsia
Profil Perusahaan AirAsiaVedo Yudistira
 

Was ist angesagt? (20)

Manajemen pemasaran
Manajemen pemasaranManajemen pemasaran
Manajemen pemasaran
 
Manajemen Risiko 14 diversifikasi
Manajemen Risiko 14 diversifikasiManajemen Risiko 14 diversifikasi
Manajemen Risiko 14 diversifikasi
 
6 langkah lebih maju tentang category management
6 langkah lebih maju tentang category management6 langkah lebih maju tentang category management
6 langkah lebih maju tentang category management
 
Just in time
Just in timeJust in time
Just in time
 
Analisis keputusan lease vs buy part 2
Analisis keputusan lease vs buy part 2Analisis keputusan lease vs buy part 2
Analisis keputusan lease vs buy part 2
 
Ii. pemilihan lokasi
Ii. pemilihan lokasiIi. pemilihan lokasi
Ii. pemilihan lokasi
 
IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)
IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)
IBM Watson Assistant 기반 챗봇 제작 기초 강좌 (2019.11.18)
 
Mk07 obligasi
Mk07 obligasiMk07 obligasi
Mk07 obligasi
 
Marketing Excellence: Nature, Measurement, and Investor Valuations
Marketing Excellence: Nature, Measurement, and Investor ValuationsMarketing Excellence: Nature, Measurement, and Investor Valuations
Marketing Excellence: Nature, Measurement, and Investor Valuations
 
38070572 la-miopia-en-el-marketing
38070572 la-miopia-en-el-marketing38070572 la-miopia-en-el-marketing
38070572 la-miopia-en-el-marketing
 
Pertemuan 13 perencanaan kondisi darurat, pengelolaan kriisis dan kelangsunga...
Pertemuan 13 perencanaan kondisi darurat, pengelolaan kriisis dan kelangsunga...Pertemuan 13 perencanaan kondisi darurat, pengelolaan kriisis dan kelangsunga...
Pertemuan 13 perencanaan kondisi darurat, pengelolaan kriisis dan kelangsunga...
 
BMP EKMA4216 Manajemen Pemasaran
BMP EKMA4216 Manajemen PemasaranBMP EKMA4216 Manajemen Pemasaran
BMP EKMA4216 Manajemen Pemasaran
 
Activity Based Costing (ABC)
Activity Based Costing (ABC)Activity Based Costing (ABC)
Activity Based Costing (ABC)
 
EKSI 4203 - Modul 3 Model-Model Keseimbangan
EKSI 4203  - Modul 3 Model-Model KeseimbanganEKSI 4203  - Modul 3 Model-Model Keseimbangan
EKSI 4203 - Modul 3 Model-Model Keseimbangan
 
Bab. 13 Keputusan Investasi Modal
Bab. 13 Keputusan Investasi ModalBab. 13 Keputusan Investasi Modal
Bab. 13 Keputusan Investasi Modal
 
Manajemen Risiko 10 Risiko kredit
Manajemen Risiko 10 Risiko kreditManajemen Risiko 10 Risiko kredit
Manajemen Risiko 10 Risiko kredit
 
Futurevaluetables
FuturevaluetablesFuturevaluetables
Futurevaluetables
 
Materi Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdf
Materi Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdfMateri Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdf
Materi Kuliah Kewirausahaan #4 ss.pdf
 
Analise custo volume lucro[1]
Analise custo volume lucro[1]Analise custo volume lucro[1]
Analise custo volume lucro[1]
 
Profil Perusahaan AirAsia
Profil Perusahaan AirAsiaProfil Perusahaan AirAsia
Profil Perusahaan AirAsia
 

Ähnlich wie Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven

Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...
Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...
Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...Karin Schuurman
 
ICT & Klantreis De Nieuwe GGZ
ICT & Klantreis De Nieuwe GGZICT & Klantreis De Nieuwe GGZ
ICT & Klantreis De Nieuwe GGZMichael Milo
 
Voorpublicatie Zin in seks (2)
Voorpublicatie Zin in seks (2)Voorpublicatie Zin in seks (2)
Voorpublicatie Zin in seks (2)ingeborg timmerman
 
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...Harold van Garderen
 
Interview Marcello van den Anker
Interview Marcello van den AnkerInterview Marcello van den Anker
Interview Marcello van den AnkerSignificant
 
Week Van De Lentekriebels 2014 - Vlaanderen
Week Van De Lentekriebels 2014 - VlaanderenWeek Van De Lentekriebels 2014 - Vlaanderen
Week Van De Lentekriebels 2014 - VlaanderenElizabeth Verhetsel
 
2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coaleren2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coalerenAlexander Grassi
 
2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coaleren2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coalerenAlexander Grassi
 
Drinken en blowen in de jeugdhulpverlening
Drinken en blowen in de jeugdhulpverleningDrinken en blowen in de jeugdhulpverlening
Drinken en blowen in de jeugdhulpverleningTiffanyVangheluwe
 
Seksueel opvoeden met het vlaggensysteem
Seksueel opvoeden met het vlaggensysteemSeksueel opvoeden met het vlaggensysteem
Seksueel opvoeden met het vlaggensysteemApestaartjaren
 
Begeleidingsbijeenkomsten Partners Depressieven
Begeleidingsbijeenkomsten Partners DepressievenBegeleidingsbijeenkomsten Partners Depressieven
Begeleidingsbijeenkomsten Partners DepressievenKarin Rensen
 
Eerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkje
Eerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkjeEerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkje
Eerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkjeCaroline Franssen
 
Kwaliteit van communicatie
Kwaliteit van communicatieKwaliteit van communicatie
Kwaliteit van communicatieVBVK
 
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisOnderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisLilian Coenen
 
De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)
De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)
De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)Peter de Kuster
 
Printversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen LyvorePrintversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen LyvoreBrenda Nieuwenhuizen
 
IO1 Cursus seksuele voorlichting voor ouders
IO1 Cursus seksuele voorlichting voor oudersIO1 Cursus seksuele voorlichting voor ouders
IO1 Cursus seksuele voorlichting voor oudersKarel Van Isacker
 
Adolescenten en hun huisarts
Adolescenten en hun huisartsAdolescenten en hun huisarts
Adolescenten en hun huisartsIsabelle Das
 

Ähnlich wie Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven (20)

Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...
Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...
Publicatie - K.S.E. Schuurman - Hoe bespreekbaar is sexualiteit in de zorgrel...
 
ICT & Klantreis De Nieuwe GGZ
ICT & Klantreis De Nieuwe GGZICT & Klantreis De Nieuwe GGZ
ICT & Klantreis De Nieuwe GGZ
 
Voorpublicatie Zin in seks (2)
Voorpublicatie Zin in seks (2)Voorpublicatie Zin in seks (2)
Voorpublicatie Zin in seks (2)
 
De kracht van spiegelen
De kracht van spiegelenDe kracht van spiegelen
De kracht van spiegelen
 
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
Hart voor de Jeugdzorg - Presentatie Presentatie gegeven op het symposium ter...
 
Interview Marcello van den Anker
Interview Marcello van den AnkerInterview Marcello van den Anker
Interview Marcello van den Anker
 
Bachelorscriptie
BachelorscriptieBachelorscriptie
Bachelorscriptie
 
Week Van De Lentekriebels 2014 - Vlaanderen
Week Van De Lentekriebels 2014 - VlaanderenWeek Van De Lentekriebels 2014 - Vlaanderen
Week Van De Lentekriebels 2014 - Vlaanderen
 
2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coaleren2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coaleren
 
2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coaleren2017 wordt het jaar van coaleren
2017 wordt het jaar van coaleren
 
Drinken en blowen in de jeugdhulpverlening
Drinken en blowen in de jeugdhulpverleningDrinken en blowen in de jeugdhulpverlening
Drinken en blowen in de jeugdhulpverlening
 
Seksueel opvoeden met het vlaggensysteem
Seksueel opvoeden met het vlaggensysteemSeksueel opvoeden met het vlaggensysteem
Seksueel opvoeden met het vlaggensysteem
 
Begeleidingsbijeenkomsten Partners Depressieven
Begeleidingsbijeenkomsten Partners DepressievenBegeleidingsbijeenkomsten Partners Depressieven
Begeleidingsbijeenkomsten Partners Depressieven
 
Eerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkje
Eerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkjeEerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkje
Eerstehulpbijrelatieongelukken_inkijkje
 
Kwaliteit van communicatie
Kwaliteit van communicatieKwaliteit van communicatie
Kwaliteit van communicatie
 
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisOnderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
 
De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)
De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)
De Macht van Jouw Verhaal in Rome (2)
 
Printversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen LyvorePrintversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
 
IO1 Cursus seksuele voorlichting voor ouders
IO1 Cursus seksuele voorlichting voor oudersIO1 Cursus seksuele voorlichting voor ouders
IO1 Cursus seksuele voorlichting voor ouders
 
Adolescenten en hun huisarts
Adolescenten en hun huisartsAdolescenten en hun huisarts
Adolescenten en hun huisarts
 

Onderzoek effect verslaving op de partner_Puur Leven

  • 1. Seksverslaving en de partner dan? Jaco van Heemskerk Seksverslaving en de partner dan?
  • 2. Eerste druk juni 2015 Seksverslaving en de partner dan? ©2015 Jaco van Heemskerk Dit is een eigen uitgave van: Praktijk Puur leven info@puur-leven.com www.puur-leven.com Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiëren, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
  • 3. Inhoudsopgave 1. Inleiding................................................................................. 3 2. De enquête............................................................................ 6 3. Wanneer is mijn partner seksverslaafd?............................... 8 4. De invloed van seksverslaving op de partner ..................... 27 5. Op weg naar herstel............................................................ 51 6. Hoe werk je als therapeut aan herstel in de partnerrelatie? .................................................................... 65 7. Conclusie ............................................................................. 76 8. Referenties.......................................................................... 79 Bijlage 1 enquête........................................................................ 81 Bijlage 2 definities van de termseksverslaving ingevuld door de partner................................................................................... 87 Bijlage 3 proces van herstel van vertrouwen.............................91
  • 4. 2 Beste Jaco Ik ben nu vijf jaar getrouwd met mijn man. Twee jaar geleden kwam ik er achter dat hij seksverslaafd is. Hij keek veel porno en had een twee- de msn-adres waarop hij met heel veel vrouwen camde. Hij beloofde het nooit meer te doen, ik probeerde hem te vertrouwen, hem te ver- geven. Een half jaar geleden kwam ik er achter dat hij weer porno keek. Deze keer wilde ik hem laten vallen, maar ik ben zwanger, daarom kon ik voor mijn gevoel niet weg. Emotioneel ben ik een wrak. Is hij even naar een andere kamer dan kijk ik direct of hij zijn gsm mee heeft. Is dat nog een leven? En wat komt er nog? Wat is zijn volgende stap? Zal hij me echt bedriegen met een andere vrouw? Ik zoek waar ik de fout in ging, wat ik misdaan heb. We hadden het goed samen, en hij kreeg veel liefde en seks. Ik weet echt niet meer hoe ik moet omgaan met de seksverslaving van mijn man! Inmiddels zit mijn man in therapie. Maar nu komt mijn verdriet naar boven, mijn gevoel van verraad en ook mijn eenzaamheid. Want wie vertel je nu dat je wel van je man houdt, maar dat hij je gewoon , om- dat hij verslaafd is een aantal keren heeft bedrogen. Kun jij me verder helpen? Ilse
  • 5. 3 1. Inleiding Aanleiding De brief van Ilse is een veelzeggend voorbeeld van hoe hoog de nood kan zijn als je eigen partner seksverslaafd is. Ik merk dat er in de prak- tijk voor degene die worstelt met zijn verslaving voldoende aanbod is in de hulpverlening. In de verschillende behandeltrajecten, voorname- lijk in groepstherapieën, gaat het ook over de partnerrelatie. Maar met anderen praten over je relatie is heel wat anders en soms gemakkelij- ker dan er samen met je partner over te praten. Dat een seksverslaving een grote impact heeft op de partnerrelatie is een feit, maar wat te doen wanneer je hiermee als partner geconfronteerd wordt? Systeemgericht werken met een ervaringsgerichte houding is een van de basishoudingen van de opleiding Ervaringsgerichte Psychosociale Hulpverlening en Gestalt Gezinstherapie van het Kempler Instituut. In mijn eigen praktijk, Puur Leven, begeleid ik veel gesprekken op het gebied van seksverslaving. Daarbij probeer ik de partner (de context) zo vroeg mogelijk in de gesprekken te betrekken; ik heb gezien hoeveel toegevoegde waarde dit heeft. Maar het lukt niet altijd om de partner te helpen en de relatie te red- den. Dat heeft enerzijds te maken met onduidelijkheid omtrent het precieze effect dat een seksverslaving heeft op de partner en de rela- tie; vaak is de breuk tussen de partners ook al zo groot dat uit elkaar te gaan de enige optie lijkt.
  • 6. 4 Hoofdvraag De centrale vraag van mijn onderzoek is: Wat is het effect van seksverslaving op de partner en kan systeemge- richt werken leiden tot herstel? Om de centrale vraag te beantwoorden is het van belang om deze op te delen in verschillende deelvragen: • Wanneer is mijn partner seksverslaafd? • Waar ligt mijn verantwoordelijkheid als partner? • Wat voor invloed heeft de seksverslaving op mij als partner en hoe ga ik daarmee om? • Hoe kan een seksverslaving het beste behandeld worden als de partner erbij betrokken is? Het doel van het onderzoek is om meer te weten te komen over de situatie van de partner: wat heeft hij of zij nodig, waarin kan de man of therapeut iets betekenen? Het uiteindelijke doel van de therapeut is tenslotte, zichzelf overbodig te maken door naar herstel toe te wer- ken. Ten behoeve van de eenvormigheid wordt in dit onderzoek steeds uitgegaan van een heterorelatie, waarbinnen de seksverslaafde als mannelijk wordt voorgesteld, en de partner als vrouwelijk. In de prak- tijk hoeft dit natuurlijk niet zo te zijn. Het is bekend dat er ook vrou- wen met een seksverslaving te maken hebben, en dat ook homostellen worstelen met dit probleem.
  • 7. 5 Werkwijze Veel vragen zijn beantwoord vanuit literatuuronderzoek en ervaringen vanuit het werk in mijn praktijk Puur Leven (Practice Based Evidence). Verder is er een enquête opgesteld, verspreid en verwerkt om ant- woorden te verzamelen die partners van seksverslaafden zelf op diver- se vragen geven.
  • 8. 6 2. De enquête Het was een uitdaging om dit onderzoek zo ervaringsgericht mogelijk te schrijven en de theorie te onderbouwen met praktijkvoorbeelden. Daarom is er een enquête opgesteld (zie bijlage 1) met vragen die uit de literatuur naar voren zijn gekomen. De enquête is gebruikt als hulpmiddel en is daarom niet op weten- schappelijke wijze geanalyseerd en gevalideerd. De resultaten zijn zo verwerkt, dat de vertrouwelijkheid en anonimiteit van de responden- ten gegarandeerd blijft. Omdat de praktijkvoorbeelden die in dit on- derzoek beschreven worden op waarheid berusten, zijn de persoons- namen die daarin genoemd worden gefingeerd. De enquête is in totaal 147 keer ingevuld en is voornamelijk verspreid door stichting Kostbaar Vaatwerk. De enquête is ingevuld door diege- ne die te maken hebben met een partner die seks- of pornoverslaafd is of is geweest. Er is gevraagd naar de leeftijd van de respondenten. Deze lijkt normaal verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën, waarbij de meesten tussen de dertig en veertig jaar oud zijn, zie figuur 1. Figuur 1:leeftijdscategorieën respondenten. 19% 32%28% 21% jonger dan 30 jaar 30-40 jaar 40-50 jaar ouder dan 50 jaar
  • 9. 7 Van de respondenten heeft 85% een relatie met de (ex-)verslaafde en heeft 14% geen relatie meer met de man; 1% heeft deze vraag niet beantwoord. Bij de meeste respondenten (39%) is het langer dan vijf jaar geleden dat zij ontdekte dat haar partner seksverslaafd is of was. Bij 12% is dit minder dan een jaar geleden. Figuur 2: tijdspad uitkomen verslaving. Bovenstaande statistieken geven een kort beeld van de achtergrond van de respondenten. Deze zijn representatief genoeg om reacties met elkaar te vergelijken, te analyseren en te verwerken in dit onderzoek. De resultaten van de enquête zijn in verschillende vormen verwerkt in dit onderzoek. 13% 17% 30% 40% minder dan een jaar 1-2 jaar 2-5 jaar meer dan 5 jaar
  • 10. 8 3. Wanneer is mijn partner seksverslaafd? Inleiding In dit hoofdstuk staat de vraag centraal: wanneer is mijn partner seks- verslaafd? Wat is een seksverslaving eigenlijk, en hoe groot is het pro- bleem? Dekt de term seksverslaving wel de lading, en hoe herken je deze verslaving bij je partner? Ook komt in dit hoofdstuk de behande- ling van de verslaafde aan bod: hoe gaat dat in de alledaagse praktijk? Of je nu een man of een vrouw bent met een seksverslaafde partner is niet relevant: mannen en vrouwen lijden op de dezelfde wijze onder het probleem. Het essentiële verschil is, dat de seksverslaafde weet wat er aan de hand is: hij heeft kennis en ervaring en in die zin een vorm van regie. De ander, de partner, lijdt passief onder het probleem. Uit dit laatste komt veel lijden voort: het probleem overkomt je, en je hebt geen enkele grip op de feiten, de geschiedenis, de waarheid en de betekenis van het gedrag van de ander (van Zessen 2012). Wat is seksverslaving, en dekt deze term wel de lading? De term ‘seksverslaving’ is vooral gaan leven na 1980, in de periode na de seksuele revolutie. Wat als vrijheid voelde, bleek ook onvrije ele- menten met zich mee te brengen, zoals verslaving en andere onge- wenste gevolgen, zoals herpes en aids. Carnes (1983) is waarschijnlijk de meest actieve pleitbezorger van het seksuele verslavingsmodel, waarin hij seksverslaving vergelijkbaar acht met verslavingsziekten als alcoholisme en de verslaving aan psychotrope stoffen. Seksverslaving werd in DSM-III (diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen,1980) genoemd in de restcategorie van de seksuele stoornissen, maar in DSM-IV (1994) kwam seksverslaving
  • 11. 9 helemaal niet voor. Vanaf mei 2013 zouden deze problemen voor het eerst sinds 1980 weer een plekje krijgen in deze diagnosebijbel voor psychiaters; ‘zouden’, want op het laatste moment is de omstreden diagnose 'hyperseksuele stoornis' uit de vijfde editie van dit invloedrij- ke werk geweerd. In verschillende veldonderzoeken was geprobeerd onafhankelijk vast te stellen of het mogelijk was de diagnose ‘hyper- seksuele stoornis’ te stellen, maar dat stuitte op teveel kritiek om dit eenduidig te kunnen vaststellen. Na dertig jaar discussie lijkt er nog steeds geen overeenstemming te zijn over de aard en exacte definiëring van seksverslaving. Elke manier van kijken heeft zijn waarde, al is het maar omdat het gaat om een complex en veelvormig geheel aan klachten, achtergronden, conse- quenties en mogelijke therapeutische ingangen. Definitie seksverslaving Goodman (1998) geeft een definitie die de lading van een seksversla- ving lijkt te dekken: hij heeft het over ‘gedrag dat buiten de actieve controle valt en dat negatieve consequenties heeft’. Hierbij gaat het in eerste instantie om de negatieve consequenties voor de persoon zelf, evenals voor de omgeving (partner, gezin et cetera). Van Zessen (2011), die er zelf overigens geen voorstander van is om het complexe probleem te definiëren, maakte hier een uitgebreide versie van: ‘Seks- verslaving is het vastzitten in een repeterend gedragspatroon dat de betrokkene wel wil, maar niet kan veranderen, terwijl het patroon tot overwegend negatieve consequenties leidt voor de persoon zelf of de omgeving.’ Een ander passende en zeer sprekende definitie is: Het gevoel dat seksueel gedrag sterker is dan jezelf.
  • 12. 10 Bovenstaande definities komen sterk naar voren in praktijkvoorbeel- den, waarbij dwangmatig gedrag (controleverlies) en het ervaren van negatieve gevolgen de belangrijkste kenmerken zijn. De gevolgen gel- den vaak niet alleen voor de persoon zelf, maar ook voor de omgeving (partner, gezin, werk en dergelijke). Van Zessen (2011) beschrijft dat de relationele context mede bepaalt of het een probleem wordt of niet. Probleemdefinitie van de partner Wanneer is iemand verslaafd? De sterkte van het verlangen en de frequentie of intensiteit van het gedrag kunnen moeilijk langs de meetlat gelegd worden. Om de definitie van een seksverslaving en de invloed die deze verslaving heeft op de partnerrelatie te verhelderen, is deze vraag in de enquête algemeen gesteld: “Wanneer vindt u dat iemand seksverslaafd is?” Uit bijna alle reacties werd duidelijk dat deze vraag door de respon- denten persoonlijk opgevat werd met betrekking tot het probleem van de eigen partner. Er is op deze vraag geen eenduidig antwoord te ge- ven: het probleem werd heel verschillend ingekleurd. Natuurlijk is het zo dat de vraag wanneer ben je nu verslaafd vooral gaat leven wanneer je binnen je relatie of omgeving geconfronteerd wordt met het feit van verslaving. In figuur 3 zijn de antwoorden van de open vraag samengevat in een woordwolk. De woorden ‘problema- tisch’, ‘gedrag’, ‘porno’, ‘partner en huwelijk’ springen eruit, en onder- bouwen de hierboven gestelde definities.
  • 13. 11 Figuur 3: samenvatting definities partners. Een aantal definities die partners gaven (zie bijlage 2 voor meer defini- ties): “Het gedrag was problematisch omdat zijn hele gedrag en emotionele wereld erop was gericht zonder dat hij dit kon stoppen. Liegen, mas- turberen en buitenechtelijke relatie(s). Veranderde uiting van zijn emo- ties en zijn seksualiteit met mij. Ik was de man kwijt waarmee ik was getrouwd.” “Wanneer hij een blijkbaar onweerstaanbare drang heeft om dit ge- drag te beleven en hij niet aarzelt om hiervoor leugens en uitvluchten te verzinnen.” “Als het de seksualiteit en intimiteit verstoord. Maar ook (stiekeme) zelfbevrediging is heel kwetsend en vernederend. Seksualiteit is een intiem bindmiddel tussen man en vrouw en alles wat daar tussen komt heeft hoe dan ook een effect”. “Als het de relatie met het gezin/partner negatief beïnvloedt, min- der/geen aandacht meer voor gezinsactiviteiten vanwege de constante hunkering naar porno/daten/fysieke contacten etc.
  • 14. 12 Het ergste vind ik het dat hij het verbergt voor mij en er niet/nauwelijks ook achteraf mee komt. Daarnaast vind ik het moeilijk dat het altijd achter je rug om gebeurt (logisch, maar pijnlijk en destructief voor ons huwelijk), een paar meter bij mij vandaan, als ik boven op bed lig, of als hij op zolder (thuis) werkt. Het 'ja' zeggen, maar 'nee' doen - valse beloftes doen....” Het doel van het verhelderen van het probleem en de definitie is voor- namelijk bewustwording. Helaas gebeurt dat vaak pas wanneer je geconfronteerd wordt met het probleem. Als je op voorhand helder voor je ziet wanneer het gedrag van een seksverslaafde partner voor jezelf problematisch wordt, zorgt dit ervoor dat je van daaruit je ver- antwoordelijkheid en je grenzen heel helder richting je partner kunt stellen. Maar wat nu als je als partner de enige bent die het gedrag ziet als een probleem en daarbij merkt dat de ander eigenlijk niet eens wil veran- deren – is er dan wel sprake van een probleem? Dit zijn veel voorko- mende vragen en gedachtes. Voor je het weet sta je als partner onvol- doende sterk in je schoenen en wordt het probleem verdund door reacties van je verslaafde partner, zoals: ‘Iedereen kijkt wel eens por- no.’ Het is daarbij belangrijk om vast te houden aan je eigen gevoel van normen en waarden. Stel van daaruit grenzen die voor jou belangrijk zijn en laat je niet afzwakken met opmerkingen als, ‘Iedere man doet het’, of ‘Het is toch normaal?’ Door zeer duidelijke grenzen te stellen, aangevuld met acties die nodig zijn om je partner te activeren, zorg je ervoor dat de verantwoordelijkheid ook bij je partner komt te liggen. Zeker in het begin als je midden in de crisis zit (bij het uitkomen van het probleem) zijn dit de belangrijkste stappen om te nemen.
  • 15. 13 Wie teveel vast blijven zitten in het definiëren of het helder krijgen van de term gaat loopt het gevaar voorbij te gaan aan waar het vooral om moet gaan bij een seksverslaving. Het is niet een stoornis die zomaar vast te stellen is, maar een patroon waar iemand in vast komt te zitten of zich dat nu uit in een obsessief masturbatiepatroon, het kijken van porno of in de omgang met wisselende partners of prostituees. Seks- verslaving gaat in de kern niet om een verslaving aan seks, maar gaat veel dieper: het gaat om een verslaving aan een patroon van onvervul- de behoeftes, pijn en emoties. Hoe groot is het probleem? Het probleem is moeilijk op een wetenschappelijke manier te kwantifi- ceren. Er zijn wel veel statistieken en analyses die inzicht geven in de beleving van seksualiteit door bijvoorbeeld het kijken van porno. Als we kijken naar de statistieken uit verschillende onderzoeken dan weten we in ieder geval het volgende (De Graaf 2012): • 25% van alle zoekopdrachten op internet heeft met porno te maken (68 miljoen opdrachten per dag). • De gemiddelde leeftijd waarop kinderen voor het eerst porno zien is 11 jaar. • 50% van alle jongeren kijkt porno (30% meiden en 70% jon- gens). • 85% van de jongeren doet aan zelfbevrediging. Oftewel: wie komt er tegenwoordig niet in aanraking met pornografie en seksualiteit? Hoe ga je daar individueel of in een relatie mee om? In de praktijk komt vaak de vraag naar voren hoe groot het probleem is. De belangrijkste onderliggende vraag daaraan lijkt te zijn:, ‘Ik ben toch niet de enige?’ Het onbekende en het gevoel van schaamte maakt de vraag van de partner ook moeilijk bespreekpaar in haar directe omge-
  • 16. 14 ving. Voor je het weet zit je net als je verslaafde partner in een isole- ment, omdat je nergens met je vraag naartoe kunt en durft. Bepaald gedrag, zoals het kijken van porno, dat in de ene relatie zon- der probleem of zelfs met plezier wordt geïntegreerd, kan in een ande- re relatie reden vormen voor scheiding of diepe onzekerheid bij de partner. Het kijken van porno wordt door veel partners als vreemd- gaan ervaren (Van Rijsingen, 2008). Of het gedrag nu het bekijken van pornobeelden betreft of echte sek- suele contacten, of het kortdurend of jarenlang wordt beoefend, of het om romantische relaties gaat of alleen maar om seks, maakt voor de mate van kwetsing niet zo veel uit. Vrouwen kunnen door het stie- kem plaatjes kijken van hun man net zo van slag zijn als anderen die horen dat hun man al twintig jaar andere vriendinnen heeft. Al de statistieken en feiten maken iemand nog niet seksverslaafd. Juist de enorme anonimiteit zorgt ervoor dat het niet goed te kwantificeren is hoeveel mannen en vrouwen daadwerkelijk verslaafd zijn. Het feit dat iemand überhaupt af en toe porno kijkt zou al problematisch kun- nen zijn binnen een relatie. Waar ligt de grens? In conclusie is de belangrijkste vraag die een partner zich moet stellen, hoe je het probleem zelf definieert en hoe groot het probleem binnen jullie relatie is. Seksverslaving behandelen als symptoom Er zijn diverse online vragenlijsten verschenen (zoals http://www.ben- ik-seksverslaafd.nl/heb-ik-hulp-nodig.html) die zich vooral richten op symptomatische klachten. Zulke vragenlijsten zijn in eerste instantie belangrijk om het probleem te constateren. Als er daadwerkelijk een probleem is, behandel je dit dan als een symptoom, zoals in het 12-
  • 17. 15 stappenplan, of ligt het daadwerkelijke probleem misschien dieper dan gedacht? Oorzaak van het probleem Het zoeken naar de oorzaak of het begin van het probleem is een vaak gehoorde behoefte van zowel de (ex-)verslaafde als de partner. De achterliggende gedachte hiervan is, dat het vinden van de oorzaak van de seksverslaving kan helpen om de problematiek beter te leren be- grijpen. De gedachte is vaak, ‘Als we de oorzaak weten, dan kunnen we die aanpakken.’ Veel behandelingsmethodieken zijn hierop gericht, zoals de methodes die afgeleid zijn van het 12-stappenmodel van Al- coholics Anonymous – maar is dat terecht? De oorzaak van seksverslaving is onderzocht door onder anderen Goe- de (2003), Carnes (1989) en van Zessen (1995). Daarbij is seksversla- ving vaak gelinkt aan verslavingen door pijn uit het verleden. Carnes beschrijft dat seksverslaving een ziekte is die ontstaat als overlevings- strategie bij kinderen die misbruikt, mishandeld of verwaarloosd zijn, of die op een andere wijze zijn grootgebracht die niet aansluit bij de natuurlijke behoeften van een kind. Uit een al wat ouder onderzoek van Carnes (1989) blijkt ook dat 81% van de seksverslaafden als kind seksueel misbruikt is, 72% fysiek en 97% emotioneel. Predisponerend, oftewel bevorderend voor de aanleg voor een vol- wassen seksverslaving, waren in het onderzoek van Van Zessen (1995) onder andere: • een emotioneel koud gezin; • een angstige of vermijdende hechting; • emotionele verwaarlozing of geweld (traumatische ervaring in de kindertijd);
  • 18. 16 • een sociale en seksuele buitenstaanderspositie in de tiener- tijd; • een ‘hoekige’ seksuele leercurve (niet geleidelijk aan leren experimenteren met verliefdheid, zoenen, opwinding, enzo- voort, maar plotseling geïnitieerd worden. Zoals in een eerdere scriptie door Ferdinand Bijzet (Collums ring 2004) is beschreven, is het verslavingsgevaar van cyberseks zeer groot. Dit wordt bevorderd door de grote beschikbaarheid van seks op internet, op tv, via de telefoon en zelfs op straat. Veel cliënten geven aan dat er langzaam een patroon is ontstaan, vooral in de puberteit, en dat zij erachter kwamen dat het een ge- woonte werd om seks, in welke vorm dan ook, te gebruiken als een verdovend middel. Door een herhalend patroon zijn de hersenen ge- wend geraakt om pijn, stress en allerlei andere negatieve gevoelens te parkeren en er een kortstondig genot van te maken. Geleidelijk aan raak je zo verslaafd aan een patroon om seks te gebruiken als een ‘pornocetamol’ (www.pornocetamol.nl) waardoor vervelende en pijn- lijke gevoelens tijdelijk worden verdoofd. In de huidige praktijk is een daadwerkelijke oorzaak vaak moeilijk te vinden. Het lijkt dan ook niet zinvol om daar uitgebreid naar te graven. De ervaring leert dat het in de beginfase uitgebreid ingaan op de oor- zaak zelden verklaringen oplevert, en dat dit weinig tot geen effect heeft op het symptoomgedrag zelf. Het is belangrijker om de focus te leggen op waar het in het hier en nu werkelijk om moet gaan, name- lijk: wie is de man of vrouw achter het symptoom? De onderliggende oorzaak kan voor de partner en de therapeut vaak wel zinvol zijn om degene die de symptomen vertoont beter te begrijpen of te leren kennen.
  • 19. 17 Maar wat is een symptoom, waar komt dat vandaan, en waar staat het voor? Om op deze vragen een antwoord te vinden is het goed om eerst terug te gaan naar een beschrijving van de basisbehoeften van mensen, vanwege de sturende invloed die deze behoeftes hebben op al onze relaties en interactiepatronen. Verbondenheid en autonomie Als we kijken naar de visie van de EPT (Ervaringsgerichte Psychosociale Therapie) zien we dat kinderen probleemgedrag ontwikkelen door destructieve interactiepatronen. Dit komt doordat er een evenwicht nodig is aan twee basisbehoeften: verbondenheid en autonomie. Dit in relatie met ons innerlijk evenwicht aan niet en wel toegestane delen. In deze paragraaf wordt dit nader uitgewerkt. Aan bijna ieder menselijk streven liggen twee basisbehoeften ten grondslag. In de eerste plaats is er de behoefte om van betekenis te zijn voor (belangrijke) anderen: de behoefte om coöperatief te zijn en voor de ander te zorgen. Dit is de behoefte aan verbondenheid. In de tweede plaats is er de behoefte om de eigen mogelijkheden te realise- ren, de eigen behoeften te bevredigen en goed voor zichzelf te zorgen. Dit is de behoefte aan autonomie. De opgave waarvoor mensen zich gesteld zien, is om beide behoeften te realiseren en ze te integreren: om binnen het zorgen voor de ander ook op te komen voor de eigen belangen.
  • 20. 18 De uitwerking van het tweedimensionale classificatiesysteem van autonomie en verbondenheid is verder uitgewerkt in de scriptie van Bijzet (2004) en heb ik in figuur 4 samengevat. Figuur 4: classificatiesysteem van autonomie en verbondenheid. Het belangrijkste wat uit deze diagram naar voren komt is dat kinderen die uit verwaarloosde gezinnen komen, zich weinig autonoom (-Z) en weinig verbonden (-A) voelen. Zij hebben vaak de boodschap meege- kregen dat zij het niet waard zijn om tijd in te steken, en dat ze zelf moeten zorgen voor de bevrediging van hun eigen behoeften: ze krij- gen een laag zelfbeeld. Hierdoor leren kinderen af om afhankelijk te zijn van anderen, maar leren ze ook niet zichzelf lief te hebben en te waarderen. Als kinderen niet langer behoeftevervulling van een ander verwachten, stoppen ze met het zoeken van verbondenheid en gaan ze zelf zorgen voor hun eigen behoeftebevrediging. Deze kinderen
  • 21. 19 kunnen nauwelijks een gevoel van eigenwaarde opbouwen, en ont- wikkelen meestal symptoomgedrag zoals een seksverslaving (Bijzet 2004). Ook het kluwengezin (-Z, +A) is een gezinspatroon dat kan leiden tot verslavingsgedrag. Dit sluit aan bij wat Bouwkamp en Bouwkamp (1995) schrijven: “Een drugs- of gokverslaafde is zelden de eerste in zijn gezin die geen nee kan zeggen.” Meestal zien we in dergelijke gevallen dat één van de ouders (vaak de moeder) of beide ouders geen nee kunnen zeggen tegen de wensen van hun kind en geen eisen stel- len aan de eigen verantwoordelijkheid van het kind. De ouders leren het kind niet stilstaan bij de eigen behoeften. Hierdoor leert het kind niet te herkennen wat het werkelijk wil, en kan er een patroon ont- staan waarin het kind de behoeften met seksueel gedrag leert te be- vredigen. Het streven naar autonomie en verbondenheid is een centraal thema voor zowel de verslaafde als de partner (Bouwkamp 1999). Wanneer de balans tussen autonomie en verbondenheid verstoord raakt, zal je moeten leren omgaan met conflicten en ga je jezelf daarin aanpassen. De EPT spreekt van ‘ervaringserfgoed’: de ideeën, gevoelens en gedra- gingen die zijn doorgegeven in de opvoeding, zijn geïnternaliseerd. Een deel, het inhoudelijke facet, heeft betrekking op wat een kind wel en niet toegestaan is te ervaren en te uiten. Het streven naar een evenwicht is geen gemakkelijk opgave, want datgene waar je behoefte aan hebt strookt niet altijd met wat anderen die belangrijk voor ons zijn van ons verwachten, of met wat je van jezelf verwacht. Soms ben je niet in staat om dit conflict, dat zich zowel binnenin onszelf als tussen onszelf en anderen kan afspelen, op een bevredigende wijze naar buiten te brengen of op te lossen. Dan staan
  • 22. 20 wij voor de vraag hoe wij nu nog zorg kunnen dragen voor onszelf en tegelijkertijd een goede relatie met de ander kunnen onderhouden. Dit dilemma vormt de kern van veel problemen en symptomen waar men- sen mee te maken krijgen. Wel en niet-toegestane delen Elke man of vrouw wil erkenning van zijn of haar autonomie, van een eigen bestaan, en wil zelf beslissingen kunnen maken; maar iedereen wil ook verbondenheid, het relationele onderdeel. Eenieder moet leren om samen met anderen te leven zonder zichzelf of anderen te- kort te doen. Als het door jezelf niet toegestaan wordt bepaalde ge- voelens, gedachten en gedragingen te uiten, wordt dat ontkend en genegeerd. Het gehoorzamen aan wat verwacht wordt, dus kiezen voor verbondenheid, levert patronen op, die ook in latere relaties een rol spelen. In figuur 5 is weergegeven hoe de wel en niet-toegestane delen een rol spelen in de persoon zelf en waar symptoomgedrag tot uitdrukking komt.
  • 23. 21 Figuur 5: schematisering wel en niet toegestane delen Het toegestane deel is de sterk ontwikkelde kant van je innerlijk ge- voelsleven die als goed ervaren wordt, oftewel het uiterlijk zichtbare gedrag. Het niet-toegestane deel is die kant die vaak onzichtbaar is, die zich echt in het innerlijk afspeelt. Dit gedeelte is vaak zwak en ongedif- ferentieerd en wordt door het individu als slecht ervaren. Er zijn echter wel gevoelens en gedachten uit het niet-toegestane deel die om uit- drukking vragen (in het schema verbeeld door de dikke pijl). Op de scheidslijn ontstaat een interne dialoog waarin veroordeling van en verzet tegen datgene wat niet toegestaan is, samenkomen. Om de interne controle te handhaven, streven de toegestane delen naar macht, status en prestige. Hiermee controleren ze niet alleen de interne en externe relaties; ze gebruiken dit ook om de gevoelens van
  • 24. 22 onmacht, verdriet en wanhoop van de niet-toegestane delen te com- penseren. Dit onderscheid tussen als goed en slecht ervaren gevoelens, dat is ontstaan door een ongezonde hiërarchische relatie in de jeugd, kan ook in andere relaties in het volwassen leven een rol gaan spelen, zoals in een partnerrelatie. Symptoomgedrag Wanneer een kind van de ouders altijd vriendelijk moet zijn en nooit boos mag zijn, maar het zich wel driftig en boos voelt, dan zal het deze woede proberen te onderdrukken. Het onderdrukken van (heftige) impulsen kost altijd moeite en levert veel spanning op, zeker bij een kind. Daardoor kan een kind en later ook als tiener en volwassene niet gewoon zijn wie hij of zij is. De kans is groot dat het autonome zenuw- stelsel, bij gebrek aan een psychologisch effect, op deze stress zal rea- geren met een lichamelijke reactie. Dit is het begin van symptoomge- drag. Symptoomgedrag, zoals nagelbijten, begint vaak al op relatief jonge leeftijd. Ook op jongvolwassen leeftijd kunnen de symptomen zich ontwikkelen, en ook die beginnen meestal acceptabel. Een hard- werkende man zal bijvoorbeeld ’s avonds televisie gaan kijken, veel eten en veel drinken om het gat in zijn persoonlijke leven te dichten. Mensen ontwikkelen op deze wijze uiteindelijk klachten en ver- slavingsgedrag. En voor je het weet functioneren symptomen als blik- semafleiders of als een soort brandblussers die in werking gesteld worden wanneer het niet-toegestane deel in opstand dreigen te ko- men. Al gauw zoek je een manier om de spanning en de pijn te verlich- ten en zoek je een patroon. Mensen vertonen op verschillende manieren verhullend symptoomge- drag: bijvoorbeeld door het gebruik van alcohol of drugs, afwijkend
  • 25. 23 seksueel gedrag, gokken, overwerken, overeten, overspel, roekeloos rijden, of dwangmatige handelingen. Wanneer deze brandblussers geactiveerd worden, kunnen zij de persoon zo te overheersen, dat deze een urgente dwang voelt om zich met de zelf verstikkende activi- teit te verbinden (Bouwkamp 2009). Zulke symptomen hebben een drietal functies (De Vries 1987): • Het symptoom signaleert dat er een probleem is dat wij niet kunnen oplossen. • Het symptoom beschermt ons en onze omgeving voor het onder ogen zien van dat probleem: het beschermt ons tegen pijn. • Het symptoom stelt ons in staat om te kunnen blijven functi- oneren in een impasse. Door ervaringen in relaties kan de verbindingslijn tussen het toegesta- ne en niet-toegestane deel meer openingen gaan vertonen en kunnen niet-toegestane delen bewerkbaar worden. Daardoor kan ook wat eerst niet toegestaan was, ontwikkeld worden en bijdragen aan het gevoel van autonomie, het mogen zijn wie je bent, en aan verbonden- heid met anderen. Zo kunnen uiteindelijk meer volledige relaties aan- gegaan worden. Een groot deel van de hulpverlening in Nederland lijkt gebaseerd op het seksverslaving-als-ziekte-model. Dit model ziet seksverslaving als equivalent van alcoholisme en drugsverslaving, als een ziekte met een vaak progressief verloop. Daaruit vloeit een behandelnadruk voort op het wegnemen van de seksuele symptomen (Van Zessen 2011).
  • 26. 24 Als de behandeling zich dus puur richt op het symptoomgedrag van seksverslaving, ga je voorbij aan waar deze verslaving voor staat. Dat kan er zelfs voor zorgen dat de verslaafde zich de baas wordt over zijn verslaving, maar vervolgens weer vervalt in een ander verslavingspa- troon, bijvoorbeeld een patroon van hard werken. De focus op het niet-toegestane deel (gevoelens en behoeftes die je niet toe laat) is een wezenlijk onderdeel binnen een behandeling. In het onderstaande kader wordt een praktijkvoorbeeld gegeven ter verduidelijking van deze theorie. Het verhaal van Martin Ik was altijd en nog steeds erg begaafd in het geven van presentaties op mijn werk. Ik stond voor grote zalen met veel belangen mijn verhaal te doen en het lukte me uitste- kend daarin te blijven staan, ook in lastige situaties. Ik werd daar enorm voor gewaar- deerd en bewonderd. Ik had de drive om het nog meer en beter te willen doen. Echter niemand wist hoe veel moeite het me eigenlijk koste en hoeveel porno ik eigen- lijk nodig had om echt te blijven staan (dat speelde op meerdere fronten in mijn leven: werk en relaties). Voor een dergelijk ‘spannend’ moment sliep ik van te voren heel slecht. Ik was en ben onzeker en eigenlijk heel erg bang om te falen, dus deed ik nog maar meer mijn best en uiteindelijk had ik nog meer porno nodig om dat gevoel te onderdrukken. Overigens wist ik dat op dat moment ook niet waardoor. Ik kwam er achter toen ik ging stilstaan bij waar het symptoomgedrag nu eigenlijk voor stond. Een belangrijke stap was in eerste instantie om gewoon eens stil te staan bij wat er daadwerkelijk van binnen speelt. Leren dat te ervaren en te bestempelen als ‘ok’ (je zo onzeker voelen is ‘ok’) heeft mij geholpen dit gevoel te delen, in eerste instantie met mijn partner. De onzekerheid ging en gaat niet weg maar het mag er steeds meer zijn!
  • 27. 25 Als je als partner betrokken wordt in de therapie en daarin duidelijk- heid krijgt over waar het symptoomgedrag van de partner voor staat, leert de praktijk dat er gemakkelijker een omslag kan plaatsvinden in hoe je aankijkt tegen je partner: je kunt hem gaan zien als slachtoffer in plaats van als dader. Je partner is vaak niet seksverslaafd omdat hij enkel een drang heeft naar seks; het obsessieve seksuele gedrag staat ergens anders voor. Met dat inzicht ontstaan er tevens mogelijkheden voor jou als partner om bij te dragen in het veranderen van dit gedrag, zonder dat je verantwoordelijk wordt voor het probleem. Symptoomgedrag bij de partner Ook als partner heb je vaak symptoomgedrag ontwikkeld als antwoord op het verslavingsgedrag van je man, en voor je het weet reageer je vanuit dit (aangeleerde) patroon. Zulke patronen zijn voor beide part- ners destructief en leiden vrijwel altijd tot een impasse (Bouwkamp 2010). Dit uit zich bij de vrouw vaak in een controlerende of verwijten- de houding. Een veel voorkomend patroon is dat je als vrouw op een controlerende manier (als control freak) gaat reageren op je partner. Maar waarom wil je het gedrag van je partner controleren? Omdat je bang bent. Door controle probeer je grip op deze angst te krijgen. Maar de reali- teit is anders: de controle roept extra angst op, of je nu wat vindt of niet. Want ook als je niets vindt, heeft de praktijk bewezen dat je man alsnog tegen je kan liegen. Controle dwingt hem daarnaast in de kind- positie: Hij zal je of braaf geruststellen, of hij zal niets meer durven te zeggen om je niet bang te maken. Op beide manieren kan hij je toch niet geruststellen. Het symptoomgedrag is de controle: dit verhult het niet-toegestane deel, namelijk angst – en angst heeft iets anders nodig
  • 28. 26 dan controle. Voor je het weet zit je als stel in een patroon zoals dat wat hierboven beschreven is, dat zich eindeloos kan herhalen. Een andere, volwassener houding, is dat de bedrogen partner over haar angst gaat praten, en dat de man haar daarin hoort en gerust- stelt: hij kan haar troosten als partner. Beide reacties zijn onderdeel van een volwassen opstelling en leren de partners om te gaan met het niet-toegestane deel. Eenzelfde patroon geldt voor de reacties van aanklagen en verwijten. Waarom verwijt iemand een ander iets? Omdat er pijn en wantrouwen is. Wat deze reacties echter voorkomen, is dat deze pijn op een goede manier boven water komt. Er komen in deze reacties alleen maar ver- wijten en boosheid naar voren. Deze lokken vaak enkel meer verwijten of zwijgzaamheid uit. Want wat kun je als man zeggen op verwijten die waar zijn? Uiteindelijk krijgt geen van beide partners wat ze nodig hebben: de bedrogene partij krijgt geen geruststelling en troost, de bedriegende partij wordt de kans om te troosten ontnomen. Een volwassen reactie heeft zoals gezegd te maken met onthulling. Wanneer een bedrogen vrouw onthult wat er emotioneel gezien in haar gebeurt, dwingt zij de man in een troostende houding. Helaas kunnen veel mannen vanuit schaamte die positie niet innemen. Hierbij is stimulans vanuit de therapeut erg belangrijk. Het zicht hebben op deze patronen kan de therapeut helpen om nega- tieve interacties tussen de partners stop te zetten en om te buigen naar positieve reacties. Hoe de therapeut dat het beste kan doen is beschreven in de volgende twee hoofdstukken.
  • 29. 27 4. De invloed van seksverslaving op de partner Er is al veel geschreven over de gevolgen van seksverslaving voor de verslaafde zelf, maar deze raken ook de partner. In dit hoofdstuk staat het effect van de seksverslaving op de partner centraal. De effecten kunnen opgesplitst worden in verschillende fasen: • tijdens de verslaving; • bij het uitkomen/de onthulling; • tijdens de verwerking; • tijdens herstel. Hoewel deze effecten vooral toegespitst worden op de vrouw, richt dit onderzoek zich ook op de partnerrelatie zelf: hoe is de houding van de verslaafde geweest tijdens dit proces? Welke rol kan de verslaafde spelen in de verschillende stadia van herstel van de partner, en wat is daar voor nodig? Effect ten tijde van de verslaving Er zijn veel effecten van seksverslaving bekend die zich afspelen bin- nen de relatie, en die bewust en onbewust door de partner ervaren worden. Gevolgen op emotioneel en lichamelijk niveau (bijvoorbeeld op het vlak van de intimiteit), maar soms ook op financieel niveau raken altijd ook de partner.
  • 30. 28 Effecten bij het uitkomen van de verslaving: de vrije val in het diepe Iets wat van grote invloed kan zijn op het effect van het uitkomen van de seksverslaving, en ook op eventuele stappen naar herstel, is de manier waarop de verslaving aan het licht komt. De wijze van onthul- ling van het geheime seksleven van de verslaafde heeft een enorme invloed op hoe diep de partner gekwetst word (Rijsbergen 2009), zie onderstaand voorbeeld: ‘Dat hij met een ander geslapen heeft, daar kan ik hopelijk nog wel over heen komen, maar dat hij het me niet zelf heeft verteld, daardoor voel ik me pas echt verraden.’ Vrouwen die al lang het gevoel hebben dat er iets niet klopt, worden door hun verslaafde partner soms weggezet als argwanend, overge- voelig, hysterisch, ouderwets. Wanneer achteraf uitkomt dat zij al die tijd gelijk gehad hebben, kwetst dit hen vaak dieper dan het besef dat de ander voortdurend bezig was met porno of andere vrouwen. In de enquête is gevraagd hoe de seksverslaving aan het licht kwam. In meer dan de helft (53 %) van de situaties ontdekte de partner zelf de verslaving, vaak bij toeval (zie figuur 6). De volgende situaties kwamen voor: • het op heterdaad betrappen van de seksverslaafde achter de computer; • bij het lezen van de internet- of telefoongeschiedenis; • onverklaarbare afspraken; • financiële uitgaven; • enzovoort.
  • 31. 29 Toch blijkt dat steeds meer verslaafden (31%), ook door het doorbre- ken van het taboe op seksverslaving, zelf met het probleem bij hun partner komen. Opvallend is, dat 67% van degenen die de verslaving zelf openbaarden jonger is dan 40 jaar. Vrouwen boven de leeftijd van 40 ontdekten de verslaving van hun partner eerder zelf. Figuur 6: Hoe kwam de seksverslaving aan het licht? Er is nog een kleine groep respondenten (5%) die aangaf door iemand anders met de seksverslaving geconfronteerd te zijn. Hierbij kun je denken aan vrienden of familie, maar ook bijvoorbeeld aan personen met wie door de verslaafde gechat of gedatet heeft. Daarbij zijn er ook nog een aantal overige reacties gegeven, waarvan hieronder een selectie is weergegeven: “Al van voor ons huwelijk speelde dit, maar steeds vonden we het woord verslaving te beladen voor de situatie, totdat hij afgelopen zo- mer met nieuwe details uit zijn verleden kwam, toen was daar ineens 31% 53% 5% 11% Hij kwam er zelf mee Ik ontdekte het zelf Iemand anders confronteerde mij ermee Overige reacties
  • 32. 30 deze conclusie: je bent verslaafd. De hulpverlener reageerde verbaasd dat wij het niet eerder door hadden. We hadden hem wel uitgekozen omdat hij gespecialiseerd is op dat gebied.” “hoge mobiele telefoonrekening of ik stelde een vraag over verdwenen geld.” “openbaring van God in een droom” “Hij stortte in toen zijn geheime sexdate niet doorging en moest toen wel bekennen” “Het kwam aan het licht door dat misbruik aan het lichtkwam” Maar hoe de seksverslaving ook aan het licht komt, een dergelijke onthulling zet je relatie op zijn kop. Alle verwachtingen en ideeën die je hebt over je huwelijk en relatie staan plotseling onder druk. Tip voor de verslaafde Bij het onthullen van de seksverslaving is het enorm belangrijk dat de verslaafde zelf het geheim openbaart: wacht niet tot het vanzelf uit- komt. Er is geen goed moment om dit te doen; het heft in eigen hand nemen is echter niet alleen beter voor jezelf en je eigenwaarde, maar ook voor de slagingskansen van de relatie. Op inhoudsniveau is de boodschap een klap in het gezicht, op betrek- kingsniveau is de boodschap: ‘Ik vind mezelf, jou en de relatie zoveel waard dat ik dit moest doen: ik wil niet langer met het geheim blijven leven.’ Ook al is de impact net zo hevig als wanneer de verslaving op een andere manier uitkomt, het zelf onthullen van het geheim geeft een betere startpositie om de relatie te redden en te versterken.
  • 33. 31 Het verwerkingsproces De onthulling van een seksverslaving, een buitenechtelijke relatie, internetseks of anderszins problematisch seksueel gedrag, is voor de partner doorgaans zeer ingrijpend. Dit is vaak te vergelijken met een ander psychisch trauma, bijvoorbeeld het meemaken van een ge- weldsmisdrijf of een auto-ongeluk. Zulke gebeurtenissen veroorzaken een emotionele wond (‘trauma’ betekent letterlijk ‘wond’). Traumati- sche gebeurtenissen hebben voor bijna alle mensen emotionele gevol- gen, die bijverschijnselen van het trauma genoemd zouden kunnen worden. Inmiddels is een groot aantal van die bijverschijnselen be- kend. In deze paragraaf worden de meest voorkomende emotionele gevolgen en bijverschijnselen uitgewerkt die gerelateerd zijn aan seks- verslaving. Er zijn in het verwerkingsproces zijn ook meerdere stadia te onder- scheiden. Deze lopen min of meer parallel aan die van de verwerking van andere psychologische trauma’s, en spelen zich af in de eerste fase van herstel (de crisisfase). 1ste fase: crisis 2de fase: emotionele reacties 3de fase: controle Eerste fase: start van de crisis Een eerste reactie kan zo heftig zijn, dat er in eerste instantie geen zichtbare emoties optreden en je terechtkomt in een toestand van shock of een soort overleefstand. Dit is het bekende vlucht/vecht/bevries-mechanisme, bedoeld om primair te kunnen overleven. Er komt bij dit mechanisme vaak grote angst om de hoek kijken. Wat veel terugkomt in de reacties op de enquête, is dat deze
  • 34. 32 angst in eerste instantie vooral gericht is op de concrete gevolgen: het gaat om angst voor de toekomst en de consequenties voor de relatie en het gezin. Deze angst kan soms verlammend werken en voorbijgaan aan een persoonlijk emotionele reactie. Dit is niet erg, maar een aan- passing om te kunnen omgaan met de eerste schok, zie onderstaande voorbeelden: “Ik was eerst in een soort shock. Ik hoorde het wel, maar het kon het niet laten doordringen. Het kon niet echt zijn. Pas na twee á drie maanden drong het verder door en toen raakte ik buiten mezelf van verdriet, paniek, gekwetstheid, gevoelens van afwijzing, verraad en angst.” “Op mij was het effect dat ik me lamgeslagen voelde en mijn emoties jarenlang diep weggestopt heb. Dat wegstoppen had ook te maken met onze gezinsomstandigheden: ik kon het me niet veroorloven (voor de kinderen) om het onder ogen te zien, zij hadden me nodig.” Daarnaast kunnen er nog andere oorzaken zijn waardoor er geen eer- ste emotionele reactie optreedt, zoals in de onderstaande reactie: “Niet zo veel, ik zag toen nog niet erg in wat dit o.a. voor gevolgen voor mij had.” “Ik dacht eerst hij heeft een probleem, ik niet. Later bleek dat ik mij door de jaren heen steeds meer was gaan afsluiten voor hem en ook ik moeite had om bij m’n emoties te komen.” De onthulling, al dan niet getypeerd als een traumatische ervaring, is ingrijpend. Het ritme van alledag wordt plotseling verstoord. Vaak ontstaat er in eerste instantie een gevoel van verdoving (de ‘bevrie- zing’ die zorgt voor primaire overleving). Deze werkt als een soort
  • 35. 33 schokbreker die psychologisch gezien, hapklare brokken van het pro- bleem maakt. In figuur 7 worden de bijverschijnselen weergegeven die dan kunnen optreden. In deze figuur staat ook vermeld in hoeverre deze herken- baar zijn voor de ondervraagde partners. De verschijnselen versterkte schrikreacties, verhoogde oplettendheid worden door hen het meeste herkend. Dat is niet vreemd, want er is een soort bedreiging in het leven van deze mensen bijgekomen. Figuur 7: herkenbare bijverschijnselen/symptomen Alle genoemde symptomen kunnen afgewisseld worden door neer- slachtigheid. Je zult goede en slechte dagen hebben; dagen dat herin- neringen en emoties zich opdringen, maar ook dagen dat je er niet aan
  • 36. 34 denkt en alles gewoon lijkt. Deze afwisseling heb je nodig en behoort tot het proces dat verwerking mogelijk maakt in de eerste fase. Tweede fase: emotionele reacties In de enquête is aan de partners gevraagd wat voor emotioneel effect het op hen had, toen zij geconfronteerd werden met de verslaving van hun partner. De reacties zijn niet eenduidig samen te vatten in een bepaald gevoel, maar zijn vaak op te vatten als ‘een draaimolen aan gevoelens’ of ‘een emotionele achtbaan’. De verschillende emotionele reacties kunnen naast elkaar voorkomen, of zich afwisselen. Golven van verdriet kunnen zich bijvoorbeeld afwis- selen met golven van woede. Een aantal reacties waren bijvoorbeeld: “Ik was totaal van slag, ik wist niet wat ik mee maakte en ik had het ook niet verwacht. Ik voelde me in de steek gelaten, verdrietig, ge- kwetst, onaantrekkelijk, angstig en boos.” “ik schrok enorm toen ik het voor de eerste keer hoorde. Het drong pas langzaam tot mij door wat er ECHT aan de hand was... een dag later was ik heel erg verdrietig. Daarna werd ik super boos. Weer later werd ik heel achterdochtig en vertrouwde ik hem niet meer.”
  • 37. 35 De reacties zijn in figuur 8 samengevat in een woordwolk. Figuur 8: woordwolk emotioneel effect op de partner In de reacties worden de woorden ‘boosheid’, ‘verdriet’, ‘gekwetst’ en ‘angst’ het meest genoemd. Boosheid Boosheid heeft vaak directe consequenties voor de partner en leidt vaak tot het stellen van duidelijke grenzen, maar kan ook leiden tot het vergroten van de afstand ten opzichte van de partner. “Ik was boos, heb hem meteen het huis uit gestuurd. Bang om hem wat aan te doen. voelde me gekwetst, maar niet schuldig. Hij heeft een probleem. Voelde wel angst voor de toekomst, alleen met 2 tienerkin- deren achter blijven.”
  • 38. 36 Verdriet Bij verdriet komt vaak de vraag, ‘Wat heb ik anders kunnen doen?’ naar boven; de partner ervaart zelf verantwoordelijkheid en voelt zich schuldig en onaantrekkelijk. “Ik was heel erg boos en verdrietig. Voelde me enorm gekwetst, kapot en als oud vuil in een hoek gegooid. Ook vroeg ik me af: Wat mankeert er aan mij, waarin schiet ik tekort? Hoe had ik dit kunnen voorkomen? Het deed enorm afbreuk aan mijn zelfbeeld, wat toch al niet zo positief is!” “Je weet al veel langer dat er iets loos is. Dat weet je, dat voel je. Tot- dat het echt een naam krijgt. Ik was boos, verdrietig, gevoelens of dit ooit weer goed komt. Pornoverslaving is een heel groot stil verdriet. Je bespreekt het niet op een verjaardag bij de koffie. En het tast enorm je vrouw zijn aan. Je voelt je best waardeloos dat je man aan jou niet genoeg heeft.” “Ik herken vooral gevoelens van schuld. Wat heb ik verkeerd gedaan? Wat kan ik anders doen? Wat moet ik doen?.. alsof ik zoveel macht heb...” “Welke rol heb ik daarin gespeeld? Hoe stom ben ik geweest dat ik dat niet zelf heb ontdekt?!!!!” Beschadigd en gekwetst In sommige gevallen waren de respondenten zo beschadigd en ge- kwetst dat ze het gevoel hadden dat ze eraan ten onder gaan: ze heb- ben geen zin meer in het leven. “Ja inderdaad heel erg boos zijn, voelde me schuldig, onaantrekkelijk. Geen zin meer in het leven hebben.”
  • 39. 37 “Ik ben er compleet aan kapot gegaan; angst en onzekerheidsdro- men..” “Geen gewone woede maar echt mijn partner heel veel pijn willen doen, geen verdriet maar nachten achtereen niet slapen alleen maar huilen, ze enorm gekwetst zijn dat je dood wil etc. etc.” “Op een gegeven moment toen een vrachtauto iets raars deed op de snelweg en alles weer net goed ging dacht ik: Ach en anders was het tenminste allemaal voor bij. Dat was het moment dat ik bij de huisarts antidepressiva ging halen. Dit heb ik anderhalf jaar geslikt. De eerste maanden sliep ik niet meer. Daarna wilde ik alleen nog maar slapen en me alleen maar verstoppen onder mijn dekbed.” De bovenstaande onderverdeling is niet aangebracht met het doel iets te structureren, maar om inzicht te geven in de verscheidenheid aan reacties die partners in de praktijk geven. Bovenstaande reacties geven inzicht in de intensiteit van de impact die het uitkomen van de versla- ving direct op de partner heeft. Korte tips voor de seksverslaafde Tijdens een gesprek middenin de crisis is het belangrijk dat elke emotie van je vrouw er mag zijn. Loop niet voor deze gevoelens weg. Het stil- staan bij de eerste gevoelens vraagt om veel begrip en geeft je vrouw het gevoel dat het ‘okee’ is. Op deze manier zorg je ervoor dat deze emotie toegestaan wordt, en voorkom je dat deze terechtkomt in de categorie ‘niet toegestaan’. Zo voorkom je dat je vrouw vervolgens controlerend of verwijtend gedrag gaat vertonen, als symptomen van onderliggende angst en verdriet. Hoe doe je dat dan? Door er te zijn, naast je vrouw te zitten, door te luisteren, door begrip te tonen en waar mogelijk lijfelijk of met woorden te troosten.
  • 40. 38 Vaak proberen vrouwen hun gevoelens alleen te verwerken, en het kan lastig zijn om op die manier uit de achtbaan van gevoelens te ko- men. Een eerste valkuil voor de seksverslaafde is dat hij zich een oordeel vormt over deze eerste reactie. Hij vind het overdreven, hij wilt niet bij pijn uit het verleden stilstaan maar wilt het liever samen over de toe- komst hebben. Erkenning en stilstaan bij emoties zijn echter wezenlij- ke eerste stappen op weg naar herstel. Een andere valkuil is dat je als man snel overgaat tot oplossingsgericht handelen. Je wilt als man graag iets kunnen doen. Natuurlijk is verdere hulp en jouw beschikbaarheid belangrijk; dit is middenin de crisis ech- ter niet de eerste stap richting verwerking. De crisis mag er zijn, hoe pijnlijk ook! Derde fase: controle In deze fase is er nog steeds pijn en verdriet, maar deze kun je gemak- kelijker controleren en verwerken. Er is ruimte ontstaan om meer aan te kunnen. In deze fase van het proces bestaan onder andere de vol- gende stappen: • informatie verzamelen over seksverslaving; • (dwingend) informatie voorleggen aan de partner; • controle uitoefenen en het gedrag van de partner controleren; • de partner verantwoordelijk stellen en bij hem aandringen op afspraken. Een seksverslaving bij de een kan tot een jarenlange posttraumatische stressstoornis bij de ander leiden, met een voortdurende herbeleving van de pijn die leidt tot ernstig lijden. Huwelijken gaan vooraf aan,
  • 41. 39 tijdens of na de therapie stuk omdat de kwetsing te groot is, of het vertrouwen te beschadigd. Soms komt de cliënt wel van zijn seksver- slaving af, maar slaagt hij er niet in om zich als verantwoordelijke part- ner te gaan gedragen (Van Zessen 2012). Reactie van de man tijdens de crisis Je eigen man (de verslaafde) is vaak de eerste die direct te maken krijgt met het effect dat de verslaving op jou als vrouw heeft. Een di- lemma, omdat de man ook nog eens de veroorzaker van de crisis is. De reacties van de man in het begin van de crisis zijn erg wisselend. Een gedeelte is of lijkt beschikbaar om over het gebeurde te praten (28% van de vrouwen geeft dit aan in de enquête), waardoor de part- ner zich vaak, ondanks de ellende waar ze in terecht is gekomen, ge- zien/gehoord voelt. Dit kan om het uiten van gevoelens gaan maar ook om vragen over alles wat er gebeurd is. Als deze gesprekken ontstaan in de crisis zien beide partijen wat er bij de ander speelt en wat die nodig heeft. Als je beide komt met verlan- gens in plaats van met verwijten ontstaan er vaak openingen waarin de man zijn partner kan troosten en er ook op een lichamelijk manier voor de partner kan zijn (18% van de vrouwen geeft dit aan). Dat dit in de eerste fase van de crisis niet gebeurt, is heel normaal. “We kunnen er samen goed over praten, door praten voel ik me gezien. Ik kan me laten troosten en voel me gezien als het opkomt, het raakte hem ook om mij zo verdrietig te zien”. Aan de andere kant blijven veel vrouwen er alleen voor staan omdat de man zichzelf verdedigt en verontschuldigt (39% van de vrouwen geeft dit aan). Ook kan het zijn dat de man er niet over wil praten, waardoor er een situatie ontstaat waarin er voor beide partners geen
  • 42. 40 erkenning is. De man is dan dus ook niet beschikbaar voor de vrouw (22% van de vrouwen geeft dit aan). Beide partijen staan er dan vaak alleen voor. “Eerst verdediging en er niet voor me willen zijn, later zich realiseren dat de relatie zich niet kan herstellen als hij mijn pijn niet erkent. Nu probeert hij wel naar me te luisteren en bij me te zijn en ik durf daar- door ook meer te laten zien. Eerst probeerde ik het maar zelf vooral omdat ik voelde dat hij het niet wilde en dat deed dan alleen nog maar meer pijn.” Daarnaast is er nog een kleine groep die vindt dat ze er zelf uit moeten komen (7%). Zij willen daarbij hun partner niet lastigvallen met hun eigen emoties. Ze voelen zich vaak zelf medeverantwoordelijk voor het gedrag van hun partner. “Ik moet er zelf uitkomen, wil daarbij mijn partner niet lastig vallen, ik kan er niet goed met mijn partner over praten omdat ik hem niet wil kwetsen en niet verder gekwetst wil worden.” Daarbij moet opnieuw de kanttekening geplaatst worden dat de hou- ding van de man voor een groot deel ook wordt door hoe het pro- bleem naar voren is gekomen. De enquête wijst uit dat er bij iets meer dan de helft (51%) van de mannen die de verslaving zelf opbiechtten, een situatie ontstond waarin er samen over het probleem gepraat kon worden en waarin de partner zich gezien voelde. Dit gebeurde maar bij 8% van de echtparen waarbij de vrouw zelf de ontdekking deed. In de praktijk komt het vaak voor dat als mannen zelf het probleem openbaren, ze tegelijkertijd de verantwoordelijkheid daarvoor nemen en de eerste emoties van de partner beter kunnen incasseren. Als
  • 43. 41 vrouw ervaar je dit ook zo, los van het feit dat dit nog steeds een pijn- lijke en heftige situatie is, waarin je als vrouw ongevraagd beland bent. Mannen die betrapt worden, voelen zich in het nauw gedreven en kunnen daarbij vreemde sprongen maken, zeker in het begin van de crisis. In zulke gevallen zie je dat de verantwoordelijkheid van het pro- bleem eerder bij de vrouw wordt neergelegd. Vaak komt dit tot uit- drukking in een defensieve en verdedigende houding. De man is in dit geval dus ook minder beschikbaar voor de vrouw. Overigens is dit iets wat in de loop van de tijd wel kan veranderen, mits de man de verant- woordelijkheid hierin op zich neemt. Liegen bij een terugval kan nog erger zijn dan de daad van terugval zelf. De meeste seksverslaafden liegen: ze zijn meestal niet open naar zichzelf en naar anderen toe, en de partner is de persoon tegen wie het meest gelogen wordt. In de praktijk blijkt liegen altijd destructiever te zijn dan de feitelijke seksuele daad (Van Zessen 2012). Verantwoordelijkheid in de relatie Omdat we er in EPT altijd naar streven om zowel individugericht, om- gevingsgericht als relatiegericht te werken, is het belangrijk om te kijken naar de wisselwerking tussen de persoon en zijn sociale omge- ving. Binnen een relatie en binnen het gezin bestaat er een verantwoorde- lijkheid naar jezelf en je eigen leven, medeverantwoordelijkheid naar de anderen om je heen en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de onderlinge relatie. De mens is dus verantwoordelijk voor zijn eigen leven en zijn eigen problemen; maar doordat hij verbonden is met belangrijke anderen, hoeft hij deze verantwoordelijkheid niet alleen te dragen. Deze verbondenheid heeft dus een grote waarde. De mens moet zijn leven alleen verwezenlijken, maar niet eenzaam: hij
  • 44. 42 kan om hulp vragen. Als dat niet lukt, kunnen naasten door hun mede- verantwoordelijkheid zelf actief worden, ook zonder dat ze gevraagd worden. Herstel, vooral het herstel van vertrouwen, is in grote mate afhankelijk van of de man zelf verantwoordelijkheid neemt, weerstand of niet. In zekere mate heeft dit echter ook te maken met de verantwoordelijk- heid die de vrouw voor dit probleem op zich neemt. Onder de verant- woordelijkheid van de vrouw wordt eerste instantie verstaan dat je een open houding moet hebben, om zicht te krijgen op wat je man nodig heeft. In de enquête is aan de vrouwen gevraagd hoe zij hun seksverslaafde partner zagen. Daarbij was er keuze tussen de volgende antwoorden mogelijk: • Als de schuldige. Hij staat zelf aan de lat om met zijn proble- men om te gaan. • Als iemand die iets nodig heeft. • Een zelfzuchtig iemand, een stiekeme egoïst. • Als een kind dat moeite heeft met verantwoordelijkheid. • Het gedrag is normaal, want alle mensen zijn seksuele wezens en hebben seks nodig. Er is in de reacties een tweedeling te maken: wordt de man blijvend als dader gezien, of is hem iets overkomen wat hij zelf eigenlijk ook niet wil? In het tweede geval wordt de man meer de rol van slachtoffer toegekend. In het eerste type reacties blijft de man als schuldige ge- zien worden, en staat hij alleen aan de lat om met zijn problemen om te gaan. Vooral de houding om je man als een zelfzuchtig iemand te zien, wordt herkend: dit antwoord werd door 30% van de responden-
  • 45. 43 ten gegeven. Dit wil overigens niet zeggen dat dit een blijvende hou- ding is. Als partners samen willen werken aan herstel is het in beginsel van belang dat de therapeut oplet dat zij bewust worden van het volgende: • dat je allereerst verantwoordelijk bent voor het naar voren brengen van je eigen behoeften en frustraties en het oplossen van jouw eigen problemen; • dat je er medeverantwoordelijk voor bent om je partner te helpen datzelfde te doen; • dat je de verantwoordelijkheid voor het oplossen van pro- blemen in de onderlinge relatie deelt. “[D]at wil zeggen dat we niet alleen aangeven wat we zelf willen, maar er ook voor zorgen dat de ander aangeeft wat hij wil en vervolgens dit serieus nemen, dan kunnen we met recht ditzelfde gedrag terugver- wachten.” (Bouwkamp & Bouwkamp 2010)
  • 46. 44 Gevolgen voor de partner Het uitkomen van het geheim en het belanden in een crisis heeft grote gevolgen voor de partner van een seksverslaafde. In eerste instantie raak je een groot deel van je vertrouwen kwijt, vooral in je partner. Ook ga je hem en vaak ook de wereld op een andere manier bekijken. Daarnaast heeft een breuk in vertrouwen grote gevolgen voor de rela- tie met je partner, zoals veranderingen in de intimiteit ( Hier is al eer- der onderzoek naar gedaan door Roel Bruintjes en Jan Elderhuis, mei 2014). Deze bovenstaande gevolgen lijken logisch. Daarnaast kan het kwijtra- ken van het vertrouwen in je partner ook grote invloed hebben op het vertrouwen in jezelf, dat vaak gekoppeld is aan je eigen zelfbeeld. Bijna de helft (45%) van de ondervraagden ervaart voor zichzelf ook zulke gevolgen. In de enquête is de volgende vraag gesteld: “Als u kijkt naar wat voor gevolgen het uitkomen van het geheim op uzelf en de part- ner heeft gehad, hoe zou u dat het beste kunnen omschrijven?” Het uitkomen van een seksverslaving heeft niet altijd alleen negatieve gevolgen. Vaak blijkt dat het meemaken van de crisis uiteindelijk ook emotionele groei met zich mee kan brengen: voor jezelf, en mogelijk ook in de partnerrelatie. In de enquête schrijft 30% van de partners dat ze veel bewuster zijn geworden van hun eigen emoties: “Het uitkomen heeft er voor gezorgd dat mijn band met mijn partner beter is geworden. We communiceren meer en beter en dieper. Ook mijn band met God is nog nooit zo sterk geweest. Het heeft aan de andere kant ook gezorgd door een vorm van angst.” Naast de bewustwording van deze emoties is het belangrijk dat deze emoties er ook mogen zijn. Zij moeten in het toegestane deel worden geplaatst, hoe heftig het verdriet en de boosheid ook zijn. Het uiten
  • 47. 45 van deze emoties is een belangrijk en gezond onderdeel van de ver- werking. In de praktijk blijkt dat er soms erg snel wordt overgegaan tot het bieden van oplossingen of het teveel willen onderdrukken of sus- sen van deze emoties. “Voor mij vielen heel veel stukjes op hun plek (bij het ontdekken van mijn mans geheim), wat mij ruimte gaf om aan mezelf te gaan werken. Ik heb flink puin kunnen ruimen in mijn eigen leven.” Net zoals bij andere trauma’s krijg je niet maar een klap te verwerken: het is eerder een klap met een hele reeks naschokken. Je wordt voor je gevoel herhaaldelijk naar beneden getrokken door gebeurtenissen in of buiten jezelf: ruzies, gesprekken met je partner, reacties van ande- ren, angstige gedachten over hoe het verder moet, maar ook al die kleine momenten waarin er herinneringen opkomen. Al dit werk moet verzet worden omdat je het verleden en je relatie moet herzien. Hoe- veel belangrijke momenten van onze relatie was hij bezig met ande- ren? Hoeveel heb ik gemist? Hoe naïef ben ik geweest? Hoe kan het dat ik mijn gevoel zo slecht kan vertrouwen? Dit zijn allemaal vragen die bij het proces horen.
  • 48. 46 Hoe ga je als partner om met het probleem? Hoe groot de impact van een seksverslaving op de partner is, hangt natuurlijk van allerlei zaken af: de verwachting die bij de partner heer- sen over de relatie en de seks verslaafde partner en het beeld dat zij daarvan heeft, de kwaliteit van de relatie, of het probleem nieuw is of dat het al veel vaker heeft gespeeld, en natuurlijk de achtergrond van de partner zelf. Hoe is bijvoorbeeld de balans in autonomie en verbon- denheid in haar leven? Hoe reageer je als vrouw wanneer je geconfronteerd wordt met het feit dat je ineens de verbondenheid met je partner kwijt bent? Hoe ga je om met een verstoord evenwicht? Je zult herkennen dat je gaat reageren zoals je gewend bent, vanuit je eigen aangeleerde patroon. Gezins- en relatiepatronen Om het bovenstaande meer te laten leven zijn in deze paragraaf per gezinstype en relatietype de verschillende patronen uitgewerkt vol- gens de theorie uit hoofdstuk 2 (zie figuur 4 daar). In de uitwerkingen van deze types zou de problematiek van individuele relaties herkend moeten kunnen worden. Zulke beschrijvingen van relatiepatronen zijn belangrijk om bepaald gedrag te kunnen herkennen en plaatsen, zodat therapie gebaseerd kan worden op een herkend patroon. In de typolo- gieën vindt eerst een vertaling plaats naar het oude gezinspatroon waar je in bent opgegroeid. Hierbij kunnen verschillende gezinspatro- nen in mindere of meerdere mate bekend lijken. Daarna worden deze gezinspatronen gekoppeld aan je partnerrelatie, en aan de gevolgen die deze patronen kunnen hebben voor je reactie in een crisissituatie, waarbij je de verbondenheid met je partner bent kwijtgeraakt. Verwaarloosd gezin (-A, -Z): Als kind heb je ervaren dat een ouder je gebruikt heeft voor zijn of haar eigen behoeftes en doelen. Je hebt
  • 49. 47 jezelf daarin opgeofferd en je hebt daar geen waardering voor gekre- gen. Je trekt je terug in je eigen cocon om niet verder gekwetst te worden, zonder daarbij je eigen zelfwaardering te ontwikkelen. Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een verwaarlozende, misbruikende relatie gebaseerd op angst en intimidatie, waarbij je als partner afhankelijk en ondergeschikt gedrag vertoont. In een dergelijk relatiepatroon ben je als partner het slachtoffer. Je kunt niet voor jezelf zorgen, noch voor de ander. Dit zal, naarmate je geleerd hebt in een nieuwe situatie (een relatie of een gezin) samen te leven, vaak verschoven zijn naar een meer evenwichtige situatie. Zodra die situatie echter uit evenwicht lijkt te raken zal de grond totaal onder je voeten vandaan zakken. Je trekt je terug in een isolement, je raakt in een crisis en je weet je geen raad. Hoe moet je grenzen stellen? Hoe ga je na wat je zelf nodig hebt, en hoe bereik je dat? Je bent diep gekwetst en on- bereikbaar voor je partner. Kluwengezin (-Z, +A): Als kind ben je gebruikt voor de eigen behoeftes van een ouder, waarbij er hoge verwachtingen werden gesteld. Wan- neer je daaraan voldeed kreeg je veel waardering van de ouder, maar zonder onvoorwaardelijke waardering voor wie je bent. Je werd alleen maar gewaardeerd wanneer je gewenst gedrag liet zien. Je hebt hierbij je zelfstandigheid opgeofferd. Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een verstikte relatie, waarin de individualiteit totaal verloren gaat ten koste van de saamho- righeid: het ‘wij’ staat het ‘ík’ niet toe. In een dergelijke relatie wordt alle energie gestoken in het zoeken naar liefde en waardering, waarbij weinig energie wordt besteed aan het ontwikkelen van zelfwaardering en zelfverzekerdheid: er vindt geen individuele groei plaats. Er gaat veel energie uit naar het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar, maar minder naar het dragen van verantwoordelijkheid voor jezelf. Je
  • 50. 48 bent dus verantwoordelijk voor het geluk en de pijn van je partner, en voor zijn fouten en gebreken. Wanneer die verbondenheid plotsklaps blijkt te zijn verdwenen, moet je grenzen gaan stellen aan het gedrag van de seksverslaafde partner. Maar hoe doe je dat als je dat nauwelijks vanuit je eigen behoefte kunt doen, en als je zelf verantwoordelijkheid voelt voor zijn pijn en zijn beslissingen. Je partner zal beroep blijven doen op het ‘wij’. De kans is groot dat er een soort co dependency ontstaat, en dat het gedrag geen absoluut halt word toegeroepen. Partners uit de achtergrond van een verwaarloosd gezin of een klu- wengezin twijfelen meer over zichzelf, over hun bijdrage in de relatie of in de seks, vinden zichzelf onaantrekkelijk of zijn heel afhankelijk van de steun van de partner: dit zijn allemaal uitingen van minder zelfwaardering en meer innerlijke leegte. Zulke partners worden har- der geraakt en hebben gemiddeld genomen meer moeite om hiervoor een uitweg te vinden. Meer innerlijke leegte betekent meer ruimte voor zelfkritiek, boosheid, slachtofferschap en ook een grotere kans op een lang en pijnlijk verwerkingsproces ( Van zessen 2012). Los-zandgezin (-A,+Z): Je hebt altijd gekregen waar je om vroeg, je was het verwende kind. Je hebt geleerd in een relatie vooral aan jezelf te denken: je handelt egocentrisch. Je hebt geleerd je zeer verantwoor- delijk te voelen voor je ouders, en je gaat voor ze zorgen omdat ze dit zelf niet doen. Je weet niet goed hoe het is om voor jezelf te zorgen en je bent daarin onzeker over jezelf. Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een los-zandrelatie waarin je meestal teleurgesteld bent in elkaar. De gezamenlijke ver- bondenheid gaat geheel verloren ten koste van de individuele auto- nomie. Als partner zoek je bevrediging buiten de partnerrelatie: in een
  • 51. 49 druk sociaal leven, in hobby’s, in een carrière of in buitenechtelijke relaties. De reden om niet uit elkaar te gaan ligt altijd elders en vaak niet in de waarde van de partner: de kinderen hebben jullie nodig, je wilt je eigen sociale positie niet kwijtraken of de financiële consequen- ties zijn te groot. Als je altijd hebt geleerd om vooral voor jezelf te zorgen, gaat dit vaak ten koste van de verbondenheid met de ander. Je hebt geleerd terug te grijpen op het stellen van grenzen, wat ten koste kan gaan van je partner: ‘Het is zijn probleem niet dat van mij!’ Zulke partners hebben over het algemeen veel eigenwaarde, maar ze zorgen meer voor zich- zelf dan voor de ander en staan minder toe dat hun eigenwaarde wordt aangetast. Evenwichtig gezin (+A, +Z): Als kind heb je ervaren dat je ouders res- pect hadden voor je eigen wensen en behoeften. Ze lieten dat merken door zowel het stellen van grenzen als het geven van vrijheid om je eigen gang te gaan. Vertaald naar de partnerrelatie is er sprake van een evenwichtige relatie, waarin partners in staat zijn zowel negatieve als positieve ge- voelens uit te wisselen om zowel de eigen identiteit als de kwaliteit van de relatie in stand te houden. Er is sprake van een wederkerigheid, waarbij elk evengoed voor zichzelf als voor de ander zorgt. In een dergelijke relatie zal de crisis wel aankomen, maar je weet daar- in voor jezelf te zorgen door je grenzen aan te geven zonder dat deze ten koste gaan van de ander. Het zien van je man als slachtoffer in plaats van alleen als dader zal gemakkelijker zijn: als hij zijn probleem onderkent en ermee aan de slag gaat, leer je de behoefte van je part- ner zien. Het feit dat je goed voor jezelf zorgt, houdt je hierbij staande,
  • 52. 50 en het zoeken naar hulp is eerder een optie dan jezelf terug te trekken om alles zelf te willen blijven doen.
  • 53. 51 5. Op weg naar herstel Het effect van een seksverslaving op de partner is in veel gevallen groot, en gaat gepaard met symptomen die horen bij een traumatische ervaring. Een belangrijke vraag voor de partner is vaak: ‘Hoe nu ver- der?’ Deze vraag is overigens ook een belangrijk onderdeel van veel behandelingen binnen reguliere instellingen en de pastorale zorg. Een effectieve werkwijze is om de problematiek rondom seksverslaving in een bredere context en samen met de partner op te pakken, in plaats van alleen gericht op het verslaafde individu. Daarom is dit hoofdstuk vooral toegespitst op herstel door systeemgericht werken (relatiege- sprekken). Daarbij is het belangrijk om in acht te nemen dat dit niet altijd kan, hoe graag de partners dit ook zouden willen. Motivatie voor herstel partnerrelatie Wat zorgt er voor dat je (opnieuw) de stap zet naar herstel? Wat is je motivatie, en welk doel heb je voor ogen? Dit was een open vraag in de enquête, die geleid heeft tot veel persoonlijke en open reacties. In de reacties op deze vraag blijkt vooral dat voor veel vrouwen de motivatie van de man om met het probleem aan de slag te gaan heel belangrijk is. Een voorbeeld van een reactie op deze vraag staat hier- onder weergegeven. “Dat hij eerlijk is geweest en het zelf aan mij heeft verteld. Dat hij initi- atief nam om hulp te krijgen. Dat hij zelf met andere mannen hierover heeft gesproken. Oftewel: hij heeft zelf verantwoordelijkheid geno- men.” Als de man geen stappen zet om zijn verslaafde gedrag te veranderen, is herstel van vertrouwen binnen de relatie nagenoeg niet mogelijk, zoals de volgende reactie laat zien.
  • 54. 52 “Er was bij ons (helaas) geen herstel mogelijk. Mijn ex-partner bleef volharden in zijn gedrag.” Andere termen die in de reacties voorkwamen zijn weergegeven in het woordveld in figuur 9.
  • 55. 53 Figuur 9: Woordwolk termen ‘op zoek naar herstel’
  • 56. 54 Een belangrijke openingsstap voor de vrouw is, het accepteren van het probleem en het kunnen zien dat probleem dieper gaat dan seks en lust. Anders gezegd: het zoeken van een antwoord op de vraag, ‘wat ligt er onder het symptoom?’ Een aantal voorbeelden in onderstaande reacties. “Acceptatie dat er een probleem is. Zien dat er een nood is bij de part- ner. Eerlijk reflectievermogen van partner. Eerlijkheid over situaties waarin het gebeurt (is). Beseffen dat we in een gebroken wereld leven. Eerlijk zijn naar mezelf en in mijn geval bij professionele organisatie stil staan bij mijn gevoelend en gedachten”. “Ik weet dat ik mijn man kan helpen door hem liefde warmte en een thuis te geven. We kunnen heel goed praten over dit kruis in zijn/ons leven. Ik besef ook goed dat ik een belangrijke taak heb. Door hem veel liefde te geven (ik bedoel dan niet alleen op het sexuele maar ook in de warmte en aandacht die ik kan geven) gaat het nu veel beter met hem. En eerlijk is eerlijk; een man gaat niet zomaar over op het bezoeken van prostituees en het kijken naar porno. Daar gaat bijna altijd (en ook i.h.g. van mijn man) een hele wrange en pijnlijke tijd aan vooraf (ge- pest, weinig liefde in het ouderlijk huis etc..). “ Daarnaast is de huwelijksbelofte vaak een belangrijke reden om niet zomaar op te geven en te werken aan herstel. Daarnaast kunnen reli- gieuze normen en waarden een belangrijke rol spelen zoals vergeving en de hulp van God. Zoals uit het woordveld blijkt, is ‘God’ een van de meest voorkomende woorden in de antwoorden. Een bijkomende motivatie komt ook vanuit de gezinssituatie. Kinderen zijn vaak een grote motivatie om stappen te zetten naar herstel:
  • 57. 55 “Belangrijkste motivatie in het beginstadium waren de kinderen. Door de kinderen zijn we in gesprek gegaan. Dat was een belangrijke stap. Ik wilde begrijpen wat er gebeurd was. Om mijn man te begrijpen en Ook om mezelf te begrijpen. Later veranderde dat. Toen zag ik eindelijk wat voor een persoon hij werkelijk was. En toen groeide onze band, omdat er eerlijkheid was en hij zich kwetsbaar opstelde. Toen wilde ik en hij werken aan de relatie.” Een vervolgstap is het zoeken en vinden van hulp. Dit is vaak een direct gevolg van het aangeven van goede grenzen door de partner. Het zoeken van hulp heeft meerdere doelen en redenen, maar een belang- rijke factor is het krijgen van erkenning voor het probleem van een professional, vriend, predikant of wie dan ook. Dit haalt je uit je eigen isolement. “Ik heb mijn man buiten de deur gezet en hem voor de keuze gesteld: Je gaat nu hulp zoeken, eerder kom je er niet meer in. Heb zelf (met zijn toestemming) hulp gezocht voor hem en mijzelf. Na 3 weken een ge- sprek gehad, waarin hij aangaf dat hij er spijt van had. Hij laat nu in alles zien, dat de hulp effect heeft en heeft (tot nu toe) totaal geen lust meer om naar andere vrouwen te kijken. Hij waardeert mij zeer,veel meer dan voorheen, en dat geeft mij mijn zelfvertrouwen en vertrou- wen in hem en onze relatie terug.” De belangrijkste raad die gegeven wordt door diegenen die deze situa- tie zelf hebben meegemaakt, is het niet wegstoppen van het probleem maar het blijven praten over de situatie, en het zoeken van hulp. Een stapje dieper Als er uiteindelijk ruimte ontstaat om de partner anders te gaan bekij- ken en daarin stappen te zetten, dan hangt het pad van herstel ook weer van veel factoren af. Het belangrijkste wat hierbij helpt, is dat de
  • 58. 56 nadruk niet meer ligt op de seksverslaving als symptoom alleen, maar ook op de zoektocht naar het onderliggende patroon, aan de hand van de behoeftes of de pijn van de verslaafde. Zo ontstaat er een kentering richting het zien van de verslaafde als slachtoffer. Kun je zien dat je partner eigenlijk iets nodig heeft, of niet zichzelf kan zijn? Is hij iemand die moeite heeft om persoonlijk te reageren, die moeite heeft met verantwoordelijkheid nemen? Kun je diegene op een pure manier ontmoeten (is zoals hij is), en wil je dat dit zichtbaar wordt? Geef jezelf dan de ruimte om te werken aan herstel. Een belangrijke eerste stap in elke fase van herstel is om goed stil te staan bij wat je van binnen nu echt ervaart. Dit kunnen gedachten of gevoelens zijn; het is de bedoeling dat je nagaat waar je op dat mo- ment behoefte aan hebt. Dit heeft als belangrijkste doel om jezelf en de situatie te kunnen accepteren, voor zover dat mogelijk is. Door acceptatie ontstaat de mogelijkheid om te groeien en ontstaan er mogelijkheden om te zoeken naar oplossingen. Dit doe je vooral indi- vidueel. Het is een belangrijk onderdeel in de eerste fase (de crisisfase) en helpt je op weg naar vertrouwen. In bijlage 3 is een samenvatting opgenomen van een scriptie van Fer- dinand Bijzet (2010) over de verschillende fasen en het werken aan herstel van vertrouwen.
  • 59. 57 Hulpaanbod Welke mogelijkheden heb je, en wat ligt voorhanden om met het de moeizame en pijnlijke gevolgen van de verslaving van je partner om te gaan? Het grote voordeel ten opzichte van tien à twintig jaar geleden is dat het probleem steeds meer onderkend wordt, en dat er veel meer kennis en mogelijkheden voorhanden zijn zowel op internet als in behandelingsopties. ´Ik heb het voornamelijk zelf gedaan, lang geleden was er nog geen hulp. Dat begint nu gelukkig meer te komen, het krijgt ook meer aan- dacht, komt meer in de openheid.” Daar moet wel bij gezegd worden dat de nadruk en de focus nog voor- al liggen op de aanpak van de verslaafde zelf: de behandelingen zijn vooral individueel gericht zonder de partner erbij echt te betrekken. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het merendeel van de respon- denten hulp zocht via een netwerk op internet, zoals Kostbaar Vaat- werk (54%), of binnen een professionele organisatie (56%: er waren meerdere antwoorden mogelijk). Veel partners geven aan dat hun religie zeer belangrijk is geweest. Naast hulp vanuit de kerk of van de predikant is persoonlijk contact met God voor hen een belangrijke manier om met de pijn en de moei- te die ervaren wordt om te gaan. Een van de reacties luidde zelfs: “God is de beste Therapeut”. Daarnaast wordt ook de eigen huisarts (als onderdeel van een profes- sionele organisatie) vaak genoemd als iemand bij wie hulp is gezocht. Diegenen die aangeven dat zij het vooral zelf hebben gedaan, noemen onder andere dat zij veel hebben gelezen over de problematiek, dat zij een dagboek hebben bijgehouden enzovoort.
  • 60. 58 Er is daarin geen goede of foute manier om met deze ervaringen om te gaan: iedere mogelijkheid is afhankelijk van de persoonlijke situatie. Daarbij is de belangrijkste tip die uit de reacties naar voren komt: doe het niet alleen, maar zoek hulp! Hoe bent u omgegaan met de pijn/moeite die u ervaren heeft? Ik heb het voornamelijk zelf gedaan. 61 41% Ik heb hulp gezocht bij vrienden. 56 38% Ik heb hulp gezocht bij mensen binnen de kerk. 36 24% Ik heb hulp gezocht binnen een professionele organisatie. 80 54% Ik heb hulp gezocht via een netwerk op internet (zoals stichting Kostbaar Vaatwerk). 83 56% Overig 34 23% Een aantal overige reacties: “Ik heb geen moment pijn of moeite ondervonden met betrekking tot de verslaving van mijn partner. Het is zijn verslaving, niet de mijne.” “samen met mijn partner, vooral door veel te praten”
  • 61. 59 Ervaring van de hulpverlening Een veel gestelde vraag is, of er hulpverlening beschikbaar is en hoe een hulpverleningstraject vormgegeven zou moeten worden. Ten eerste is er geen kant-en-klaar antwoord te geven: de optimale vorm- geving van een hulpverleningstraject kan verschillen per situatie. Voor het huidige onderzoek zijn vooral ervaringen wat betreft de betrok- kenheid van partners binnen hulpverleningstrajecten belangwekkend. Uit de praktijk blijkt dat er mogelijk veel meerwaarde zit in het in een vroeg stadium betrekken van de partner van de verslaafde in het hulp- verleningstraject. Het is goed om te noemen dat er inmiddels veel lotgenotengroepen actief gericht zijn op de partners van seksverslaafden. Verder zijn er bij verschillende instellingen diverse echtparengroepen, en is er op dit vlak aanbod in relatietherapie. In de enquête is de volgende vraag gesteld: “Is uw partner in therapie geweest (mannengroep of individueel), of zit uw partner nog in thera- pie?”Zie figuur 10 voor de reacties. Figuur 10: is uw man in therapie geweest? 44% 28% 28% Ja, heeft hij gevolgd Ja, hij zit op dit moment in therapie Nee
  • 62. 60 Van degenen die ‘nee’ hebben geantwoord (38) zijn tien stellen niet meer bij elkaar; anderen binnen deze groep geven aan liever samen te praten over de problematiek, en ervaren dit als voldoende. Dit doen ze of op eigen initiatief, of in de vorm van relatietherapie. Er zijn daar- naast een aantal reacties waarin aangegeven word dat het stel nog overweegt om in therapie te gaan. Er is tot slot een groep vouwen die zegt dat ze wel graag zien dat hun man in therapie gaat, maar dat de man zelf geen stappen in die richting zet. Deze vrouwen zoeken dus vooral individueel hulp. In figuur 11 is te zien in hoeverre de partner bij het hulpverleningstra- ject betrokken werd en of daar (meer) behoefte aan was. Figuur 11: betrokken bij de hulpverlening? Van de respondenten gaf er 21 %aan niet betrokken te zijn geweest bij de hulpverlening. Een deel hiervan geeft ook aan daar geen behoefte 9% 12% 25% 16% 38% Nee, ik had er ook geen behoefte aan. Nee, maar ik had wel de behoefte. Ja, en dat was toereikend. Ja, maar te weinig. Overig
  • 63. 61 aan te hebben. Van degenen die wel betrokken zijn geweest geeft meer dan helft (61%) aan dat de betrokkenheid voor hen toereikend was. In totaal geeft meer dan een derde van de respondenten aan er wel behoefte aan te hebben om betrokken te zijn bij de hulpverle- ningstrajecten van de verslaafde, of het gevoel te hebben te weinig betrokken te zijn geweest. Een grote groep heeft meer behoefte aan betrokkenheid: “Telkens krijg ik te horen hoe ik mijn partner moet helpen. Niemand vraagt hoe het met mij gaat.” “bij de mannengroep niet (logisch) maar wel bij zijn individuele thera- pie. Wij vonden het belangrijk om onze individuele therapieën ook samen te doen. We zochten de eenheid weer op. Werd in de hulpverle- ning niet altijd begrepen.” Een aantal overige reacties: “eigenlijk is hij eerst een paar gesprekken alleen geweest, maar wilde de therapeut direct dat ik erbij was betrokken om zo samen aan onze relatie te werken, en dat is goed, maar ik merk wel dat hij nog met dingen vanuit zijn verleden zit waar hij niet genoeg hulp voor krijgt in deze soort therapie, omdat onze relatie naar elkaar toe nu wel goed gaat is deze therapie ook afgerond.” “Ik zat er op een gegeven moment alleen. Hij wilde niet meer.”
  • 64. 62 Niet alleen de betrokkenheid is belangrijk; het is van groot belang dat er in de hulpverlening meer inzicht komt in de behoefte van de part- ner. Waar heeft de vrouw nu echt baat bij? De reacties op de onder- staande vraag uit de enquête geven daar een antwoord op: In de antwoorden en persoonlijke reacties zie je dat het belangrijkste is dat de partner zich gezien/gehoord voelt, dat het probleem bespreek- baar wordt. Zodoende kom je uit je eigen isolement. Belangrijke is dat er een plek is waar je zelf ook kunt zijn, met je eigen pijn en verdriet, zonder dat je er altijd alleen maar voor de ander hoeft te zijn. Door die Wat was voor u het belangrijkste wat u binnen de therapie sessies hebt meege- kregen? De theorie en achtergrond van het verslavingsgedag van mijn partner. [30] 20% Het bespreekbaar maken van het probleem. [51] 35% Het ervaren van herstel in vertrouwen. [21] 14% Dat ik er mocht zijn met mijn pijn. [64] 44% Overig [30] 20% “Dat ik er mocht zijn met mijn pijn., vooral ook mijn eigen aandeel: het niet aange- ven van wat ik wil, het niet aangeven van grenzen, me afhankelijk van hem opstel- len. Ik heb ook duidelijk een rol gehad in het in stand houden. Ik dacht dat ik hem te kort deed en niet genoeg liefde gaf. Maar de sleutel lag daar dat ik mezelf te kort deed.”
  • 65. 63 twee facetten ontstaat er ruimte in de partnerrelatie om weer met elkaar door te groeien. Het is van belang dat mensen met hun problemen, waar ze zelf niet uitkomen, in therapie gaan. Vervolgens is het zaak om hen zo goed mogelijk bij te staan. Daarbij moet de gedachte vastgehouden worden dat therapie niet direct moet gaan om het stopzetten van bepaald seksueel gedraag (het symptoom), maar om het versterken van het eigen ‘ik’. Therapie moet gaan om het vinden van de juiste balans tussen wel en niet-toegestane delen. Dit zorgt voor minder innerlijke leegte, meer zelfwaardering en meer ‘gewoon jezelf’ zijn! De toekomst In het onderzoek heb ik tot slot de volgende vraag gesteld: “Welke zorgen/angsten heeft u voor de toekomst samen?” “Ik weet dat zijn verslaving niet meer wordt uitgeleefd maar de triggers om het te doen zijn nog aanwezig. Ik heb er geen angst of zorg meer om omdat het vertrouwen en de intimiteit zo gegroeid en positief verandert is dat ik een nieuwe ( betere) man heb gekregen. We zijn zo open naar elkaar en naar God, dat dit een vast fundament is en we ons van God afhankelijk weten.” “Binnen de afgelopen twee jaar is er steeds weer 'wat nieuws' gekomen rondom de verslaving en ik weet niet of het ooit stopt.” “Het gaat nu goed, partner is zo veranderd. De breuk met de verslaving lijkt definitief Een aantal citaten die verder opvallen, zijn: • “Kan ik hem ooit nog vertrouwen”.
  • 66. 64 • “Ik ben bang dat er geen kans is op volledig herstel en dat we uiteindelijk elkaar gaan, scheiden.” • “Ik ben bang voor nieuwe leugens en dat ik er zelf achter moet komen.” • “Kan hij vrij blijven? ik ben bang voor een terugval!”
  • 67. 65 6. Hoe werk je als therapeut aan herstel in de partnerrelatie? Voor het werken aan herstel vanuit EPT is het ten eerste belangrijk te weten en te benoemen wat een gezonde partnerrelatie is. Zoals eer- der al is genoemd, is het belangrijk dat de partners gelijkwaardig zijn en een volwassen relatie met elkaar hebben. Een relatie waarin de zorg voor zichzelf zowel als de zorg voor de partner serieus genomen wordt (+Z, +A). Dat individuele verschillen in wensen, gevoelens en verlangens worden gerespecteerd, betekent niet dat ze van elkaar ook geaccepteerd wor- den. Door strijd en overleg hierover verdiept de relatie. Als ervarings- gerichte therapeut kijk je naar de interactie, het proces tussen de partners. Als therapeut dien je als voorbeeld: hoe geef je persoonlijk leiding aan een gesprek? Het is goed om als therapeut een eigen visie op de cliënt en zijn probleem te hebben. Je moet goed zicht hebben op datgene wat de cliënt in moeilijkheden heeft gebracht, en wat er nodig is voor de cliënt om daar weer uit te komen. Daarbij is het van belang dat je concreet te weten komt wat zijn probleem is. Zo kun je vervolgens een eigen visie ontwikkelen op basis van je eigen hypotheses en conclusies. Je zoekt als therapeut naar de verschillen tussen de cliënt en jezelf in een aantal aspecten: • tussen wat de cliënt waarneemt en wat je zelf waarneemt; • tussen wat de cliënt ervaart en wat je zelf ervaart; • tussen wat de cliënt denkt en wat je zelf denkt; • Tussen wat de cliënt vindt en wat je zelf vindt.
  • 68. 66 Als er verschillen zijn, kun je deze ophelderen door gerichte vragen te stellen. Als je het idee hebt dat het de cliënt kan helpen, kun je deze verschillen als onderwerp in gesprekken inbrengen. Een risico daarvan is natuurlijk dat je eigen visie mogelijk niet de juiste is, of dat je cliënt het er niet mee eens is. Het ophelderen van zulke verschillen kan ver- volgens echter wel informatie opleveren. De kern van het persoonlijk leidinggeven in gesprekken is het onder- zoeken, bevragen en reageren, en het delen van waarnemingen en gedachten om de verschillen tussen wat de cliënt zegt en doet en wat je als hulpverlener vindt en ervaart te verhelderen. De kern van het zijn van een persoonlijk therapeut ligt in het stilstaan bij deze verschil- len, het onderzoeken van je eigen reacties, gevoelens en gedachten en het op een persoonlijke manier gebruiken daarvan. Hierdoor behoud je je eigen identiteit in de relatie met je cliënt. Kortom: vrijwel alle interventies die je doet staan in verband met en komen voort uit je eigen referentiekader, je eigen mening, je eigen waarnemingen, be- hoeften en gevoelens. Hierdoor ontstaat er een open gesprek waarin veel cliënten zich (ondanks onderlinge verschillen) gezien en gehoord voelen. Hoe ga je als therapeut om met het conflict in de relatie? Conflicten lopen altijd volgens hetzelfde principe. Twee partijen ko- men tegenover elkaar te staan. Als je als therapeut niet oplet, blijven paren zich herhalen om hun positie te onderbouwen, in een terugke- rend patroon van wat ze thuis gewend zijn. In plaats van met de in- houd bezig te zijn, is het van belang dat je als hulpverlener in het hier en nu op het proces tussen de twee partners gericht bent. Je moet zoeken naar het specifieke in plaats van het algemene.
  • 69. 67 Hoe doe je dit als therapeut? Het is van belang de partners te helpen om hun behoeften niet op een verwijtende manier naar voren te bren- gen, maar als wens (stap 1). Is dit gelukt, dan kun je ze beide helpen om de wens van de ander te horen en hierbij stil te staan (stap 2), en vervolgens om te formuleren waarom zij deze de wens wel of niet willen vervullen (stap 3). Je helpt ze vervolgens weer hiernaar te luiste- ren en stil te staan bij wat de partner over zichzelf en over de ander te vertellen heeft (stap 4), te overwegen wat dit voor henzelf betekent (stap 5) en dit op een vriendelijke (verlangende) manier te verwoorden (stap 6). Dit is een stappenplan om constructief met een relatieconflict om te gaan. Voorbeeld Vrouw: “Elke keer als hij moet overwerken, krijg ik het gevoel dat hij vreemdgaat. Hij houdt er totaal geen rekening mee hoe dit voor mij voelt. Man: “Als ik elke keer moet voelen hoe het voor jou moet voelen kan ik wel stoppen met werken, je zeurt me de oren van mijn hoofd.” De man voelt de reactie van de vrouw als verwijt. Hij reageert hier geïrriteerd op terug met een volgend verwijt. Uiteindelijk krijgen ze beide niet wat ze echt nodig hebben. Een belangrijke stap voor de therapeut is nu dus om niet op de inhoud in te gaan, maar alleen te kijken naar het proces. Als therapeut kun je nu helpen het verwijt van de vrouw om te buigen naar een persoonlijk verlangen. Je kunt probe- ren om de man hierbij stil te laten staan en hem met een eigen verlan- gen terug te laten komen.
  • 70. 68 Een nieuw, constructief patroon Vrouw: “Henk, ik vind het soms lastig dat je moet overwerken. Dat voelt bij mij als een blauwe plek waarbij ik denk, als dat maar goed gaat. Het houdt mij enorm bezig.” Man: “Wat vervelend Nellie, dat het je nog zo bezighoudt, en fijn dat je het met me deelt. Ik kan zeggen dat het goed gaat. Maar ik snap hoe het jou nog zo kan raken.” Nellie brengt hier op een verlangende, persoonlijke manier haar echte pijn naar voren. Henk voelt zich niet aangevallen, maar het lukt hem om erbij stil te staan en er voor Nellie te zijn door begrip te tonen. Dit werkt vervolgens ook, doordat het voor Nellie fijn is om terug te horen dat het goed gaat met Henk. In feite vraagt ze indirect ook om deze bevestiging. “Het conflict in de relatie heeft zo een helend en groeizaam effect op beiden. Goed doorwerkte conflicten vergroten op deze wijze het eigen potentieel van de partnerrelatie en werken dus in wezen therapeu- tisch.” (Bouwkamp & Bouwkamp 2010)
  • 71. 69 Hechting De verschillende gezins- en partnerpatronen zijn nauw verbonden met hechting en de ontwikkeling hiervan in verschillende soorten relaties. Onder hechting wordt het volgende verstaan: de ontwikkeling van het interne systeem dat als functie heeft nabijheid tussen kind en ouder (en later dus in de partnerrelatie) te bewerkstelligen, zodat het kind in angstige situaties de ouder weet te vinden voor de nodige zekerheid, veiligheid, troost en bescherming (Bowlby 1969/1982). Voor een veilige hechting (een relatief duurzame liefdevolle relatie tussen een kind en de personen met wie hij regelmatig omgaat) is het essentieel dat de ouders en later de partner emotioneel beschikbaar, ontvankelijk en betrokken zijn (Bouwkamp & Bouwkamp 2014). Veel partners ervaren dat hun echtgenoot (de seksverslaafde) nagenoeg niet emotioneel beschikbaar is. Zij ervaren hem dus als afstandelijk op het ‘diepe’ niveau in de verschillende relaties: zowel als partner als in het gezin. Als je als vrouw de veilige hechting met je man kwijt raakt val je eerder terug in oude patronen. Als die oude patronen voortko- men uit een onveilige hechting vanuit het gezin, verdwijnt het (basis- )vertrouwen en het gevoel dat beide partners door elkaar geaccep- teerd worden nog meer naar de achtergrond. Partners die in verschillende relaties een veilige hechting hebben erva- ren zijn meestal rustiger en eerder te troosten. Zij hebben het basis- vertrouwen dat de ander na het nemen van afstand wel weer terug zal komen, en durven daarin gemakkelijker op eigen benen te staan. Zij beschouwen zichzelf als een persoon die de liefde en aandacht van anderen waard is: bij hen is er sprake van een goede balans tussen autonomie en verbondenheid. Een belangrijk onderdeel binnen een behandeling gericht op traumati- sche ervaringen is het opnieuw aangaan van een veilige hechting. Dit
  • 72. 70 kan gaan om de band met je eigen partner, maar net zo goed om fami- lie of vrienden die weer dichterbij mogen komen. Een lotgenotengroep kan daarin een belangrijk onderdeel zijn, maar vooral als je er alleen voor staat. Juist in een dergelijke groep krijg je erkenning door vooral veel te praten, te luisteren en emoties te uiten. Daarin kun je ook met anderen werken aan herstel van vertrouwen en wordt een hele basale behoefte vervuld, namelijk die aan liefde. Het is helaas niet mogelijk om al je angsten, negatieve gevoelens en twijfels zomaar weg te stoppen in een doos die je op zolder kunt zetten. Hefti- ge gevoelens laten zich niet zomaar opsluiten, maar komen naar bo- ven. Met andere woorden: gevoelens kun je wel bevriezen, en dat kan tijdelijk helpen, maar als je ze kunt laten ontdooien en kunt delen – het liefst met je partner – dan kan de ander met je meevoelen en be- grijpen wat je echte pijn en nood is. Misschien nog wel het belangrijk- ste is dat je dan erkenning krijgt: jouw gevoelens mogen bestaan. Dit is een belangrijke eerste stap op weg naar herstel. Een (nieuwe) veilige, hechte band helpt daarbij om de volgende redenen: • Deze band troost en verzacht je pijn. Lichamelijke en emotio- nele nabijheid werkt kalmerend op ons zenuwstelsel en helpt ons weer in balans te komen. • Een veilige, hechte band helpt om de strijd tegen de bestaan- de problemen vol te houden; • De band helpt je ervan overtuigd te raken dat de ‘nieuwe’ persoon die je bent geworden nog steeds gewaardeerd en ge- respecteerd wordt; • Een hechte verbintenis helpt ons zin te geven aan wat er is gebeurd, en helpt orde te scheppen in chaos.
  • 73. 71 In een hechte band zijn er vaak niet heel veel woorden of oplossingen nodig. Het is juist belangrijk vastgepakt te worden, getroost te worden, het probleem en de emoties er laten zijn: dit helpt het trauma pas echt te herstellen (ontleend en vrij vertaald uit Hou me Vast van Dr. Sue Johnson). Het is dus belangrijk om op zoek te gaan naar die veilige plek. Daarbij moet je vaak grote angst en schaamte overwinnen maar het loont eigenlijk altijd. Door de verbinding op te zoeken kun je sa- men strijden tegen alles wat op je afkomt, en dat is effectiever dan alleen. Echt werken aan hechting! Zoals we eerder hebben gezien kan een onveilige hechtingsstijl door therapie veranderen in een veiligere. Hoe kun je dit proces als EPT- therapeut begeleiden? Therapeut-cliënt Het is ten eerste belangrijk om als therapeut beschikbaar en persoon- lijk te zijn. Je kunt bijvoorbeeld bij het weggaan de cliënt een schou- derklopje geven en zeggen: ‘Bel me morgen even om te vertellen hoe het gaat.’ Geef aan cliënten je telefoonnummer voor noodgevallen, en je zult zien dat ze nooit bellen: dat is niet nodig, omdat ze zich veilig voelen. Maar je kunt je cliënten ook leren over veilige hechting door betrouw- baar te zijn in je afspraken; door hem of haar niet in de steek te laten; door je cliënt op het juiste moment het vertrouwen te geven dat hij of zij het zelf kan; door je cliënt op het juiste moment ook weer los te kunnen laten. Kortom, je kunt je cliënt begeleiden door als therapeut sensitief en responsief te zijn ten aanzien van zijn of haar (ontwikke- lings-)behoefte (Bouwkamp en Bouwkamp 2010).
  • 74. 72 Partners Partners kunnen zich ontwikkelen richting een veilige hechtingsstijl door op elkaar te leren vertrouwen. Als partners in therapie komen, zijn ze elkaar dikwijls als vijand gaan zien. Zij voelen zich door de ander diep gekwetst. Partners moeten leren om elkaar te zien als gekwetste ziel, vergelijkbaar met een gekwetst kind dat uit angst reageert. Als jij je partner als een angstig kind kunt zien, is hij of zij niet meer bedrei- gend voor jou: met een bang kind heb je juist compassie. Een therapeut kan dit ook bereiken door de overdrachtelijke situaties die tussen de partners spelen te ontrafelen. Partners leren zo oude pijn, die zij op hun partner projecteren, los te koppelen van het nu, waardoor de ander zijn bedreigende betekenis verliest. Partners hebben er bovendien baat bij om in alle openheid en kwets- baarheid met elkaar te leren praten: om hun diepste gevoelens, ang- sten, boosheid en behoeften te leren ontdekken met en uit te spreken naar elkaar; om te leren echt naar elkaar te luisteren en zich in te leven in de ander. Door te leren aan elkaars hechtingsbehoeften te voldoen, kunnen partners nog dichter bij elkaar komen. Een voorbeeld: als man trek jij je het liefste terug in je eigen kamer, maar je vrouw wil juist graag dat jij meer tijd samen met haar doorbrengt. Als jij aan deze behoefte van je partner voldoet, dan voldoe je tegelijkertijd aan je eigen diepe maar verborgen behoefte om in contact te zijn met de ander. Andersom leert je vrouw meer activiteiten zelf te ondernemen, zonder van haar partner te verwachten dat hij altijd bij haar is of met haar meedoet. Zo leert de vrouw aan haar eigen diepere behoefte te voldoen om zelf- standig te worden en vol vertrouwen de wereld in te durven stappen. Op deze manier bereik je op drie vlakken succes: je voldoet aan de hechtingsbehoefte van je partner, je voldoet aan je eigen (door angst
  • 75. 73 overdekte) hechtingsbehoefte en je maakt je relatie veiliger en daar- mee steviger (Bouwkamp en Bouwkamp 2010, Corné Spijkerboer 2010). Hoe werk je als therapeut aan autonomie en verbonden- heid in een relatie? Zoals al eerder is geschetst. zijn we als individu en als partners altijd op zoek naar een goede balans tussen het deel van ons dat autonoom is en het deel waarin we ons verbonden voelen met elkaar. Een therapeut kan zich, als het om de zorg voor een ander gaat, door twee vragen laten leiden: ‘Wat heb ik te geven aan de ander?’ ‘Wat heeft de ander van mij nodig?’ De verwachting dat twee partners door alleen maar op deze manier aan elkaar te geven in een stabiele relatie blijven, is niet echt reëel. De drang die partners voelen om zich los te maken en weer op zichzelf te staan komt in elke relatie voor. Dat betekent dat we soms ‘nee’ tegen de ander moeten zeggen en voor onszelf moeten zorgen. Bij de zorg voor onszelf helpt het om stil te staan bij de volgende twee vragen: ‘Wat heb ik nodig van de ander?’ ‘Wat heb ik van en voor mijzelf nodig, los van de ander?’ Maar hoe blijf je dan toch met elkaar verbonden? Hoe lukt het je als therapeut om de balans tussen autonomie en verbondenheid te waar- borgen? Voor veel stellen werkt het om hierin als voorbeeld te dienen en ieder apart te leren om aan de ander te geven, door te laten zien hoe jij in het interactieproces met de ander omgaat. Daarbij is het van