1. Zich de dood geven.
(citaat) ‘Donner la mort’ betekent in het Frans ter dood brengen, terecht stellen. Zich de
dood geven is zelfmoord plegen. Maar het kan ook betekenen zich de dood geven in de zin
van de dood aanvaarden, zijn leven geven, zich opofferen. De dood aanvaarden houdt ook in
zich van de dood een voorstelling maken, de dood interpreteren. (einde citaat; 1)
De Franse referenties van het concept ‘zich de dood geven’ openen grensverkennende,
welhaast grensverleggende perspectieven. Naast ‘zelfmoord c.q. zelfdoding’ zijn ook
‘acceptatie’, ‘opoffering’ en ‘imaginatie’ in het concept aanwezig.
De negatieve connotatie van het begrip zelfmoord, of van de mildere vorm: zelfdoding, laat
zich in het concept ‘zich de dood geven’ overschrijven door drie geïndividualiseerde acties
waar ten principale niemand iets op tegen kan hebben. Iets accepteren, jezelf opofferen en
zich van iets een voorstelling maken, zijn geen acties die in zichzelf ongepast of
ontoelaatbaar zijn. Meer gedetailleerd beschouwd, begeven ook ‘de eigen dood accepteren’,
‘jezelf tot in de dood opofferen’ en ‘zich van de eigen dood een voorstelling te maken’ zich
niet buiten het denken dat in maatschappelijke zin betamelijk geacht wordt. Zelfs het
verlangen (de begeerte) naar het levenseinde is op zichzelf niet onderhevig aan een
dergelijke kritiek (onderscheidende blik) van de ander. In dat verlangen mag degene die
zijn/haar eigen dood begeert, de acceptatie van de dood tonen, de eigen dood boven de
consequentie van de actuele toestand voor een derde stellen (opoffering), én de laatste
zucht verbeelden (imaginatie).
De drie aanvullende Franse referenties verschillen wat betreft hun immanente complexiteit
vanwege de mate van aanwezigheid van de ander in de referentie.
De imaginatie is louter geprivatiseerd. De wijze waarop de laatste zucht en het navolgende
(het heengaan, de ontstijging, de ontworteling van de ziel aan het lichaam) zal (kunnen)
plaatshebben, is zonder de ander als (mede)constituerende factor voor te stellen.
In de acceptatie is de ander als betekenisverlenende derde aanwezig; in de afweging die aan
de acceptatie vooraf gaat en ook (in deze volgorde) als een onvervreemdbaar en wezenlijk
aspect van de acceptatie zelf. De afweging die al dan niet tot acceptatie leidt, is
interpersoonlijke. Waarbij aangetekend dat de maatvoering van de aanwezigheid op deze
plek ondergeschikt is aan de aanwezigheid als zodanig.
Bij de opoffering is de ander niet alleen in het denken rond de opoffering gerepresenteerd,
maar ook in de verwijzingen naar het handelen dat de opoffering uitmaakt. Opoffering is
interactioneel.
Het morele verbod op zelfdoding hecht zich aan de act (jezelf doden), én aan de
interpersoonlijke acceptatie, én aan de interactionele opoffering.
Het morele verbod gaat in zijn grond niet over degene die zijn/haar eigen dood begeert,
maar over de act, en/of de acceptatie van die act door een ander, en/of de ander die zich
niet wil opofferen omwille van andermans verlangen naar de dood.
Het morele verbod op zelfdoding is zo beschouwd egoïstisch van aard.
1
T. de Boer, Woord vooraf; in: J. Derrida, De gave van de dood. Klement/Perckmans, Kampen, 2006.
2. Als naastenliefde (altruïsme, barmhartigheid tonen, compassionele betrokkenheid) wordt
overschaduwd door egoïsme, wordt de act van zelfdoding be- en vervolgens veroordeeld, in
weerwil van het verlangen van degene die het betreft.
De handhaving van de veroordeling is in de trias politica belegd bij de rechtelijke macht.
De veroordeling nagelt de act van zelfdoding vast in het strafrechtelijk domein.
Het beleg van de handhaving van de egoïstische veroordeling van de zelfdoding bij de
rechtelijke macht in het strafrechtelijk domein, is zowel het individu, als de collectieven, als
de rechtsorde welgevallig. Opdat het moraliserende en verbiedende individu de handen in
onschuldige beoordeling kan (blijven) wassen; juist omdat de veroordeling in handen ligt van
een andere macht. In zoverre is het morele verbod op zelfdoding opaak.
Opschorting van het eigen egoïsme door omstanders, geeft manipulatieruimte aan degene
die het levenseinde ambieert; geeft ruimte om het verlangen naar de zelfgekozen dood op
eigen wijze te kanaliseren.
Gert Rebergen
deeltijdactivist