Social Digital Trends:Nederlandse politiek en sociale media Een onderzoek van Fleishman-Hillard Amsterdam

1. Social Digital Trends in de Nederlandse politiek Een onderzoek van Public Affairs

3. Nederlanders zijn van de meest actieve social media gebruikers in Europa

4. Het aantal politici dat twitterde, steeg vanaf januari in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen explosief: van 800 naar 2200

7. Welke social media worden actief en welke passief gebruikt?

8. Worden social media ook net zo actief gebuikt voor de politiek als voor privé doeleinden?

9. Welke social media hebben de voorkeur van de kiezer als het gaat om politieke communicatie?

11. Een online enquête

12. 529 respondenten van de 4 regio’s: Noord, West, Zuid en Oost

14. Public Affairs Public Nederlandse politici en social media in aanloop naar de verkiezingen 2010 Social Digital Trends: respondenten

16. Kranten en magazines zijn de meest gebruikte medium om op de hoogte te blijven van de lokale politiek

17. Televisie komt op tweede plaats, radio op derde

18. Meer dan 80% neemt geen deel aan bijeenkomsten en zoekt geen persoonlijk contact in de gemeente met lokale politici

20. Nederlandse kiezers gaan nauwelijks in op het gebruik van social media (Facebook, Twitter, blogs) voor politieke informatie of communicatie met politici

21. Slechts 53% vindt zich voldoende geïnformeerd over lokale politieke ontwikkelingen

24. Jonge Nederlanders (12-30) gebruiken vaker social media, en ze zijn meer geneigd om ze te gebruiken voor politieke communicatie dan andere leeftijdsgroepen

26. Grootste percentage (14%) van de 56-65 leeftijdsgroep die weet wat ze gaat stemmen, gaat stemmen voor de huidige regeringspartij (CDA)

27. Grootste percentage (21%) van respondenten met lager onderwijs twijfelt om te gaan stemmen

28. Grootste percentage (12,3 %) van respondenten met lager onderwijs die weet wat ze gaat stemmen, gaat stemmen op PVV

30. Welke doelgroepen bereiken politici op social media en welke niet?

31. Kan sociale media de kloof tussen de burger en de politiek verkleinen?

32. (Hoe) Kan sociale media effectief worden gebruikt voor verschillende vormen van politieke communicatie?

34. Eerdere onderzoeken over social media en de politiek zijn kwantitatief en eenzijdig: ze gaan alleen over de kiezer, of alleen over de politicus, of alleen over de politiek, of alleen over sociale media of traditionele media

35. Een bredere focus is nodig: niet alleen lokale politiek, maar politiek en communicatie in het algemeen

36. Verschil tussen opvattingen van lokale en landelijke politiek moeten ook meegenomen worden in de analyse

38. Volgen van media coverage over het onderwerp

40. Social Digital Trends: het vervolgonderzoek Methodologie Social media/communicatie experts:

41. Public Affairs Public Social Digital Trends: het vervolgonderzoek Theoretisch kader Politieke communicatie heeft drie doeleinden:

42. Public Affairs Public Social Digital Trends: het vervolgonderzoek Theoretisch kader Politieke communicatie is gericht op de volgende drie doelgroepen:

43. Public Affairs Public Social Digital Trends: het vervolgonderzoek Zwevende kiezers Aanhangers Aanhangers Theoretisch kader In Nederland communiceren partijen/politici op de volgende manier:

47. De politieke partijen “vertalen” de gecompliceerde besluitvormingsprocessen naar een bruikbare taal voor de burger, zodat hij beter in staat is om een keuze te maken tussen manieren van regering

48. De burger kan geen beslissingen nemen en betrokken zijn in de politiek zonder deze intermediairs

50. De aandacht van de media, en dus van het politiek wordt steeds korter, terwijl de beleidsgang in de politiek niet echt versneld

53. Het medium (social media)

54. De zender (politicus)

56. Welke doelgroepen bereiken politici op social media en welke niet?

57. Kan sociale media de kloof tussen de burger en de politiek verkleinen?

58. (Hoe) Kan sociale media effectief worden gebruikt voor verschillende vormen van politieke communicatie?

60. Snel: het is snel en conversationeel en kan de burger van politieke communicatie voorzien zoals hij het verwacht tegenwoordig

62. Is toegankelijker dan andere media waardoor de burger vaker durft in gesprek te gaan met politici

63. Social media heeft te weinig bereik in Nederland en daarom is het geen geschikt middel voor politieke campagnes

64. Voor adverteren is social media alleen effectief in combinatie met traditionele media

68. Jong, progressief en twijfelt tussen partijen als D66 en GroenLinks

69. Heel actief op social media

71. Heeft een verkeerde beeld van de politiek en vertrouwt politici niet. Daarom wil hij ook geen dialoog aangaan

72. De burger kan bereikt worden op social media platformen waar hij al aanwezig is: en dat zijn social netwerken (bijv. Hyves). Maar sociale netwerken als deze hebben geen waarde voor politieke communicatie

73. Gebruikt social media voor entertainment en privé doeleinden. Daarom waardeert hij communicatie via social media die een mix is van politiek en privé“Femke Halsema die met haar buurvrouw bij een wijntje de naar nieuws smachtende twitteraars van rake commentaren voorzag, kreeg er duizenden volgers bij.” (Joop.nl)

75. Het lukt hem niet omdat hij niet op zoek gaat naar mensen die geinteresseerd zijn in zijn boodschap en zijn boodschap niet relevant probeert te maken

76. Gebuikt social media (blogs) al lang met de overtuiging om transparant te zijn voor zijn huidige en potentiële kiezers

77. Gebruikt Twitter vooral omdat iedereen het gebruikt en daarom is hij daar nog in een experimentele fase

78. Is vergeten hoe belangrijk is om vindbaar te zijn en heeft zijn standpunten niet eens zichtbaar op zijn website

80. Zenden in plaats van luisteren (niet proactief zoeken naar relevante mensen/groepen om te volgen)

81. Volgen alleen journalisten en andere politici

82. Niet doorlinken naar hun eigen blog van Twitter of naar interessante artikelen in kranten in andere social media

83. Pasten van “partij programma’s” op Twitter

84. Niet genoeg persoonlijke content op de blog & Twitter

86. Gebruiken audiovisuele content wanneer het niet nodig is

87. Gebruiken social media alleen omdat anderen het gebruiken

88. Zijn standpunten zijn niet vindbaar

89. Maakt geen gebruik van cross-media

91. Social media is persoonlijk en daarom biedt veel mogelijkheden voor een dialoog tussen de politicus en de burger, maar alleen als de burger daar interesse in heeft

92. Social media kan de “honger” van de Nederlandse burger voor sensatie en snelheid in de politiek verzadigen

93. “Social media is laagdrempelig, wat mogelijk maakt dat veel meer burgers feedback, opinie en suggesties kunnen geven over de werkwijze van een politicus”, March Dubach, Beste Twitteraar (Beste Web Politicus) D66 Eindhoven,

95. “Voor hen zijn de standpunten bepalend en ze moeten in staat zijn deze ook in 140 tekens te kunnen omschrijven”, Jeroen Fritz, Beste Web Politicus

97. Social Digital Trends: het vervolgonderzoek Aanbevelingen: Een goed voorbeeld: website Jeroen Fritz, beste Webpoliticus

99. Veel persoonlijke tweets

100. Vaak genoeg

101. Met humeur en stijl

102. Laat de persoon zien achter de politicus

103. Laat duidelijk zien waar ze mee bezig is

104. Standpunten duidelijk laten zien http://www.femkehalsema.nl/2010/04/02/auteursrecht-is-aan-grondige-modernisering-toe/

106. Maak je standpunten kort en krachtig en zorg dat iedereen ze kan vinden op je site binnen 10 seconden

107. Maak het simpel en link door naar je blog, waar je kan uitbreiden

108. 80/20 Politiek en privé (als je alleen over politiek schrijft trek je geen aandacht)

109. Laat altijd zien wat je hebt bereikt, en niet alleen wat je belooft

110. Een beetje humeur wordt altijd gewaardeerd

112. Gebruik Twitter om opinie te sturen: het is snel en het geeft je voorrang voor andere media

113. Wees geïnformeerd over wat er speelt in je omgeving (ga actief op zoek naar issues en groepen online)

114. Zorg dat je altijd iets nieuwswaardigs hebt te vertellen

116. Laat nooit iemand anders namens jou tweeten of bloggen

118. Sluit je aan (volg) opinieleiders

119. Luister naar wat mensen praten en sluit aan

120. Wees waar de mensen zijn die je wilt bereiken (

121. Gebruik het juiste medium voor het juiste doelgroep

123. Moet niet het indruk wekken dat je alles kan oplossen, mensen raken gedesillusioneerd

124. Moet weten wanneer en waar je iets kan vertellen. Social media heeft geen regels dus je moet jezelf kunnen tegenhouden

125. Moet weten wat relevant is voor je doelgroep (en). Soms bereik je meer mensen dan je denk en je boodschap is niet voor iedereen even relevant

126. Maak geen misbruik van het feit dat je “live” kan communiceren

128. Public Affairs Public Social Digital Trends: het vervolgonderzoek Jij, als politicus Reacties van kiezer: @Edmond V.O. Katusz “het gewenste rappe en vluchtige karakter van een tweet maakt het als communicatiemedium zeer onbetrouwbaar.” Politici hoeven niet elke vijf minuten te verantwoorden wat ze doen via Twitter, of welk medium dan ook. We spreken elkaar eens in de vier jaar aan op hun daden (of eerder, als het kabinet de rit niet uitzit).

130. Public Affairs Public Social Digital Trends: het vervolgonderzoek De toekomst “Social media is maar een tool, het is de manier waarop je invulling aan geeft dat de waarde van de tool bepaalt”, Kay van der Linde “Social media zou pas een impact hebben als er een Twitter discussie op gang leidde tot het val van de kabinet.” Kay van der Linde (expert politieke campagnes) “Er valt nog de wereld te winnen…”, Jaap Stronks, social media adviseur

131. Contact Werner van Bastelaar, Director Public Affairs Fleishman-Hillard Amsterdam Prof. W.H. Keesomlaan 4 Postbus 546 1180 AM Amstelveen +31 (0)20-4065930 Werner.vanbastelaar@fleishman.com Website: http://digitaltrends.fleishman.nl/