4. Kredietverlening aan Belgische ondernemingen
groeit sneller dan de Belgische economie
Index: december 2005 = 100
Bron: Febelfin-berekeningen op basis van NBB-gegevens
90
100
110
120
130
140
150
Bankkredieten aan Belgische niet-financiële vennootschappen (1) Belgisch BBP (2)
5. 25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
Volume kredieten aan ondernemingen (in miljarden EUR)
BNP (nominale, in miljarden EUR)
(in %)
Bankkredieten aan Belgische ondernemingen en
de economische evolutie
Bron: Febelfin-berekeningen op basis van NBB-gegevens
Fnanciële crisis:
groei zuurstof voor
de economie
Einde financiële
crisis: stabilisering
verband op hoog
niveau
Situatie
vóór de
financiële
crisis
6. Type
onderneming
april
2012
december
2012
april
2013
april 2013 t.o.v.
april 2012
Evolutie
Kleine 55.524 55.919 55.912 +0,7% Lichte toename
Middelgrote 26.913 27.562 28.070 +4,3% Toename
Grote 29.382 28.407 29.330 -0,2% Licht afname
Kleine
ondernemingen
49,3%
Grote Ondernemingen
25,9%
Middelgrote
ondernemingen
24,8%
Aandeel in totaal volume
opgenomen krediet (april 2013)
Bron : Cijfers NBB – Maandelijks Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen (actuele cijfers)
Verschil bedrag totaal uitstaand kredietvolume onderverdeeld naar grootte ondernemingen en bedrag totaal uitstaand kredietvolume is te wijten aan verschil
in bron. De gegevens over het totaal uitstaande kredietvolume zijn gebaseerd op gedetailleerde maandelijkse boekhoudrapportering van banken, terwijl
uitsplitsing naar grootte gebaseerd is op gegevens van de kredietrisicocentrale (CKO).
Evolutie opgenomen krediet
per grootte onderneming
72,8% van het totale
uitstaande kredietvolume
wordt aan KMO’s verleend
7. Regio april
2012
december
2012
april
2013
april 2013 t.o.v.
april 2012
Evolutie
Vlaams Gewest 103.668 105.121 105.581 +1,8% Toename
Waals Gewest 31.808 31.900 32.149 +1,1% Toename
Brussels
Hoofdstedelijk
Gewest
39.169 39.553 39.070 -0,3% Lichte
afname
Vlaams Gewest
59,7%Waals Gewest
18,2%
Brussels Hoofdstedelijk
Gewest 22,1%
Evolutie opgenomen
ondernemingskrediet
per regio
Aandeel in totaal volume
opgenomen krediet (april 2013)
Bron Cijfers NBB– Maandelijks Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen (actuele cijfers)
8. Datum Krediet op KT Krediet op M/LT
In mio EUR In % van totaal In mio EUR In % van totaal
12.2007 37.394 38,5 59.676 61,5
12.2008 40.355 37,9 66.092 62,1
12.2009 34.120 32,1 72.233 67,9
12.2010 35.414 31,4 77.194 68,6
12.2011 36.476 31,5 79.329 68,5
12.2012 34.497 29,5 82.484 70,5
05.2013 35.577 29,7 84.235 70,3
Ondernemingskrediet per
duurtijd krediet = 70% M/LT
krediet
-4,9% +41,2%
KT 29,7%
M/LT 70,3%
Bron Cijfers: Febelfin-berekeningen op basis van NBB-gegevens (actuele cijfers)
Bijkomend: korte termijn is tot en met één jaar; middellang tot lange termijn is meer dan één jaar
Aandeel in totaal volume
opgenomen krediet (mei 2013)
9. 45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
Kleine vennootschappen Middelgrote vennootschappen Grote vennootschappen Totaal
69,5%
%
67,3%
51,5%
84,8%
Bron : Cijfers NBB – Maandelijks Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen (actuele cijfers)
Op lange termijn evolueert de
aanwendingsgraad weinig: er is
dus ruimte om krediet op te nemenAanwendingsgraad
10. Daling kredietaanvragen te wijten
aan moeilijke economische
context
Bron : Febelfin-cijfers – Driemaandelijkse kredietbarometer van de kredieten aan
ondernemingen (actuele cijfers)
Dalende kredietaanvragen
leiden…
11. Daling kredietproductie te wijten
aan daling kredietaanvragen… tot dalende
kredietproductie
Bron : Febelfin-cijfers – Driemaandelijkse kredietbarometer van de kredieten aan
ondernemingen (actuele cijfers)
12. Bron : Cijfers Febelfin – Driemaandelijkse kredietbarometer voor de kredieten aan ondernemingen (actuele cijfers)
(Noot: index 100 = gemiddelde voor de eerste 8 maanden van 2008 = referentieperiode). Deze grafiek geeft de
evolutie weer van de weigeringsgraad t.a.v. deze referentieperiode.
Weigeringsgraad
De aanslepende crisis heeft een negatieve weerslag op de kwaliteit van
de kredietaanvragen en dus ook op de kredietbeslissingen
13. België doet het beter dan de meeste van zijn
buurlanden/het gemiddelde van de eurozone
ECB: Survey on the Access to Finance of SMEs in the Euro Area
(oktober – maart 2013)
15. Resultaten NBB-enquête bij de ondernemingen tijdens Q1 2013
Stabilisatie van de kredietvoorwaarden : verbetering van de voorwaarden in
verband met de rentetarieven maar achteruitgang op het gebied van gevraagde
waarborgen
Kredietvoorwaarden geven lichte verstrakking aan
Ondernemingen
16. Evolutie van de kredietdossiers ingediend door
ondernemingen per risicocategorie
Risico-
categorie
(1)
Aantal kredietaanvragen van KMO’s
KMO’s
waarvan middelgrote
ondernemingen
waarvan kleine ondernemingen
Aandeel in
totaal aantal
kredietaanvragen
(in %)
Evolutie
(in %)
Aandeel in
totaal aantal
kredietaanvragen
(in %)
Evolutie
(in %)
Aandeel in
totaal aantal
kredietaanvragen
(in %)
Evolutie
(in %)
2011 2012 2012 / 2011 2011 2012 2012 / 2011 2011 2012 2012 / 2011
Gering
risico
55,5 50,6 -15,2 56,0 50,6 -14,5 55,3 50,6 -15,6
Middelgroot
risico
27,9 30,7 2,7 31,3 35,4 7,3 25,9 27,9 -0,7
Hoog risico 7,9 10,1 18,6 6,7 8,0 13,2 8,6 11,4 21,0
Erg hoog
risico
1,4 1,5 0,5 1,1 1,2 -0,9 1,5 1,7 1,0
No Score 7,3 7,1 -9,7 4,9 4,8 -7,0 8,7 8,5 -10,6
Bron: interne Febelfin-enquête: (1) De risicocategorieën zijn ingedeeld op basis van de Probability of Default (PD):
* gering (van 0% tot circa 0,8%)
* middelgroot (van circa 0,8% tot circa 4%)
* hoog (van circa 4% tot circa 21%)
* erg hoog (van circa 21% tot 100%)
17. Concurrerende rentetarieven
Gemiddelde over de periode
2007 2008 2009 2010 2011 2012 jan - mei
2013
5,03% 5,32% 3,73% 3,20% 4,41% 3,07% 2,94%
Bron : NBB-cijfers – Maandelijks Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen (actuele cijfers)
Sinds 2008 brokkelt het rentetarief af
tot een historisch dieptepunt
Onhoudbare situatie
18. Kredietverlening aan Belgische economie
Concurrerend aanbod, lage tarieven als antwoord
op de behoeften (NBB, september 2012)
Evolutie groei
Gemiddelde
intrestvoet
19. 0
5,000
10,000
15,000
20,000
25,000
1e sem.
2007
2e sem.
2007
1e sem.
2008
2e sem.
2008
1e sem.
2009
2e sem.
2009
1e sem.
2010
2e sem.
2010
1e sem.
2011
2e sem.
2011
1e sem.
2012
2e sem.
2012
1e sem.
2013
Bedrag van de facturen in miljoenen euro, die aan de belangrijkste factormaatschappijen zijn
afgestaan
Factoring: volume meer dan verdubbeld op vijf jaar
Bron : Febelfin-cijfers (actuele cijfers)
De financiële sector levert een inspanning voor de financiering op KT
Factoring: evolutie turnover (in miljoenen EUR)
20. Leasing: belangrijke financieringsbron voor starters
en kleine ondernemingen
Bron : Febelfin-cijfers (actuele cijfers)
0
300
600
900
1,200
1,500
1,800
2,100
2,400
2,700
3,000
3,300
3,600
3,900
1er 3ème trim 2009 1er 3ème trim 2010 1er 3ème trim 2011 1er 3ème trim 2012
Evolutie van de leasingproductie (in miljoenen EUR)
Leasing immobilier Leasing mobilier
21. Leasing is een belangrijke bijkomende
financieringsbron voor Belgische ondernemingen
(o.a. belangrijk voor starters)
• Eén op vier Belgische bedrijven
Bedrijven die
gebruik maken
van leasing
• 100% financiering van de activa
• Flexibiliteit van het contract
• Transparantie van de afbetalingen
• Gemakkelijke toegankelijkheid
Redenen
waarom voor
leasing wordt
gekozen
Bron : studie van de Vlerick Business School in opdracht van de BLV (februari 2012)
Hinweis der Redaktion
In de bevraging door Febelfin ligt het bedrag van de ondernemingskredieten in omloop hoger dan die van de Nationale Bank van België (Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen), aangezien Febelfin ook de verbinteniskredieten en de kredieten aan zelfstandigen in kaart brengt.
- Bedragtotaaluitstaandkredietvolumeonderverdeeldnaargrootte van ondernemingen(cijfers NBB, maart 2012) = 100.475 mio EUR ( bronCentralekredietenaanondernemingen)- Bedragtotaaluitstaandkredietvolume (cijfers NBB, maart 2012) : 116.982 mio EUR mio EUR ( bron NBB op basis van boekhoudstatenbanken)RATIO verschil:verschil in bron en de gehanteerdeafbakeningen in die bronnen. In de data van de Kredietrisicocentrale is ereen filter, die maaktdatbepaaldekredietennietwordenmeegenomen. Dat is bv. het geval met de kredietenbeneden de 25.000 EUR. Die zittendusniet in de kredietcijfersvolgens de grootte van de ondernemingen. Datleidtm.a.w. hoogstwaarschijnlijk tot eenbepaaldeonderschatting van de kredietenaan heel kleineondernemingen. Voortszijneenaantal in de boekhoudingalsondernemingskredietengeregistreerdekredieten, nietecht en onbetwistbaartoewijsbaar. Datallesmaaktdat de data van de Kredietrisicocentralenietvolledigkunnenmatchen met het volledige (en dusjuiste) algemenekredietcijfers op basis van de boekhoudrapportering.
Bedragtotaaluitstaandkredietvolumeonderverdeeldnaarduurtijdkredieten( bron NBB op basis van boekhoudstatenbanken) : Maart 2012 : 36.389 (KT) + 80.594 (LT) = 116.983Bedragtotaaluitstaandkredietvolume (cijfers NBB, maart 2012) : 116.982 mio EUR ( bron NBB op basis van boekhoudstatenbanken)Opgelet : middellang tot langetermijnkredietenzijnkredieten van meerdanéénjaarDit is de indeling die de NBB volgt.
Er mag verwezen worden naar de studie van Nancy Huyghebaert maar de onderliggenderegressieskunnennognietwordengegeven.Michel Vermaerke zal de grafiekenmeebrengenals back up van de vergadering. Evolutie van de aanvragenvergeleken met hetzelfde trimester van het jaar tevoren in aantal en bedrag.Vanaf begin 2010 tot half 2011 lag het aantal kredietaanvragen ieder trimester hoger dan in het overeenstemmende trimester van het voorgaande jaar. Ook het bedrag van de kredietaanvragen kende telkens een stijging. In het derde trimester van 2011 was er weliswaar een daling van het aantal kredietaanvragen, maar het overeenstemmende bedrag steeg, met 17,2%, erg sterk t.o.v. het derde trimester van 2010. In het vierde trimester van 2011 lag het aantal kredietaanvragenopnieuw lager dan in hetzelfde trimester van het voorgaande jaar (-4,1%), maar in bedrag was er opnieuw een stijging met 3,8%.
Evolutie van de productievergeleken met hetzelfde trimester van het jaar tevoren in aantal en bedrag. Na twee trimesters waarin het aantal verstrekte kredieten nagenoeg stabiel bleef ten opzichte van hetzelfde trimester van het voorgaande jaar, gevolgd door een trimester met een stijging van 4,5%, stabiliseerde het aantal verstrekte kredieten opnieuw in het derde trimester (-0,4%) ten opzichte van het derde trimester van 2010. In bedrag was er een echter een opmerkelijke stijging, die 28,8% bedroeg. In het vierde trimester van 2011 daalde het aantal verstrekte kredieten met 2,9%. Dit is minder sterk dan de daling in het aantal kredietaanvragen. Het verstrekte kredietbedrag steeg daarentegen met bijna 10 procent ten opzichte van het vierde trimester van 2010.
Met uitzondering van de maand december lag de weigeringsgraad in het vierde trimester lager dan in het overeenstemmende trimester van 2010.De banken blijven dus bereid om krediet te verstrekken, wat ook tot uiting komt in de stijging van het kredietbedrag dat in de loop van het vierde trimester werd verstrekt. In het afgelopen jaar is het bedrag aan nieuwe kredieten (productie) ieder trimester sterker toegenomen dan de evolutie van het bedrag van de kredietaanvragen.
De perceptie bij sommigenHoewel de financiële instellingen nog steeds voldoende kredieten kunnen bieden en die kredieten ook verlenen om volwaardige en gezonde kredietdossiers te financieren, heerst er in sommige delen van de ondernemingswereld de perceptie dat krediet schaars wordt en dat de banken hun voorwaarden verstrakken. Een vergelijking van de weigeringsgraad in België en in de andere Europese landen leert echter dat België één van de betere leerlingen van de klas is. Op Europees niveau staat België in 2010 op de vierde plaats. Slechts 5,7% van de kredietaanvragen wordt hier geweigerd, tegenover bijvoorbeeld 26,6% van de aanvragen in Ierland; of 22.5% bij onze noorderburen in Nederland.Bron: Access to finance studie, Eurostat
Noot 1 : Level I nbb 8 oktober 2012 TraditioneelkredietbeleidInzake traditioneel kredietbeleid is de NBB niet ongelukkig met het feit dat inzake commercial Real Estate en hypothecair krediet een zekere verstrakking aan de orde is. Met betrekking tot kredietverlening aan ondernemingen wordt echter gevraagd om niet te streng te zijn. Wat de vraag naar zekerheden aan ondernemingen betreft, mag inderdaad niet uit het oog worden verloren dat historisch gezien het gevaar voor verkeerd aflopende bedrijfskredieten in België vrij beperkt blijft.
Noot 1 : Level I nbb 8 oktober 2012 TraditioneelkredietbeleidInzake traditioneel kredietbeleid is de NBB niet ongelukkig met het feit dat inzake commercial Real Estate en hypothecair krediet een zekere verstrakking aan de orde is. Met betrekking tot kredietverlening aan ondernemingen wordt echter gevraagd om niet te streng te zijn. Wat de vraag naar zekerheden aan ondernemingen betreft, mag inderdaad niet uit het oog worden verloren dat historisch gezien het gevaar voor verkeerd aflopende bedrijfskredieten in België vrij beperkt blijft.
De gemiddelde gewogen interestvoet bedroeg in juli 2012 2,96%, lager dan het historische dieptepunt van 3,05% dat in september 2010 werd opgetekend.In het kader van deze historisch lage rentevoeten kiezen ondernemingen dan ook alsmaar meer voor bancaire kredieten op lange termijn. Het aandeel van de kredieten op lange termijn in het uitstaande volume van de opgenomen ondernemingskredieten bedroeg eind juni nu al 69%, in vergelijking met 31% voor de kredieten op korte termijn
GRAFIEK 1 : EvolutiegroeiSources: NBB, ECB. (1) Resident banks to residents. Data including securitised loans: for Belgium over the entire period, for the euro area from January 2010 onwards GRAFIEK 2 : GemiddeldeinterestvoetSources: NBB, Thomson Reuters Datastream. (1) MFI interest rates on new loans to non− financial corporations, up to an amount of 1 million, over 5 years initial rate fixation. (2) MFI interest rates on new loans to households, for house purchases, over 10 years initial rate fixation. (3) Data over the full sample available for: Austria, Belgium, Germany, Spain, Finland, France, Italy and Netherlands.
Maatregelenvermijden die leasingproductkunnenondermijnenVoorbeelden:Thin cap regelingdd. 21/09/2012 BNP Paribas Leasing Solutions heeft de vraag m.b.t. de definitie van financiële sector in de Memorie van Toelichting bij de nieuwe thin cap-regelgeving gesteld aan de ruling commissie in het kader van een specifiek dossier. Het antwoord van de ruling commissie wordt verwacht over een maand. Er zal worden gewacht op het antwoord van de ruling commissie vooraleer een parlementaire vraag hierover te stellen. AanpassingBelgischeregelgevingaan arrest EU hofdatfinanciële leasing herkwalificeertalseen ‘levering van goederen’ ipv levering van diensten.In een recent arrest heeft het Europees Hof Van Justitie zich gebogen over de vraag of een financiële lease voor BTW doeleinden niet als een levering van goederen moet beschouwd worden i.p.v. een levering van diensten. Die vraag werd bevestigend beantwoord.Hoe groot is de kans dat in België financiële lease zal worden geherkwalificeerd als een levering van goederen ? Aan Febelfin zal worden gevraagd om dit door de fiscalisten te laten onderzoeken : arrest becommentariëren + inschatting van het risico van herkwalificatie. Bij dat onderzoek dienen zeker te worden betrokken : Tini Alifinerakis (BNP P Fortis), Vincent Windels (KBC), Wilfried Goris (ING) en Gino Hofman (Belfius Lease). De bedoeling is dat argumenten worden voorbereid om snel te kunnen reageren. NootUitvoorafgaandoverleg met kabinett Peeters blijktdatookzijgeenprobleemzien met leasing en datditeenwaardevol instrument is.