SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 94
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 1
‘Een dynamisch evenwicht vinden’
Richtlijnen voor het in context presenteren van wetenschappelijke collecties op het web
Een onderzoek naar het inhoudelijke concept, de functionaliteit en het publieksbereik van
digitale tentoonstellingen
Afstudeerscriptie
Reinwardt Academie
Door Eva Thomas
7 oktober 2010
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 2
Een onderzoek naar het inhoudelijke concept, de functionaliteit en het
publieksbereik van digitale tentoonstellingen.
Onderzoeker:
Eva Thomas
E-mail: thomas.eva.c@gmail.com
Mei – Oktober 2010
Afstudeeronderzoek
Reinwardt Academie
7 oktober 2010
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 3
Inhoudsopgave
Inleiding 5
Hoofdstuk 1. De digitale tentoonstelling 8
1.1 Inleiding 8
1.2 Het omschrijven van het begrip digitale tentoonstelling 9
1.2.1 Het productlandschap van het Universiteitsmuseum 10
1.2.2 De digitale tentoonstelling als informatiedienst 10
1.2.3 Meer dan een collectiedatabase 12
1.2.4 De digitale tentoonstelling als presentatie van de collectie 12
1.3 De tentoonstelling in een digitale vorm 13
1.4 De meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor de erfgoedsector 15
1.5 Doelstellingen voor het digitaal tentoonstellen van collecties 16
Hoofdstuk 2. De elementen en functies in een digitale tentoonstelling 18
2.1 Inleiding 18
2.2 De inhoud van een digitale tentoonstelling 20
2.3 Functionaliteit in een digitale tentoonstelling 22
2.4 De gebruikswaarde van een digitale tentoonstelling voor het publiek 23
2.5 Kennisoverdracht en communicatie in een digitale tentoonstelling 23
2.5.1 De digitale tentoonstelling als bron van informatie 24
2.5.2 De toegankelijkheid van de collectie in een digitale tentoonstelling 24
2.5.3 Kennisoverdracht door het inzetten van mediale middelen 24
2.5.4 De beleving van authenticiteit en representatie 24
2.5.5 Interactieve elementen in een digitale tentoonstelling 24
2.6 Verschillende vormen van digitale tentoonstellingen 25
2.7 Succesfactoren in een digitale tentoonstelling 29
Hoofdstuk 3. Het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie 31
3.1 Inleiding 31
3.1.1. Wat is wetenschap? 32
3.1.2 Het populariseren van wetenschap 32
3.1.3 Kennismanagement en het communiceren over wetenschap 32
3.2 Het museum over wetenschap, het discoverymusea 33
3.2.1. Wetenschapsmusea 33
3.2.2 Science Centers 34
3.2.3 Universiteitsmusea 34
3.2.4 Kennis en leren in het discoverymuseum 34
3.2.5 Wetenschapscommunicatie 35
3.2.6 De doelstellingen van Unicum 35
3.3 Wetenschappelijke collecties 36
3.3.1 Wat is een wetenschappelijke collectie? 36
3.3.2 Thema’s en collecties in wetenschapsmusea 36
3.3.3 Modellen in onderzoek en onderwijs 37
3.3.4 Onderwijsplaten 38
3.3.5 De wetenschappelijke publicatie 38
3.4 Wetenschappelijke collecties op het web 41
3.4.1 De digitale tentoonstelling over wetenschap 41
3.4.2 Een presentatie van onderzoek 42
3.4.3 Informatie op objectniveau en informatie uit de functie en betekenis 42
3.4.4 Informatie van de context 42
3.4.5 Verschillende contexten 43
3.5 De waarde van een digitale tentoonstelling voor het wetenschapsmuseum 43
3.5.1 Hoe bekend is het brede publiek met wetenschap 43
3.5.2 De digitale tentoonstelling als overdrachtsvorm 44
3.5.3 De digitale tentoonstelling voor onderwijs en educatieve doeleinden 44
3.5.4 De digitale tentoonstelling voor onderzoeksdoeleinden 44
3.5.5 Entertainment in een digitale tentoonstelling 45
3.6 Objecten in context, een digitaliseringproject van het Universiteitsmuseum 45
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 4
Hoofdstuk 4 Het publieksbereik van en digitale tentoonstelling 50
4.1 Inleiding 50
4.2 Criteria en aandachtspunten voor het bereiken van een breed publiek 51
4.2.1 Involvement in science 52
4.2.2 Waarom is de digitale tentoonstelling geschikt voor het bereiken van een breed publiek? 52
4.2.3 Personalisatie 52
4.2.4 Aandachtspunten met betrekking tot de inhoudelijke kwaliteit van de digitale tentoonstelling 52
4.2.5 Aandachtspunten met betrekking tot de functionaliteit in een digitale tentoonstelling 52
4.2.6 Doelgroepdifferentiatie 53
4.3 Het aanspreken van de gewenste doelgroepen 53
4.3.1 Fysiek versus virtueel bezoek aan het museum 53
4.3.2 De virtuele bezoeker 53
4.3.3 Meerdere doelgroepen bereiken 54
4.3.4 Gezinnen met kinderen 54
4.3.5 Schoolgroepen 55
4.3.6 Wetenschappers 55
4.3.7 Studenten en geïnteresseerden 55
4.4 Beleven, leren en ervaren in een digitale tentoonstelling 56
4.4.1 Wat is een online belevenis 56
4.4.2 De denker en de doener, twee leerstijlen in het UM 57
4.4.3 Beleving in een digitale tentoonstelling 58
4.4.4 Meerdere leerniveaus 59
4.4.5 Het publiekseffect 59
4.5 De waarde van flow in een digitale tentoonstelling 60
Hoofdstuk 5. Van een inhoudelijk concept naar een vorm 64
5.1 Inleiding 64
5.2 De digitale tentoonstelling als product van een digitaliseringproject 64
5.2.1 Wat kenmerkt een digitaliseringproject? 64
5.2.2 Het ontsluiten van collecties 64
5.2.3 Registratie en digitalisering 65
5.2.4 Digitale duurzaamheid 65
5.3 De organisatie in een digitaliseringproject 65
5.3.1 De projectorganisatie 65
5.3.2 Wie zijn er betrokken bij een digitaliseringproject 66
5.3.3 De projectcoördinatie 66
5.3.4 De wensen van de projectmedewerkers 67
5.4 De inhoud bepalen van een digitale tentoonstelling 68
5.5 De presentatie van de collectie in een digitale tentoonstelling 69
5.6 Middelen en beheersfactoren voor het ontwikkelen van een digitale tentoonstelling 71
5.7 Het ontwikkelen van een digitale tentoonstelling in fasen 72
5.8 Aandachtspunten en valkuilen 73
Hoofdstuk 6: Eisen voor het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie 75
met het oog op de brede museumdoelgroep.
6.1 Inleiding 75
6.2 Aanbevelingen met betrekking tot de productontwikkeling 75
6.3 Functionele kwaliteit in een digitale tentoonstelling 75
6.4 De inhoudelijke kwaliteit in de digitale tentoonstelling 77
6.4.1 Gelaagdheid van informatie 77
6.4.2 Thema-uitwerking 77
6.4.3 Tekst en informatie over wetenschap 77
6.4.4 Associaties en gelaagdheid 78
6.4.5 Illustratie, logo’s en grafische elementen 79
6.4.6 Inhoudelijke elementen die bijdragen aan beleving, bereik en betrokkenheid 79
6.5 Eisen voor de online collectiedatabase 79
6.6 Interactieve elementen 81
6.7 Aanbevelingen voor de procesontwikkeling 84
6.8 Op de korte termijn 84
6.9 Op de lange termijn 84
Hoofdstuk 7: Het maken van een functioneel ontwerp 86
Conclusie van het onderzoek 94
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 5
Inleiding
In de erfgoedsector is er veel aandacht voor het digitaal ontsluiten en toegankelijk maken van collecties. Nieuwe
media worden steeds meer gebruikt. De mogelijkheden om collecties met digitale, multimediale en interactieve
informatiedragers te ontsluiten zijn talrijk. Het betreft hier ontwikkelingen in het werkveld zoals sociale
mediatoepassingen en digitale tentoonstellingen. Een digitaal product is niet meer per definitie gekoppeld aan
een fysiek product zoals een tentoonstelling.
Het ontwikkelen van een digitale tentoonstelling is een uitdaging en tegelijkertijd een kans voor het museum.
Het gaat niet langer om ‘het ontsluiten om het ontsluiten’ maar men maakt een digitaal product voor het publiek.
In een digitale tentoonstelling kan men meer collecties tonen en maakt men deze voor een breed publiek
toegankelijk. In een digitale tentoonstelling presenteert men voorwerpen in een context waardoor collecties meer
betekenis krijgen.
Universiteiten en wetenschapsmusea hechten veel waarde aan het online presenteren van hun collecties.
Wetenschappelijke collecties wil men behouden en digitaal ontsluiten omdat ze van cultuurhistorische waarde
zijn en van belang voor onderzoek en onderwijsdoeleinden. Universiteitsmusea kunnen verschillende
doelgroepen aanspreken door collecties relevant te maken en te houden. De hoofdvraag van dit onderzoek is:
Wat zijn de eisen voor het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie met het oog op de
brede museumdoelgroep?
De doelstellingen van het onderzoek
Het digitaal tentoonstellen onderzoeken als nieuwe ontwikkeling in de erfgoedsector
Het digitaal tentoonstellen als nieuwe ontwikkeling in de erfgoedsector wordt in de literatuur nog
weinig genoemd.
In dit onderzoek is uiteengezet wat men in het werkveld onder een digitale tentoonstelling
verstaat. Tegelijkertijd wordt de meerwaarde van het digitaal tentoonstellen genoemd ten
opzichte van het fysiek tentoonstellen. Dit onderzoek heeft als doel meer grip te krijgen op het
fenomeen ‘digitaal tentoonstellen’. Wat zijn de doelstellingen, de uitgangspunten en de
ervaring van erfgoedinstellingen met digitaal tentoonstellen? Welke keuzes worden gemaakt
en waarom?
De laatste jaren is er een vruchtbare samenwerking tot stand gekomen tussen
erfgoedinstellingen en wetenschappelijke informatici. In projecten probeert men samen
methoden en technieken te ontwikkelen waarmee collectiebeheerders hun collecties beter
kunnen beheren of toegankelijk maken.1
Het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie
Men is nog zoekende in het proces van digitaal tentoonstellen en het ontwikkelen van digitale
tentoonstellingen. Het Universiteitsmuseum Utrecht is verbonden aan het project Unicum, een initiatief
van de Stichting Academisch Erfgoed. Unicum is een technisch project met de nadruk op
gemeenschappelijke uitwisseling en kennis omtrent het digitaal ontsluiten en toegankelijk maken van
Academisch erfgoed.
Een van de doelstellingen in het project is de gezamenlijke vaststelling van standaarden.
Het digitaliseringproject ‘objecten in context’ is een deelproject van het Universiteitsmuseum
Utrecht, de casus in dit onderzoek. De scriptie gaat over het in context presenteren van wetenschap
Het proces van een digitaliseringproject ‘van een inhoudelijk concept naar een vorm’
Aan bod komen het publieksbereik en de functionaliteit van digitale tentoonstellingen. Hoe
werkt men van een inhoudelijk concept naar een ontwerp toe? Wat kenmerkt een
digitaliseringproject? Waar moet men rekening mee houden? Wat zijn de valkuilen?
1
A. van Nispen, Van de kast naar de scannen naar het semantische web: Digitale ontsluiting van cultureel erfgoedmateriaal in projectvorm
(Den Haag 2008) www.den.nl/docs/20080123163646 (geraadpleegd op 15 mei 2010)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 6
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 7
Afbakening van het onderzoek
De onderwerpen die aan de orde komen in dit onderzoek zijn: het inhoudelijke concept, de functionaliteit en het
publieksbereik van digitale tentoonstellingen. In opdracht van het Universiteitsmuseum heb ik de mogelijkheden
van deze presentatievorm onderzocht. De nadruk in het onderzoek ligt op het digitaal ontsluiten van
wetenschappelijke collecties, maar het begrip wordt ook in een bredere context geplaatst. Aan bod komt hoe je
de vertaalslag maakt van een inhoudelijk concept naar een vorm in een digitale tentoonstelling.
Dit onderzoek gaat niet over de technische uitvoering van het digitaal tentoonstellen.
Het onderzoek sluit aan bij verschillende samenwerkingsprojecten zoals Unicum en het onderzoeksterrein van
Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) en Instituut Collectie Nederland (ICN). Het onderzoek vond plaats in
samenwerking met het Universiteitsmuseum Utrecht en is interessant voor iedereen die zich bezighoudt met
digitaal tentoonstellen en/of collectie-informatiemanagement in de erfgoedsector.
Verantwoording en werkwijze
Literatuuronderzoek en een analyse van bestaande digitale producten gaven mij meer inzicht in het digitaal
ontsluiten van museale collecties in Nederland en in het buitenland. Op basis van dit onderzoek heb ik
verschillende elementen en functies en type producten van elkaar onderscheiden en een vorm vinden die het
beste aansloot bij het Universiteitsmuseum.
Het publieksbereik is een belangrijk aspect in dit onderzoek. Vraag en aanbod spelen een rol bij het ontwikkelen
van veel producten. Daarom zijn de wensen en de behoeften van de doelgroepen van het UM in kaart gebracht.
Succesverhalen, ervaringen en kennis delen in samenwerkingsprojecten en bijeenkomsten dragen bij aan de
kwaliteit van digitale producten.
Als extern onderzoeker, in het kader van het afstuderen aan de Reinwardt Academie, was ik betrokken bij het
digitaliseringproject ‘objecten in context’ in het Universiteitsmuseum en kreeg ik een goed beeld van het proces,
de fasen en de werkzaamheden tijdens het project. In deze scriptie staat de vertaalslag van de theorie naar de
praktijk centraal. De titel van deze scriptie ‘een dynamische evenwicht vinden’ komt voort uit het feit dat men in
de erfgoedsector nog zoekende is in het vinden van een dynamisch evenwicht in het ontwerpproces en in de
digitale tentoonstelling als product.
De scriptie omvat zeven hoofdstukken. Hoofdstuk 1 gaat over het vaststellen van een definitie voor het begrip
digitale tentoonstelling. Aan verschillende professionals op het gebied van digitaal erfgoed is gevraagd wat zij
verstaan onder een digitale tentoonstelling.
De elementen en functies in digitale tentoonstellingen worden in hoofdstuk 2 uiteengezet.
Deze worden toegelicht met een aantal voorbeelden van digitale tentoonstellingen in de erfgoedsector
Het onderzoek richt zich in het bijzonder op het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie. In
Hoofdstuk 3 worden de volgende vragen beantwoord:
- Wat is een wetenschappelijke collectie?
- Wat is de meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor het Universiteitsmuseum?
- En waarom is de digitale tentoonstelling een geschikte overdrachtsvorm?
Het project Objecten in context in het Universiteitsmuseum Utrecht is de casus in dit onderzoek
Vervolgens komt aan bod hoe men publiek bereik in een digitale tentoonstelling en de beleving van een digitale
tentoonstelling. In hoofdstuk 4 staat de volgende vraag centraal:
Wat zijn de wensen en verwachtingen van de doelgroepen van het UM met betrekking tot de inhoud en de
communicatievorm van digitale tentoonstellingen?
Het vertalen van een inhoudelijk concept naar een vorm in een digitale tentoonstelling en welke stappen hiervoor
nodig zijn wordt uiteengezet in hoofdstuk 5.
In hoofdstuk 6 zijn de eisen opgesteld voor het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie van
het Universiteitsmuseum met het oog op de brede museumdoelgroep.
Op welke wijze kan het UM het gewenste publiekseffect bereiken bij de doelgroep in de digitale tentoonstelling?
En welke functies en elementen zijn het meest geschikt om in te zetten in de digitale tentoonstelling?
De toelichting bij het functioneel ontwerp omvat hoofdstuk 7 waarin de hoofdlijn en de speerpunten in de
digitale tentoonstelling aan bod komen.
Hoe vertaal je het inhoudelijke concept naar een vorm in de digitale tentoonstelling?
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 8
Een digitale tentoonstelling is een verdieping van hetgeen
wat in het museum wordt getoond 2
2
Zie voor de citaten over digitaal tentoonstellen bijlage 3, de interviews
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 9
Hoofdstuk 1. De digitale tentoonstelling
1.1 Inleiding
Musea maken veel gebruik van digitale middelen om het publieksbereik te vergroten. Digitale producten in het
museum zijn in de eerste plaats gebruiksvriendelijke websites, maar ook online collectiedatabases, digitale
gedeeltes bij wisseltentoonstellingen, erfgoedgames en nieuwsbrieven worden gebruikt. Het internet is een van
de meest gebruikte communicatievoorzieningen van deze tijd en in de netwerksamenleving van tegenwoordig
wil men toegang hebben tot informatie.
Een nieuwe ontwikkeling in de erfgoedsector is de digitale tentoonstelling. Digitale tentoonstellingen
functioneren meestal los van fysieke tentoonstellingen in het museum. In digitale tentoonstellingen worden
collecties voor een breed publiek toegankelijk en de bezoeker kan informatie verzamelen en kennis vergaren
zonder gebonden te zijn aan tijd of plaats. Het in context presenteren van collecties is een van de doelstellingen
in een digitale tentoonstelling. De volgende vragen staan centraal in dit hoofdstuk.
• Wat is een digitale tentoonstelling?
• Wat is de meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor het museum?
• Met welk doel worden digitale tentoonstellingen gemaakt?
Het project ‘Objecten in context’ van het Universiteitsmuseum Utrecht (case) is een voorbeeldproject voor het
in context presenteren van een wetenschappelijke collectie in een digitale tentoonstelling.
1.2 Het omschrijven van het begrip ‘digitale tentoonstelling’
De term digitale tentoonstelling dekt niet helemaal de lading en tijdens het onderzoek werd duidelijk dat er nog
geen goede benaming bestaat. Dat heeft te maken met de geringe bekendheid van het fenomeen bij publiek. Een
ander woord voor digitale tentoonstelling is de webexpositie. Al zou je een website ook een digitaal product
kunnen noemen. In de toekomst zou een betere benaming de herkenbaarheid vergroten.
Een digitale tentoonstelling is een online product. Een bezoeker beleeft een digitale tentoonstelling anders dan
een bezoek aan het museum. Het ontwerpproces en de doelstellingen komen enigszins overeen. De uitvoering
van beide producten is weer heel verschillend. Het begrip digitale tentoonstelling kan als volgt worden
gedefinieerd:
Digitaliseren is het omzetten van een analoge bron naar een digitaal bestandsformaat.3
Een multimediale presentatie kent een andere architectuur als traditionele presentaties zoals tentoonstellingen
of boeken. Er is sprake van en hypertekststructuur waarbij navigatie en de structuur een belangrijke rol spelen.
De toegankelijkheid van de inhoud is afhankelijk van de manier waarop die is geordend en er doorheen kan
worden genavigeerd. De wijze van ordenen en structureren van de inhoud is sterk afhankelijk van de doelgroep
waarvoor de presentatie is gemaakt.4
Dit is een technische omschrijving van het begrip
Een meer volledige omschrijving is de volgende:
‘Een digitale tentoonstelling is een (object) presentatie die met een (samenhangend) verhaal of thema een
bepaald gegeven aan de webbezoeker presenteert, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de
mogelijkheden van digitaal presenteren (zoals het linken van objecten en verhalen, toevoegen van
contextinformatie, gebruik van nieuwe media etc.)’5
Een digitale tentoonstelling staat los van de website van het museum. Praktische informatie vindt men op de
website van het museum. In een digitale tentoonstelling is er sprake van een gedigitaliseerde collectie en er
worden meerdere media ingezet. Veelal wordt er een verhaal verteld, of thematiek uiteengezet. Hetgeen ook wel
story-telling wordt genoemd. De bezoeker heeft in de digitale tentoonstelling de mogelijkheid om op meerdere
manieren de collectie te bekijken of geïnformeerd te worden over de collectie. Dat kan in een erfgoedgame, in
een online database, in videomateriaal. Ook de vormgeving, de sitestructuur en de keuze voor de elementen en
functies vormen een coherent geheel.
3
Annemarie Beunen, René van Horik en Janneke Kersen, Cultureel erfgoed Digitaal, leidraad bij projecten (Den Haag 2004) 9
4
Ibidem 17
5
Citaat van Jet Blokhuis, zie bijlage 3
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 10
1.2.1 Het productlandschap van het Universiteitsmuseum Utrecht
Het Universiteitsmuseum is het wetenschapsmuseum van de Universiteit Utrecht. De missie van het museum is
om kennis te delen met een breed publiek en de interesse bij het publiek in wetenschap en
wetenschapsbeoefening te stimuleren.
De wetenschapscollecties die het museum beheert en presenteert hebben betrekking op wetenschappelijke kennis
en onderzoeksresultaten van de Universiteit Utrecht. Deze collecties worden gepresenteerd in tentoonstellingen.
Tevens organiseert het UM evenementen, rondleidingen en onderwijsprojecten.
De hoofddoelgroep van het museum zijn gezinnen met kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 14 jaar.
Schoolgroepen zijn ook een belangrijke doelgroep voor het museum.
De algemene doelstellingen van het UM (deze gelden voor alle producten en diensten):
• een bijdrage leveren aan een positief kritische houding ten aanzien van wetenschap
• bezoekers stimuleren en uitdagen een onderzoekende houding aan te nemen6
In dit onderzoek richt ik me op de digitale producten en diensten van het UM
De digitale producten van het UM zijn:
• een website met algemene informatie en een site voor kinderen (jeugdlab).
• een digitaal gedeelte bij wisseltentoonstellingen.
• een aantal relevante overkoepelende websites voor onder andere lesmateriaal
Een digitaal product, waarbij de collectie in context wordt aangeboden, voor een breed publiek heeft het UM nog
niet. In een digitale tentoonstelling kan het UM meer objecten tonen dan in de fysieke presentaties mogelijk is.
Men wil het publiek meer betrekken bij, enthousiasmeren voor en informeren over thema’s in het museum. En
tevens is een doel om publiek voor te bereiden of te prikkelen voor een bezoek aan het museum. Zie figuur 1
voor het productlandschap van het UM.
1.2.2 De digitale tentoonstelling als informatiedienst
Het UM ontwikkelt verschillende producten en diensten. Daarbij kun je onderscheid maken tussen offline
producten en online producten.
Offline producten in het museum zijn tentoonstellingen en evenementen, rondleidingen en educatieve
programma’s. Online producten zoals websites en digitale tentoonstellingen vergroten het publieksbereik. Het is
belangrijk voor de positionering van musea om een dynamisch evenwicht vindt tussen online en offline
producten.
Websites van erfgoedinstellingen worden steeds verder ontwikkeld en er zijn grote verschillen ontstaan tussen
enerzijds instellingen die inhoudelijk informatie beschikbaar stellen en anderzijds instellingen die met name
praktische informatie op hun website verschaffen. Aan de hand van de ontwikkelingen in de erfgoedsectoren
kunnen in het digitaliseren van erfgoed vier fasen worden onderscheiden:
1. het beschikbaar stellen van catalogussen
2. het creëren van portals. Een portal is een webtoegang, een website die is bedoeld als startpunt bij het
surfen op internet en die doorklikmogelijkheden naar andere sites bevat.
3. Sectoroverkoepelende sites
4. web 2.0 toepassingen die de interactiviteit tussen gebruikers bevorderen en waarbij de gebruiker zelf
meedenkt en meebeslist7
De digitale tentoonstelling is een informatiedienst. In het registratieplan en het digitaliseringplan van musea
beschrijft men de speerpunten met betrekking tot de informatievoorziening in het museum. Het
collectieregistratie-programma is een informatiesysteem in het museum. Met een online collectiedatabase
worden de objectgegevens ook toegankelijk voor externe gebruikers. De mogelijkheden van een zoeksysteem
vergroten de doorzoekbaarheid en de vindbaarheid van informatie over objecten en collecties in het museum.
6
Subsidieaanvraag voor het project ‘Object in context’, Universiteitsmuseum Utrecht (Utrecht 2009)
7
Henrieke Wubs en Frank Huysmans, Klik naar het verleden, een onderzoek naar gebruikers van digitaal erfgoed:
hun profielen en zoekstrategieën (Den Haag 2006) 10
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 11
Figuur 1. Het productlandschap van het UM
Het Museumbezoek
Het museumgebouw
De oude hortus
Evenementen
Tentoonstellingen
Onderwijsactiviteiten
Het jeugdlab
Voor de virtuele bezoeker
De museumwebsite
Bezoekinformatie en algemene informatie,
pr en marketing
Digitaal gedeelte bij
wisseltentoonstellingen
Verrijkingsstof,
Science center op school,
Utrechtse Centrum voor de Kunsten
Lesmateriaal, activiteiten, werkbladen
website van het jeugdlab
Proefjes, presentatie van jeugdlab
Een nieuw digitaal product
De digitale tentoonstelling
Ontsluiting, toegankelijkheid, objecten in
context. Voor een breed publiek.
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 12
1.2.3 Collecties ontsluiten, meer dan een objectdatabase online toegankelijk maken
Een database lijkt in eerste instantie de meest geavanceerde en ideale manier om een collectie te presenteren.
Deze is op verschillende kenmerken doorzoekbaar en biedt gestructureerd feitelijke gegevens aan. Toch is het
eigenlijk ook wat gemakzuchtig, het is niet veel meer dan de objectdatabase, die door de museummedewerkers
gebruikt wordt, aanbieden aan de bezoeker. Als leek moet je goed weten waar je naar zoekt om profijt te hebben
van zo’n collectiedatabase. Daarbij geeft het zoekresultaat weinig publieksvriendelijke informatie, zoals
achtergronden en geschiedenis van een object. Een browsercollectie8
is dan eigenlijk geschikter, vanwege de
zelfverkennende en associatieve mogelijkheden.9
De samenhang tonen tussen verzamelingen en verbanden leggen tussen collecties heeft meerwaarde omdat er de
bezoeker de objecten in een context ziet. Het biedt mogelijkheden die de fysieke presentatie in een gebouw niet
kent: zoals het leggen van verschillende dwarsverbanden tussen collectiestukken en de mogelijkheid voor de
bezoeker zelf associatieve verbanden te laten leggen. In een digitale tentoonstelling maakt men gebruik van
verschillende webapplicaties.
Applicaties dragen bij aan het implementeren van software zoals webmail, e-commerce, webforums en blogs.
Het internet is een krachtig medium in deze tijd maar geen boodschap op zichzelf. Informatie dient op een
website te worden gearchiveerd, ter discussie gesteld en uitgelegd te worden en gebruikt te worden als
onderzoekmiddel door professionals alsmede door het brede publiek.10
1.2.4 De digitale tentoonstelling als presentatie
De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en internetapplicaties zijn van invloed op de inhoud, de
verschijningsvorm en het productieproces van creatieve producten en diensten. Dankzij internet is het mogelijk
om consumenten veel preciezer individueel te benaderen, zeker in vergelijking met klassieke media.11
Internet
biedt ook grotere mogelijkheden tot interactiviteit. Interactieve elementen hebben in een digitale tentoonstelling
toegevoegde waarde.
Een digitale tentoonstelling is een presentatievorm waarbij een erfgoedinstelling uitgaat van de collectie, thema’s
of objecten met het oog op de doelstellingen en de doelgroepen.
In digitale tentoonstellingen worden objecten getoond waarbij de vormgeving een verbindende en verklarende
rol speelt.
De belangrijkste functie van een ontwerp is het dragen van betekenis. Als de vormgeving niet wordt ‘verstaan’,
als de bezoeker niet ziet wat de vormgeving representeert, is er ook geen interpretatie mogelijk.12
Bij het inrichten en onderhouden van een website of een andere informatiedienst is het verstandig om inhoud en
presentatie gescheiden van elkaar te houden omdat het twee verschillende disciplines zijn.
De
mogelijkheden en de beperkingen van het beeldscherm bij het ontwerpen van een digitale tentoonstelling worden
meer en meer onderzocht. Er zijn nog geen duidelijke richtlijnen op gesteld voor de presentatiemogelijkheden in
een digitale tentoonstelling.
Een presentatie in de digitale tentoonstelling moet de bezoeker aanspreken
zodat deze meer wil weten over de objecten en thema’s.13
8
een browser is een programma waarmee world wide webpagina’s geraadpleegd kunnen worden.
9
Marijke Verstappen, Virtuele musea soms nog een doolhof, IP’s websitetest VII (2004) 26
10
Maxine Clarke, Ethics of science communication on the web (2008) 2
11
Ruurd Mulder, De kunst van cultuurmarketing (Bussum 2008) 243
12
Karin Rietbroek en anderen, Tentoonstellingsvormgeving, (Eindhoven 2002) 10
13
Zie voor citaten over digitaal tentoonstellen bijlage 3, de interviews.
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 13
1.3 De tentoonstelling in digitale vorm
Er zijn verschillende vormen van digitale tentoonstellingen. Men kan het fysieke museum proberen na te
bootsen, de collectie online presenteren of de nadruk ligt op interactiviteit en de multimediale middelen. Een
combinatie is ook mogelijk. Net zoals fysieke tentoonstellingen van elkaar verschillen doen digitale producten
dat ook. Men onderzoekt de beperkingen en de mogelijkheden van het beeldscherm en het digitaal tentoonstellen
steeds meer.
De digitale tentoonstelling is een multimediale presentatie en een informatievoorziening.
Bestudering van voorwerpen kan in een museum vaak alleen op verzoek. Het is belangrijk om de
toegankelijkheid van voorwerpen online te vergroten omdat:
• Voorwerpen voegen iets toe of corrigeren onze kennis en verbeelding
• Voorwerpen vertegenwoordigen een werkelijkheid en ontmaskeren de verbeelding
• Een voorwerp voegt een extra dimensie toe aan intellectuele kennis.14
Een bezoek aan een digitale tentoonstelling verschilt van een bezoek aan een fysieke tentoonstelling. In een
fysieke tentoonstelling is de bezoeker gebonden aan tijd en plaats. Een ruimte waar je kunt rondlopen, zitten en
kunst of museale voorwerpen kunt aanschouwen. Digitale media zijn eigenlijk simulaties, verwijzingen naar een
authentiek object of fenomeen en daarom in zekere zin niet authentiek. Maar digitale media sluiten weer beter
aan bij de belevingseconomie waarin wij leven.
In een digitale tentoonstelling kan men wel uitgaan van de museumopstelling of de plattegrond van het museum.
Zie figuur 2.
De digitale tentoonstelling moet volgens medewerkers van het UM niet gebaseerd zijn op een plattegrond of het
museumgebouw. Al wordt de collectie en het gebouw wel gezien als het startpunt van het Universiteitsmuseum.
Interactiviteit en multimedia staan centraal bij de inzet van nieuwe technologieën en reikwijdte. Tevens wil men
dat het digitale aanbod aanvullend is op actuele tentoonstellingen en evenementen.
14
J.P Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen
(Zwolle 2005) 31-34
Figuur 2. Bijbels Museum, Amsterdam
Een digitale tentoonstelling hoort dynamisch te zijn, aanpasbaar en
afgebakend.
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 14
In deze paragraaf wordt de digitale tentoonstelling beschreven als een presentatievorm.
Een digitale tentoonstelling bestaat uit een aantal bouwstenen:
Grondstoffen:
Onder de grondstoffen worden inhoud een functionaliteit verstaan. Het gaat hier om de keuzes die men
maakt om een betekenisvol product te ontwikkelen waarbij het gebruiksgemak en de bezoekerservaring
voorop staan.
Goederen:
De goederen zijn de objecten die men in context presenteert en de koppeling van objecten met thema’s.
Diensten:
De diensten zijn de elementen en functies in een digitale tentoonstelling. De combinatie moet met zorg
worden gekozen.
Experiences:
Datgene wat de ervaring van de digitale tentoonstelling kenmerkt, doet overbrengen. (bijvoorbeeld
informeren of entertainen)
Transformaties:
Het effect wat bij de bezoeker teweeg wordt gebracht, wat hij leert of onthoudt van de ervaring.
1.3.1 Het internet, als communicatiekanaal
Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan om de kwaliteit van websites, informatie en infrastructuur te
verbeteren op het web. Een museumwebsite bevindt zich in een infrastructuur met tal van informatiebronnen en
websites die voor potentiële bezoekers relevant kunnen zijn. Musea zijn zich nog niet altijd bewust wat voor
omgeving internet is en hoe zij hier effectief en efficiënt gebruik van kunnen maken. Een digitale tentoonstelling
beschouwd men als een uitbreiding van het museum en als een dynamische informatievoorziening.
De conclusie van een onderzoek naar museumwebsites is 2004 is dat museumwebsites nog al te vaak virtuele
brochures zijn. Bovendien is het lastig om het web als promotiemiddel in te zetten. Ook wordt nog onvoldoende
gebruik gemaakt van de mogelijkheden van internet voor het ontsluiten van collecties.
Internet is snel en de meeste mensen gebruiken het voor het opzoeken van informatie. Wanneer musea
publieksgeoriënteerd zijn dan gaan ze uit van de geïnteresseerde groep, maar het voornaamste doel is vaak die
groep te bereiken. Er zijn nog geen duidelijke modellen om inhoud online te ontwikkelen, promoten en te
evalueren. Hier liggen nog kansen die men kan benutten.
In de museummonitor van 2009 wordt geschreven dat een derde van het museumpubliek museumcollecties op
het internet bekijkt. De meer ervaren museumbezoekers benutten internet iets vaker als informatiebron en
bekijken veel vaker museumcollecties dan minder ervaren museumpubliek.
1.3.2 Mediated en unmediated communicatie
De huidige communicatie op het web wordt omschreven als georganiseerd, mediated en ‘real time many to many
communication’. Communicatie en interactie is bedoeld om effectief te organiseren, in samenwerking producten
te ontwikkelen in de dynamische omgeving van het internet. De nadruk ligt op de intentie van de communicatie.
In andere woorden: communicatie om een bepaald iets specifiek te communiceren naar een specifieke groep.
Musea houden zich bezig met publieke communicatie. Als men het heeft over publieke communicatie dan
bedoeld men dat de intentie van degene die communiceert gecommuniceerd wordt om ontvangen of
gewaardeerd te worden.
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen unmediated en mediated communicatie. Unmediated communicatie is
communicatie waarbij de partijen communiceren met al hun zintuigen zonder gebruik te maken van een medium.
Dat is het geval bij face-to-face communicatie. Een online collectiedatabase en het zoeken in een systeem wordt
ook gezien als unmediated communicatie omdat het museum niet communiceert naar de bezoeker via media. De
bezoeker heeft toegang tot een informatiesysteem en kan vrij in het systeem zoeken zonder dat het museum daar
invloed op heeft.
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 15
Het communiceren van praktische informatie op een website zoals een bezoekadres, de aankondiging van
evenementen en tentoonstellingen en contactgegevens is bedoeld om de bezoeker te informeren over die
gegevens die nodig zijn voor een bezoek aan het museum.
De digitale tentoonstelling is een vorm van mediated communicatie want er is er is interactie tussen het museum
en het publiek via een medium. In het geval van mediated communicatie zijn de partijen niet beide fysiek
aanwezig maar het publiek maakt wel gebruik van een medium internet om te communiceren, te informeren en
kennis over te brengen. De bezoeker wordt via deze media geïnformeerd of raakt geboeid voor een onderwerp of
een museum.
1.4 De meerwaarde van een digitale tentoonstelling
Een digitale tentoonstelling is een van de vele diensten en producten die erfgoedinstellingen ontwikkelen. Een
digitale tentoonstelling moet meerwaarde hebben ten op zichte van andere producten en diensten in de
organisatie. Van meerwaarde van een digitale tentoonstelling kan sprake zijn op het gebied van communicatie en
presentatie en op het gebied van productie.
• Met een digitale tentoonstelling bereik je een breder publiek. Dit product kan als een uithangbord voor
diensten fungeren. Het is een presentatie en communicatievorm waarbij het museum zich digitaal
zichtbaar maakt voor de buitenwereld. Als museum wil je digitaal vindbaar zijn.
• Bovendien kan een erfgoedinstelling meer digitale tentoonstellingen maken omdat er geen
ruimte voor nodig is. Echter het is niet minder tijdrovend om een digitaal product te maken. Het is wel
minder deadlinegebonden. Actualisering speelt ook een rol.
• Men kan meer objecten tonen en objectselecties vaker wisselen. Bovendien kan men informatie
toevoegen of bijwerken/actualiseren in een digitale tentoonstelling.
Voor de samenleving is een digitale tentoonstelling maatschappelijk relevant:
• Als een object wordt gepresenteerd in een educatieve context, dan wordt het een leersituatie. Het is de
moeite waard te onderzoeken of de digitale tentoonstelling een geschikt presentatiemiddel is voor
musea om het publieksbereik te vergroten.
• In een digitale tentoonstelling heeft de bezoeker interactie met de collectie op een andere
manier dan tijdens een fysiek bezoek aan het museum. Een digitale tentoonstelling is niet
gebonden aan tijd of plaats.
• Het is van belang om deze nieuwe vormen van webpresentaties te onderzoeken om de kwaliteit ervan in
de webomgeving te verbeteren.15
15
Caffo, Rossella en anderen, Minerva, Handbook on cultural web user interaction (september 2008) 18
Figuur 3. Museum Boerhaave, Leiden
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 16
1.5 Doelstellingen ten aanzien van digitaal tentoonstellen
De presentatie van het museum op het web is een belangrijke communicatievorm. In de fysieke ruimte is het niet
mogelijk om de totale collectie te tonen aan publiek vanwege ruimtegebrek, de vele objecten in depots en de
kwetsbaarheid van objecten. Men kan meer objecten tonen door deze te digitaliseren. Vervolgens kan men in een
multimediale presentatie objecten in context presenteren. Voorafgaand dient men meer inzicht te krijgen in de
wensen en verwachtingen van de doelgroepen.
Erfgoedinstellingen maken digitale tentoonstellingen met als doel:
1. De toegankelijkheid van collecties vergroten.
En toegankelijk op meerdere plekken.
2. Context en documentatie meegeven (voor onderzoek en onderwijs)
3. Het publieksbereik vergroten en wellicht publiek bereiken wat normaal gesproken geen
musea bezoekt. Op deze manier brengt men ook de digitale dienstverlening onder de
aandacht.
4. Een digitale tentoonstelling wordt gezien als een meerwaarde voor het museum.
Een tentoonstelling die in fysieke vorm niet gerealiseerd kan worden
Meerwaarde in de vorm van extra informatie, variatie, de keuzes van bezoekers.
5. Het imago en de identiteit van het museum versterken.
Het doel van een digitale tentoonstelling dient vooral overeen te komen met de
missie van het museum en met het oog op maatschappelijke relevantie en
digitale duurzaamheid
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 17
Een digitale tentoonstelling is een digitale presentatie van
collectiestukken, voorzien van een vormgeving zoals een
fysieke tentoonstelling ook wordt vormgegeven’
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 18
Hoofdstuk 2. Functies en elementen in een digitale tentoonstelling
2.1 Inleiding
Door bestaande digitale tentoonstellingen te analyseren en te beschrijven heb ik kunnen concluderen dat digitale
tentoonstelling uit verschillende elementen en functies bestaan. De volgende vragen staan in dit hoofdstuk
centraal:
• Hoe is de opbouw van een digitale tentoonstelling?
• Wat kenmerkt de digitale tentoonstelling als presentatie?
• Wat is de inhoud van een digitale tentoonstelling?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de inhoudelijke en de functionele kwaliteit in een digitale tentoonstelling.
Met inhoudelijk kwaliteit wordt het inhoudelijke concept, de collectie en informatie bedoeld. Met functionele
kwaliteit worden de elementen bedoeld die vorm geven aan de presentatie van de collectie, het verhaal of
thematiek. In figuur 4 zijn de drie cirkels van informatiearchitectuur weergegeven. Met context wordt de inhoud
en de functionaliteit in een digitale tentoonstelling bedoeld en zowel de doelen die de maker heeft met het
product als de doelen die de bezoeker heeft in een digitale tentoonstelling.
Content, de gepubliceerde informatie op een website of in een digitale tentoonstelling wordt gevormddoor de
museumorganisatie, het type museum en de betrokken medewerkers in het project.
Figuur 4: Three circles of informationarchitecture16
Tijdens de initiatieffase en conceptfase van het ontwerpproces wordt bepaald wat het publiek al weet van een
onderwerp en wat belangrijk is om te vertellen over thema’s en objecten en het publiek bij te brengen. Het
betreft hier het aspect users in de informatiearchitectuur.
De functionele elementen in een digitale tentoonstelling moeten de doelgroep aanspreken. Het bepalen van een
vorm in een digitale tentoonstelling maakt deel uit van het ontwerpproces. Ook de inhoud of de context in de
digitale tentoonstelling moeten de doelgroepen boeien. De mate van digitale toegankelijkheid en de mate van
rijkdom van de getoonde informatie zijn van belang
2.1.1 Welke elementen en functies dient een digitale tentoonstelling te bevatten?
Uit onderzoek bleek dat een digitale tentoonstelling in ieder geval een of meer van de volgende elementen dient
te bevatten:
1. Doelgroepdifferentiatie; elementen en functies afstemmen op de doelgroepen
2. Uniek zijn: als erfgoedinstelling je eigen kracht zoeken
3. Inhoudelijk ergens over gaan
4. Interactiviteit: o.a. het delen en downloaden van content
5. Een online collectiedatabase: met beschrijvingen, een objectviewer en mooie
afbeeldingen
6. Koppeling van objecten met andere objecten, verhalen en thema’s op diverse niveaus
16
http://semanticstudios.com/publications/semantics/000149.php (geraadpleegd op 25 augustus 2010)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 19
2.1.2 Trends op het gebied van e-cultuur
De laatste jaren zijn er nieuwe media ontstaan. Musea maken hier ook gebruik van. In de volgende paragrafen
worden een aantal belangrijke ontwikkelingen in de e-cultuur genoemd.
2.1.2.1 Web 2.0
Web 2.0 wordt vooralsnog op verschillende manieren geïnterpreteerd. De focus ligt op een vooruitstrevende
technologie dat op verschillende wijzen bijdraagt, alsmede de sociale interactie op het web, aan een sociaal
fenomeen dat het resultaat is van het creëren van community’s en sociale netwerken door gebruik te maken van
de technologie. Het is tevens een creatie en dienst die voorkomt uit de technologische en sociale structuren van
het nieuwe web.17
2.1.2.2 Podcasting
Podcasting is een systeem dat het mogelijk maakt om automatisch documenten te downloaden (podcasts) door
middel van een programma dat gerelateerd is aan de gebruiker.
Een podcast werkt als een beschrijving van een periodieke publicatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een
metafoor, de postbox, de klant is de postman en de podcastleverancier is degene die de publicatie maakt.18
2.1.2.3 Blogs
Een blog is een combinatie van een dagboek en een vorm van online journalistiek gebaseerd op de
chronologische indeling van informatie. Het is bedoeld als een kans om documenten te publiceren. De structuur
van een blog is opgebouwd middels een onderliggend publicerend programma dat het mogelijk maakt om
automatisch een webpagina te creëren. Deze kan worden aangepast door de persoonlijke voorkeuren van de
gebruiker. Een blog maakt het voor iedereen mogelijk om een site te creëren voor het publiceren van verhalen en
informatie op een geheel autonomische wijze.19
2.1.2.4 You Tube als informatiekanaal
Youtube is een netwerksite waar video’s verzameld en gedeeld worden. Voor musea en organisaties is het
mogelijk een eigen You-tube kanaal te beheren. Dat doet bijvoorbeeld Museum Boymans van Beuningen. Met
een you-tube kanaal kunnen erfgoedinstellingen video’s delen met het publiek over bijvoorbeeld evenementen,
tentoonstellingen, thema’s of kunstwerken.
2.1.2.5 Sociale netwerksites
Het meedoen op internet is enorm populair geworden. Het fenomeen heeft bijgedragen aan het weergeven van
iemands professionele leven en de persoonlijke voorkeuren. Als het ware kun je een persoonlijke map aanmaken
en jezelf als persoon en wat je bezighoudt delen met anderen.
2.1.2.6 Sociale media
Sociale media zoals twitter is een nieuwe communicatievorm waarbij tijd en plaats geen rol meer speelt. Sociale
media gaan over het delen van meningen en het reageren op actuele zaken. Sociale media hebben ook een
bepaalde nieuwswaarde en kunnen een marketing en pr middel worden voor musea om bijvoorbeeld
tentoonstellingen en evenementen aan te kondigen of de activiteiten in het museum te noemen.
17
A. Stocker, G. Dosinger, A. Us Saaed en C. Wagner, The three pillars of ‘Corporate web 2.0’: a model for
definition. (September 2007) 87
18
Caffo, Rossella en anderen, Minerva, Handbook on cultural web user interaction (september 2008) 53
19
Ibidem 79
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 20
2.2 De inhoud van een digitale tentoonstelling
Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) heeft in een onderzoek naar de toekomstvaste ontwikkeling van websites een
aantal websites beoordeeld met een aantal criteria. (15 criteria) In een digitale tentoonstelling zijn de volgende
criteria belangrijk:
• Mate van digitale toegankelijkheid van de collectie en de mate van rijkdom van de getoonde informatie
bij zoekresultaten.
Welk deel van de collectie wordt toegankelijk gemaakt? Is dat de gehele collectie of een
deelcollectie? Daarnaast dient de informatie over de collectie te bestaan uit basisgegevens en
extra informatie.
• Diversiteit aan zoekmogelijkheden
De gebruiker dient snel en gemakkelijk de voor hem gewenste informatie te vinden. De
zoekmogelijkheden dienen de gebruiker bij zijn zoektocht naar informatie te ondersteunen.
• Connecties met andere bronnen
De website bevat links naar andere relevante sites, publicaties en erfgoedinstellingen.
• Bezoek anyplace/anytime
de sterk toegenomen mobiliteit van consumenten draagt er aan bij dat het altijd en overal
toegang hebben tot de website meerwaarde heeft. Voorbeelden zijn: toegang via mobiele
devices of het virtueel meebeleven van events in de vorm van video.
• Actuele content
Door content te blijven vernieuwen, kan er een trouw bezoekerspubliek worden gecreëerd.
• Aanspreken van de gewenste doelgroep Dit wordt uitvoerig in hoofdstuk 4 toegelicht
• Entertainment20
Tevens presenteert men de collectie in een digitale tentoonstelling in een context
2.2.1 Objecten in context en gelaagdheid van informatie
Een online collectiedatabase kan een digitale tentoonstelling zijn. Maar in een digitale tentoonstelling worden
meestal verbanden gelegd tussen objecten, een aantal thema’s gekozen of verhalen verteld. Dat is de
toegevoegde waarde van een digitale tentoonstelling. Doordat de objecten in een context worden gepresenteerd
krijgen ze meer betekenis.
De informatie en gelaagdheid in de vorm van associaties, elementen, beschrijvingen en de algemene
informatievoorziening dragen bij aan de inhoudelijke kwaliteit in een tentoonstelling. In een digitale
tentoonstelling wordt informatie gegeven in de vorm van tekst, video opdrachten en interactieve elementen. Lees
hier meer over in hoofdstuk 6.
2.2.2 Het voorwerp centraal of een verhaal vertellen
Een beeldbank heeft vaak meerdere doelen. Het kan een instrument zijn om een breder publiek te bereiken, maar
ook een instrument om de collectie te beschermen of om aanvullende informatie van het publiek te ontvangen op
de eigen collectie. Een beeldbank is een database en zoeksysteem dat toegankelijk is voor het publiek. Zie figuur
5 voor de beeldbank van het Utrechts Archief.
In een beeldbank staat het voorwerp centraal. Daarom moet de digitale tentoonstelling een hoge kwaliteit van
afbeeldingen van voorwerpen en een beschrijving van de objecten bevatten
Een verhaal vertellen is een krachtig middel om een boodschap over te brengen. Storytelling is het vertellen van
een verhaal door middel van woorden, beelden en geluiden. Verhalen kunnen bedoeld zijn om te entertainen,
educatief zijn, of een moraal hebben
Ook in een digitale tentoonstelling kan men een verhaal vertellen. De virtuele vleugel van het Anne Frank Huis
is een goed voorbeeld. Zie figuur 6. Het verhaal van anne frank staat centraal in deze digitale tentoonstelling.
20
H, Hardol, N. de Koning en J. van Loon, Verleden, heden en toekomst van Digitaal Erfgoed Nederland, scorekaart voor de toekomstvaste
ontwikkeling van websites, TNO (Delft 2005) 19-28
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 21
Figuur 5. Beeldbank van het Utrechts Acrhief
Figuur 6. De virtuele vleugel van het Anne Frank Huis
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 22
2.3 Functionaliteit in een digitale tentoonstelling
Functionaliteit in een digitale tentoonstelling draagt bij aan het vorm geven en structureren van het verhaal of
thematiek. Musea zijn nog zoekende naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot functionaliteit om erfgoed
toegankelijker te maken in een digitale tentoonstelling. In een functioneel ontwerp bepaalt men welke
functionele elementen de boodschap en het inhoudelijke concept het beste weten over te brengen
De inhoudelijke structuur van een digitale tentoonstelling kan worden weergegeven worden met het volgende
schema.
Inhoud Functionaliteit
Figuur 7. opzet voor de Inhoudelijke structuur
Er zijn een aantal functionele elementen die de basis vormen van elke website. Het gaat om de volgende
elementen:
- De site-structuur
- Navigatie
- Lay-out
- Vormgeving
De objecten in context en de collectie komen in een digitale tentoonstelling tot hun recht als de functionele
elementen zoals site-structuur, lay-out, vormgeving en navigatie op elkaar zijn afgestemd met het oog op de
brede doelgroep en de doelstellingen van het product.
Gelaagdheid van informatie verkrijgt men door veel verschillende media in te zetten waardoor de bezoeker op
verschillende niveaus en wijzen meer over de collectie en de thematiek te weten komt.
Sitestructuur
De sitestructuur kan worden omschreven als de architectuur van een website. Alle inhoud moet een logische
plaats in het geheel krijgen, zodat alles vindbaar is. Ook moet de presentatie zo ontworpen zijn dat die een
eenheid vormt. Dit alles bepaalt de architectuur van de applicatie.
Navigatie
En navigatietool vergroot de vindbaarheid en het overzicht van een website voor de bezoeker.
De toegankelijkheid van de inhoud is afhankelijk van de manier waarop die is geordend en er doorheen kan
worden genavigeerd. De wijze van ordenen en structureren van de inhoud is sterk afhankelijk van de doelgroep
waarvoor de presentatie is gemaakt. Bij een goede navigatie is de route tussen het ene element en het andere zo
kort mogelijk.21
Lay-out
Onder opmaak (vaak met het Engelse layout aangeduid) wordt verstaan hoe de opbouw van een (grafisch)
ontwerp er visueel uit ziet. Het gaat dan om het lettertype, de positie op de pagina, de indeling in kolommen,
waar de afbeeldingen staan, enzovoorts. Lay-out speelt ook een rol bij de gelaagdheid in een digitale
tentoonstelling.
21
Annemarie van Beunen, René van Horik en Janneke Kersen, Digitaal erfgoed Nederland, leidraad bij projecten (Den Haag 2004) 18
De context,
informatie en de
collectie
Gelaagdheid van
informatie
Site-structuur,
lay-out,
vormgeving en
navigatie
Multimedia en
interactieve
elementen
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 23
Vormgeving
De vormgeving van een website is een zeer individuele aangelegenheid die in belangrijke mate wordt bepaald
door de voorkeuren van de maker, de aard en structuur van de te presenteren informatie en de wensen van de
beoogde doelgroep. Deze drie factoren hoeven echter niet dezelfde resultaten te bieden. Wat de ene gebruiker
mooi vindt, kan voor de andere gebruiker hinderlijk zijn.
2.4 De gebruikswaarde van een digitale tentoonstelling voor het publiek
Het communiceren en het overbrengen van een verhaal of thema is een van de doelstellingen in de digitale
tentoonstelling. De gebruikswaarde van een digitale tentoonstelling voor het publiek bepaalt ook het succes van
een digitale tentoonstelling. Alle elementen en functies worden gekozen met het oog op de beleving van de
bezoeker. In digitale producten zijn een aantal waarden van invloed op de gebruikerservaring. Als een website
voldoet aan deze waarden dan kan dat de gebruikerservaring positief beïnvloeden. Het gaat om de volgende
waarden: gebruiksgemak, waardevol, vindbaar, betrouwbaar, toegankelijk, bruikbaar en wenselijk.22
Figuur 8. Honeybomb
2.5 Kennisoverdracht en communicatie in een digitale tentoonstelling
Communicatie is een overdrachtsproces. De behoefte aan externe communicatie is gegroeid door het steeds
ingewikkelder worden van onze maatschappij. Organisaties hebben te maken met interne en externe gebruikers
van informatie. In de communicatie wordt gesproken van een zender en een ontvanger. Een derde element is de
over te dragen boodschap. Er is ook een transportmiddel nodig. In een digitale tentoonstelling is het
transportmiddel de pc of het beeldscherm. De zender, het museum (de organisatie achter het museum) beschikt
over de boodschap en de informatie. Deze informatie dient te worden omgezet in gegevens die bij de ontvanger
leiden tot te verkrijgen van de over te brengen informatie. De volgende stap is het transport. Het overbrengen
van informatie hangt af van de kwaliteit van het transportmiddel. Voor een geslaagde communicatie moet
voldaan zijn aan de volgende voorwaarden.
• zender en ontvanger dienen te beschikken over dezelfde code
• zender en ontvanger dienen een zekere bekwaamheid te hebben in het hanteren van de code
• zender en ontvanger moeten beschikken over hetzelfde referentiekader
• er mag geen ruis aanwezig zijn in het transportmiddel.23
22
http://semanticstudios.com/publications/semantics/000179.php (geraadpleegd op 15 september 2010)
23
Joop Geurts en Roelof van der Kamp, Inleiding informatieverzorging 2, Uit de reader standaarden, 2e
jaar
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 24
2.5.1 De digitale tentoonstelling als bron van informatie
In een digitale tentoonstelling wordt veel informatie vastgelegd over objecten en men kan deze daarom zien als
een bron van informatie. Er kunnen meer objecten in een digitale tentoonstelling worden getoond en de
verschillende objecten worden op objectniveau, collectieniveau beschreven en tevens gekoppeld aan thema’s. De
online collectiedatabase in de digitale tentoonstelling is een element in de digitale tentoonstelling die zeer
geschikt is voor onderzoek en het verzamelen van informatie.
Op drie manieren wordt de toegankelijkheid van de collectie in een digitale tentoonstelling vergroot. Dat heeft te
maken met het medium internet waar publiek altijd toegang tot heeft, ten tweede de gelaagdheid van informatie
en de wijze waarop de bezoeker hier doorheen navigeert. En de mogelijkheid om objecten en objectgegevens te
bekijken vergroot ook de toegankelijkheid van collecties.
2.5.2 De toegankelijkheid van de collectie in een digitale tentoonstelling
Als bezoeker aan een digitale tentoonstelling ben je niet gebonden aan tijd en plaats. De bezoeker krijgt een
representatief beeld van de thematiek, de objecten en de activiteiten in het museum. Daarnaast heeft de bezoeker
zelf de regie. Hij of zij maakt zelf keuzes en onderzoekt de mogelijkheden van de digitale tentoonstelling.
In een digitale tentoonstelling is de informatiedichtheid groter dan in een fysieke tentoonstelling. De informatie,
in een digitale vorm, bevindt zich in een soort netwerk met een onderliggende structuur. Dit wordt ook
hypertekst genoemd. Met behulp van functionele elementen brengt men hier structuur in aan.
De toegankelijkheid tot de objecten in een digitale tentoonstelling is enerzijds minder omdat je het authentieke
object niet ziet. Kwalitatief beeldmateriaal van de objecten en de mogelijkheid om in te zoomen op een
afbeelding van het object vergroten de toegankelijkheid van collecties. In een digitale tentoonstelling mag een
beschrijving van het object en een aantal basisgegevens niet ontbreken.
2.5.3 Kennisoverdracht door het inzetten van multimediale middelen
Het ontstaan van nieuwe technieken en ontwikkelingen in de multimediale wereld hebben gevolgen gehad voor
zowel de uiterlijke verschijningsvorm als de inhoud van kunst en verwante creatieve producten. Er zijn talloze
nieuwe producten en diensten ontstaan zoals bijvoorbeeld web 2.0, een verzamelnaam voor relatief nieuwe
internettoepassingen die vooral de interactiviteit tussen gebruikers bevorderen.24
Een gevolg van deze
ontwikkeling is dat iedereen wil meedenken, meestemmen en meebeslissen. Daar ligt ook de kracht van de
digitale tentoonstelling
2.5.4 De beleving van authenticiteit en representatie
Authenticiteit wordt als volgt omschreven ‘echt, werkelijk afkomstig van degene aan wie het toegeschreven
wordt, niet vervals’. Authenticiteit bepaalt de ‘bruikbaarheid’ van het voorwerp als bron maar ook als voorwerp
in een museale presentatie.25
Authenticiteit heeft ook te maken met beleving. Wetenschappelijke collecties worden voor onderzoek gebruikt
en eigenlijk functioneren ze nog als onderzoeksobject. Dat maakt dat wetenschappelijke collecties ook zeer
geschikt zijn om digitaal te presenteren. Om meer te weten te komen over het voorwerp kan het museum deze
ook in een context plaatsen.
2.5.5 Interactieve elementen in een digitale tentoonstelling
De keuze voor elementen en functies in een digitale tentoonstelling hangt samen met de doelstellingen en de
doelgroepen van het product. En ook met de geselecteerde objecten, het inhoudelijke concept en het
publiekseffect in een digitale tentoonstelling. Interactieve elementen kunnen worden onderverdeeld in drie
categorieën: betrokkenheid, beleving en bereik. Hier leest u meer over in hoofdstuk 6. Interactieve elementen
zijn bijvoorbeeld opdrachten, sociale media, videofragmenten en erfgoedgames.
24
Ruurd Mulder, De kunst van cultuurmarketing (Bussum 2008) 241
25
Sierra Wiersma, Museum 2.0, museumconventies, authenticiteit en de historische sensatie in
virtuele musea, Masterscriptie Cultureel Erfgoed (Utrecht 2008)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 25
2.6 Verschillende vormen van digitale tentoonstellingen
Nadat ik een aantal digitale tentoonstellingen heb geanalyseerd kwam ik tot de conclusie dat deze wat betreft
vorm en functie en als geheel verschillen van elkaar. Dat hangt mede af van de instelling, de betreffende
collectie, de doelgroepen en doelstellingen. Er zijn verschillende vormen van digitale tentoonstellingen. Een
digitale tentoonstelling bestaat altijd uit een combinatie van elementen en functies.26
Uit het eerste hoofdstuk blijkt dat erfgoed om verschillende redenen digitaal ontsloten wordt en toegankelijk
gemaakt wordt voor publiek. De uitgangspunten in een digitale tentoonstelling zijn:
- een specifieke context of collectie (bijvoorbeeld een wetenschappelijke collectie)
- de nadruk op interactiviteit of thema’s.
- erfgoed in een bepaalde regio of gebied.
- gericht op het bereiken van een breed publiek.
- de nadruk op zoeken in de collectie.
2.6.1 Een specifieke context of collectie (bijv. een wetenschappelijke collectie)
De oude zaal in Teylersmuseum is de oudste museumzaal van Nederland. De opstelling van het museum is
statisch en kan niet veranderd worden. Er zijn beperkte middelen voor het toevoegen van tekst in deze ruimte.
Informatie plaatst men daarom digitaal op de website. De doelstellingen van het ontsluiten van collecties en het
digitaal tentoonstellen hangen samen met de missie van het museum: educatie en kennisoverdracht.
Op de website www.teylersmuseum.nl worden de hoogtepunten en de vijf collectieonderdelen getoond.
www.teylersuniversum.nl is de digitale tentoonstelling van het museum. Hier worden de verbanden tussen de
collecties getoond. Men wil in de toekomst ook naar web 3.0 toewerken zodat er ook semantische verbanden
mogelijk worden.27
Een van de pluspunten van deze website is de afbakening. Er is sprake van veel overzicht en structuur. En ook is
duidelijk welke informatie je er kunt vinden. De doelgroep is breed en divers; kunstliefhebbers, ecologen.
Musea met een specifieke collectie zullen de collectie ordenen naar materiaal, of deze in een context plaatsen.
In deze digitale tentoonstelling ligt de nadruk op lay-out en vormgeving en minder op navigatie. De collectie
wordt thematisch uiteengezet. De informatie en de objectbeschrijvingen zijn van een hoge kwaliteit. Zie figuur 9
en 10.
26
Zie voor een analyse van de digitale tentoonstellingen bijlage 1.
27
In het semantic web wordt betekenis gegeven aan entiteiten in webpagina’s en relaties tussen entiteiten. Een entiteit is een logische of
fysische opslageenheid die documentinhoud bevat.
Figuur 9. www.teylersuniversum.nl Figuur 10. Deelcollecties op www.teylersmuseum.nl
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 26
2.6.2 De nadruk op de interactiviteit en thema’s
www.virtueelmuseumcanada.nl is een overkoepelende website voor verschillende erfgoedinstellingen in Canada
die digitale tentoonstellingen maken. Een voorbeeld van een digitale tentoonstelling, waar een vergelijkbare
collectie als die van het Universiteitsmuseum tentoongesteld wordt, is Botany John. In deze tentoonstelling vind
je veel activiteiten en games. Zie figuur 11 en 12.
Kenmerken van deze digitale tentoonstellingen:
• De collectie neemt soms wel/soms niet een belangrijke plaats in.
• het doel van de digitale tentoonstelling is meestal duidelijk.
• verschillende thema’s zijn uitgewerkt. Thema’s zorgen ook voor afbakening in een digitale
tentoonstelling
• veel ruimte voor vormgeving en functionaliteit.
Op basis van kwalitatief onderzoek valt te zeggen dat medewerkers en bezoekers overwegend positief of negatief
zijn over een aantal elementen en functies van deze websites
Medewerkers en bezoekers over Botany John (Virtueel Museum Canada)
Positief: Verschillende activiteiten, toegankelijk, interessante onderwerpen, myVMC vergroot de betrokkenheid,
avontuurlijk, mooie lay-out, voor specifiek publiek, statisch, entertainend, doe dingen
Negatief: Sitestructuur en navigatie matig, moeilijk spel, de echte collectie mis je, moeilijke informatie, veel
tekst, bij games niet voldoende uitleg, niet uitnodigend, de presentatie kan beter.
Figuur 11. De website van Virtueel Museum Canada
Figuur 12. de digitale tentoonstelling Botany John (Virtueel Museum Canada)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 27
2.6.3 De digitale tentoonstelling omtrent erfgoed in een bepaalde regio of een gebied
De organisatie van www.collectiegelderland.nl werkt met instellingen in Gelderland samen om collecties te
tonen en verhalen te vertellen die relevant zijn in deze provincie. Er vindt kennisontwikkeling plaats tussen
deelnemende instellingen. De bezoeker krijgt een goed beeld van het cultureel erfgoed in die regio of een
bepaald gebied. Maar het gaat hier veelal om brede informatie en niet om verdiepende informatie.
Het effect dat men met deze digitale tentoonstelling wil bereiken is het Gelders erfgoed onder de aandacht
brengen, het stimuleren van museaal bezoek en het onderzoek naar collecties. Maar ook de toegankelijkheid van
collecties vergroten is een belangrijk doel.
Omdat het hier uiteenlopende instellingen betreft met verschillende collecties en onderwerpen is de
informatievoorziening per instelling summier, maar geeft het wel goed inzicht in het erfgoed in
Gelderland. Een van de belangrijkste aandachtspunten in deze digitale tentoonstelling zijn navigatie en de
sitestructuur. Ook de zoekmogelijkheden zijn uitgebreid. Zie figuur 13.
2.6.4 De nadruk op het bereiken van een breed publiek
Een voorbeeld van een website gericht op het bereiken van een breed publiek is de Canon van Nederland
ontwikkeld door het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. www.entoen.nu is een educatieve
website om de doelgroep de essentie bij te brengen van onderwerpen en belangrijke momenten in de
geschiedenis. Zie figuur 14. Ook op de website www.exploratorium.edu speelt doelgroepdifferentiatie, het
aanspreken van verschillende doelgroepen, een rol.
Kenmerken:
• wel of geen collectie.
• de nadruk minder op collectie en juist meer op activiteiten en informatie.
• heldere doelstellingen.
• Afbakening van onderwerpen en thema’s
• veel ruimte voor vormgeving en functionaliteit.
Figuur 13. www.collectiegelederland.nl Figuur 14. www.entoen.nu
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 28
2.6.5 De nadruk op zoeken in de collectie
De beeldbank van het nationaal archief bevat persfotocollecties en een aantal andere fotocollecties. Daarnaast
vind je er ook documenten en kaarten. Het plan is om deze meer te gaan rangschikken.
www.beeldbank.nationaalarchief.nl is overigens geen digitale tentoonstelling.
De doelstellingen van het nationaal archief met de beeldbank zijn het online presenteren van fotocollecties. De
nadruk ligt op toegankelijkheid van de collectie en de mogelijkheden om te zoeken in de collectie.
De speerpunten zijn de objectbeschrijvingen en de hoge resolutiebeelden. De bezoeker kan een eigen selectie
van objecten samenstellen en deze bewaren. De navigatie is daarom ook belangrijk. Zie figuur 15 en 16.
De doelgroep van de beeldbank is de zogenaamde grasduiner: een breed publiek dat kennis wil nemen van de
geschiedenis van Nederland in het algemeen en van de collecties in het bijzonder. Maar ook de ondiepe graver
en de diepgraver: van onderwijs tot uitgever, journalist en onderzoeker zijn de doelgroepen.
Het nationaal archief wil laten zien hoe groot en rijk de fotocollecties van het Nationaal Archief zijn.
Figuur 15. www.beeldbank.nationaalarchief.nl
Figuur 16. De resultaten van een zoekopdracht
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 29
2.7 Succesfactoren in een digitale tentoonstelling
Het digitaliseren en presenteren van collecties heeft ten eerste al bestaansrecht omdat je erfgoed zichtbaar maakt
voor publiek. Dat is een belangrijke taak van musea.
Niet alleen de uitvoering bepaalt het succes van een digitale tentoonstelling. Het interne en externe gebruik van
een product speelt hier wellicht meer een rol. Aan een aantal deskundigen is gevraagd wanneer een digitale
tentoonstelling nu succesvol is.
• Een lange bezoektijd
De gemiddelde bezoektijd aan de website www.collectiegelderland.nl is ongeveer 10 minuten. Voor een
bezoek aan een website is dat bovengemiddeld. De bezoektijd is afhankelijk van verschillende factoren.
De reden van bezoek, het gebruiksgemak, de informatiewaarde van een website en zo zijn er nog meer.
• Herhaalbezoek
Het is niet makkelijk om een digitaal product ‘op de markt te brengen’ Want hoe presenteer je een
digitaal product in een samenleving. Hoe komt een bezoeker uiteindelijk op de website terecht en hoe
kun je een bezoeker naar je website toe krijgen? Dit kan worden onderzocht in een marketing of
communicatieplan.
• Dat doelstellingen die gesteld zijn gehaald worden.
Een museum heeft ook doelen voor intern gebruik. Het op een efficiënte manier ontsluiten van
collecties is van blijvende waarde voor de toekomst van een museum.28
28
Zie ook bijlage 2 voor het complete verslag van de bijeenkomst van Unicum op 8 april 2010.
In een museumorganisatie kan men het succes van een digitale
tentoonstelling bepalen door voor het ontwerpproces de volgende zin te
formuleren. Wij zijn tevreden als…..
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 30
Een digitale tentoonstelling is een verzameling objecten die
(beperkt) gepresenteerd worden met een achterliggend idee
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 31
Hoofdstuk 3. Het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie
3.1 Inleiding
Dit hoofdstuk gaat over het digitaal tentoonstellen van wetenschappelijke collecties en in het bijzonder het in
context presenteren van wetenschap in een digitale tentoonstelling. Daarbij worden de volgende vragen
beantwoord:
• Wat is een wetenschapsmuseum?
• Wat is een wetenschappelijke collectie?
• Wat is de meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor wetenschapsmusea?
• Waarom is de digitale tentoonstelling een geschikte overdrachtsvorm?
Er zijn verschillende organisaties in de erfgoedsector die zich bezighouden met het beheren en behouden, het
presenteren en communiceren van wetenschap.
Ecsite
Ecsite is een netwerk dat relaties legt tussen wetenschapscentra, musea en andere instellingen op het gebied van
wetenschapscommunicatie in Europa. Deze instituties spelen een belangrijke rol bij de presentatie van en de
communicatie rond de grote aan de wetenschap en technologie gerelateerde vraagstukken van deze tijd. Zij
bevorderen de dialoog en de betrokkenheid tussen wetenschap en maatschappij.29
Universeum
Het Universeum is een europees netwerk ontstaan in 2000 dat zich bezighoudt met academisch erfgoed in de
meest brede zin van het word. De organisatie stelt zich tot doel het behouden, bestuderen, toegankelijk maken en
het promoten van universitaire collecties, musea, archieven, bibliotheken en botanische tuinen. Bij de organisatie
zijn professionals aangesloten op het terrein van erfgoed en tevens onderzoekers, studenten en anderen die
betrokken zijn bij academisch erfgoed.30
Stichting Academisch Erfgoed
De Stichting Academisch erfgoed (SAE) is een samenwerkingsverband van de Universiteit van Amsterdam, de
Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Delft, de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht.
De SAE fungeert als netwerk voor erfgoedbeheerders aan de universiteiten, werft subsidies voor
gemeenschappelijke initiatieven en behartigt de belangen van het academisch erfgoed in het bestuurlijke
circuit.31
29
http://www.ecsite.eu/?p=10 (geraadpleegd op 12 augustus 2010)
30
http://universeum.it/ (geraadpleegd op 12 augustus 2010)
31
http://www.academischerfgoed.nl (geraadpleegd op 12 augustus 2010)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 32
3.1.1 Wat is wetenschap?
De term wetenschap wordt op verschillende wijzen gedefinieerd. Om dit makkelijker te maken richt ik me in
deze scriptie vooral op wat wetenschap voor de gewone burger betekent en niet voor diegenen die zich zelf met
wetenschap bezighouden. Wetenschap kun je vanuit verschillende invalshoeken omschrijven. Een aantal
omschrijvingen zijn:
1. Wetenschap als onderzoek: in de wetenschap wordt er onderzoek gedaan met verschillende methoden.
Waarbij de verschillende methoden de verschillende soorten wetenschap vormen. Wetenschap is in feite
een uitproberen van een methode.
2. Wetenschap als functie van het geheugen: de veronderstelling bij de vraag naar wetenschap is dat we
een idee hebben van weten en kennen. De noodzakelijke voorwaarde voor kennis is het geheugen, om
die kennis vast te houden.
3. Wetenschap als het verzamelen van ervaringen; uit verschillende ervaringen kunnen we het algemene
proberen te halen. Het gaat bij wetenschap om algemene kennis uit bijzondere toestanden te halen. Dit
houdt in dat bij de wetenschap ‘extremen’ opgezocht worden.
4. Wetenschap als een rechtvaardiging van een praktijk; bij alle mogelijkheden van wetenschap gaat het
om een praktijk, de praktijk van de wetenschap. Het inzicht dat volgt is dat nu juist wetenschap de
rechtvaardiging van een praktijk vormt.32
Niet alle definities voor het begrip wetenschap zijn relevant voor dit onderzoek.
3.1.2 Het populariseren van wetenschap
Wetenschapsmusea hebben te maken met vraag en aanbod vanuit het perspectief van bezoekers. Het gaat onder
andere over thema’s in de wetenschap die bezoekers aanspreken en waar zij meerover willen weten.
Het brede publiek is bekend met thema’s in de wetenschap zoals de klimaatverandering en het DNA. Echter, zij
begrijpen minder van concepten en modellen. Daarom onderzoekt men in musea ook de mogelijkheden om
hierover beter te communiceren naar het publiek. Kennis verhoogt de kwaliteit van de samenleving. Kennis
levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de maatschappij in de richting van de beoogde maatschappelijke
waarden zoals welzijn, cohesie, duurzaamheid. Het is van belang te kijken hoe de toegankelijkheid van
wetenschappelijke collecties kan worden vergroot door middel van media zodat het publiek beter geïnformeerd
wordt over wetenschap.33
3.1.3 Kennismanagement en het communiceren van wetenschap
Wetenschappelijk onderzoek is technisch en onzeker en die combinatie zorgt voor problemen bij het
communiceren. Wetenschappers communiceren vooral binnen hun eigen vakgebied. Musea en in het bijzonder
wetenschapsmusea hebben de kennis om te communiceren over wetenschap. Wetenschap is belangrijk voor onze
toekomst. Maar wetenschap moet je niet zien als een product wat je wil verkopen aan het publiek. Het gaat om
het overdragen van kennis.34
32
Leon Hoeneveld, de webfilosofen, Filosoferen op het web, Wat is wetenschap? (2007)
Entertainment, educatie en emotie zijn van belang in het communiceren van
wetenschap. Educatie is een doel in de wetenschapscommunicatie. Educatie kan bereikt worden door gebruik te
maken van entertainment en emotie. Door iets op een amuserende manier te brengen, wordt de aandacht van het
brede publiek getrokken. De boodschap sluit aan bij de belevingswereld van een bezoeker als deze ook met
emotie gebracht wordt.
www.webfilosofen.nl/artikel.php?wetenschap (geraadpleegd op 25 september)
34
Nagelhout, Gera, Wetenschapscommunicatie: educatie, entertainment en emotie (2 januari 2007) 1,2
www. kennislink.nl/publicaties/wetenschapscommunicatie-educatie-entertainment-emotie (geraadpleegd op 5 september)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 33
3.2 Het museum over wetenschap, de discoverymusea
Als museummedewerker ben je je bewust van de identiteit en het imago van het museum omdat dit in alle
producten en diensten van betekenis is. Volgens de leertheorie van George Hein en Peter Clark kunnen musea tot
vier verschillende categorieën behoren. Zie figuur 17 voor dit model.
Een discoverymuseum kan zowel een museum met een collectie zijn, zoals het UM, maar ook een Science
Center zoals Nemo waarbij de nadruk ligt op wetenschappelijke thema’s.
Wetenschapsmusea, science centers en universiteitsmusea zijn ontstaan uit de rariteitenkabinetten uit de
zeventiende eeuw, verzamelingen van alles wat de menselijke nieuwsgierigheid en drang naar kennis aansprak.
In de negentiende eeuw begonnen de overheid wetenschappelijke collecties open te stellen voor het grote
publiek. Vooral interactieve tentoonstellingen worden veel gemaakt in wetenschapsmusea. Een interactieve
tentoonstelling is een proces, waarbij de inbreng van de bezoeker essentieel is. De bezoeker doorloopt een
tentoonstelling, al dan niet bewust, hetzelfde proces als een wetenschapper door onder andere waar te nemen en
te systematiseren. 35
3.2.1 Wetenschapsmusea
Een wetenschapsmuseum kun je misschien nog wel het beste beschrijven met de missie van het museum.
De missie van het Teylersmuseum in Haarlem: Het eerste en oudste museum in Nederland, wil de
nieuwsgierigheid van mensen prikkelen om zijn schatkamers van kunst en wetenschap te bezoeken.
De presentatie van voorwerpen van kunst en wetenschap en het gebruik van het monumentale pand zijn gericht
op kennisoverdracht en geven inzicht in de telkens veranderende betekenis van die voorwerpen voor de
samenleving.
Conform de idealen van de oprichter, Pieter Teyler, wil het museum dienstbaar zijn aan de samenleving door
mensen aan te moedigen zélf de wereld te ontdekken en te genieten van kunst en wetenschap.36
Museum Boerhaave in Leiden, Rijksmuseum voor de Geschiedenis van de Natuurwetenschappen en van de
Geneeskunde:
Als nationale schatkamer van het wetenschappelijk bedrijf toont het museum ruim 400 jaar
kennisvermeerdering. In precies 24 zalen over twee verdiepingen zijn er de ontwikkelingen in de diverse
wetenschappen te volgen. De nadruk ligt op de bijdragen uit Nederland.
35
P. Verheyden, Interactieve tentoonstellingen: een effectief instrument voor wetenschapscommunicatie, Stichting weten,
(Kennisdagen communicatie 2003)
36
http://www.teylersmuseum.eu/index.php?item=114&lang=nl (Geraadpleegd op 17 juli 2010)
Figuur 17. Model George Hein en Peter Clark
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 34
Als het gaat om de geschiedenis van natuurwetenschappen en geneeskunde, dan horen de collecties van het
Museum Boerhaave tot de belangrijkste ter wereld.37
3.2.2 Science Centers
Science Centers brengen wetenschap en technologie tot leven. Door de speelse en interactieve kennismaking
wordt de nieuwsgierigheid gestimuleerd, de leergierigheid geprikkeld en verlaat de bezoeker het science center
verrast en verrijkt. De onderwerpen die in de science centra aan bod komen, sluiten aan bij de eigen
belevingswereld van de bezoekers. Jong en oud verwerven zodoende kennis over wetenschap en technologie,
van heden én verleden. NEMO is het grootste science center van Nederland. Het gebouw bestaat uit vijf
verdiepingen vol spannende, leuke doe- en ontdekdingen. De naam NEMO verwijst naar een soort
niemandsland, een plek waar bezoekers in de huid kunnen kruipen van wetenschappers, technologen en
technici.38
3.2.3 Universiteitsmusea
De naamgeving van musea geeft vaak voldoende aanknopingspunten over de inhoud van de collecties.
Universiteitsmusea omvatten, behalve voorwerpen die met de geschiedenis van de desbetreffende universitaire
instelling te maken hebben, collecties die bij de uitoefening van het wetenschappelijk onderzoek gebruikt werden
Het Universiteitsmuseum in Utrecht is een wetenschapsmuseum waar bezoekers op een inspirerende manier zelf
op onderzoek gaan naar wetenschap en de universiteit. Er is veel te zien in het Universiteitsmuseum, en ook veel
te doen. Je bent hier zelf actief en ontdekt van alles.
Het Universiteitsmuseum wil een bijdrage leveren aan een positief kritische houding ten aanzien van
wetenschap, en bezoekers stimuleren en uitdagen een onderzoekende houding aan te nemen.
De collectie van het UM is een representatieve weerslag van het onderwijs en onderzoek aan de UU maar ook
van de geschiedenis van de universiteit en het studentenleven.39
3.2.4 Kennis en leren in het discoverymuseum
Kennis en leren zijn twee kernwaarden in de bezoekerservaring van het discoverymuseum.
Kennis is datgene wat een bezoeker al weet of zou willen weten. Leren is kennis gebruiken maar ook iets te
weten komen. Het krijgen van meer kennis over bijvoorbeeld wetenschap kenmerkt een bezoek aan het
discoverymuseum.
Kenmerken van kennis:
• is gebaseerd op de realiteit.
• kennis bestaat onafhankelijk van kenner.
• kennis ontstaat uit ervaringen.
Kenmerken van leren:
• meerdere leerniveaus.
• ervaring leiden tot mentale concepten die zich vertalen naar de werkelijkheid.
• kennisontwikkeling wordt langzaam opgevoerd.
• men wordt zich later pas bewust van de kennis in een nieuwe concrete ervaring.
• actief, betrokkenheid en plezier opwekkend.40
37
http://www.museumboerhaave.nl/collectie/geschiedenis.html (geraadpleegd op 17 juli 2010)
38
http://www.e-nemo.nl/?id=5 (Geraadpleegd op 15 augustus 2010)
39
http://www.uu.nl/NL/universiteitsmuseum/overhetuniversiteitsmuseum/Pages/default.aspx (geraadpleegd op 15 augustus 2010)
40
E. Hooper-Greenhill, The educational role of the museum (New York 1999) 73
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 35
3.2.5 Wetenschapscommunicatie
De master wetenschapscommunicatie is een studie aan de Universiteit van Utrecht.
Communicatie kan op twee manieren worden gezien. Wanneer informatie naar een passieve ontvanger wordt
gezonden en er geen feedback wordt verwacht, spreek je van gesloten communicatie. Dat is meestal het geval,
maar niet altijd in een digitale tentoonstelling. Involvement in science is een van de publiekseffecten in de
wetenschapscommunicatie. Bij involvement in science ligt de focus op participatie aan de democratie. De
gewenste effecten zijn participatie van burgers in wetenschap, een gefundeerde meningsvorming bij het
publiek over wetenschappelijke kwesties, interesse in wetenschap en beter geïnformeerde burgers.41
3.2.6 Unicum, een project van Stichting Academisch Erfgoed
Het SAE project Unicum komt voort uit de gemeenschappelijke behoefte van de vijf aangesloten universiteiten
aan een landelijke structuur om hun collecties digitaal beschikbaar te stellen en gezamenlijk doorzoekbaar te
maken. Najaar 2009 heeft Senternovem hiervoor geld beschikbaar gesteld.
Het Unicumproject levert een infrastructuur voor de presentatie van collecties, objectbeschrijvingen en digitale
afbeeldingen van de academische collecties, zonder de traditionele grenzen tussen museale collecties,
archiefcollecties of bibliotheekcollecties. Oplevering geschiedt voorjaar 2012.
• Er komt een landelijke infrastructuur voor de Academische Collecties, waardoor de collecties van de
aangesloten instellingen op verschillende niveaus doorzocht kunnen worden.
• Er wordt nieuwe functionaliteit ontwikkeld voor het koppelen van EAD42
• De invoering en correctie van content kunnen instellingen voortaan zelf verzorgen, ze zijn daarbij niet
afhankelijk van één instelling/persoon die in het content managementsysteem (CMS) kan: iedere
aangesloten instelling met Academisch Erfgoed kan toegang krijgen tot deze invoermodule, en kan dus
in eigen tempo aanvullen.
collectiebeschrijvingen aan
objectbeschrijvingen, inclusief digitale afbeeldingen.
• De digitale collecties zullen eenvoudig ingezet kunnen worden voor gezamenlijke projecten
(presentatie, educatie), zowel van de aangesloten instellingen, als in samenwerking met externe
instellingen.43
41
W. Mijer, Aanbevelingen voor een digitaal gedeelte bij wisseltentoonstellingen, verslag CE-stage, Master Wetenschapseducatie
(Universiteit Utrecht 2009)
42
Encoded archival description is een internationale XML-standaard voor het markeren van archiefinventarissen.
43
http://www.academischerfgoed.nl (geraadpleegd op 17 september 2010)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 36
3.3 Wetenschappelijke collecties
Wetenschappelijke collecties zijn vaak eclectische verzamelingen, dat wil zeggen dat een collectie vele
categorieën, naturalien en artefacten omvat. Elk aspect van die verzameling kan zowel gekenmerkt als gebruikt
worden, in ieder geval visueel, om te verwijzen naar andere delen van de verzameling.44
3.3.1 Wat is een wetenschappelijke collectie?
Wetenschappelijk erfgoed, universitair erfgoed of academisch erfgoed: er zijn verschillende verzamelnamen in
omloop. Grofweg worden hiermee de objecten bedoeld die het bijproduct zijn van het wetenschapsbedrijf door
de eeuwen heen. Het gaat hier bijvoorbeeld om voorwerpen gebruikt voor onderzoek en onderwijs,
zoals meetapparatuur, wiskundige modellen, onderwijsplaten en botanische collecties. Maar ook om de neerslag
van ditzelfde onderzoek en onderwijs: van hoogleraararchieven tot collegedictaten en boeken over elk denkbaar
onderwerp. En natuurlijk alles wat met de geschiedenis, cultuur en tradities van de universiteiten te maken heeft:
van hoogleraarportretten tot relieken van het studentenleven.45
3.3.2 Thema’s en collecties in wetenschapsmusea
In een museum komen doorgaans twee typen collectie voor: de museumcollectie en de documentaire collectie.
De museumcollectie is dermate interessant te noemen en van waarde om te tonen aan publiek. De documentaire
collectie is ondersteunend. 46
De AAT47
bevat termen die nodig zijn om door de mens gemaakte objecten te beschrijven. Er zijn termen voor
objectgroepen en systemen, termen voor objectgenres, en termen voor onderdelen bestaat uit zeven
hoofdgroepen die aspecten van objecten aanduiden: materialen, activiteiten, personen en organisaties, fysieke
kenmerken, stijlen en perioden, abstracte begrippen. Catalogi worden door museumconservatoren en andere
medewerkers als beheersinstrumenten gezien. Classificaties zijn allereerst bedoeld om collecties te ordenen. Men
kan beter altijd uitgaan van de bestaande bestanden en lijsten. Een manier van het ordenen van materiaal en is
gebaseerd op vergelijking van een aantal geselecteerde punten van een voorwerp. De belangrijkste punten
waarop getoetst kan worden zijn stijl, techniek, materiaal en kenmerken. In universiteitsmusea wordt vaak een
indeling gemaakt op vakgebied. 48
Thema’s en collecties op de website van Teylersmuseum:
Deelcollecties
Fossielen en mineralen
Natuurkundige instrumenten
Schilderijen, prenten en tekeningen
Munten en penningen
Thema’s
Personen en verhalen
Thema’s en collecties op de website van Museum Boerhaave:
Een selectie van thema’s
De gouden eeuw
De wondere natuur
Verzamelingen
Geneeskunde, de mens als machine
Natuurkunde, fabrieken van de wetenschap
44
Willem J. Mulder, Ludo Hellemans en Piet ’t Hart, Curiositeit (Utrecht 1996) 1
45
http://www.academischerfgoed.nl (geraadpleegd op 12 augustus 2010)
46
Annette Gaalman en Mirjam Pragt, Handleiding bij het gebruik van de Art & Architecture Thesaurus 14, uit de reader Standaarden, 2e
jaar
47
De Art & Architecture Standaard is een wereldwijd toegepast ontsluitingsmiddel voor het toegankelijk maken van collecties.
48
J.P. Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van
historische voorwerpen (Zwolle 2005) 58
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 37
In het Universiteitsmuseum Utrecht is er sprake van de volgende deelcollecties. De cursieve deelcollecties
worden als belangrijk gezien voor de digitale tentoonstelling.
Hoofdcollectie Deelcollectie
Geschiedenis
Prenten, tekeningen, fotografie
Hoogleraarportretten
Kunstnijverheid
Kunstgeschiedenis
Studentenleven
Archeologie
Humane geneeskunde
Medische instrumenten
Oogheelkunde
Osteopathologie
Medische fotografie
Dermatologische moulages
Onderwijsplaten
Fysische antropologie
Tandheelkunde
Diergeneeskunde
Disciplinaire deelcollecties
Faculteitsgeschiedenis en studentenleven
Beeldcollecties
Natuurwetenschappelijke instrumenten
Algemeen instrumentarium
Sterrenkunde en meteorologie
Microscopen en optica
Natuurlijke historie
Zoölogie
Botanie
Onderwijsmateriaal
Geologie en paleontologie
Thema’ op de website van Exploratorium:
Onder andere:
Astronomy & Space
Culture
Earth
Everyday Science
Human Body
Verhaallijnen en inhoud:
Listening
Mind
Seeing
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 38
3.3.3 Modellen in onderzoek en onderwijs
Een aantal objecten uit de collectie van het UM die men digitaal gaat tentoonstellen zijn modellen.
Modellen gingen in de achttiende eeuw een rol spelen in de natuurwetenschappen. Mechanische modellen
hadden als doel om werkingsprincipes uit te leggen, krachtenoverbrenging inzichtelijk te maken, ontwerpen te
optimaliseren, maar ook om het vakmanschap van ambachtslieden in kaart te brengen. In de negentiende eeuw
ontstond er een nieuw type dat zich kenmerkte door functionele selectiviteit: zonder overbodige versiering
toonden deze modellen alleen een bepaald gegeven of verschijnsel. Een ander modeltype dat in deze tijd
ontstond was de symbolische representatie van theoretische, wiskundige concepten. Modellen werden om
verschillende redenen gemaakt waar onderwijs en onderzoek voeren de boventoon.49
Er zijn verschillende typen modellen. De modellen in de collectie van het UM zijn meestal een toekomstvisie of
reconstructie, researchmodellen, een innovatiemiddel of illustraties
• Het model als toekomstvisie of reconstructie
Veel wetenschapper, maar ook bijvoorbeeld architecten maakten schaalmodellen om ontwerpen te
visualiseren zowel voor eigen gebruik als om anderen ideeën te tonen.
Figuur 18. Het kernhuis, Gerrit Rietveld, 1929
• Het researchmodel
Onderzoekers maakten modelreeksen om de invloed van diverse factoren op iets te onderzoeken. Men
was zich er van bewust dat modellen een mogelijke vertekening van de werkelijkheid kon
opleveren. Het materiaal van een model was bepalend, maar men nam ook vaak aan dat dit voor
experimenten geen verschil zou maken.
Figuur 19: Meeuwenkopmodellen, Nico Tinbergen, 1947
49
Trienke M. van der Spek, Topmodellen in onderzoek en onderwijs (Leiden 2005) 5-10
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 39
• Het model als innovatiemiddel
Innovatie is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan
plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait
om dingen op een nieuwe manier aan te pakken. Een model van een stoommachine wordt als
innovatiemiddel gezien.
Figuur 20. De stoommachine, voorbeeld van een innovatiemiddel (Museum Boerhaave)
• Het model als illustratie
Om meer inzicht in een onderwerp of fenomeen te krijgen ging men artefacten, illustraties en
documentatie verzamelen. Dit had ook met betrouwbaarheid met betrekking tot andere bronnen of
voorwerpen te maken. Verzamelaars lieten ook in opdracht modellen en illustraties maken als zij geen
toegang hadden tot informatie of voorwerpen.
Figuur 21. Voorbeeld van een botanische illustratie (Museum Boerhaave)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 40
3.3.4 Onderwijsplaten
Onderwijsplaten zijn geschikt om digitaal tentoon te stellen. Veel van de platen uit de collectie van het
Universiteitsmuseum verkeren in goede staat. Inhoudelijk zijn de platen interessant omdat ze in tekst en beeld
uitleg geven over een bepaald onderwerp of thema. Bovendien kunnen ze in bepaalde gevallen verbonden
worden aan driedimensionale objecten die over hetzelfde onderwerp handelen of die afgebeeld zijn op de
betreffende plaat. De onderwijsplaten hadden bovendien een educatief doel, waardoor ze uitermate geschikt zijn
voor een didactisch georiënteerde presentatie op de website.
Figuur 22: een collegeplaat in de collectie van het UM
3.3.5 Wetenschappelijke publicaties
De belangrijkste vorm van communicatie in de wetenschap is nog steeds de wetenschappelijke publicatie.
Meestal is dat een tijdschriftartikel, maar dat kunnen ook boeken zijn. Op het web worden wetenschappelijke
publicaties gepubliceerd. Ze kunnen een bron van informatie zijn en worden vaak geciteerd door anderen. Het
overzicht van publicaties met betrekking tot onderwerpen kan worden weergegeven in bibliografieeen bij een
themaonderdeel in de digitale tentoonstelling. Voor onderzoekers maar ook voor het brede publiek zijn
wetenschappelijke publicaties interessant omdat het veelal betrouwbare bronnen zijn, maar ook aanleiding
kunnen geven om andere bronnen te raadplegen.50
50
Frank van Harmelen, Web & wetenschap: op weg naar science 2.0 (2009) 5
www.vu.l/nl/Images/Harmelen_tcm9-112422.pdf Geraadpleegd op 25 augustus 2010)
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 41
3.4. Wetenschappelijke collecties op het web
Onderzoek is altijd actueel en van blijvende waarde in de maatschappij. Er zijn tal van verhalen te vertellen over
wetenschappelijke collecties. Tevens kunnen collecties gebruikt worden in het onderwijs en voor onderzoek
waardoor ze bij uitstek geschikt zijn om ook digitaal tentoon te stellen.
Bij het digitaal tentoonstellen van wetenschappelijke collecties staat het object in context centraal.
3.4.1 De digitale tentoonstelling over wetenschap
De educatieve waarde van www.exploratorum.edu is vooral toe te schrijven aan de hoeveelheid informatie die
wordt gegeven over een of meerdere onderwerpen of thema’s. Zie figuur 23. Deze digitale tentoonstellingen
bestaan ook zonder een weergave van een collectie, hetgeen je ook in fysieke tentoonstellingen van bijvoorbeeld
Science Centres ziet. In een tentoonstelling wordt immers niet per definitie collectie tentoongesteld, dat kan ook
kennis of informatie zijn.
Medewerkers en bezoekers over exploratorium.edu:
Positief: Uitgebreid, gevarieerd, mooie vormgeving, duidelijke titels, heldere sitestructuur, beeld en tekst in
balans, video is leerzaam en digitaal zeer geschikt, doelgroepdifferentiatie, kwaliteit, thema-uitwerking goed,
wetenschappers aan het woord, gelaagdheid, toegankelijk
Negatief: Ingewikkeld (vooral voor kinderen), niet overzichtelijk, te uiteenlopend, rommelig51
51
Zie bijlage 5 voor de opzet en de uitwerking van het kwalitatief onderzoek (de usability-test) naar de bezoekersbeleving in een digitale
tentoonstelling
Figuur 23. Homepage van www.exploratorium.edu
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 42
3.4.2 Een presentatie van onderzoek
Onderzoekers zijn gedreven om iets tot op de bodem te willen uitzoeken. Onderzoekers streven naar precisie,
volledigheid, onderbouwing en nuance. Voor een presentatie is het nodig het verhaal tot de kern terug te brengen
en dat verhaal in beperkte tijd, op een aantrekkelijke wijze te presenteren. Bij onderzoek gaat het om de inhoud.
Bij het presenteren van onderzoek is de vorm net zo belangrijk. Het presenteren van onderzoek wordt steeds
belangrijker. Er is interesse voor wetenschap bij een breed publiek.52
In een digitale tentoonstelling wordt een object op verschillende manieren gepresenteerd. Informatie over
voorwerpen wordt opgedeeld in drie verschillende informatieniveaus. In een digitale tentoonstelling kan je ook
deze indeling hanteren:
- Informatie op objectniveau of van het fysieke voorwerp
- informatie uit de betekenis en functie (deelcollecties)
- informatie van de context53
Met lagen van informatie in een digitale tentoonstelling wordt ook de verschillende vormen van informatie
bedoeld, zoals artikelen, algemene informatie en informatie in videofragmenten.
3.4.3 Informatie op objectniveau en informatie uit de functie en betekenis
In een ‘objectgerichte’ presentatie staan de voorwerpen centraal. In het zoeksysteem of de database
van een digitale presentatie staat het voorwerp centraal. De bezoeker kan hier het object goed
bekijken. De registrator heeft een aantal gegevens over het object vastgelegd die soms wel en soms
niet direct van het voorwerp zijn af te lezen.
Voorwerpen zijn ook een zeer geschikt instrument bij het leren. Ze vormen het startpunt voor het bestuderen van
tal van verhalen of invalshoeken. Voorwerpen helpen het verleden beter te begrijpen. Door voorwerpen centraal
te stellen kan men tevens de vaardigheden ontwikkelen en kennis vergroten van de bezoeker.54
Informatie uit de functie en betekenis betreft meestal achtergrondinformatie en een algemene beschrijving van
een voorwerp. De ervaring en de expertise van de registrator is hierbij bepalend. In een digitale tentoonstelling
kun je de informatie uit de betekenis en functie ook de informatie op collectieniveau noemen.
3.4.4 Informatie van de context
De informatie van de context is de context waarin een voorwerp wordt aangetroffen, een context
waarin het functioneerde en een context van de onderzoeker.
Voorwerpen worden ‘vertaald’. De vertaler interpreteert. Meestal is dit de conservator. In een
digitale tentoonstelling worden objecten gekoppeld aan thema’s deelcollecties. Je kunt
voorwerpen rangschikken, categorieën maken en invalshoeken kiezen.
Het naast elkaar plaatsen van natuurhistorische en kunstmatige voorwerpen kan bijna wel beschouwd worden als
een literaire aanpak. Het belang van het bijeengaren ligt in de verscheidenheid en de waarde van ieder verkregen
voorwerp, naast zijn geschiedenis en zijn geldelijke of historische waarde, is het gemak waarmee het voorwerp
zich verhoudt tot de gehele verzameling.
De mogelijkheden om voorwerpen visueel te combineren is vooral zo interessant door de continuïteit van de
vormen en tegelijkertijd de grote verscheidenheid van objecten, terwijl ze eenzelfde afkomst hebben.
52
B. Hertz, Presenteren van onderzoek (Amsterdam 2005) 10-11
53
J.P. Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen (Zwolle 2005) 47
54
P. Grimm en anderen, Werken met voorwerpen, handleiding voor docenten in de basisvorming (1995)
Een digitale tentoonstelling moet bijdragen aan het imago en de identiteit
van het museum en het beeld wat de bezoeker van een museum heeft
Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden
Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 43
3.4.5 Verschillende contexten
Een voorwerp is niet los te zien van andere voorwerpen en ideeën die ermee in verband staan. Een voorwerp
staat nooit op zichzelf. Het maakt deel uit van een groter geheel, waarbinnen het zijn functie en betekenis krijgt.
Gelijksoortige voorwerpen kunnen elkaar versterken en elkaars betekenis verduidelijken. Een bezoeker zal
eerder gericht zijn op het onderscheiden van overeenkomsten en verschillen en daardoor met meer aandacht de
presentatie bekijken.
Vergelijking met andere voorwerpen is onder alle omstandigheden een belangrijk middel om voorwerpen te
determineren, of het nu om tijd, plaats van vervaardiging, de vervaardiger of het gebruik gaat.
In musea worden tal van interessante verhalen verteld. Dat wordt ook gedaan in multimediale presentaties. De
collectie wordt gebruikt om de continuïteit van het verhaal te waarborgen. Het voorwerp staat als het ware in
dienst van het verhaal wat verteld wordt. Er wordt naar gestreefd om een zo volledig mogelijk verhaal te
vertellen. De context in een multimediale presentatie is eigenlijk het verhaal. In figuur 24 zie je dat er
verschillende verhaallijnen mogelijk zijn binnen een thema
Ook de biografische invalshoek wordt steeds meer toegepast, een tendens die te maken heeft met het idee dat de
gemiddelde Nederlander steeds minder van geschiedenis weet en hierdoor eerder aanknopingspunten vindt.
Een thematische indeling werkt goed omdat mensen zich over het algemeen dingen herinneren in episoden en
niet opeenvolgend. Een thematische presentatie sluit beter aan op het geheugen en geeft directer toegang tot
persoonlijke herinneringen.55
3.5 De waarde van een digitale tentoonstelling voor wetenschapsmusea
Voor wetenschapsmusea is een digitale tentoonstelling interessant omdat zij vaak afgebakende
deelcollecties en thematiek van elkaar onderscheiden wat zich sterk leent voor museale en visuele
presentaties.
3.5.1 De bekendheid van wetenschapsmusea bij het brede publiek?
Het Universiteitsmuseum houdt zich in Nederland naast Science Centers als Nemo in Amsterdam en musea als
Naturalis, het Teylers Museum en Museum Boerhaave bezig met wetenschap.. Wetenschapsmusea zijn er voor
een breed publiek. Ze worden bezocht door schoolgroepen, gezinnen met kinderen, studenten en
geïnteresseerden.
Een wetenschappelijke collectie kan op verschillende manieren publiek aanspreken. De collectie is fascinerend,
actueel en leerzaam voor zowel publiek dat minder bekend is met wetenschap als voor onderzoekers.
Wetenschapsmusea brengen bovendien complexe informatie over tal van onderwerpen in de wetenschap.
55
J.P. Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van
historische voorwerpen (Zwolle 2005) 101
Figuur 24. Evidence, exploratorium.edu
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas
Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Verander het innoveren
Verander het innoverenVerander het innoveren
Verander het innoverenErfgoed 2.0
 
Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013
Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013
Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013Erfgoed 2.0
 
Relevantie van kleinere musea voor de samenleving
Relevantie van kleinere musea voor de samenlevingRelevantie van kleinere musea voor de samenleving
Relevantie van kleinere musea voor de samenlevingErfgoed 2.0
 
tentoonstellen en nieuwe media
tentoonstellen en nieuwe mediatentoonstellen en nieuwe media
tentoonstellen en nieuwe mediaErfgoed 2.0
 
Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1
Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1
Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1Erfgoed 2.0
 
content in context
content in contextcontent in context
content in contextErfgoed 2.0
 
Interactieve routes bij musea
Interactieve routes bij museaInteractieve routes bij musea
Interactieve routes bij museaErfgoed 2.0
 
Crossmedia is bereik
Crossmedia is bereikCrossmedia is bereik
Crossmedia is bereikErfgoed 2.0
 
'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)
'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)
'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)Erfgoed 2.0
 

Andere mochten auch (9)

Verander het innoveren
Verander het innoverenVerander het innoveren
Verander het innoveren
 
Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013
Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013
Summary of the Portico CoP meeting in Ghent, 2013
 
Relevantie van kleinere musea voor de samenleving
Relevantie van kleinere musea voor de samenlevingRelevantie van kleinere musea voor de samenleving
Relevantie van kleinere musea voor de samenleving
 
tentoonstellen en nieuwe media
tentoonstellen en nieuwe mediatentoonstellen en nieuwe media
tentoonstellen en nieuwe media
 
Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1
Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1
Scriptie AR als communicatiemiddel voor musea 1
 
content in context
content in contextcontent in context
content in context
 
Interactieve routes bij musea
Interactieve routes bij museaInteractieve routes bij musea
Interactieve routes bij musea
 
Crossmedia is bereik
Crossmedia is bereikCrossmedia is bereik
Crossmedia is bereik
 
'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)
'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)
'Nieuwe media versus museumteksten' scriptie s.nelis (1)
 

Ähnlich wie Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas

Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)
Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)
Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)Erfgoed 2.0
 
INCCA : kennis delen en verrijken
INCCA : kennis delen en verrijkenINCCA : kennis delen en verrijken
INCCA : kennis delen en verrijkenOKBN
 
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...Pieter van der Hijden
 
Businessmodel innovatie cultureel_erfgoed final
Businessmodel innovatie cultureel_erfgoed finalBusinessmodel innovatie cultureel_erfgoed final
Businessmodel innovatie cultureel_erfgoed finalRob Blaauboer
 
Erika Hokke: Stichting Archief Publicaties Annual
Erika Hokke: Stichting Archief Publicaties AnnualErika Hokke: Stichting Archief Publicaties Annual
Erika Hokke: Stichting Archief Publicaties AnnualNetwerk Digitaal Erfgoed
 
KVAN-dagen 2013 - Kiezen! - Programma
KVAN-dagen 2013 - Kiezen! - ProgrammaKVAN-dagen 2013 - Kiezen! - Programma
KVAN-dagen 2013 - Kiezen! - ProgrammaKVANdagen
 
Presentatie plenairev1
Presentatie plenairev1Presentatie plenairev1
Presentatie plenairev1FARO
 
KVAN-dagen 2014 - Programma
KVAN-dagen 2014 - ProgrammaKVAN-dagen 2014 - Programma
KVAN-dagen 2014 - ProgrammaKVANdagen
 
Archiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief Amsterdam
Archiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief AmsterdamArchiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief Amsterdam
Archiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief AmsterdamMarc Holtman
 
Open online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveld
Open online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveldOpen online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveld
Open online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveldRobert Schuwer
 
Cultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heen
Cultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heenCultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heen
Cultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heenPACKED vzw
 
Kenta Informatievaardigheden 20070626
Kenta Informatievaardigheden 20070626Kenta Informatievaardigheden 20070626
Kenta Informatievaardigheden 20070626Alexander Stierman
 
Inleiding wikiwerkplaatsen Limburg
Inleiding wikiwerkplaatsen LimburgInleiding wikiwerkplaatsen Limburg
Inleiding wikiwerkplaatsen LimburgEdwin Mijnsbergen
 
Getting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdf
Getting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdfGetting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdf
Getting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdfMargaret Gold
 
Voorstelling van een toolbox | Sylvie Maes
Voorstelling van een toolbox | Sylvie MaesVoorstelling van een toolbox | Sylvie Maes
Voorstelling van een toolbox | Sylvie MaesFARO
 

Ähnlich wie Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas (20)

Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)
Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)
Businessmodel innovatie cultureel erfgoed (BMICE)
 
INCCA : kennis delen en verrijken
INCCA : kennis delen en verrijkenINCCA : kennis delen en verrijken
INCCA : kennis delen en verrijken
 
Marnix van Berchum; The art of sharing: open acces - open arts
Marnix van Berchum; The art of sharing: open acces - open artsMarnix van Berchum; The art of sharing: open acces - open arts
Marnix van Berchum; The art of sharing: open acces - open arts
 
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
Referenties bij de workshop "STEM-activiteiten ontwikkelen"; Pieter van der H...
 
Businessmodel innovatie cultureel_erfgoed final
Businessmodel innovatie cultureel_erfgoed finalBusinessmodel innovatie cultureel_erfgoed final
Businessmodel innovatie cultureel_erfgoed final
 
Erika Hokke: Stichting Archief Publicaties Annual
Erika Hokke: Stichting Archief Publicaties AnnualErika Hokke: Stichting Archief Publicaties Annual
Erika Hokke: Stichting Archief Publicaties Annual
 
KVAN-dagen 2013 - Kiezen! - Programma
KVAN-dagen 2013 - Kiezen! - ProgrammaKVAN-dagen 2013 - Kiezen! - Programma
KVAN-dagen 2013 - Kiezen! - Programma
 
Presentatie plenairev1
Presentatie plenairev1Presentatie plenairev1
Presentatie plenairev1
 
Inge Schoups m002
Inge Schoups m002Inge Schoups m002
Inge Schoups m002
 
KVAN-dagen 2014 - Programma
KVAN-dagen 2014 - ProgrammaKVAN-dagen 2014 - Programma
KVAN-dagen 2014 - Programma
 
Archiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief Amsterdam
Archiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief AmsterdamArchiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief Amsterdam
Archiefdagen 2019 Presentatie Stadsarchief Amsterdam
 
Flyer Links-Up Dutch
Flyer Links-Up DutchFlyer Links-Up Dutch
Flyer Links-Up Dutch
 
Open online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveld
Open online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveldOpen online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveld
Open online onderwijs, kansen voor verbinding van de opleiding met het werkveld
 
Cultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heen
Cultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heenCultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heen
Cultuurforum 2016 Samenwerking over grenzen heen
 
20221110_PRESENTATIE Sectordag musea.pptx
20221110_PRESENTATIE Sectordag musea.pptx20221110_PRESENTATIE Sectordag musea.pptx
20221110_PRESENTATIE Sectordag musea.pptx
 
Kenta Informatievaardigheden 20070626
Kenta Informatievaardigheden 20070626Kenta Informatievaardigheden 20070626
Kenta Informatievaardigheden 20070626
 
Inleiding wikiwerkplaatsen Limburg
Inleiding wikiwerkplaatsen LimburgInleiding wikiwerkplaatsen Limburg
Inleiding wikiwerkplaatsen Limburg
 
Getting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdf
Getting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdfGetting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdf
Getting Started with Citizen Science - Principles & Matrix.pdf
 
Voorstelling van een toolbox | Sylvie Maes
Voorstelling van een toolbox | Sylvie MaesVoorstelling van een toolbox | Sylvie Maes
Voorstelling van een toolbox | Sylvie Maes
 
Open Cultuur Data
Open Cultuur DataOpen Cultuur Data
Open Cultuur Data
 

Mehr von Erfgoed 2.0

Nom storytelling-icomrus
Nom storytelling-icomrusNom storytelling-icomrus
Nom storytelling-icomrusErfgoed 2.0
 
Sustainable Development Goals and Values for Museum
Sustainable Development Goals and Values for MuseumSustainable Development Goals and Values for Museum
Sustainable Development Goals and Values for MuseumErfgoed 2.0
 
8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen
8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen
8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgenErfgoed 2.0
 
Storytelling workshop - den13042017
Storytelling workshop - den13042017Storytelling workshop - den13042017
Storytelling workshop - den13042017Erfgoed 2.0
 
Storytelling museumstudies-vs2
Storytelling museumstudies-vs2Storytelling museumstudies-vs2
Storytelling museumstudies-vs2Erfgoed 2.0
 
Storytelling at Museum Siam
Storytelling at Museum SiamStorytelling at Museum Siam
Storytelling at Museum SiamErfgoed 2.0
 
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2Erfgoed 2.0
 
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1Erfgoed 2.0
 
Wikipedia in de openbare bibliotheek - Erasmus
Wikipedia in de openbare bibliotheek - ErasmusWikipedia in de openbare bibliotheek - Erasmus
Wikipedia in de openbare bibliotheek - ErasmusErfgoed 2.0
 
Co-creatie, Vrijwillige fotografen project
Co-creatie, Vrijwillige fotografen projectCo-creatie, Vrijwillige fotografen project
Co-creatie, Vrijwillige fotografen projectErfgoed 2.0
 
Haagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-Tale
Haagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-TaleHaagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-Tale
Haagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-TaleErfgoed 2.0
 
Spelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoed
Spelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoedSpelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoed
Spelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoedErfgoed 2.0
 
Dit is mijn museum!
Dit is mijn museum!Dit is mijn museum!
Dit is mijn museum!Erfgoed 2.0
 
digitaal herinneren in de stad - Kelly Mostert
digitaal herinneren in de stad - Kelly Mostertdigitaal herinneren in de stad - Kelly Mostert
digitaal herinneren in de stad - Kelly MostertErfgoed 2.0
 
Digitaal herinneren in de stad
Digitaal herinneren in de stadDigitaal herinneren in de stad
Digitaal herinneren in de stadErfgoed 2.0
 
Minor pm nwstmedia
Minor pm nwstmediaMinor pm nwstmedia
Minor pm nwstmediaErfgoed 2.0
 
Actie interactie
Actie   interactieActie   interactie
Actie interactieErfgoed 2.0
 

Mehr von Erfgoed 2.0 (20)

Nom storytelling-icomrus
Nom storytelling-icomrusNom storytelling-icomrus
Nom storytelling-icomrus
 
Sustainable Development Goals and Values for Museum
Sustainable Development Goals and Values for MuseumSustainable Development Goals and Values for Museum
Sustainable Development Goals and Values for Museum
 
Flevoland
Flevoland Flevoland
Flevoland
 
Give board13
Give board13Give board13
Give board13
 
GIVE model
GIVE modelGIVE model
GIVE model
 
8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen
8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen
8 digitale en sociale vaardigheden die kinderen moeten meekrijgen
 
Storytelling workshop - den13042017
Storytelling workshop - den13042017Storytelling workshop - den13042017
Storytelling workshop - den13042017
 
Storytelling museumstudies-vs2
Storytelling museumstudies-vs2Storytelling museumstudies-vs2
Storytelling museumstudies-vs2
 
Storytelling at Museum Siam
Storytelling at Museum SiamStorytelling at Museum Siam
Storytelling at Museum Siam
 
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak2
 
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1
Postgraduaat cocreatie-erfgoedzaak-1
 
Wikipedia in de openbare bibliotheek - Erasmus
Wikipedia in de openbare bibliotheek - ErasmusWikipedia in de openbare bibliotheek - Erasmus
Wikipedia in de openbare bibliotheek - Erasmus
 
Co-creatie, Vrijwillige fotografen project
Co-creatie, Vrijwillige fotografen projectCo-creatie, Vrijwillige fotografen project
Co-creatie, Vrijwillige fotografen project
 
Haagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-Tale
Haagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-TaleHaagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-Tale
Haagse Herinneringen, van verhalentafel tot Digi-Tale
 
Spelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoed
Spelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoedSpelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoed
Spelen met het verleden? Digitale games en (stedelijk) cultureel erfgoed
 
Dit is mijn museum!
Dit is mijn museum!Dit is mijn museum!
Dit is mijn museum!
 
digitaal herinneren in de stad - Kelly Mostert
digitaal herinneren in de stad - Kelly Mostertdigitaal herinneren in de stad - Kelly Mostert
digitaal herinneren in de stad - Kelly Mostert
 
Digitaal herinneren in de stad
Digitaal herinneren in de stadDigitaal herinneren in de stad
Digitaal herinneren in de stad
 
Minor pm nwstmedia
Minor pm nwstmediaMinor pm nwstmedia
Minor pm nwstmedia
 
Actie interactie
Actie   interactieActie   interactie
Actie interactie
 

Digitaal tentoonstellen bachelorscriptie_evathomas

  • 1. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 1 ‘Een dynamisch evenwicht vinden’ Richtlijnen voor het in context presenteren van wetenschappelijke collecties op het web Een onderzoek naar het inhoudelijke concept, de functionaliteit en het publieksbereik van digitale tentoonstellingen Afstudeerscriptie Reinwardt Academie Door Eva Thomas 7 oktober 2010
  • 2. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 2 Een onderzoek naar het inhoudelijke concept, de functionaliteit en het publieksbereik van digitale tentoonstellingen. Onderzoeker: Eva Thomas E-mail: thomas.eva.c@gmail.com Mei – Oktober 2010 Afstudeeronderzoek Reinwardt Academie 7 oktober 2010
  • 3. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 3 Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdstuk 1. De digitale tentoonstelling 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Het omschrijven van het begrip digitale tentoonstelling 9 1.2.1 Het productlandschap van het Universiteitsmuseum 10 1.2.2 De digitale tentoonstelling als informatiedienst 10 1.2.3 Meer dan een collectiedatabase 12 1.2.4 De digitale tentoonstelling als presentatie van de collectie 12 1.3 De tentoonstelling in een digitale vorm 13 1.4 De meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor de erfgoedsector 15 1.5 Doelstellingen voor het digitaal tentoonstellen van collecties 16 Hoofdstuk 2. De elementen en functies in een digitale tentoonstelling 18 2.1 Inleiding 18 2.2 De inhoud van een digitale tentoonstelling 20 2.3 Functionaliteit in een digitale tentoonstelling 22 2.4 De gebruikswaarde van een digitale tentoonstelling voor het publiek 23 2.5 Kennisoverdracht en communicatie in een digitale tentoonstelling 23 2.5.1 De digitale tentoonstelling als bron van informatie 24 2.5.2 De toegankelijkheid van de collectie in een digitale tentoonstelling 24 2.5.3 Kennisoverdracht door het inzetten van mediale middelen 24 2.5.4 De beleving van authenticiteit en representatie 24 2.5.5 Interactieve elementen in een digitale tentoonstelling 24 2.6 Verschillende vormen van digitale tentoonstellingen 25 2.7 Succesfactoren in een digitale tentoonstelling 29 Hoofdstuk 3. Het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie 31 3.1 Inleiding 31 3.1.1. Wat is wetenschap? 32 3.1.2 Het populariseren van wetenschap 32 3.1.3 Kennismanagement en het communiceren over wetenschap 32 3.2 Het museum over wetenschap, het discoverymusea 33 3.2.1. Wetenschapsmusea 33 3.2.2 Science Centers 34 3.2.3 Universiteitsmusea 34 3.2.4 Kennis en leren in het discoverymuseum 34 3.2.5 Wetenschapscommunicatie 35 3.2.6 De doelstellingen van Unicum 35 3.3 Wetenschappelijke collecties 36 3.3.1 Wat is een wetenschappelijke collectie? 36 3.3.2 Thema’s en collecties in wetenschapsmusea 36 3.3.3 Modellen in onderzoek en onderwijs 37 3.3.4 Onderwijsplaten 38 3.3.5 De wetenschappelijke publicatie 38 3.4 Wetenschappelijke collecties op het web 41 3.4.1 De digitale tentoonstelling over wetenschap 41 3.4.2 Een presentatie van onderzoek 42 3.4.3 Informatie op objectniveau en informatie uit de functie en betekenis 42 3.4.4 Informatie van de context 42 3.4.5 Verschillende contexten 43 3.5 De waarde van een digitale tentoonstelling voor het wetenschapsmuseum 43 3.5.1 Hoe bekend is het brede publiek met wetenschap 43 3.5.2 De digitale tentoonstelling als overdrachtsvorm 44 3.5.3 De digitale tentoonstelling voor onderwijs en educatieve doeleinden 44 3.5.4 De digitale tentoonstelling voor onderzoeksdoeleinden 44 3.5.5 Entertainment in een digitale tentoonstelling 45 3.6 Objecten in context, een digitaliseringproject van het Universiteitsmuseum 45
  • 4. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 4 Hoofdstuk 4 Het publieksbereik van en digitale tentoonstelling 50 4.1 Inleiding 50 4.2 Criteria en aandachtspunten voor het bereiken van een breed publiek 51 4.2.1 Involvement in science 52 4.2.2 Waarom is de digitale tentoonstelling geschikt voor het bereiken van een breed publiek? 52 4.2.3 Personalisatie 52 4.2.4 Aandachtspunten met betrekking tot de inhoudelijke kwaliteit van de digitale tentoonstelling 52 4.2.5 Aandachtspunten met betrekking tot de functionaliteit in een digitale tentoonstelling 52 4.2.6 Doelgroepdifferentiatie 53 4.3 Het aanspreken van de gewenste doelgroepen 53 4.3.1 Fysiek versus virtueel bezoek aan het museum 53 4.3.2 De virtuele bezoeker 53 4.3.3 Meerdere doelgroepen bereiken 54 4.3.4 Gezinnen met kinderen 54 4.3.5 Schoolgroepen 55 4.3.6 Wetenschappers 55 4.3.7 Studenten en geïnteresseerden 55 4.4 Beleven, leren en ervaren in een digitale tentoonstelling 56 4.4.1 Wat is een online belevenis 56 4.4.2 De denker en de doener, twee leerstijlen in het UM 57 4.4.3 Beleving in een digitale tentoonstelling 58 4.4.4 Meerdere leerniveaus 59 4.4.5 Het publiekseffect 59 4.5 De waarde van flow in een digitale tentoonstelling 60 Hoofdstuk 5. Van een inhoudelijk concept naar een vorm 64 5.1 Inleiding 64 5.2 De digitale tentoonstelling als product van een digitaliseringproject 64 5.2.1 Wat kenmerkt een digitaliseringproject? 64 5.2.2 Het ontsluiten van collecties 64 5.2.3 Registratie en digitalisering 65 5.2.4 Digitale duurzaamheid 65 5.3 De organisatie in een digitaliseringproject 65 5.3.1 De projectorganisatie 65 5.3.2 Wie zijn er betrokken bij een digitaliseringproject 66 5.3.3 De projectcoördinatie 66 5.3.4 De wensen van de projectmedewerkers 67 5.4 De inhoud bepalen van een digitale tentoonstelling 68 5.5 De presentatie van de collectie in een digitale tentoonstelling 69 5.6 Middelen en beheersfactoren voor het ontwikkelen van een digitale tentoonstelling 71 5.7 Het ontwikkelen van een digitale tentoonstelling in fasen 72 5.8 Aandachtspunten en valkuilen 73 Hoofdstuk 6: Eisen voor het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie 75 met het oog op de brede museumdoelgroep. 6.1 Inleiding 75 6.2 Aanbevelingen met betrekking tot de productontwikkeling 75 6.3 Functionele kwaliteit in een digitale tentoonstelling 75 6.4 De inhoudelijke kwaliteit in de digitale tentoonstelling 77 6.4.1 Gelaagdheid van informatie 77 6.4.2 Thema-uitwerking 77 6.4.3 Tekst en informatie over wetenschap 77 6.4.4 Associaties en gelaagdheid 78 6.4.5 Illustratie, logo’s en grafische elementen 79 6.4.6 Inhoudelijke elementen die bijdragen aan beleving, bereik en betrokkenheid 79 6.5 Eisen voor de online collectiedatabase 79 6.6 Interactieve elementen 81 6.7 Aanbevelingen voor de procesontwikkeling 84 6.8 Op de korte termijn 84 6.9 Op de lange termijn 84 Hoofdstuk 7: Het maken van een functioneel ontwerp 86 Conclusie van het onderzoek 94
  • 5. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 5 Inleiding In de erfgoedsector is er veel aandacht voor het digitaal ontsluiten en toegankelijk maken van collecties. Nieuwe media worden steeds meer gebruikt. De mogelijkheden om collecties met digitale, multimediale en interactieve informatiedragers te ontsluiten zijn talrijk. Het betreft hier ontwikkelingen in het werkveld zoals sociale mediatoepassingen en digitale tentoonstellingen. Een digitaal product is niet meer per definitie gekoppeld aan een fysiek product zoals een tentoonstelling. Het ontwikkelen van een digitale tentoonstelling is een uitdaging en tegelijkertijd een kans voor het museum. Het gaat niet langer om ‘het ontsluiten om het ontsluiten’ maar men maakt een digitaal product voor het publiek. In een digitale tentoonstelling kan men meer collecties tonen en maakt men deze voor een breed publiek toegankelijk. In een digitale tentoonstelling presenteert men voorwerpen in een context waardoor collecties meer betekenis krijgen. Universiteiten en wetenschapsmusea hechten veel waarde aan het online presenteren van hun collecties. Wetenschappelijke collecties wil men behouden en digitaal ontsluiten omdat ze van cultuurhistorische waarde zijn en van belang voor onderzoek en onderwijsdoeleinden. Universiteitsmusea kunnen verschillende doelgroepen aanspreken door collecties relevant te maken en te houden. De hoofdvraag van dit onderzoek is: Wat zijn de eisen voor het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie met het oog op de brede museumdoelgroep? De doelstellingen van het onderzoek Het digitaal tentoonstellen onderzoeken als nieuwe ontwikkeling in de erfgoedsector Het digitaal tentoonstellen als nieuwe ontwikkeling in de erfgoedsector wordt in de literatuur nog weinig genoemd. In dit onderzoek is uiteengezet wat men in het werkveld onder een digitale tentoonstelling verstaat. Tegelijkertijd wordt de meerwaarde van het digitaal tentoonstellen genoemd ten opzichte van het fysiek tentoonstellen. Dit onderzoek heeft als doel meer grip te krijgen op het fenomeen ‘digitaal tentoonstellen’. Wat zijn de doelstellingen, de uitgangspunten en de ervaring van erfgoedinstellingen met digitaal tentoonstellen? Welke keuzes worden gemaakt en waarom? De laatste jaren is er een vruchtbare samenwerking tot stand gekomen tussen erfgoedinstellingen en wetenschappelijke informatici. In projecten probeert men samen methoden en technieken te ontwikkelen waarmee collectiebeheerders hun collecties beter kunnen beheren of toegankelijk maken.1 Het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie Men is nog zoekende in het proces van digitaal tentoonstellen en het ontwikkelen van digitale tentoonstellingen. Het Universiteitsmuseum Utrecht is verbonden aan het project Unicum, een initiatief van de Stichting Academisch Erfgoed. Unicum is een technisch project met de nadruk op gemeenschappelijke uitwisseling en kennis omtrent het digitaal ontsluiten en toegankelijk maken van Academisch erfgoed. Een van de doelstellingen in het project is de gezamenlijke vaststelling van standaarden. Het digitaliseringproject ‘objecten in context’ is een deelproject van het Universiteitsmuseum Utrecht, de casus in dit onderzoek. De scriptie gaat over het in context presenteren van wetenschap Het proces van een digitaliseringproject ‘van een inhoudelijk concept naar een vorm’ Aan bod komen het publieksbereik en de functionaliteit van digitale tentoonstellingen. Hoe werkt men van een inhoudelijk concept naar een ontwerp toe? Wat kenmerkt een digitaliseringproject? Waar moet men rekening mee houden? Wat zijn de valkuilen? 1 A. van Nispen, Van de kast naar de scannen naar het semantische web: Digitale ontsluiting van cultureel erfgoedmateriaal in projectvorm (Den Haag 2008) www.den.nl/docs/20080123163646 (geraadpleegd op 15 mei 2010)
  • 6. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 6
  • 7. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 7 Afbakening van het onderzoek De onderwerpen die aan de orde komen in dit onderzoek zijn: het inhoudelijke concept, de functionaliteit en het publieksbereik van digitale tentoonstellingen. In opdracht van het Universiteitsmuseum heb ik de mogelijkheden van deze presentatievorm onderzocht. De nadruk in het onderzoek ligt op het digitaal ontsluiten van wetenschappelijke collecties, maar het begrip wordt ook in een bredere context geplaatst. Aan bod komt hoe je de vertaalslag maakt van een inhoudelijk concept naar een vorm in een digitale tentoonstelling. Dit onderzoek gaat niet over de technische uitvoering van het digitaal tentoonstellen. Het onderzoek sluit aan bij verschillende samenwerkingsprojecten zoals Unicum en het onderzoeksterrein van Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) en Instituut Collectie Nederland (ICN). Het onderzoek vond plaats in samenwerking met het Universiteitsmuseum Utrecht en is interessant voor iedereen die zich bezighoudt met digitaal tentoonstellen en/of collectie-informatiemanagement in de erfgoedsector. Verantwoording en werkwijze Literatuuronderzoek en een analyse van bestaande digitale producten gaven mij meer inzicht in het digitaal ontsluiten van museale collecties in Nederland en in het buitenland. Op basis van dit onderzoek heb ik verschillende elementen en functies en type producten van elkaar onderscheiden en een vorm vinden die het beste aansloot bij het Universiteitsmuseum. Het publieksbereik is een belangrijk aspect in dit onderzoek. Vraag en aanbod spelen een rol bij het ontwikkelen van veel producten. Daarom zijn de wensen en de behoeften van de doelgroepen van het UM in kaart gebracht. Succesverhalen, ervaringen en kennis delen in samenwerkingsprojecten en bijeenkomsten dragen bij aan de kwaliteit van digitale producten. Als extern onderzoeker, in het kader van het afstuderen aan de Reinwardt Academie, was ik betrokken bij het digitaliseringproject ‘objecten in context’ in het Universiteitsmuseum en kreeg ik een goed beeld van het proces, de fasen en de werkzaamheden tijdens het project. In deze scriptie staat de vertaalslag van de theorie naar de praktijk centraal. De titel van deze scriptie ‘een dynamische evenwicht vinden’ komt voort uit het feit dat men in de erfgoedsector nog zoekende is in het vinden van een dynamisch evenwicht in het ontwerpproces en in de digitale tentoonstelling als product. De scriptie omvat zeven hoofdstukken. Hoofdstuk 1 gaat over het vaststellen van een definitie voor het begrip digitale tentoonstelling. Aan verschillende professionals op het gebied van digitaal erfgoed is gevraagd wat zij verstaan onder een digitale tentoonstelling. De elementen en functies in digitale tentoonstellingen worden in hoofdstuk 2 uiteengezet. Deze worden toegelicht met een aantal voorbeelden van digitale tentoonstellingen in de erfgoedsector Het onderzoek richt zich in het bijzonder op het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie. In Hoofdstuk 3 worden de volgende vragen beantwoord: - Wat is een wetenschappelijke collectie? - Wat is de meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor het Universiteitsmuseum? - En waarom is de digitale tentoonstelling een geschikte overdrachtsvorm? Het project Objecten in context in het Universiteitsmuseum Utrecht is de casus in dit onderzoek Vervolgens komt aan bod hoe men publiek bereik in een digitale tentoonstelling en de beleving van een digitale tentoonstelling. In hoofdstuk 4 staat de volgende vraag centraal: Wat zijn de wensen en verwachtingen van de doelgroepen van het UM met betrekking tot de inhoud en de communicatievorm van digitale tentoonstellingen? Het vertalen van een inhoudelijk concept naar een vorm in een digitale tentoonstelling en welke stappen hiervoor nodig zijn wordt uiteengezet in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn de eisen opgesteld voor het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie van het Universiteitsmuseum met het oog op de brede museumdoelgroep. Op welke wijze kan het UM het gewenste publiekseffect bereiken bij de doelgroep in de digitale tentoonstelling? En welke functies en elementen zijn het meest geschikt om in te zetten in de digitale tentoonstelling? De toelichting bij het functioneel ontwerp omvat hoofdstuk 7 waarin de hoofdlijn en de speerpunten in de digitale tentoonstelling aan bod komen. Hoe vertaal je het inhoudelijke concept naar een vorm in de digitale tentoonstelling?
  • 8. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 8 Een digitale tentoonstelling is een verdieping van hetgeen wat in het museum wordt getoond 2 2 Zie voor de citaten over digitaal tentoonstellen bijlage 3, de interviews
  • 9. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 9 Hoofdstuk 1. De digitale tentoonstelling 1.1 Inleiding Musea maken veel gebruik van digitale middelen om het publieksbereik te vergroten. Digitale producten in het museum zijn in de eerste plaats gebruiksvriendelijke websites, maar ook online collectiedatabases, digitale gedeeltes bij wisseltentoonstellingen, erfgoedgames en nieuwsbrieven worden gebruikt. Het internet is een van de meest gebruikte communicatievoorzieningen van deze tijd en in de netwerksamenleving van tegenwoordig wil men toegang hebben tot informatie. Een nieuwe ontwikkeling in de erfgoedsector is de digitale tentoonstelling. Digitale tentoonstellingen functioneren meestal los van fysieke tentoonstellingen in het museum. In digitale tentoonstellingen worden collecties voor een breed publiek toegankelijk en de bezoeker kan informatie verzamelen en kennis vergaren zonder gebonden te zijn aan tijd of plaats. Het in context presenteren van collecties is een van de doelstellingen in een digitale tentoonstelling. De volgende vragen staan centraal in dit hoofdstuk. • Wat is een digitale tentoonstelling? • Wat is de meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor het museum? • Met welk doel worden digitale tentoonstellingen gemaakt? Het project ‘Objecten in context’ van het Universiteitsmuseum Utrecht (case) is een voorbeeldproject voor het in context presenteren van een wetenschappelijke collectie in een digitale tentoonstelling. 1.2 Het omschrijven van het begrip ‘digitale tentoonstelling’ De term digitale tentoonstelling dekt niet helemaal de lading en tijdens het onderzoek werd duidelijk dat er nog geen goede benaming bestaat. Dat heeft te maken met de geringe bekendheid van het fenomeen bij publiek. Een ander woord voor digitale tentoonstelling is de webexpositie. Al zou je een website ook een digitaal product kunnen noemen. In de toekomst zou een betere benaming de herkenbaarheid vergroten. Een digitale tentoonstelling is een online product. Een bezoeker beleeft een digitale tentoonstelling anders dan een bezoek aan het museum. Het ontwerpproces en de doelstellingen komen enigszins overeen. De uitvoering van beide producten is weer heel verschillend. Het begrip digitale tentoonstelling kan als volgt worden gedefinieerd: Digitaliseren is het omzetten van een analoge bron naar een digitaal bestandsformaat.3 Een multimediale presentatie kent een andere architectuur als traditionele presentaties zoals tentoonstellingen of boeken. Er is sprake van en hypertekststructuur waarbij navigatie en de structuur een belangrijke rol spelen. De toegankelijkheid van de inhoud is afhankelijk van de manier waarop die is geordend en er doorheen kan worden genavigeerd. De wijze van ordenen en structureren van de inhoud is sterk afhankelijk van de doelgroep waarvoor de presentatie is gemaakt.4 Dit is een technische omschrijving van het begrip Een meer volledige omschrijving is de volgende: ‘Een digitale tentoonstelling is een (object) presentatie die met een (samenhangend) verhaal of thema een bepaald gegeven aan de webbezoeker presenteert, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van digitaal presenteren (zoals het linken van objecten en verhalen, toevoegen van contextinformatie, gebruik van nieuwe media etc.)’5 Een digitale tentoonstelling staat los van de website van het museum. Praktische informatie vindt men op de website van het museum. In een digitale tentoonstelling is er sprake van een gedigitaliseerde collectie en er worden meerdere media ingezet. Veelal wordt er een verhaal verteld, of thematiek uiteengezet. Hetgeen ook wel story-telling wordt genoemd. De bezoeker heeft in de digitale tentoonstelling de mogelijkheid om op meerdere manieren de collectie te bekijken of geïnformeerd te worden over de collectie. Dat kan in een erfgoedgame, in een online database, in videomateriaal. Ook de vormgeving, de sitestructuur en de keuze voor de elementen en functies vormen een coherent geheel. 3 Annemarie Beunen, René van Horik en Janneke Kersen, Cultureel erfgoed Digitaal, leidraad bij projecten (Den Haag 2004) 9 4 Ibidem 17 5 Citaat van Jet Blokhuis, zie bijlage 3
  • 10. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 10 1.2.1 Het productlandschap van het Universiteitsmuseum Utrecht Het Universiteitsmuseum is het wetenschapsmuseum van de Universiteit Utrecht. De missie van het museum is om kennis te delen met een breed publiek en de interesse bij het publiek in wetenschap en wetenschapsbeoefening te stimuleren. De wetenschapscollecties die het museum beheert en presenteert hebben betrekking op wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten van de Universiteit Utrecht. Deze collecties worden gepresenteerd in tentoonstellingen. Tevens organiseert het UM evenementen, rondleidingen en onderwijsprojecten. De hoofddoelgroep van het museum zijn gezinnen met kinderen in de leeftijd van 9 tot en met 14 jaar. Schoolgroepen zijn ook een belangrijke doelgroep voor het museum. De algemene doelstellingen van het UM (deze gelden voor alle producten en diensten): • een bijdrage leveren aan een positief kritische houding ten aanzien van wetenschap • bezoekers stimuleren en uitdagen een onderzoekende houding aan te nemen6 In dit onderzoek richt ik me op de digitale producten en diensten van het UM De digitale producten van het UM zijn: • een website met algemene informatie en een site voor kinderen (jeugdlab). • een digitaal gedeelte bij wisseltentoonstellingen. • een aantal relevante overkoepelende websites voor onder andere lesmateriaal Een digitaal product, waarbij de collectie in context wordt aangeboden, voor een breed publiek heeft het UM nog niet. In een digitale tentoonstelling kan het UM meer objecten tonen dan in de fysieke presentaties mogelijk is. Men wil het publiek meer betrekken bij, enthousiasmeren voor en informeren over thema’s in het museum. En tevens is een doel om publiek voor te bereiden of te prikkelen voor een bezoek aan het museum. Zie figuur 1 voor het productlandschap van het UM. 1.2.2 De digitale tentoonstelling als informatiedienst Het UM ontwikkelt verschillende producten en diensten. Daarbij kun je onderscheid maken tussen offline producten en online producten. Offline producten in het museum zijn tentoonstellingen en evenementen, rondleidingen en educatieve programma’s. Online producten zoals websites en digitale tentoonstellingen vergroten het publieksbereik. Het is belangrijk voor de positionering van musea om een dynamisch evenwicht vindt tussen online en offline producten. Websites van erfgoedinstellingen worden steeds verder ontwikkeld en er zijn grote verschillen ontstaan tussen enerzijds instellingen die inhoudelijk informatie beschikbaar stellen en anderzijds instellingen die met name praktische informatie op hun website verschaffen. Aan de hand van de ontwikkelingen in de erfgoedsectoren kunnen in het digitaliseren van erfgoed vier fasen worden onderscheiden: 1. het beschikbaar stellen van catalogussen 2. het creëren van portals. Een portal is een webtoegang, een website die is bedoeld als startpunt bij het surfen op internet en die doorklikmogelijkheden naar andere sites bevat. 3. Sectoroverkoepelende sites 4. web 2.0 toepassingen die de interactiviteit tussen gebruikers bevorderen en waarbij de gebruiker zelf meedenkt en meebeslist7 De digitale tentoonstelling is een informatiedienst. In het registratieplan en het digitaliseringplan van musea beschrijft men de speerpunten met betrekking tot de informatievoorziening in het museum. Het collectieregistratie-programma is een informatiesysteem in het museum. Met een online collectiedatabase worden de objectgegevens ook toegankelijk voor externe gebruikers. De mogelijkheden van een zoeksysteem vergroten de doorzoekbaarheid en de vindbaarheid van informatie over objecten en collecties in het museum. 6 Subsidieaanvraag voor het project ‘Object in context’, Universiteitsmuseum Utrecht (Utrecht 2009) 7 Henrieke Wubs en Frank Huysmans, Klik naar het verleden, een onderzoek naar gebruikers van digitaal erfgoed: hun profielen en zoekstrategieën (Den Haag 2006) 10
  • 11. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 11 Figuur 1. Het productlandschap van het UM Het Museumbezoek Het museumgebouw De oude hortus Evenementen Tentoonstellingen Onderwijsactiviteiten Het jeugdlab Voor de virtuele bezoeker De museumwebsite Bezoekinformatie en algemene informatie, pr en marketing Digitaal gedeelte bij wisseltentoonstellingen Verrijkingsstof, Science center op school, Utrechtse Centrum voor de Kunsten Lesmateriaal, activiteiten, werkbladen website van het jeugdlab Proefjes, presentatie van jeugdlab Een nieuw digitaal product De digitale tentoonstelling Ontsluiting, toegankelijkheid, objecten in context. Voor een breed publiek.
  • 12. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 12 1.2.3 Collecties ontsluiten, meer dan een objectdatabase online toegankelijk maken Een database lijkt in eerste instantie de meest geavanceerde en ideale manier om een collectie te presenteren. Deze is op verschillende kenmerken doorzoekbaar en biedt gestructureerd feitelijke gegevens aan. Toch is het eigenlijk ook wat gemakzuchtig, het is niet veel meer dan de objectdatabase, die door de museummedewerkers gebruikt wordt, aanbieden aan de bezoeker. Als leek moet je goed weten waar je naar zoekt om profijt te hebben van zo’n collectiedatabase. Daarbij geeft het zoekresultaat weinig publieksvriendelijke informatie, zoals achtergronden en geschiedenis van een object. Een browsercollectie8 is dan eigenlijk geschikter, vanwege de zelfverkennende en associatieve mogelijkheden.9 De samenhang tonen tussen verzamelingen en verbanden leggen tussen collecties heeft meerwaarde omdat er de bezoeker de objecten in een context ziet. Het biedt mogelijkheden die de fysieke presentatie in een gebouw niet kent: zoals het leggen van verschillende dwarsverbanden tussen collectiestukken en de mogelijkheid voor de bezoeker zelf associatieve verbanden te laten leggen. In een digitale tentoonstelling maakt men gebruik van verschillende webapplicaties. Applicaties dragen bij aan het implementeren van software zoals webmail, e-commerce, webforums en blogs. Het internet is een krachtig medium in deze tijd maar geen boodschap op zichzelf. Informatie dient op een website te worden gearchiveerd, ter discussie gesteld en uitgelegd te worden en gebruikt te worden als onderzoekmiddel door professionals alsmede door het brede publiek.10 1.2.4 De digitale tentoonstelling als presentatie De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en internetapplicaties zijn van invloed op de inhoud, de verschijningsvorm en het productieproces van creatieve producten en diensten. Dankzij internet is het mogelijk om consumenten veel preciezer individueel te benaderen, zeker in vergelijking met klassieke media.11 Internet biedt ook grotere mogelijkheden tot interactiviteit. Interactieve elementen hebben in een digitale tentoonstelling toegevoegde waarde. Een digitale tentoonstelling is een presentatievorm waarbij een erfgoedinstelling uitgaat van de collectie, thema’s of objecten met het oog op de doelstellingen en de doelgroepen. In digitale tentoonstellingen worden objecten getoond waarbij de vormgeving een verbindende en verklarende rol speelt. De belangrijkste functie van een ontwerp is het dragen van betekenis. Als de vormgeving niet wordt ‘verstaan’, als de bezoeker niet ziet wat de vormgeving representeert, is er ook geen interpretatie mogelijk.12 Bij het inrichten en onderhouden van een website of een andere informatiedienst is het verstandig om inhoud en presentatie gescheiden van elkaar te houden omdat het twee verschillende disciplines zijn. De mogelijkheden en de beperkingen van het beeldscherm bij het ontwerpen van een digitale tentoonstelling worden meer en meer onderzocht. Er zijn nog geen duidelijke richtlijnen op gesteld voor de presentatiemogelijkheden in een digitale tentoonstelling. Een presentatie in de digitale tentoonstelling moet de bezoeker aanspreken zodat deze meer wil weten over de objecten en thema’s.13 8 een browser is een programma waarmee world wide webpagina’s geraadpleegd kunnen worden. 9 Marijke Verstappen, Virtuele musea soms nog een doolhof, IP’s websitetest VII (2004) 26 10 Maxine Clarke, Ethics of science communication on the web (2008) 2 11 Ruurd Mulder, De kunst van cultuurmarketing (Bussum 2008) 243 12 Karin Rietbroek en anderen, Tentoonstellingsvormgeving, (Eindhoven 2002) 10 13 Zie voor citaten over digitaal tentoonstellen bijlage 3, de interviews.
  • 13. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 13 1.3 De tentoonstelling in digitale vorm Er zijn verschillende vormen van digitale tentoonstellingen. Men kan het fysieke museum proberen na te bootsen, de collectie online presenteren of de nadruk ligt op interactiviteit en de multimediale middelen. Een combinatie is ook mogelijk. Net zoals fysieke tentoonstellingen van elkaar verschillen doen digitale producten dat ook. Men onderzoekt de beperkingen en de mogelijkheden van het beeldscherm en het digitaal tentoonstellen steeds meer. De digitale tentoonstelling is een multimediale presentatie en een informatievoorziening. Bestudering van voorwerpen kan in een museum vaak alleen op verzoek. Het is belangrijk om de toegankelijkheid van voorwerpen online te vergroten omdat: • Voorwerpen voegen iets toe of corrigeren onze kennis en verbeelding • Voorwerpen vertegenwoordigen een werkelijkheid en ontmaskeren de verbeelding • Een voorwerp voegt een extra dimensie toe aan intellectuele kennis.14 Een bezoek aan een digitale tentoonstelling verschilt van een bezoek aan een fysieke tentoonstelling. In een fysieke tentoonstelling is de bezoeker gebonden aan tijd en plaats. Een ruimte waar je kunt rondlopen, zitten en kunst of museale voorwerpen kunt aanschouwen. Digitale media zijn eigenlijk simulaties, verwijzingen naar een authentiek object of fenomeen en daarom in zekere zin niet authentiek. Maar digitale media sluiten weer beter aan bij de belevingseconomie waarin wij leven. In een digitale tentoonstelling kan men wel uitgaan van de museumopstelling of de plattegrond van het museum. Zie figuur 2. De digitale tentoonstelling moet volgens medewerkers van het UM niet gebaseerd zijn op een plattegrond of het museumgebouw. Al wordt de collectie en het gebouw wel gezien als het startpunt van het Universiteitsmuseum. Interactiviteit en multimedia staan centraal bij de inzet van nieuwe technologieën en reikwijdte. Tevens wil men dat het digitale aanbod aanvullend is op actuele tentoonstellingen en evenementen. 14 J.P Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen (Zwolle 2005) 31-34 Figuur 2. Bijbels Museum, Amsterdam Een digitale tentoonstelling hoort dynamisch te zijn, aanpasbaar en afgebakend.
  • 14. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 14 In deze paragraaf wordt de digitale tentoonstelling beschreven als een presentatievorm. Een digitale tentoonstelling bestaat uit een aantal bouwstenen: Grondstoffen: Onder de grondstoffen worden inhoud een functionaliteit verstaan. Het gaat hier om de keuzes die men maakt om een betekenisvol product te ontwikkelen waarbij het gebruiksgemak en de bezoekerservaring voorop staan. Goederen: De goederen zijn de objecten die men in context presenteert en de koppeling van objecten met thema’s. Diensten: De diensten zijn de elementen en functies in een digitale tentoonstelling. De combinatie moet met zorg worden gekozen. Experiences: Datgene wat de ervaring van de digitale tentoonstelling kenmerkt, doet overbrengen. (bijvoorbeeld informeren of entertainen) Transformaties: Het effect wat bij de bezoeker teweeg wordt gebracht, wat hij leert of onthoudt van de ervaring. 1.3.1 Het internet, als communicatiekanaal Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan om de kwaliteit van websites, informatie en infrastructuur te verbeteren op het web. Een museumwebsite bevindt zich in een infrastructuur met tal van informatiebronnen en websites die voor potentiële bezoekers relevant kunnen zijn. Musea zijn zich nog niet altijd bewust wat voor omgeving internet is en hoe zij hier effectief en efficiënt gebruik van kunnen maken. Een digitale tentoonstelling beschouwd men als een uitbreiding van het museum en als een dynamische informatievoorziening. De conclusie van een onderzoek naar museumwebsites is 2004 is dat museumwebsites nog al te vaak virtuele brochures zijn. Bovendien is het lastig om het web als promotiemiddel in te zetten. Ook wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden van internet voor het ontsluiten van collecties. Internet is snel en de meeste mensen gebruiken het voor het opzoeken van informatie. Wanneer musea publieksgeoriënteerd zijn dan gaan ze uit van de geïnteresseerde groep, maar het voornaamste doel is vaak die groep te bereiken. Er zijn nog geen duidelijke modellen om inhoud online te ontwikkelen, promoten en te evalueren. Hier liggen nog kansen die men kan benutten. In de museummonitor van 2009 wordt geschreven dat een derde van het museumpubliek museumcollecties op het internet bekijkt. De meer ervaren museumbezoekers benutten internet iets vaker als informatiebron en bekijken veel vaker museumcollecties dan minder ervaren museumpubliek. 1.3.2 Mediated en unmediated communicatie De huidige communicatie op het web wordt omschreven als georganiseerd, mediated en ‘real time many to many communication’. Communicatie en interactie is bedoeld om effectief te organiseren, in samenwerking producten te ontwikkelen in de dynamische omgeving van het internet. De nadruk ligt op de intentie van de communicatie. In andere woorden: communicatie om een bepaald iets specifiek te communiceren naar een specifieke groep. Musea houden zich bezig met publieke communicatie. Als men het heeft over publieke communicatie dan bedoeld men dat de intentie van degene die communiceert gecommuniceerd wordt om ontvangen of gewaardeerd te worden. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen unmediated en mediated communicatie. Unmediated communicatie is communicatie waarbij de partijen communiceren met al hun zintuigen zonder gebruik te maken van een medium. Dat is het geval bij face-to-face communicatie. Een online collectiedatabase en het zoeken in een systeem wordt ook gezien als unmediated communicatie omdat het museum niet communiceert naar de bezoeker via media. De bezoeker heeft toegang tot een informatiesysteem en kan vrij in het systeem zoeken zonder dat het museum daar invloed op heeft.
  • 15. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 15 Het communiceren van praktische informatie op een website zoals een bezoekadres, de aankondiging van evenementen en tentoonstellingen en contactgegevens is bedoeld om de bezoeker te informeren over die gegevens die nodig zijn voor een bezoek aan het museum. De digitale tentoonstelling is een vorm van mediated communicatie want er is er is interactie tussen het museum en het publiek via een medium. In het geval van mediated communicatie zijn de partijen niet beide fysiek aanwezig maar het publiek maakt wel gebruik van een medium internet om te communiceren, te informeren en kennis over te brengen. De bezoeker wordt via deze media geïnformeerd of raakt geboeid voor een onderwerp of een museum. 1.4 De meerwaarde van een digitale tentoonstelling Een digitale tentoonstelling is een van de vele diensten en producten die erfgoedinstellingen ontwikkelen. Een digitale tentoonstelling moet meerwaarde hebben ten op zichte van andere producten en diensten in de organisatie. Van meerwaarde van een digitale tentoonstelling kan sprake zijn op het gebied van communicatie en presentatie en op het gebied van productie. • Met een digitale tentoonstelling bereik je een breder publiek. Dit product kan als een uithangbord voor diensten fungeren. Het is een presentatie en communicatievorm waarbij het museum zich digitaal zichtbaar maakt voor de buitenwereld. Als museum wil je digitaal vindbaar zijn. • Bovendien kan een erfgoedinstelling meer digitale tentoonstellingen maken omdat er geen ruimte voor nodig is. Echter het is niet minder tijdrovend om een digitaal product te maken. Het is wel minder deadlinegebonden. Actualisering speelt ook een rol. • Men kan meer objecten tonen en objectselecties vaker wisselen. Bovendien kan men informatie toevoegen of bijwerken/actualiseren in een digitale tentoonstelling. Voor de samenleving is een digitale tentoonstelling maatschappelijk relevant: • Als een object wordt gepresenteerd in een educatieve context, dan wordt het een leersituatie. Het is de moeite waard te onderzoeken of de digitale tentoonstelling een geschikt presentatiemiddel is voor musea om het publieksbereik te vergroten. • In een digitale tentoonstelling heeft de bezoeker interactie met de collectie op een andere manier dan tijdens een fysiek bezoek aan het museum. Een digitale tentoonstelling is niet gebonden aan tijd of plaats. • Het is van belang om deze nieuwe vormen van webpresentaties te onderzoeken om de kwaliteit ervan in de webomgeving te verbeteren.15 15 Caffo, Rossella en anderen, Minerva, Handbook on cultural web user interaction (september 2008) 18 Figuur 3. Museum Boerhaave, Leiden
  • 16. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 16 1.5 Doelstellingen ten aanzien van digitaal tentoonstellen De presentatie van het museum op het web is een belangrijke communicatievorm. In de fysieke ruimte is het niet mogelijk om de totale collectie te tonen aan publiek vanwege ruimtegebrek, de vele objecten in depots en de kwetsbaarheid van objecten. Men kan meer objecten tonen door deze te digitaliseren. Vervolgens kan men in een multimediale presentatie objecten in context presenteren. Voorafgaand dient men meer inzicht te krijgen in de wensen en verwachtingen van de doelgroepen. Erfgoedinstellingen maken digitale tentoonstellingen met als doel: 1. De toegankelijkheid van collecties vergroten. En toegankelijk op meerdere plekken. 2. Context en documentatie meegeven (voor onderzoek en onderwijs) 3. Het publieksbereik vergroten en wellicht publiek bereiken wat normaal gesproken geen musea bezoekt. Op deze manier brengt men ook de digitale dienstverlening onder de aandacht. 4. Een digitale tentoonstelling wordt gezien als een meerwaarde voor het museum. Een tentoonstelling die in fysieke vorm niet gerealiseerd kan worden Meerwaarde in de vorm van extra informatie, variatie, de keuzes van bezoekers. 5. Het imago en de identiteit van het museum versterken. Het doel van een digitale tentoonstelling dient vooral overeen te komen met de missie van het museum en met het oog op maatschappelijke relevantie en digitale duurzaamheid
  • 17. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 17 Een digitale tentoonstelling is een digitale presentatie van collectiestukken, voorzien van een vormgeving zoals een fysieke tentoonstelling ook wordt vormgegeven’
  • 18. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 18 Hoofdstuk 2. Functies en elementen in een digitale tentoonstelling 2.1 Inleiding Door bestaande digitale tentoonstellingen te analyseren en te beschrijven heb ik kunnen concluderen dat digitale tentoonstelling uit verschillende elementen en functies bestaan. De volgende vragen staan in dit hoofdstuk centraal: • Hoe is de opbouw van een digitale tentoonstelling? • Wat kenmerkt de digitale tentoonstelling als presentatie? • Wat is de inhoud van een digitale tentoonstelling? Er wordt onderscheid gemaakt tussen de inhoudelijke en de functionele kwaliteit in een digitale tentoonstelling. Met inhoudelijk kwaliteit wordt het inhoudelijke concept, de collectie en informatie bedoeld. Met functionele kwaliteit worden de elementen bedoeld die vorm geven aan de presentatie van de collectie, het verhaal of thematiek. In figuur 4 zijn de drie cirkels van informatiearchitectuur weergegeven. Met context wordt de inhoud en de functionaliteit in een digitale tentoonstelling bedoeld en zowel de doelen die de maker heeft met het product als de doelen die de bezoeker heeft in een digitale tentoonstelling. Content, de gepubliceerde informatie op een website of in een digitale tentoonstelling wordt gevormddoor de museumorganisatie, het type museum en de betrokken medewerkers in het project. Figuur 4: Three circles of informationarchitecture16 Tijdens de initiatieffase en conceptfase van het ontwerpproces wordt bepaald wat het publiek al weet van een onderwerp en wat belangrijk is om te vertellen over thema’s en objecten en het publiek bij te brengen. Het betreft hier het aspect users in de informatiearchitectuur. De functionele elementen in een digitale tentoonstelling moeten de doelgroep aanspreken. Het bepalen van een vorm in een digitale tentoonstelling maakt deel uit van het ontwerpproces. Ook de inhoud of de context in de digitale tentoonstelling moeten de doelgroepen boeien. De mate van digitale toegankelijkheid en de mate van rijkdom van de getoonde informatie zijn van belang 2.1.1 Welke elementen en functies dient een digitale tentoonstelling te bevatten? Uit onderzoek bleek dat een digitale tentoonstelling in ieder geval een of meer van de volgende elementen dient te bevatten: 1. Doelgroepdifferentiatie; elementen en functies afstemmen op de doelgroepen 2. Uniek zijn: als erfgoedinstelling je eigen kracht zoeken 3. Inhoudelijk ergens over gaan 4. Interactiviteit: o.a. het delen en downloaden van content 5. Een online collectiedatabase: met beschrijvingen, een objectviewer en mooie afbeeldingen 6. Koppeling van objecten met andere objecten, verhalen en thema’s op diverse niveaus 16 http://semanticstudios.com/publications/semantics/000149.php (geraadpleegd op 25 augustus 2010)
  • 19. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 19 2.1.2 Trends op het gebied van e-cultuur De laatste jaren zijn er nieuwe media ontstaan. Musea maken hier ook gebruik van. In de volgende paragrafen worden een aantal belangrijke ontwikkelingen in de e-cultuur genoemd. 2.1.2.1 Web 2.0 Web 2.0 wordt vooralsnog op verschillende manieren geïnterpreteerd. De focus ligt op een vooruitstrevende technologie dat op verschillende wijzen bijdraagt, alsmede de sociale interactie op het web, aan een sociaal fenomeen dat het resultaat is van het creëren van community’s en sociale netwerken door gebruik te maken van de technologie. Het is tevens een creatie en dienst die voorkomt uit de technologische en sociale structuren van het nieuwe web.17 2.1.2.2 Podcasting Podcasting is een systeem dat het mogelijk maakt om automatisch documenten te downloaden (podcasts) door middel van een programma dat gerelateerd is aan de gebruiker. Een podcast werkt als een beschrijving van een periodieke publicatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een metafoor, de postbox, de klant is de postman en de podcastleverancier is degene die de publicatie maakt.18 2.1.2.3 Blogs Een blog is een combinatie van een dagboek en een vorm van online journalistiek gebaseerd op de chronologische indeling van informatie. Het is bedoeld als een kans om documenten te publiceren. De structuur van een blog is opgebouwd middels een onderliggend publicerend programma dat het mogelijk maakt om automatisch een webpagina te creëren. Deze kan worden aangepast door de persoonlijke voorkeuren van de gebruiker. Een blog maakt het voor iedereen mogelijk om een site te creëren voor het publiceren van verhalen en informatie op een geheel autonomische wijze.19 2.1.2.4 You Tube als informatiekanaal Youtube is een netwerksite waar video’s verzameld en gedeeld worden. Voor musea en organisaties is het mogelijk een eigen You-tube kanaal te beheren. Dat doet bijvoorbeeld Museum Boymans van Beuningen. Met een you-tube kanaal kunnen erfgoedinstellingen video’s delen met het publiek over bijvoorbeeld evenementen, tentoonstellingen, thema’s of kunstwerken. 2.1.2.5 Sociale netwerksites Het meedoen op internet is enorm populair geworden. Het fenomeen heeft bijgedragen aan het weergeven van iemands professionele leven en de persoonlijke voorkeuren. Als het ware kun je een persoonlijke map aanmaken en jezelf als persoon en wat je bezighoudt delen met anderen. 2.1.2.6 Sociale media Sociale media zoals twitter is een nieuwe communicatievorm waarbij tijd en plaats geen rol meer speelt. Sociale media gaan over het delen van meningen en het reageren op actuele zaken. Sociale media hebben ook een bepaalde nieuwswaarde en kunnen een marketing en pr middel worden voor musea om bijvoorbeeld tentoonstellingen en evenementen aan te kondigen of de activiteiten in het museum te noemen. 17 A. Stocker, G. Dosinger, A. Us Saaed en C. Wagner, The three pillars of ‘Corporate web 2.0’: a model for definition. (September 2007) 87 18 Caffo, Rossella en anderen, Minerva, Handbook on cultural web user interaction (september 2008) 53 19 Ibidem 79
  • 20. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 20 2.2 De inhoud van een digitale tentoonstelling Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) heeft in een onderzoek naar de toekomstvaste ontwikkeling van websites een aantal websites beoordeeld met een aantal criteria. (15 criteria) In een digitale tentoonstelling zijn de volgende criteria belangrijk: • Mate van digitale toegankelijkheid van de collectie en de mate van rijkdom van de getoonde informatie bij zoekresultaten. Welk deel van de collectie wordt toegankelijk gemaakt? Is dat de gehele collectie of een deelcollectie? Daarnaast dient de informatie over de collectie te bestaan uit basisgegevens en extra informatie. • Diversiteit aan zoekmogelijkheden De gebruiker dient snel en gemakkelijk de voor hem gewenste informatie te vinden. De zoekmogelijkheden dienen de gebruiker bij zijn zoektocht naar informatie te ondersteunen. • Connecties met andere bronnen De website bevat links naar andere relevante sites, publicaties en erfgoedinstellingen. • Bezoek anyplace/anytime de sterk toegenomen mobiliteit van consumenten draagt er aan bij dat het altijd en overal toegang hebben tot de website meerwaarde heeft. Voorbeelden zijn: toegang via mobiele devices of het virtueel meebeleven van events in de vorm van video. • Actuele content Door content te blijven vernieuwen, kan er een trouw bezoekerspubliek worden gecreëerd. • Aanspreken van de gewenste doelgroep Dit wordt uitvoerig in hoofdstuk 4 toegelicht • Entertainment20 Tevens presenteert men de collectie in een digitale tentoonstelling in een context 2.2.1 Objecten in context en gelaagdheid van informatie Een online collectiedatabase kan een digitale tentoonstelling zijn. Maar in een digitale tentoonstelling worden meestal verbanden gelegd tussen objecten, een aantal thema’s gekozen of verhalen verteld. Dat is de toegevoegde waarde van een digitale tentoonstelling. Doordat de objecten in een context worden gepresenteerd krijgen ze meer betekenis. De informatie en gelaagdheid in de vorm van associaties, elementen, beschrijvingen en de algemene informatievoorziening dragen bij aan de inhoudelijke kwaliteit in een tentoonstelling. In een digitale tentoonstelling wordt informatie gegeven in de vorm van tekst, video opdrachten en interactieve elementen. Lees hier meer over in hoofdstuk 6. 2.2.2 Het voorwerp centraal of een verhaal vertellen Een beeldbank heeft vaak meerdere doelen. Het kan een instrument zijn om een breder publiek te bereiken, maar ook een instrument om de collectie te beschermen of om aanvullende informatie van het publiek te ontvangen op de eigen collectie. Een beeldbank is een database en zoeksysteem dat toegankelijk is voor het publiek. Zie figuur 5 voor de beeldbank van het Utrechts Archief. In een beeldbank staat het voorwerp centraal. Daarom moet de digitale tentoonstelling een hoge kwaliteit van afbeeldingen van voorwerpen en een beschrijving van de objecten bevatten Een verhaal vertellen is een krachtig middel om een boodschap over te brengen. Storytelling is het vertellen van een verhaal door middel van woorden, beelden en geluiden. Verhalen kunnen bedoeld zijn om te entertainen, educatief zijn, of een moraal hebben Ook in een digitale tentoonstelling kan men een verhaal vertellen. De virtuele vleugel van het Anne Frank Huis is een goed voorbeeld. Zie figuur 6. Het verhaal van anne frank staat centraal in deze digitale tentoonstelling. 20 H, Hardol, N. de Koning en J. van Loon, Verleden, heden en toekomst van Digitaal Erfgoed Nederland, scorekaart voor de toekomstvaste ontwikkeling van websites, TNO (Delft 2005) 19-28
  • 21. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 21 Figuur 5. Beeldbank van het Utrechts Acrhief Figuur 6. De virtuele vleugel van het Anne Frank Huis
  • 22. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 22 2.3 Functionaliteit in een digitale tentoonstelling Functionaliteit in een digitale tentoonstelling draagt bij aan het vorm geven en structureren van het verhaal of thematiek. Musea zijn nog zoekende naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot functionaliteit om erfgoed toegankelijker te maken in een digitale tentoonstelling. In een functioneel ontwerp bepaalt men welke functionele elementen de boodschap en het inhoudelijke concept het beste weten over te brengen De inhoudelijke structuur van een digitale tentoonstelling kan worden weergegeven worden met het volgende schema. Inhoud Functionaliteit Figuur 7. opzet voor de Inhoudelijke structuur Er zijn een aantal functionele elementen die de basis vormen van elke website. Het gaat om de volgende elementen: - De site-structuur - Navigatie - Lay-out - Vormgeving De objecten in context en de collectie komen in een digitale tentoonstelling tot hun recht als de functionele elementen zoals site-structuur, lay-out, vormgeving en navigatie op elkaar zijn afgestemd met het oog op de brede doelgroep en de doelstellingen van het product. Gelaagdheid van informatie verkrijgt men door veel verschillende media in te zetten waardoor de bezoeker op verschillende niveaus en wijzen meer over de collectie en de thematiek te weten komt. Sitestructuur De sitestructuur kan worden omschreven als de architectuur van een website. Alle inhoud moet een logische plaats in het geheel krijgen, zodat alles vindbaar is. Ook moet de presentatie zo ontworpen zijn dat die een eenheid vormt. Dit alles bepaalt de architectuur van de applicatie. Navigatie En navigatietool vergroot de vindbaarheid en het overzicht van een website voor de bezoeker. De toegankelijkheid van de inhoud is afhankelijk van de manier waarop die is geordend en er doorheen kan worden genavigeerd. De wijze van ordenen en structureren van de inhoud is sterk afhankelijk van de doelgroep waarvoor de presentatie is gemaakt. Bij een goede navigatie is de route tussen het ene element en het andere zo kort mogelijk.21 Lay-out Onder opmaak (vaak met het Engelse layout aangeduid) wordt verstaan hoe de opbouw van een (grafisch) ontwerp er visueel uit ziet. Het gaat dan om het lettertype, de positie op de pagina, de indeling in kolommen, waar de afbeeldingen staan, enzovoorts. Lay-out speelt ook een rol bij de gelaagdheid in een digitale tentoonstelling. 21 Annemarie van Beunen, René van Horik en Janneke Kersen, Digitaal erfgoed Nederland, leidraad bij projecten (Den Haag 2004) 18 De context, informatie en de collectie Gelaagdheid van informatie Site-structuur, lay-out, vormgeving en navigatie Multimedia en interactieve elementen
  • 23. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 23 Vormgeving De vormgeving van een website is een zeer individuele aangelegenheid die in belangrijke mate wordt bepaald door de voorkeuren van de maker, de aard en structuur van de te presenteren informatie en de wensen van de beoogde doelgroep. Deze drie factoren hoeven echter niet dezelfde resultaten te bieden. Wat de ene gebruiker mooi vindt, kan voor de andere gebruiker hinderlijk zijn. 2.4 De gebruikswaarde van een digitale tentoonstelling voor het publiek Het communiceren en het overbrengen van een verhaal of thema is een van de doelstellingen in de digitale tentoonstelling. De gebruikswaarde van een digitale tentoonstelling voor het publiek bepaalt ook het succes van een digitale tentoonstelling. Alle elementen en functies worden gekozen met het oog op de beleving van de bezoeker. In digitale producten zijn een aantal waarden van invloed op de gebruikerservaring. Als een website voldoet aan deze waarden dan kan dat de gebruikerservaring positief beïnvloeden. Het gaat om de volgende waarden: gebruiksgemak, waardevol, vindbaar, betrouwbaar, toegankelijk, bruikbaar en wenselijk.22 Figuur 8. Honeybomb 2.5 Kennisoverdracht en communicatie in een digitale tentoonstelling Communicatie is een overdrachtsproces. De behoefte aan externe communicatie is gegroeid door het steeds ingewikkelder worden van onze maatschappij. Organisaties hebben te maken met interne en externe gebruikers van informatie. In de communicatie wordt gesproken van een zender en een ontvanger. Een derde element is de over te dragen boodschap. Er is ook een transportmiddel nodig. In een digitale tentoonstelling is het transportmiddel de pc of het beeldscherm. De zender, het museum (de organisatie achter het museum) beschikt over de boodschap en de informatie. Deze informatie dient te worden omgezet in gegevens die bij de ontvanger leiden tot te verkrijgen van de over te brengen informatie. De volgende stap is het transport. Het overbrengen van informatie hangt af van de kwaliteit van het transportmiddel. Voor een geslaagde communicatie moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden. • zender en ontvanger dienen te beschikken over dezelfde code • zender en ontvanger dienen een zekere bekwaamheid te hebben in het hanteren van de code • zender en ontvanger moeten beschikken over hetzelfde referentiekader • er mag geen ruis aanwezig zijn in het transportmiddel.23 22 http://semanticstudios.com/publications/semantics/000179.php (geraadpleegd op 15 september 2010) 23 Joop Geurts en Roelof van der Kamp, Inleiding informatieverzorging 2, Uit de reader standaarden, 2e jaar
  • 24. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 24 2.5.1 De digitale tentoonstelling als bron van informatie In een digitale tentoonstelling wordt veel informatie vastgelegd over objecten en men kan deze daarom zien als een bron van informatie. Er kunnen meer objecten in een digitale tentoonstelling worden getoond en de verschillende objecten worden op objectniveau, collectieniveau beschreven en tevens gekoppeld aan thema’s. De online collectiedatabase in de digitale tentoonstelling is een element in de digitale tentoonstelling die zeer geschikt is voor onderzoek en het verzamelen van informatie. Op drie manieren wordt de toegankelijkheid van de collectie in een digitale tentoonstelling vergroot. Dat heeft te maken met het medium internet waar publiek altijd toegang tot heeft, ten tweede de gelaagdheid van informatie en de wijze waarop de bezoeker hier doorheen navigeert. En de mogelijkheid om objecten en objectgegevens te bekijken vergroot ook de toegankelijkheid van collecties. 2.5.2 De toegankelijkheid van de collectie in een digitale tentoonstelling Als bezoeker aan een digitale tentoonstelling ben je niet gebonden aan tijd en plaats. De bezoeker krijgt een representatief beeld van de thematiek, de objecten en de activiteiten in het museum. Daarnaast heeft de bezoeker zelf de regie. Hij of zij maakt zelf keuzes en onderzoekt de mogelijkheden van de digitale tentoonstelling. In een digitale tentoonstelling is de informatiedichtheid groter dan in een fysieke tentoonstelling. De informatie, in een digitale vorm, bevindt zich in een soort netwerk met een onderliggende structuur. Dit wordt ook hypertekst genoemd. Met behulp van functionele elementen brengt men hier structuur in aan. De toegankelijkheid tot de objecten in een digitale tentoonstelling is enerzijds minder omdat je het authentieke object niet ziet. Kwalitatief beeldmateriaal van de objecten en de mogelijkheid om in te zoomen op een afbeelding van het object vergroten de toegankelijkheid van collecties. In een digitale tentoonstelling mag een beschrijving van het object en een aantal basisgegevens niet ontbreken. 2.5.3 Kennisoverdracht door het inzetten van multimediale middelen Het ontstaan van nieuwe technieken en ontwikkelingen in de multimediale wereld hebben gevolgen gehad voor zowel de uiterlijke verschijningsvorm als de inhoud van kunst en verwante creatieve producten. Er zijn talloze nieuwe producten en diensten ontstaan zoals bijvoorbeeld web 2.0, een verzamelnaam voor relatief nieuwe internettoepassingen die vooral de interactiviteit tussen gebruikers bevorderen.24 Een gevolg van deze ontwikkeling is dat iedereen wil meedenken, meestemmen en meebeslissen. Daar ligt ook de kracht van de digitale tentoonstelling 2.5.4 De beleving van authenticiteit en representatie Authenticiteit wordt als volgt omschreven ‘echt, werkelijk afkomstig van degene aan wie het toegeschreven wordt, niet vervals’. Authenticiteit bepaalt de ‘bruikbaarheid’ van het voorwerp als bron maar ook als voorwerp in een museale presentatie.25 Authenticiteit heeft ook te maken met beleving. Wetenschappelijke collecties worden voor onderzoek gebruikt en eigenlijk functioneren ze nog als onderzoeksobject. Dat maakt dat wetenschappelijke collecties ook zeer geschikt zijn om digitaal te presenteren. Om meer te weten te komen over het voorwerp kan het museum deze ook in een context plaatsen. 2.5.5 Interactieve elementen in een digitale tentoonstelling De keuze voor elementen en functies in een digitale tentoonstelling hangt samen met de doelstellingen en de doelgroepen van het product. En ook met de geselecteerde objecten, het inhoudelijke concept en het publiekseffect in een digitale tentoonstelling. Interactieve elementen kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën: betrokkenheid, beleving en bereik. Hier leest u meer over in hoofdstuk 6. Interactieve elementen zijn bijvoorbeeld opdrachten, sociale media, videofragmenten en erfgoedgames. 24 Ruurd Mulder, De kunst van cultuurmarketing (Bussum 2008) 241 25 Sierra Wiersma, Museum 2.0, museumconventies, authenticiteit en de historische sensatie in virtuele musea, Masterscriptie Cultureel Erfgoed (Utrecht 2008)
  • 25. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 25 2.6 Verschillende vormen van digitale tentoonstellingen Nadat ik een aantal digitale tentoonstellingen heb geanalyseerd kwam ik tot de conclusie dat deze wat betreft vorm en functie en als geheel verschillen van elkaar. Dat hangt mede af van de instelling, de betreffende collectie, de doelgroepen en doelstellingen. Er zijn verschillende vormen van digitale tentoonstellingen. Een digitale tentoonstelling bestaat altijd uit een combinatie van elementen en functies.26 Uit het eerste hoofdstuk blijkt dat erfgoed om verschillende redenen digitaal ontsloten wordt en toegankelijk gemaakt wordt voor publiek. De uitgangspunten in een digitale tentoonstelling zijn: - een specifieke context of collectie (bijvoorbeeld een wetenschappelijke collectie) - de nadruk op interactiviteit of thema’s. - erfgoed in een bepaalde regio of gebied. - gericht op het bereiken van een breed publiek. - de nadruk op zoeken in de collectie. 2.6.1 Een specifieke context of collectie (bijv. een wetenschappelijke collectie) De oude zaal in Teylersmuseum is de oudste museumzaal van Nederland. De opstelling van het museum is statisch en kan niet veranderd worden. Er zijn beperkte middelen voor het toevoegen van tekst in deze ruimte. Informatie plaatst men daarom digitaal op de website. De doelstellingen van het ontsluiten van collecties en het digitaal tentoonstellen hangen samen met de missie van het museum: educatie en kennisoverdracht. Op de website www.teylersmuseum.nl worden de hoogtepunten en de vijf collectieonderdelen getoond. www.teylersuniversum.nl is de digitale tentoonstelling van het museum. Hier worden de verbanden tussen de collecties getoond. Men wil in de toekomst ook naar web 3.0 toewerken zodat er ook semantische verbanden mogelijk worden.27 Een van de pluspunten van deze website is de afbakening. Er is sprake van veel overzicht en structuur. En ook is duidelijk welke informatie je er kunt vinden. De doelgroep is breed en divers; kunstliefhebbers, ecologen. Musea met een specifieke collectie zullen de collectie ordenen naar materiaal, of deze in een context plaatsen. In deze digitale tentoonstelling ligt de nadruk op lay-out en vormgeving en minder op navigatie. De collectie wordt thematisch uiteengezet. De informatie en de objectbeschrijvingen zijn van een hoge kwaliteit. Zie figuur 9 en 10. 26 Zie voor een analyse van de digitale tentoonstellingen bijlage 1. 27 In het semantic web wordt betekenis gegeven aan entiteiten in webpagina’s en relaties tussen entiteiten. Een entiteit is een logische of fysische opslageenheid die documentinhoud bevat. Figuur 9. www.teylersuniversum.nl Figuur 10. Deelcollecties op www.teylersmuseum.nl
  • 26. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 26 2.6.2 De nadruk op de interactiviteit en thema’s www.virtueelmuseumcanada.nl is een overkoepelende website voor verschillende erfgoedinstellingen in Canada die digitale tentoonstellingen maken. Een voorbeeld van een digitale tentoonstelling, waar een vergelijkbare collectie als die van het Universiteitsmuseum tentoongesteld wordt, is Botany John. In deze tentoonstelling vind je veel activiteiten en games. Zie figuur 11 en 12. Kenmerken van deze digitale tentoonstellingen: • De collectie neemt soms wel/soms niet een belangrijke plaats in. • het doel van de digitale tentoonstelling is meestal duidelijk. • verschillende thema’s zijn uitgewerkt. Thema’s zorgen ook voor afbakening in een digitale tentoonstelling • veel ruimte voor vormgeving en functionaliteit. Op basis van kwalitatief onderzoek valt te zeggen dat medewerkers en bezoekers overwegend positief of negatief zijn over een aantal elementen en functies van deze websites Medewerkers en bezoekers over Botany John (Virtueel Museum Canada) Positief: Verschillende activiteiten, toegankelijk, interessante onderwerpen, myVMC vergroot de betrokkenheid, avontuurlijk, mooie lay-out, voor specifiek publiek, statisch, entertainend, doe dingen Negatief: Sitestructuur en navigatie matig, moeilijk spel, de echte collectie mis je, moeilijke informatie, veel tekst, bij games niet voldoende uitleg, niet uitnodigend, de presentatie kan beter. Figuur 11. De website van Virtueel Museum Canada Figuur 12. de digitale tentoonstelling Botany John (Virtueel Museum Canada)
  • 27. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 27 2.6.3 De digitale tentoonstelling omtrent erfgoed in een bepaalde regio of een gebied De organisatie van www.collectiegelderland.nl werkt met instellingen in Gelderland samen om collecties te tonen en verhalen te vertellen die relevant zijn in deze provincie. Er vindt kennisontwikkeling plaats tussen deelnemende instellingen. De bezoeker krijgt een goed beeld van het cultureel erfgoed in die regio of een bepaald gebied. Maar het gaat hier veelal om brede informatie en niet om verdiepende informatie. Het effect dat men met deze digitale tentoonstelling wil bereiken is het Gelders erfgoed onder de aandacht brengen, het stimuleren van museaal bezoek en het onderzoek naar collecties. Maar ook de toegankelijkheid van collecties vergroten is een belangrijk doel. Omdat het hier uiteenlopende instellingen betreft met verschillende collecties en onderwerpen is de informatievoorziening per instelling summier, maar geeft het wel goed inzicht in het erfgoed in Gelderland. Een van de belangrijkste aandachtspunten in deze digitale tentoonstelling zijn navigatie en de sitestructuur. Ook de zoekmogelijkheden zijn uitgebreid. Zie figuur 13. 2.6.4 De nadruk op het bereiken van een breed publiek Een voorbeeld van een website gericht op het bereiken van een breed publiek is de Canon van Nederland ontwikkeld door het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen. www.entoen.nu is een educatieve website om de doelgroep de essentie bij te brengen van onderwerpen en belangrijke momenten in de geschiedenis. Zie figuur 14. Ook op de website www.exploratorium.edu speelt doelgroepdifferentiatie, het aanspreken van verschillende doelgroepen, een rol. Kenmerken: • wel of geen collectie. • de nadruk minder op collectie en juist meer op activiteiten en informatie. • heldere doelstellingen. • Afbakening van onderwerpen en thema’s • veel ruimte voor vormgeving en functionaliteit. Figuur 13. www.collectiegelederland.nl Figuur 14. www.entoen.nu
  • 28. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 28 2.6.5 De nadruk op zoeken in de collectie De beeldbank van het nationaal archief bevat persfotocollecties en een aantal andere fotocollecties. Daarnaast vind je er ook documenten en kaarten. Het plan is om deze meer te gaan rangschikken. www.beeldbank.nationaalarchief.nl is overigens geen digitale tentoonstelling. De doelstellingen van het nationaal archief met de beeldbank zijn het online presenteren van fotocollecties. De nadruk ligt op toegankelijkheid van de collectie en de mogelijkheden om te zoeken in de collectie. De speerpunten zijn de objectbeschrijvingen en de hoge resolutiebeelden. De bezoeker kan een eigen selectie van objecten samenstellen en deze bewaren. De navigatie is daarom ook belangrijk. Zie figuur 15 en 16. De doelgroep van de beeldbank is de zogenaamde grasduiner: een breed publiek dat kennis wil nemen van de geschiedenis van Nederland in het algemeen en van de collecties in het bijzonder. Maar ook de ondiepe graver en de diepgraver: van onderwijs tot uitgever, journalist en onderzoeker zijn de doelgroepen. Het nationaal archief wil laten zien hoe groot en rijk de fotocollecties van het Nationaal Archief zijn. Figuur 15. www.beeldbank.nationaalarchief.nl Figuur 16. De resultaten van een zoekopdracht
  • 29. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 29 2.7 Succesfactoren in een digitale tentoonstelling Het digitaliseren en presenteren van collecties heeft ten eerste al bestaansrecht omdat je erfgoed zichtbaar maakt voor publiek. Dat is een belangrijke taak van musea. Niet alleen de uitvoering bepaalt het succes van een digitale tentoonstelling. Het interne en externe gebruik van een product speelt hier wellicht meer een rol. Aan een aantal deskundigen is gevraagd wanneer een digitale tentoonstelling nu succesvol is. • Een lange bezoektijd De gemiddelde bezoektijd aan de website www.collectiegelderland.nl is ongeveer 10 minuten. Voor een bezoek aan een website is dat bovengemiddeld. De bezoektijd is afhankelijk van verschillende factoren. De reden van bezoek, het gebruiksgemak, de informatiewaarde van een website en zo zijn er nog meer. • Herhaalbezoek Het is niet makkelijk om een digitaal product ‘op de markt te brengen’ Want hoe presenteer je een digitaal product in een samenleving. Hoe komt een bezoeker uiteindelijk op de website terecht en hoe kun je een bezoeker naar je website toe krijgen? Dit kan worden onderzocht in een marketing of communicatieplan. • Dat doelstellingen die gesteld zijn gehaald worden. Een museum heeft ook doelen voor intern gebruik. Het op een efficiënte manier ontsluiten van collecties is van blijvende waarde voor de toekomst van een museum.28 28 Zie ook bijlage 2 voor het complete verslag van de bijeenkomst van Unicum op 8 april 2010. In een museumorganisatie kan men het succes van een digitale tentoonstelling bepalen door voor het ontwerpproces de volgende zin te formuleren. Wij zijn tevreden als…..
  • 30. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 30 Een digitale tentoonstelling is een verzameling objecten die (beperkt) gepresenteerd worden met een achterliggend idee
  • 31. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 31 Hoofdstuk 3. Het digitaal tentoonstellen van een wetenschappelijke collectie 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over het digitaal tentoonstellen van wetenschappelijke collecties en in het bijzonder het in context presenteren van wetenschap in een digitale tentoonstelling. Daarbij worden de volgende vragen beantwoord: • Wat is een wetenschapsmuseum? • Wat is een wetenschappelijke collectie? • Wat is de meerwaarde van een digitale tentoonstelling voor wetenschapsmusea? • Waarom is de digitale tentoonstelling een geschikte overdrachtsvorm? Er zijn verschillende organisaties in de erfgoedsector die zich bezighouden met het beheren en behouden, het presenteren en communiceren van wetenschap. Ecsite Ecsite is een netwerk dat relaties legt tussen wetenschapscentra, musea en andere instellingen op het gebied van wetenschapscommunicatie in Europa. Deze instituties spelen een belangrijke rol bij de presentatie van en de communicatie rond de grote aan de wetenschap en technologie gerelateerde vraagstukken van deze tijd. Zij bevorderen de dialoog en de betrokkenheid tussen wetenschap en maatschappij.29 Universeum Het Universeum is een europees netwerk ontstaan in 2000 dat zich bezighoudt met academisch erfgoed in de meest brede zin van het word. De organisatie stelt zich tot doel het behouden, bestuderen, toegankelijk maken en het promoten van universitaire collecties, musea, archieven, bibliotheken en botanische tuinen. Bij de organisatie zijn professionals aangesloten op het terrein van erfgoed en tevens onderzoekers, studenten en anderen die betrokken zijn bij academisch erfgoed.30 Stichting Academisch Erfgoed De Stichting Academisch erfgoed (SAE) is een samenwerkingsverband van de Universiteit van Amsterdam, de Rijksuniversiteit Groningen, de Technische Universiteit Delft, de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht. De SAE fungeert als netwerk voor erfgoedbeheerders aan de universiteiten, werft subsidies voor gemeenschappelijke initiatieven en behartigt de belangen van het academisch erfgoed in het bestuurlijke circuit.31 29 http://www.ecsite.eu/?p=10 (geraadpleegd op 12 augustus 2010) 30 http://universeum.it/ (geraadpleegd op 12 augustus 2010) 31 http://www.academischerfgoed.nl (geraadpleegd op 12 augustus 2010)
  • 32. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 32 3.1.1 Wat is wetenschap? De term wetenschap wordt op verschillende wijzen gedefinieerd. Om dit makkelijker te maken richt ik me in deze scriptie vooral op wat wetenschap voor de gewone burger betekent en niet voor diegenen die zich zelf met wetenschap bezighouden. Wetenschap kun je vanuit verschillende invalshoeken omschrijven. Een aantal omschrijvingen zijn: 1. Wetenschap als onderzoek: in de wetenschap wordt er onderzoek gedaan met verschillende methoden. Waarbij de verschillende methoden de verschillende soorten wetenschap vormen. Wetenschap is in feite een uitproberen van een methode. 2. Wetenschap als functie van het geheugen: de veronderstelling bij de vraag naar wetenschap is dat we een idee hebben van weten en kennen. De noodzakelijke voorwaarde voor kennis is het geheugen, om die kennis vast te houden. 3. Wetenschap als het verzamelen van ervaringen; uit verschillende ervaringen kunnen we het algemene proberen te halen. Het gaat bij wetenschap om algemene kennis uit bijzondere toestanden te halen. Dit houdt in dat bij de wetenschap ‘extremen’ opgezocht worden. 4. Wetenschap als een rechtvaardiging van een praktijk; bij alle mogelijkheden van wetenschap gaat het om een praktijk, de praktijk van de wetenschap. Het inzicht dat volgt is dat nu juist wetenschap de rechtvaardiging van een praktijk vormt.32 Niet alle definities voor het begrip wetenschap zijn relevant voor dit onderzoek. 3.1.2 Het populariseren van wetenschap Wetenschapsmusea hebben te maken met vraag en aanbod vanuit het perspectief van bezoekers. Het gaat onder andere over thema’s in de wetenschap die bezoekers aanspreken en waar zij meerover willen weten. Het brede publiek is bekend met thema’s in de wetenschap zoals de klimaatverandering en het DNA. Echter, zij begrijpen minder van concepten en modellen. Daarom onderzoekt men in musea ook de mogelijkheden om hierover beter te communiceren naar het publiek. Kennis verhoogt de kwaliteit van de samenleving. Kennis levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de maatschappij in de richting van de beoogde maatschappelijke waarden zoals welzijn, cohesie, duurzaamheid. Het is van belang te kijken hoe de toegankelijkheid van wetenschappelijke collecties kan worden vergroot door middel van media zodat het publiek beter geïnformeerd wordt over wetenschap.33 3.1.3 Kennismanagement en het communiceren van wetenschap Wetenschappelijk onderzoek is technisch en onzeker en die combinatie zorgt voor problemen bij het communiceren. Wetenschappers communiceren vooral binnen hun eigen vakgebied. Musea en in het bijzonder wetenschapsmusea hebben de kennis om te communiceren over wetenschap. Wetenschap is belangrijk voor onze toekomst. Maar wetenschap moet je niet zien als een product wat je wil verkopen aan het publiek. Het gaat om het overdragen van kennis.34 32 Leon Hoeneveld, de webfilosofen, Filosoferen op het web, Wat is wetenschap? (2007) Entertainment, educatie en emotie zijn van belang in het communiceren van wetenschap. Educatie is een doel in de wetenschapscommunicatie. Educatie kan bereikt worden door gebruik te maken van entertainment en emotie. Door iets op een amuserende manier te brengen, wordt de aandacht van het brede publiek getrokken. De boodschap sluit aan bij de belevingswereld van een bezoeker als deze ook met emotie gebracht wordt. www.webfilosofen.nl/artikel.php?wetenschap (geraadpleegd op 25 september) 34 Nagelhout, Gera, Wetenschapscommunicatie: educatie, entertainment en emotie (2 januari 2007) 1,2 www. kennislink.nl/publicaties/wetenschapscommunicatie-educatie-entertainment-emotie (geraadpleegd op 5 september)
  • 33. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 33 3.2 Het museum over wetenschap, de discoverymusea Als museummedewerker ben je je bewust van de identiteit en het imago van het museum omdat dit in alle producten en diensten van betekenis is. Volgens de leertheorie van George Hein en Peter Clark kunnen musea tot vier verschillende categorieën behoren. Zie figuur 17 voor dit model. Een discoverymuseum kan zowel een museum met een collectie zijn, zoals het UM, maar ook een Science Center zoals Nemo waarbij de nadruk ligt op wetenschappelijke thema’s. Wetenschapsmusea, science centers en universiteitsmusea zijn ontstaan uit de rariteitenkabinetten uit de zeventiende eeuw, verzamelingen van alles wat de menselijke nieuwsgierigheid en drang naar kennis aansprak. In de negentiende eeuw begonnen de overheid wetenschappelijke collecties open te stellen voor het grote publiek. Vooral interactieve tentoonstellingen worden veel gemaakt in wetenschapsmusea. Een interactieve tentoonstelling is een proces, waarbij de inbreng van de bezoeker essentieel is. De bezoeker doorloopt een tentoonstelling, al dan niet bewust, hetzelfde proces als een wetenschapper door onder andere waar te nemen en te systematiseren. 35 3.2.1 Wetenschapsmusea Een wetenschapsmuseum kun je misschien nog wel het beste beschrijven met de missie van het museum. De missie van het Teylersmuseum in Haarlem: Het eerste en oudste museum in Nederland, wil de nieuwsgierigheid van mensen prikkelen om zijn schatkamers van kunst en wetenschap te bezoeken. De presentatie van voorwerpen van kunst en wetenschap en het gebruik van het monumentale pand zijn gericht op kennisoverdracht en geven inzicht in de telkens veranderende betekenis van die voorwerpen voor de samenleving. Conform de idealen van de oprichter, Pieter Teyler, wil het museum dienstbaar zijn aan de samenleving door mensen aan te moedigen zélf de wereld te ontdekken en te genieten van kunst en wetenschap.36 Museum Boerhaave in Leiden, Rijksmuseum voor de Geschiedenis van de Natuurwetenschappen en van de Geneeskunde: Als nationale schatkamer van het wetenschappelijk bedrijf toont het museum ruim 400 jaar kennisvermeerdering. In precies 24 zalen over twee verdiepingen zijn er de ontwikkelingen in de diverse wetenschappen te volgen. De nadruk ligt op de bijdragen uit Nederland. 35 P. Verheyden, Interactieve tentoonstellingen: een effectief instrument voor wetenschapscommunicatie, Stichting weten, (Kennisdagen communicatie 2003) 36 http://www.teylersmuseum.eu/index.php?item=114&lang=nl (Geraadpleegd op 17 juli 2010) Figuur 17. Model George Hein en Peter Clark
  • 34. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 34 Als het gaat om de geschiedenis van natuurwetenschappen en geneeskunde, dan horen de collecties van het Museum Boerhaave tot de belangrijkste ter wereld.37 3.2.2 Science Centers Science Centers brengen wetenschap en technologie tot leven. Door de speelse en interactieve kennismaking wordt de nieuwsgierigheid gestimuleerd, de leergierigheid geprikkeld en verlaat de bezoeker het science center verrast en verrijkt. De onderwerpen die in de science centra aan bod komen, sluiten aan bij de eigen belevingswereld van de bezoekers. Jong en oud verwerven zodoende kennis over wetenschap en technologie, van heden én verleden. NEMO is het grootste science center van Nederland. Het gebouw bestaat uit vijf verdiepingen vol spannende, leuke doe- en ontdekdingen. De naam NEMO verwijst naar een soort niemandsland, een plek waar bezoekers in de huid kunnen kruipen van wetenschappers, technologen en technici.38 3.2.3 Universiteitsmusea De naamgeving van musea geeft vaak voldoende aanknopingspunten over de inhoud van de collecties. Universiteitsmusea omvatten, behalve voorwerpen die met de geschiedenis van de desbetreffende universitaire instelling te maken hebben, collecties die bij de uitoefening van het wetenschappelijk onderzoek gebruikt werden Het Universiteitsmuseum in Utrecht is een wetenschapsmuseum waar bezoekers op een inspirerende manier zelf op onderzoek gaan naar wetenschap en de universiteit. Er is veel te zien in het Universiteitsmuseum, en ook veel te doen. Je bent hier zelf actief en ontdekt van alles. Het Universiteitsmuseum wil een bijdrage leveren aan een positief kritische houding ten aanzien van wetenschap, en bezoekers stimuleren en uitdagen een onderzoekende houding aan te nemen. De collectie van het UM is een representatieve weerslag van het onderwijs en onderzoek aan de UU maar ook van de geschiedenis van de universiteit en het studentenleven.39 3.2.4 Kennis en leren in het discoverymuseum Kennis en leren zijn twee kernwaarden in de bezoekerservaring van het discoverymuseum. Kennis is datgene wat een bezoeker al weet of zou willen weten. Leren is kennis gebruiken maar ook iets te weten komen. Het krijgen van meer kennis over bijvoorbeeld wetenschap kenmerkt een bezoek aan het discoverymuseum. Kenmerken van kennis: • is gebaseerd op de realiteit. • kennis bestaat onafhankelijk van kenner. • kennis ontstaat uit ervaringen. Kenmerken van leren: • meerdere leerniveaus. • ervaring leiden tot mentale concepten die zich vertalen naar de werkelijkheid. • kennisontwikkeling wordt langzaam opgevoerd. • men wordt zich later pas bewust van de kennis in een nieuwe concrete ervaring. • actief, betrokkenheid en plezier opwekkend.40 37 http://www.museumboerhaave.nl/collectie/geschiedenis.html (geraadpleegd op 17 juli 2010) 38 http://www.e-nemo.nl/?id=5 (Geraadpleegd op 15 augustus 2010) 39 http://www.uu.nl/NL/universiteitsmuseum/overhetuniversiteitsmuseum/Pages/default.aspx (geraadpleegd op 15 augustus 2010) 40 E. Hooper-Greenhill, The educational role of the museum (New York 1999) 73
  • 35. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 35 3.2.5 Wetenschapscommunicatie De master wetenschapscommunicatie is een studie aan de Universiteit van Utrecht. Communicatie kan op twee manieren worden gezien. Wanneer informatie naar een passieve ontvanger wordt gezonden en er geen feedback wordt verwacht, spreek je van gesloten communicatie. Dat is meestal het geval, maar niet altijd in een digitale tentoonstelling. Involvement in science is een van de publiekseffecten in de wetenschapscommunicatie. Bij involvement in science ligt de focus op participatie aan de democratie. De gewenste effecten zijn participatie van burgers in wetenschap, een gefundeerde meningsvorming bij het publiek over wetenschappelijke kwesties, interesse in wetenschap en beter geïnformeerde burgers.41 3.2.6 Unicum, een project van Stichting Academisch Erfgoed Het SAE project Unicum komt voort uit de gemeenschappelijke behoefte van de vijf aangesloten universiteiten aan een landelijke structuur om hun collecties digitaal beschikbaar te stellen en gezamenlijk doorzoekbaar te maken. Najaar 2009 heeft Senternovem hiervoor geld beschikbaar gesteld. Het Unicumproject levert een infrastructuur voor de presentatie van collecties, objectbeschrijvingen en digitale afbeeldingen van de academische collecties, zonder de traditionele grenzen tussen museale collecties, archiefcollecties of bibliotheekcollecties. Oplevering geschiedt voorjaar 2012. • Er komt een landelijke infrastructuur voor de Academische Collecties, waardoor de collecties van de aangesloten instellingen op verschillende niveaus doorzocht kunnen worden. • Er wordt nieuwe functionaliteit ontwikkeld voor het koppelen van EAD42 • De invoering en correctie van content kunnen instellingen voortaan zelf verzorgen, ze zijn daarbij niet afhankelijk van één instelling/persoon die in het content managementsysteem (CMS) kan: iedere aangesloten instelling met Academisch Erfgoed kan toegang krijgen tot deze invoermodule, en kan dus in eigen tempo aanvullen. collectiebeschrijvingen aan objectbeschrijvingen, inclusief digitale afbeeldingen. • De digitale collecties zullen eenvoudig ingezet kunnen worden voor gezamenlijke projecten (presentatie, educatie), zowel van de aangesloten instellingen, als in samenwerking met externe instellingen.43 41 W. Mijer, Aanbevelingen voor een digitaal gedeelte bij wisseltentoonstellingen, verslag CE-stage, Master Wetenschapseducatie (Universiteit Utrecht 2009) 42 Encoded archival description is een internationale XML-standaard voor het markeren van archiefinventarissen. 43 http://www.academischerfgoed.nl (geraadpleegd op 17 september 2010)
  • 36. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 36 3.3 Wetenschappelijke collecties Wetenschappelijke collecties zijn vaak eclectische verzamelingen, dat wil zeggen dat een collectie vele categorieën, naturalien en artefacten omvat. Elk aspect van die verzameling kan zowel gekenmerkt als gebruikt worden, in ieder geval visueel, om te verwijzen naar andere delen van de verzameling.44 3.3.1 Wat is een wetenschappelijke collectie? Wetenschappelijk erfgoed, universitair erfgoed of academisch erfgoed: er zijn verschillende verzamelnamen in omloop. Grofweg worden hiermee de objecten bedoeld die het bijproduct zijn van het wetenschapsbedrijf door de eeuwen heen. Het gaat hier bijvoorbeeld om voorwerpen gebruikt voor onderzoek en onderwijs, zoals meetapparatuur, wiskundige modellen, onderwijsplaten en botanische collecties. Maar ook om de neerslag van ditzelfde onderzoek en onderwijs: van hoogleraararchieven tot collegedictaten en boeken over elk denkbaar onderwerp. En natuurlijk alles wat met de geschiedenis, cultuur en tradities van de universiteiten te maken heeft: van hoogleraarportretten tot relieken van het studentenleven.45 3.3.2 Thema’s en collecties in wetenschapsmusea In een museum komen doorgaans twee typen collectie voor: de museumcollectie en de documentaire collectie. De museumcollectie is dermate interessant te noemen en van waarde om te tonen aan publiek. De documentaire collectie is ondersteunend. 46 De AAT47 bevat termen die nodig zijn om door de mens gemaakte objecten te beschrijven. Er zijn termen voor objectgroepen en systemen, termen voor objectgenres, en termen voor onderdelen bestaat uit zeven hoofdgroepen die aspecten van objecten aanduiden: materialen, activiteiten, personen en organisaties, fysieke kenmerken, stijlen en perioden, abstracte begrippen. Catalogi worden door museumconservatoren en andere medewerkers als beheersinstrumenten gezien. Classificaties zijn allereerst bedoeld om collecties te ordenen. Men kan beter altijd uitgaan van de bestaande bestanden en lijsten. Een manier van het ordenen van materiaal en is gebaseerd op vergelijking van een aantal geselecteerde punten van een voorwerp. De belangrijkste punten waarop getoetst kan worden zijn stijl, techniek, materiaal en kenmerken. In universiteitsmusea wordt vaak een indeling gemaakt op vakgebied. 48 Thema’s en collecties op de website van Teylersmuseum: Deelcollecties Fossielen en mineralen Natuurkundige instrumenten Schilderijen, prenten en tekeningen Munten en penningen Thema’s Personen en verhalen Thema’s en collecties op de website van Museum Boerhaave: Een selectie van thema’s De gouden eeuw De wondere natuur Verzamelingen Geneeskunde, de mens als machine Natuurkunde, fabrieken van de wetenschap 44 Willem J. Mulder, Ludo Hellemans en Piet ’t Hart, Curiositeit (Utrecht 1996) 1 45 http://www.academischerfgoed.nl (geraadpleegd op 12 augustus 2010) 46 Annette Gaalman en Mirjam Pragt, Handleiding bij het gebruik van de Art & Architecture Thesaurus 14, uit de reader Standaarden, 2e jaar 47 De Art & Architecture Standaard is een wereldwijd toegepast ontsluitingsmiddel voor het toegankelijk maken van collecties. 48 J.P. Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen (Zwolle 2005) 58
  • 37. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 37 In het Universiteitsmuseum Utrecht is er sprake van de volgende deelcollecties. De cursieve deelcollecties worden als belangrijk gezien voor de digitale tentoonstelling. Hoofdcollectie Deelcollectie Geschiedenis Prenten, tekeningen, fotografie Hoogleraarportretten Kunstnijverheid Kunstgeschiedenis Studentenleven Archeologie Humane geneeskunde Medische instrumenten Oogheelkunde Osteopathologie Medische fotografie Dermatologische moulages Onderwijsplaten Fysische antropologie Tandheelkunde Diergeneeskunde Disciplinaire deelcollecties Faculteitsgeschiedenis en studentenleven Beeldcollecties Natuurwetenschappelijke instrumenten Algemeen instrumentarium Sterrenkunde en meteorologie Microscopen en optica Natuurlijke historie Zoölogie Botanie Onderwijsmateriaal Geologie en paleontologie Thema’ op de website van Exploratorium: Onder andere: Astronomy & Space Culture Earth Everyday Science Human Body Verhaallijnen en inhoud: Listening Mind Seeing
  • 38. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 38 3.3.3 Modellen in onderzoek en onderwijs Een aantal objecten uit de collectie van het UM die men digitaal gaat tentoonstellen zijn modellen. Modellen gingen in de achttiende eeuw een rol spelen in de natuurwetenschappen. Mechanische modellen hadden als doel om werkingsprincipes uit te leggen, krachtenoverbrenging inzichtelijk te maken, ontwerpen te optimaliseren, maar ook om het vakmanschap van ambachtslieden in kaart te brengen. In de negentiende eeuw ontstond er een nieuw type dat zich kenmerkte door functionele selectiviteit: zonder overbodige versiering toonden deze modellen alleen een bepaald gegeven of verschijnsel. Een ander modeltype dat in deze tijd ontstond was de symbolische representatie van theoretische, wiskundige concepten. Modellen werden om verschillende redenen gemaakt waar onderwijs en onderzoek voeren de boventoon.49 Er zijn verschillende typen modellen. De modellen in de collectie van het UM zijn meestal een toekomstvisie of reconstructie, researchmodellen, een innovatiemiddel of illustraties • Het model als toekomstvisie of reconstructie Veel wetenschapper, maar ook bijvoorbeeld architecten maakten schaalmodellen om ontwerpen te visualiseren zowel voor eigen gebruik als om anderen ideeën te tonen. Figuur 18. Het kernhuis, Gerrit Rietveld, 1929 • Het researchmodel Onderzoekers maakten modelreeksen om de invloed van diverse factoren op iets te onderzoeken. Men was zich er van bewust dat modellen een mogelijke vertekening van de werkelijkheid kon opleveren. Het materiaal van een model was bepalend, maar men nam ook vaak aan dat dit voor experimenten geen verschil zou maken. Figuur 19: Meeuwenkopmodellen, Nico Tinbergen, 1947 49 Trienke M. van der Spek, Topmodellen in onderzoek en onderwijs (Leiden 2005) 5-10
  • 39. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 39 • Het model als innovatiemiddel Innovatie is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen op een nieuwe manier aan te pakken. Een model van een stoommachine wordt als innovatiemiddel gezien. Figuur 20. De stoommachine, voorbeeld van een innovatiemiddel (Museum Boerhaave) • Het model als illustratie Om meer inzicht in een onderwerp of fenomeen te krijgen ging men artefacten, illustraties en documentatie verzamelen. Dit had ook met betrouwbaarheid met betrekking tot andere bronnen of voorwerpen te maken. Verzamelaars lieten ook in opdracht modellen en illustraties maken als zij geen toegang hadden tot informatie of voorwerpen. Figuur 21. Voorbeeld van een botanische illustratie (Museum Boerhaave)
  • 40. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 40 3.3.4 Onderwijsplaten Onderwijsplaten zijn geschikt om digitaal tentoon te stellen. Veel van de platen uit de collectie van het Universiteitsmuseum verkeren in goede staat. Inhoudelijk zijn de platen interessant omdat ze in tekst en beeld uitleg geven over een bepaald onderwerp of thema. Bovendien kunnen ze in bepaalde gevallen verbonden worden aan driedimensionale objecten die over hetzelfde onderwerp handelen of die afgebeeld zijn op de betreffende plaat. De onderwijsplaten hadden bovendien een educatief doel, waardoor ze uitermate geschikt zijn voor een didactisch georiënteerde presentatie op de website. Figuur 22: een collegeplaat in de collectie van het UM 3.3.5 Wetenschappelijke publicaties De belangrijkste vorm van communicatie in de wetenschap is nog steeds de wetenschappelijke publicatie. Meestal is dat een tijdschriftartikel, maar dat kunnen ook boeken zijn. Op het web worden wetenschappelijke publicaties gepubliceerd. Ze kunnen een bron van informatie zijn en worden vaak geciteerd door anderen. Het overzicht van publicaties met betrekking tot onderwerpen kan worden weergegeven in bibliografieeen bij een themaonderdeel in de digitale tentoonstelling. Voor onderzoekers maar ook voor het brede publiek zijn wetenschappelijke publicaties interessant omdat het veelal betrouwbare bronnen zijn, maar ook aanleiding kunnen geven om andere bronnen te raadplegen.50 50 Frank van Harmelen, Web & wetenschap: op weg naar science 2.0 (2009) 5 www.vu.l/nl/Images/Harmelen_tcm9-112422.pdf Geraadpleegd op 25 augustus 2010)
  • 41. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 41 3.4. Wetenschappelijke collecties op het web Onderzoek is altijd actueel en van blijvende waarde in de maatschappij. Er zijn tal van verhalen te vertellen over wetenschappelijke collecties. Tevens kunnen collecties gebruikt worden in het onderwijs en voor onderzoek waardoor ze bij uitstek geschikt zijn om ook digitaal tentoon te stellen. Bij het digitaal tentoonstellen van wetenschappelijke collecties staat het object in context centraal. 3.4.1 De digitale tentoonstelling over wetenschap De educatieve waarde van www.exploratorum.edu is vooral toe te schrijven aan de hoeveelheid informatie die wordt gegeven over een of meerdere onderwerpen of thema’s. Zie figuur 23. Deze digitale tentoonstellingen bestaan ook zonder een weergave van een collectie, hetgeen je ook in fysieke tentoonstellingen van bijvoorbeeld Science Centres ziet. In een tentoonstelling wordt immers niet per definitie collectie tentoongesteld, dat kan ook kennis of informatie zijn. Medewerkers en bezoekers over exploratorium.edu: Positief: Uitgebreid, gevarieerd, mooie vormgeving, duidelijke titels, heldere sitestructuur, beeld en tekst in balans, video is leerzaam en digitaal zeer geschikt, doelgroepdifferentiatie, kwaliteit, thema-uitwerking goed, wetenschappers aan het woord, gelaagdheid, toegankelijk Negatief: Ingewikkeld (vooral voor kinderen), niet overzichtelijk, te uiteenlopend, rommelig51 51 Zie bijlage 5 voor de opzet en de uitwerking van het kwalitatief onderzoek (de usability-test) naar de bezoekersbeleving in een digitale tentoonstelling Figuur 23. Homepage van www.exploratorium.edu
  • 42. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 42 3.4.2 Een presentatie van onderzoek Onderzoekers zijn gedreven om iets tot op de bodem te willen uitzoeken. Onderzoekers streven naar precisie, volledigheid, onderbouwing en nuance. Voor een presentatie is het nodig het verhaal tot de kern terug te brengen en dat verhaal in beperkte tijd, op een aantrekkelijke wijze te presenteren. Bij onderzoek gaat het om de inhoud. Bij het presenteren van onderzoek is de vorm net zo belangrijk. Het presenteren van onderzoek wordt steeds belangrijker. Er is interesse voor wetenschap bij een breed publiek.52 In een digitale tentoonstelling wordt een object op verschillende manieren gepresenteerd. Informatie over voorwerpen wordt opgedeeld in drie verschillende informatieniveaus. In een digitale tentoonstelling kan je ook deze indeling hanteren: - Informatie op objectniveau of van het fysieke voorwerp - informatie uit de betekenis en functie (deelcollecties) - informatie van de context53 Met lagen van informatie in een digitale tentoonstelling wordt ook de verschillende vormen van informatie bedoeld, zoals artikelen, algemene informatie en informatie in videofragmenten. 3.4.3 Informatie op objectniveau en informatie uit de functie en betekenis In een ‘objectgerichte’ presentatie staan de voorwerpen centraal. In het zoeksysteem of de database van een digitale presentatie staat het voorwerp centraal. De bezoeker kan hier het object goed bekijken. De registrator heeft een aantal gegevens over het object vastgelegd die soms wel en soms niet direct van het voorwerp zijn af te lezen. Voorwerpen zijn ook een zeer geschikt instrument bij het leren. Ze vormen het startpunt voor het bestuderen van tal van verhalen of invalshoeken. Voorwerpen helpen het verleden beter te begrijpen. Door voorwerpen centraal te stellen kan men tevens de vaardigheden ontwikkelen en kennis vergroten van de bezoeker.54 Informatie uit de functie en betekenis betreft meestal achtergrondinformatie en een algemene beschrijving van een voorwerp. De ervaring en de expertise van de registrator is hierbij bepalend. In een digitale tentoonstelling kun je de informatie uit de betekenis en functie ook de informatie op collectieniveau noemen. 3.4.4 Informatie van de context De informatie van de context is de context waarin een voorwerp wordt aangetroffen, een context waarin het functioneerde en een context van de onderzoeker. Voorwerpen worden ‘vertaald’. De vertaler interpreteert. Meestal is dit de conservator. In een digitale tentoonstelling worden objecten gekoppeld aan thema’s deelcollecties. Je kunt voorwerpen rangschikken, categorieën maken en invalshoeken kiezen. Het naast elkaar plaatsen van natuurhistorische en kunstmatige voorwerpen kan bijna wel beschouwd worden als een literaire aanpak. Het belang van het bijeengaren ligt in de verscheidenheid en de waarde van ieder verkregen voorwerp, naast zijn geschiedenis en zijn geldelijke of historische waarde, is het gemak waarmee het voorwerp zich verhoudt tot de gehele verzameling. De mogelijkheden om voorwerpen visueel te combineren is vooral zo interessant door de continuïteit van de vormen en tegelijkertijd de grote verscheidenheid van objecten, terwijl ze eenzelfde afkomst hebben. 52 B. Hertz, Presenteren van onderzoek (Amsterdam 2005) 10-11 53 J.P. Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen (Zwolle 2005) 47 54 P. Grimm en anderen, Werken met voorwerpen, handleiding voor docenten in de basisvorming (1995) Een digitale tentoonstelling moet bijdragen aan het imago en de identiteit van het museum en het beeld wat de bezoeker van een museum heeft
  • 43. Afstudeerscriptie: Een dynamisch evenwicht vinden Reinwardt Academie - Eva Thomas – Oktober 2010 43 3.4.5 Verschillende contexten Een voorwerp is niet los te zien van andere voorwerpen en ideeën die ermee in verband staan. Een voorwerp staat nooit op zichzelf. Het maakt deel uit van een groter geheel, waarbinnen het zijn functie en betekenis krijgt. Gelijksoortige voorwerpen kunnen elkaar versterken en elkaars betekenis verduidelijken. Een bezoeker zal eerder gericht zijn op het onderscheiden van overeenkomsten en verschillen en daardoor met meer aandacht de presentatie bekijken. Vergelijking met andere voorwerpen is onder alle omstandigheden een belangrijk middel om voorwerpen te determineren, of het nu om tijd, plaats van vervaardiging, de vervaardiger of het gebruik gaat. In musea worden tal van interessante verhalen verteld. Dat wordt ook gedaan in multimediale presentaties. De collectie wordt gebruikt om de continuïteit van het verhaal te waarborgen. Het voorwerp staat als het ware in dienst van het verhaal wat verteld wordt. Er wordt naar gestreefd om een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. De context in een multimediale presentatie is eigenlijk het verhaal. In figuur 24 zie je dat er verschillende verhaallijnen mogelijk zijn binnen een thema Ook de biografische invalshoek wordt steeds meer toegepast, een tendens die te maken heeft met het idee dat de gemiddelde Nederlander steeds minder van geschiedenis weet en hierdoor eerder aanknopingspunten vindt. Een thematische indeling werkt goed omdat mensen zich over het algemeen dingen herinneren in episoden en niet opeenvolgend. Een thematische presentatie sluit beter aan op het geheugen en geeft directer toegang tot persoonlijke herinneringen.55 3.5 De waarde van een digitale tentoonstelling voor wetenschapsmusea Voor wetenschapsmusea is een digitale tentoonstelling interessant omdat zij vaak afgebakende deelcollecties en thematiek van elkaar onderscheiden wat zich sterk leent voor museale en visuele presentaties. 3.5.1 De bekendheid van wetenschapsmusea bij het brede publiek? Het Universiteitsmuseum houdt zich in Nederland naast Science Centers als Nemo in Amsterdam en musea als Naturalis, het Teylers Museum en Museum Boerhaave bezig met wetenschap.. Wetenschapsmusea zijn er voor een breed publiek. Ze worden bezocht door schoolgroepen, gezinnen met kinderen, studenten en geïnteresseerden. Een wetenschappelijke collectie kan op verschillende manieren publiek aanspreken. De collectie is fascinerend, actueel en leerzaam voor zowel publiek dat minder bekend is met wetenschap als voor onderzoekers. Wetenschapsmusea brengen bovendien complexe informatie over tal van onderwerpen in de wetenschap. 55 J.P. Sigmund en E. Sint Nicolaas, Kijken naar geschiedenis, onderzoeken en tentoonstellen van historische voorwerpen (Zwolle 2005) 101 Figuur 24. Evidence, exploratorium.edu