Schrijven voor intranet: hoe doe je dat? Waar moet je op letten? Deze presentatie met gouden basisregels en tips helpt jou om lekker leesbare artikelen te schrijven.

1. Schrijven voor
intranet
je collega’s

2. Even
voorstellen…

3. Wat wil je
weten?

4. Jargon en
Het scores per
LoB en op
totaal niveau,
de TIP en de
TOP vragen,
alsmede de
response en de
management-
speak
vergelijking en Furore zorgt voor de
groei in 2010 is opdracht om voor de
in de concept- nieuwe medewerker
rapport een active directory
weergegeven. account aan te
maken.
De betrokkenen
hadden behoefte hun
opdracht te
verduidelijken, het
Afgelopen week
was een balans
stond voor
zoeken tussen meer
afsluitprocessen in
het teken van de kaders scheppen en
ISO heeft
SIT en de pragmatisch met de
besloten om
opdracht omgaan.
voorbereidingen DMX te
voor de GAT. herinzetten voor
nieuwe storage
je gebruikt het vaker dan uitgiftes.
je denkt!

5. Basisregel 1:
Als je buurjongen van
16 het begrijpt, dan
heb je het goed
gedaan.
altijd
 Laat je tekst eens door een ander
nalezen

6. Voor wie
schrijf je?

8. Voor je collega?
naaste
Waarschijnlijk
spreekt hij/zij
dezelfde taal als
jij

9. Of… voor de CEO?
Snapt hij
het ook?
En…
interesseert
het hem?

10. Basisregel 2:
Stem je boodschap af
op je doelgroep.
 Neem bij het schrijven een specifieke
persoon in gedachten

11. Wat maakt jouw artikel
interessant voor
anderen?

12. Niet:
nadruk op wat we
hebben gedaan…

13. Wel:
benadruk wat het de
lezer en de organisatie
oplevert

14. Oefening:
Wat is het
belang van het
artikel dat jij
wilt schrijven?
En voor wie?

15. Wat wil je bereiken met
je artikel?

16. Emoties delen…

17. Om
hulp
vragen
…

18. ‘Proof of
performance’

19. Successen vieren…

20. Basisregel 3:
Bepaal je doel: wat wil
je bereiken met je
artikel?
 Kijk nog eens kritisch naar je tekst:
bereik je hiermee je doel?

21. Focus!

22. Basisregel 4:
Val met de deur in huis!
Zet de belangrijkste informatie bovenaan.
 Geeft de eerste alinea de kern van je
verhaal goed weer?

23. Stel jezelf de
juiste vragen
1. Wat is er gebeurd?
2. Wie heeft het gedaan?
3. Voor wie is het interessant?
4. Waar is het gebeurd?
5. Wanneer is het gebeurd?
6. Hoe is het gebeurd?
7. Waarom is het gebeurd?
8. Wat levert het op?
9. Voor wie levert het wat op?

24. Basisregel 5:
Je artikel vertelt wie,
wat, waar, wanneer,
hoe en waarom. En wat
het oplevert.
 Vertelt je artikel het hele verhaal?

25. Vermijd onnodig lange
zinnen en passief
taalgebruik

26. Voorbeelden
Oorspronkelijk:
“Iedereen die groepsles volgt of wekelijks individueel lest, hoeft zich
niet opnieuw in te schrijven. Deze lesvormen worden automatisch
heringeschreven voor 2011/12.”
Zo kan het ook:
“Volgt u individuele of groepslessen? Dan hoeft u zich niet opnieuw in
te schrijven voor het nieuwe cursusjaar. Dat gebeurt automatisch.”

27. Oorspronkelijk:
“Zoals afgesproken stuur ik je een bevestiging van onze gemaakte
afspraak. Dit gesprek zal plaatsvinden met mevrouw E. Koevoets en
mevrouw K. van Beusekom*. Het gesprek neemt ongeveer een uur in
beslag en vindt plaats op het kantoor van ABC B.V. te Hilversum. Het
gesprek is in overleg gepland op woensdag 10 december om 11.00
uur.”
Zo kan het ook:
“Graag bevestig ik onze daarnet gemaakte afspraak op dinsdag 7
juni, van 11 tot 12 uur. Bij het gesprek is mevrouw E. Koevoets ook
aanwezig. Het gesprek vindt plaats op het kantoor van ABC B.V. in
Hilversum.”

28. Oorspronkelijk:
“Office 2010 wordt geleverd met nieuwe en verbeterde programma's
en functies om creatief te zijn, te communiceren en productief te
blijven, of u nu thuis, op kantoor of op school werkt. U hebt op meer
plaatsen (en binnen uw planning) toegang tot bestanden met
toepassingen die u kunt gebruiken op de computer, op een Windows-
telefoon of in een webbrowser..”
Zo kan het ook:
“Wilt u creatief en productief zijn, waar u ook bent? En wilt u overal
kunnen communiceren? Dat kan, met de nieuwe en verbeterde
programma’s in Office 2010. Of u nu thuis, op kantoor of op school
bent, u kunt uw bestanden overal bereiken en bewerken. Op de
computer, op een Windows-telefoon of in een webbrowser. Zo biedt
Office 2010 u vrijheid en flexibiliteit.”

29. Basisregel 6:
Schrijf kort en bondig
en vermijd* ‘zullen’
‘worden’ en ‘willen’.
* behalve als je een minder prettige mededeling wilt afzwakken
 Telt je zin meer dan 15 woorden?
Maak er dan twee zinnen van.

30. Wordt je artikel een
brij van woorden op
het scherm?

31. Basisregel 7:
Schrijf korte alinea’s en
plaats er witregels
tussen.
 Zorg dat alinea’s niet langer zijn dan
6 à 7 regels.

33. Tussenkopjes
helpen de
lezer om de
tekst snel te
scannen.

34. Oefening:
Verzin zelf
tussenkopjes
voor de tekst
die je
ontvangen
hebt.

35. Basisregel 8:
Gebruik heldere of
prikkelende
tussenkopjes
 Is het tussenkopje representatief
voor de tekst of wekt het
nieuwsgierigheid op?

36. A picture is worth
1,000 words…

37. Basisregel 9:
Gebruik (waar
mogelijk) afbeeldingen
 Is het technisch mogelijk? En voegt
het iets toe aan de tekst?

38. Help je lezer het
overzicht bewaren!
Zo:
1. Handig
2. Snel
3. Gemakkelijk
Of zo:
• Handig
• Snel
• Gemakkelijk
lijstjes zijn niet
voor niets zo
populair…

39. Basisregel 10:
Gebruik puntsgewijze
opsommingen
 Zijn er veel aspecten aan een zaak?
Maak er dan een opsomming van.

40. Nu nog een pakkende
kop!

41. Voorbeeld
Oorspronkelijke kop:
“MICA: Architectuur richtlijnen voor
managementinformatie en tooling”
Zo kan het ook: “What’s in it
for me?”
Kop voor directe collega’s:
“Heldere handvatten voor tooling nieuwe
managementinformatie”
Kop voor anderen binnen de organisatie:
“Proces ontwikkeling managementinformatie
sterk verbeterd”

42. Enkele tips
1. Pas het ‘lijstjes’ principe toe in je titel (“top 10
praktische tips”)
2. Houd het kort en helder.
3. Vertel niets (prikkel je lezer, maak hem/haar
nieuwsgierig).
4. Vertel alles (haak in op voordeel voor de lezer).
5. Vermijd onbekend jargon.
6. Stel een vraag (en beantwoord deze in het
artikel).

43. Oefening:
Maak nu een pakkende
kop voor jouw artikel

44. Basisregel 11:
Maak een pakkende
kop. Maar pas als het
artikel af is!
 Houd de kop kort, maximaal 5
woorden. Laat lidwoorden eventueel
weg.

45. Lees je artikel nog
eens door … op papier!

46. Basisregel 12:
Is je artikel af? Lees
het een paar uur later
nog een keer door.
 Print je artikel uit en lees het nog
eens door. Ben je tevreden? Tijd voor
publicatie!

47. En ten slotte

48. Hoe zorg ik dat ik
gelezen word?
Voor intranet
heb je
meestal
minder
middelen tot
je
beschikking

49. Enkele tips
1. Vertel je collega’s over je nieuwe artikel
2. Mail het linkje door naar collega’s
3. Zet een link naar je nieuwste artikel op je
persoonlijke profiel op intranet
4. Neem deel aan interne communicatiepodia als
Yammer en ‘spread the word’
5. Worden collega’s genoemd in je artikel? Stuur
de link naar hen door!
6. … [jouw idee]

50. Vragen?

51. Dank je wel!
@ElineWalda