2. Het is zondagmiddag. Iedereen zit aan tafel en eet op zijn gemak. ‘ Wat zullen we vandaag eens doen, ik heb vrij vandaag’ zegt Cédric. Hij ziet Jasmine die haar schouders op haalt, Roel die de tafel rondkijkt en Aldris die iets wilt zeggen. ‘Ik weet wel iets. We kunnen gaan zwemmen?’ stelt Aldris voor. ‘Neeneenee,’ werkt Celeste tegen, ‘niet zwemmen. Dat is saai’ 3 dagen controle

3. ‘ We kunnen een wandeling maken door het bos hier vlakbij’ is Ariël haar voorstel. Ook dat wordt afgekeurd. ‘Schaatsen?’ klinkt er zachtjes uit Jasmine’s mond. ‘Schaatsen!’ zegt Celeste iets luider. ‘Dat kan, ze hebben hier laatst een schaats- en rollerbaan gebouwd, zullen we daar naar toe gaan?’ besluit Cédric. Iedereen is akkoord.

4. Jasmine en Aldris ruimen af terwijl de rest zich klaarmaakt. ‘Heb jij al eens geschaatst?’ vraagt Jasmine aan Aldris. ‘Misschien ooit eens met school, maar daar weet ik niet veel meer van. Maar ik denk dat we beter op de rollerbaan gaan, die scherpe onderkant van die schaatsen vind ik nogal gevaarlijk’

5. Een paar minuten later arriveert de taxi voor het huis. ‘De taxi is er, iedereen naar buiten!’ roept Cédric door het hele huis. Celeste trekt de wc door, Jasmine komt van de tv vandaan en Ariël stopt haar spiegeltje weg. Roel komt niet mee, hij is veel te moe.

6. ‘ Ein-de-lijk!’ roept Celeste luid wanneer ze uit de taxi stappen. ‘Ik kreeg bijna geen lucht meer tussen jullie twee’ zegt ze en wijst lachend naar Jasmine en Aldris. ‘Kinderen, komen jullie naar binnen?’ roept Ariël die voor de deur staat te wachten. ‘Ik kom!’ roept Celeste. ‘Ik ben eerder bij mama dan jij’ plaagt ze en steekt haar tong uit naar Jasmine. Samen rennen ze naar Ariël.

7. Ze kwamen tegelijk aan, maar Celeste vond dat zij had gewonnen. Nadat ze de trappen op zijn gelopen, bekijkt Cédric rustig de ruimte. ‘Dit lijkt me oké’ stelt hij vast. ‘Dit lijkt mij niet oké’ zegt Celeste plots die een aantal rolschaatsen met een vies gezicht vast houdt. Jasmine lacht en neemt een paar rolschaatsen.

8. Voorzichtig kruipt iedereen op de grote baan. Makkelijk is het niet om rechtop te blijven staan. Jasmine schuift bang naar haar moeder en neemt haar handen vast. ‘Ik kan dit nog niet, ik ben bang dat ik val’ zegt ze. ‘Ik kan dit niet, ik ben ba-’ plaagt Celeste, maar valt meteen. Jasmine ligt meteen in een deuk en Ariël lacht stilletjes.

9. ‘ Laat die maffe zus van je maar’ lacht Ariël. ‘We zullen eens proberen, doe mij eens na’ zegt Ariël en richt haar aandacht op Jasmine. Voorzichtig probeert Jasmine de bewegingen van haar moeder na te doen, en na een tijdje kan ze die ook zonder haar handen vast te houden. ‘Goedzo! Nu kan je proberen om helemaal in het wilde weg te schaatsen!’

10. Iedereen slaagt erin om een paar rondjes te schaatsen, weliswaar met af en toe te vallen. Cédric houdt iedereen in het oog, Jasmine komt los, Aldris zweeft over de baan, Celeste lacht met iedereen maar valt zelf de hele tijd en Ariël probeert het zelf nog beter onder de knie te krijgen.

11. Opeens krijgt Aldris een idee. Hij wilt een stunt uitproberen. Vol zelfvertrouwen maakt hij een grote sprong in de lucht. ‘ Aldris!’ roept Cédric streng, ‘niet zo gevaarlijk’. ‘Ja, niet zo gevaarlijk’ doe Celeste haar vader na en schudt haar hoofd.

12. Na de grote sprong, valt Aldris op de baan. Ariël is degene die de val als eerste ziet. ‘Aldris! Heb je pijn? Gaat het?’ vraagt ze bezorgd. ‘Aahw’ kreunt Aldris en wrijft over zijn knie. ‘Ja, alles gaat, alleen een beetje pijn op mijn knie’ antwoordt hij. Aldris staat op en leunt eventjes tegen de kant voordat hij weer verder gaat.

13. ‘ Waarom springt hij dan ook?’ vraagt Cédric. ‘Ach, hij wilt gewoon wat kunstjes uitproberen waarschijnlijk en niet zo saai over de baan schaatsen zoals wij doen’ legt Ariël vol begrip voor Aldris uit. ‘Hij weet toch dat er erge dingen kunnen gebeuren als hij fout landt’ zucht hij en schudt niet-begrijpend zijn hoofd.

14. Ook Celeste wilt iets uitproberen. ‘Ik ben net een echte topschaatser’ roept ze terwijl ze op een been ronddraait. Ze ziet iedereen snel voorbij vliegen en weer en weer… Wanneer ze echt duizelig begint ze worden, stopt ze met draaien en gaat ook naar de kant toe.

15. Ariël kijkt trots naar Jasmine die vrolijk rondvliegt over de rollerbaan. Dat heeft zij haar geleerd. Glimlachend schaatst ze langs Celeste die met haar hand tegen haar hoofd tegen het hek staat. ‘Wat heb jij geda-’ En bam, ze valt op de grond. ‘Wat ik heb gedaan? Ik heb jou zien vallen’ lacht Celeste luid.

16. Lang duurde het niet voordat het gezin geen zin meer had. Ze hadden het schaatsen wel gehad. Cédric zoekt een tafeltje uit en iedereen neemt plaats. ‘Wie is het meeste gevallen?’ vraagt Jasmine door de stilte heen. ‘Ik denk Celeste, hoor’ antwoordt Ariël. ‘Dat kan misschien, maar jij was wel heel grappig toen je viel’ lacht Celeste.

17. Wanneer Aldris de koffieapparaten ziet, stelt hij voor om wat te nemen. Ariël komt met hem mee. Terwijl ze wachten wanneer de koffie klaar is, maken ze een praatje. ‘ Die stunt van je was best gaaf, hoor, daar moet je ook wel lef voor hebben’ pept ze Aldris op. ‘Lef?’ Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. Als hij lef heeft, kan hij vast in het leger, zijn droombaan.

18. Aldris neemt terug plaats bij de rest en Ariël wacht op haar kopje koffie. Hij fleurt er helemaal van op, Aldris heeft lef en maakt kans om in het leger te geraken. ‘Is mama er niet?’ verstoort Celeste zijn gedachten. ‘Nee, haar koffie is nog niet klaar’ antwoordt hij en wijst naar het apparaat.

19. Na een tijdje komt Ariël ook weer aan de tafel zitten. ‘Wie het een leuke dag vond, steekt nu zijn hand op’ zegt Celeste plots. Iedereen steekt zijn hand in de lucht. ‘Ik vond het leukste toen ik iedereen kon zien vallen’ zegt Celeste met een gemeen lachje. Jasmine lacht stilletjes. Na een tijdje besluiten ze toch om te gaan.

20. Iedereen komt vermoeiend de taxi uit. Dat rollerschaatsen was niet niks. Iedereen heeft plezier gehad, maar is nu doodop. Ze zoeken hun weg naar hun bed en vallen ook meteen in slaap.

21. Alleen in de kamer van Ariël en Cédric klinkt er gefluister. ‘We hebben er weer eens een leuke dag van gemaakt, he schat?’ vraagt Cédric. Ariël, die geen zin heeft om te praten, knikt. ‘Wel jammer dat Roel niet mee kon, het zou stukken leuker geweest zijn met hem’

22. ‘ Hm’ krijgt Cédric als antwoord. Hij merkt dat Ariël geen zin heeft in gebabbel dus zwijgt hij. Hij kruipt dichter bij Ariël en knuffelt hem waarna ze in een diepe slaap vallen.

23. Roel, die niet mee is gegaan, zit op hetzelfde moment beneden in de krant te bladeren. Schokkende nieuwsberichten, huizen die te koop staan en overlijdensberichten vliegen voor zijn ogen. Hij zet zijn aandacht bij iets anders. Het overlijden van zijn vrouw. Die mooie vrouw die Ariël op de wereld heeft gebracht. En alleen Ariël.

24. Maar nu is ze gestorven en heeft Roel een schoonzoon en drie kleinkinderen in de plaats. Daar is hij tevreden mee. Als zijn vrouw er nu ook nog was, was het helemaal perfect. Maar dat is niet, en hij moet zich daar bij neerleggen.

25. Midden in de nacht wordt Aldris wakker. Hij had het gewoon te warm en zweette zich rot. Nu zoekt hij afkoeling en ontspanning beneden. Hij kijkt naar videoclips van bekende zangers en neuriet mee. Na een tijdje wordt hij wakker, op de bank. In slaap vallen was toch gelukt. Snel wandelt hij naar de badkamer vanwege die zweetlucht.

26. Wanneer hij de badkamerdeur opendoet, ziet hij Ariël voor de spiegel wat oefenen. ‘Ik wist niet dat jij al wakker was’ zegt Ariël verbaasd. ‘Ik wist ook niet dat jíj wakker was’ glimlacht Aldris. ‘Ik kon niet slapen, toen ben ik beneden tv gaan kijken en toen werd ik opeens wakker op de bank’ legt Aldris uit. ‘Ach, ik werd gewoon wakker van de wekker’ lacht Ariël.

27. Niet veel later, wanneer iedereen wakker is, ontbijt het hele gezin samen. ‘Ik kon echt niet goed slapen vannacht’ zucht Jasmine die er nog moe uitziet. ‘Jij ook al niet?! Aldris en ik waren ook al zo vroeg wakker’ merkt Ariël op. ‘Jullie hebben vast de schaatsziekte’ grapt Roel.

28. Terwijl de anderen het hebben over hoe leuk het gisteren was, wendt Jasmine zich tot Celeste. ‘Ben jij niet jarig vandaag?’ ‘Jawel, zie je dat niet? Zie ik er niet verjaardagachtig uit?’ ‘Ehm, een beetje?’ antwoordt Jasmine die niet weet waar haar zus over praat.

29. Voor de rest heeft niemand een opmerking gemaakt over Celestes verjaardag, maar veel tijd hebben ze daar ook niet voor. Ariël vertrekt naar haar eerste werkdag en de kinderen gaan naar school.

30. Roel en Cédric blijven over. ‘Ik ben boven’ meldt Cédric en schuift zijn stoel naar achter. Roel ruimt de borden af en gaat, na eventjes televisie te hebben gekeken, naar boven waar hij Cédric in zijn ondergoed aantreft. Lachend wandelt Roel voorbij. Zijn schoonzoon, ja, zijn schoonzoon.

31. Cédric hangt op en gaat naar Roel. ‘Sorry voor wat je net moet zien’, lacht Cédric, ‘ik was me aan het omkleden en ineens ging de telefoon dus ik haastte me naar de telefoon. Het was een collega, en we praatten lang…’ Roel zegt dat het niks uitmaakt en kruipt zijn kamer in. Cédric duikt achter zijn schildersezel voor wat vaardigheidspunten.

32. De tijd vliegt en voor dat hij het weet staat Aldris naast hem. Blij wappert hij met het blaadje. ‘Ik heb een 10 pap!’ roept hij. ‘Proficiat, mijn zoon! Een 10 is fantastisch!’ applaudisseert hij.

33. Na nog een ‘proficiat’ van Roel, gaat hij zijn kamer in. Die 10 motiveert hem weer om zijn huiswerk meteen te maken. Al blijkt dat niet zo simpel te zijn. Hij zit vast bij de laatste opdracht, maar geeft niet op en blijft zoeken.

34. Tevreden stapt Ariël uit de auto. De eerste werkdag verliep goed, fantastisch zelfs; ze heeft meteen promotie kunnen maken! Voordat ze naar binnengaat, wacht ze tot de kinderen uit de schoolbus komen. ‘Hallo, meisjes van me’ begroet Ariël haar dochters. ‘Hoi mam!’ krijgt ze terug van Jasmine.

35. Later op de dag, zitten Jasmine en Celeste naar dé favoriete serie te kijken. ‘ Kom aan, ik snap niks meer van die fee! Ik heb zin om die aardbei op haar hoofd in haar gezicht te duwen!’ zegt Celeste woest. ‘Die aardbei vind ik net de leukste! Lijk er niet een beetje op?’ vraagt Jasmine en aait over haar haar.

36. ‘ Volgensmij is er iemand jarig, maar wie ookalweer?’ roept Ariël vanuit de keuken. Meteen vliegt Celeste naar de keuken en ziet de taart staan. ‘Ik ben jarig! En… Die taart! Mama, dat had je niet hoeven doen!’ grapt ze. ‘Slijmbal’ lacht Ariël. Celeste blaast de kaarsjes uit en wacht tot de tintelingen komen.

37. Daarna staat er een grote Celeste. ‘Wow, dit is gaaf. Alleen gaat mijn voorkeur naar een andere outfit’ lacht ze. ‘Ik ben een stuk groter!’ merkt ze op. ‘O, hoi kleine Jasmine’ lacht ze en buigt zich over Jasmine.

38. ‘ Zusje van me!’ met een brede glimlach op zijn gezicht, komt Aldris de kamer binnen. ‘Ho, zeg maar zus, ik ben een stuk groter!’ Aldris geeft zijn zus(je) een knuffel en glimlacht. Ze ziet er goed uit als zus!

39. Celeste verdwijnt in haar kamer en zorgt voor een makeover. Ze hoort geklop op haar deur. ‘Wat is het wachtwoord?’ fluistert ze tegen de deur aan. ‘Ehm, aardbeihoofd!’ probeert Jasmine die haar lach niet kan inhouden. ‘Wachtwoord geaccepteerd’ zegt Celeste met een robotstemmetje. ‘ Ik heb een vraagje, Celeste’ zegt Jasmine.

40. ‘ Een vraagje voor Celeste? Kom maar op’ zegt ze en verzet een voet. ‘Je blijft toch mijn vriendin, toch?’ vraagt Jasmine. ‘Tuurlijk! Jij blijft mijn aardbei-hoofd-vriendin voor al-tijd!’ lacht Celeste. Jasmine giechelt. ‘En ik denk dat je nu beter in je aardbeibed gaat liggen, want het is aardbei laat!’ merkt Celeste op. ‘Oke, aardbeizus, slaap lekker!’

41. De volgende ochtend wordt iedereen rond zes uur gewekt door de wekker. Aldris sloft slaperig zijn kamer uit, en Celeste opgewekt de badkamer binnen. Nu ze tiener is, hecht ze zoals gewoonlijk meer aandacht aan haar uiterlijk, en daar heeft ze de tijd voor nodig.

42. Voorzichtig haalt Jasmine een grote kom tevoorschijn. Stevig houdt ze de kom met twee handen vast en struikelt bijna over haar te lange pyjamabroek. Gelukkig is alles nog heel. Op haar gemakje zoekt ze een schone lepel en begint daarna te eten.

43. Cédric eet eventjes mee, maar wanneer hij zijn carpool buiten ziet staan, moet hij al weer vertrekken. ‘Veel plezier op school en tot zo!’ zegt hij en vertrekt naar buiten.

44. Nadat Jasmine klaar is met ontbijten, neemt ze plaats tussen Ariël en Celeste. ‘Ik was bijna gevallen over mij-’ ‘Aardbeizus!’ onderbreekt Celeste Jasmine blij. Jasmine lacht en Ariël schudt niet-begrijpend haar hoofd. ‘Dus, ik was net bijna gevallen over mijn pyjamabroek! Stel dat ik was gevallen, wat zou je dan doen?’ vraagt Jasmine.

45. ‘ Daar vraag je me iets, eerst kijken of je iets ergs had, denk ik?’ antwoordt Ariël onzeker. ‘Mam, je moet toch weten wat je moet doen als je kind valt?’ begint Celeste. ‘Misschien heeft ze alleen een blauwe plek’ zegt Ariël. ‘Of misschien krijgt ze een echt aardbeihoofd!’ zegt Celeste plots.

46. ‘ Ieh, een aardbeihoofd! Ik met een aardbeihoofd’ lacht Jasmine. ‘Wat hebben jullie eigenlijk met die aardbeien?’ vraagt Ariël. ‘Oh, niks mam, gewoon iets tussen mij en Jasmine’ antwoordt Celeste en ze knipoogt naar Jasmine. ‘ Maar volgensmij moeten jullie naar aardbeischool!’ zegt Ariël als ze de bus ziet. ‘Zeg jij maar beter geen aardbei’ lacht Celeste.

47. Later arriveert ook Ariëls carpool en alweer blijft Roel als enige thuis over. Hij vult zijn tijd met het schoonmaken van het huis. Het vuilnis buitenzetten, de boel eens grondig stofzuigen en het vuil van de aanrechten afschrobben.

48. Samen met Celeste komt Aldris de schoolbus uit. Celeste begint eerst aan haar huiswerk en Aldris duikt achter de computer. Hij denkt terug aan school. Er is een meisje, Daphne, waar hij een speciaal gevoel bij heeft. Telkens wanneer ze in zijn buurt komt, voelt Aldris zich zenuwachtig en verlegen. Hij weet het bijna zeker, dit is verliefdheid.

49. Celeste kent Daphne ook, ze zijn nogal goede vriendinnen. Aldris hoopt dat Celeste haar niet eens meeneemt van school, want dan weet hij niet hoe hij zich moet gedragen. Zijn vingers vliegen over het toetsenbord en klikken op de computermuis. Hij heeft via-via Daphnes MSN gekregen, maar ze is niet online.

50. Op een of andere manier weet Celeste gewoon dat Aldris verliefd is, en ze weet op wie. Daphne. Op school ontwijkt Aldris Daphne en als ze bij elkaar in de buurt komen, is Aldris veel anders. Ze belt Daphne op, zogenaamd eventjes kletsen, maar uiteindelijk nodigt ze Daphne uit.

51. ‘ Daphne komt’ zegt Celeste kort. ‘Wat?!’ roept Aldris uit en draait zich naar Celeste om. ‘Daphne komt, zoals ik al zei’ zegt Celeste en hangt de telefoon op de hoorn. ‘M-maar, waarom heb je haar nu uitgenodigd, je weet toch dat ik…’ begint Aldris. Maar hij maakt zijn zin niet af. ‘Dat je wat? Aldris, het is gewoon zo overduidelijk, je bent stapel op haar. Dat ziet zelfs een baby, of een aardbei’ zegt Celeste, en lacht zachtjes bij dat laatste.

52. ‘ Een aardbei? Wat heeft dat er nu weer mee te maken. Maar terug to the point, Daphne komt dus? Celeste! Komt ze voor mij of voor jou?’ vraagt Aldris verward. ‘Aldris, rustig aan! Je gaat niet dood van een bezoekje van Daphne. Ze komt gewoon, waarschijnlijk ziet ze jou ook zitten’ legt ze uit. Aldris schudt zijn hoofd. ‘Ik zou maar van de computer afkomen, straks is ze er al’

53. Met een zucht sluit Aldris af, en gaat naar beneden waar hij Roel aantreft. Hij ploft neer op de bank. ‘Opa, er komt zo iemand, en en, ik weet dus niet wat ik moet zeggen’ zegt hij plots. ‘Wie komt er?’ ‘Daphne, een meisje van school, ik vind haar leuk, ik ben verliefd, en Celeste heeft plots geregeld dat ze komt’ legt Aldris zenuwachtig uit.

54. ‘ En, en…’ Aldris zucht diep. ‘Rustig aan, Aldris, alles komt wel goed. Blijf jezelf, gedraag je niet stoerder dan je bent, alles zal wel vanzelf gaan’ stelt Roel hem gerust. Die tips van opa, tips over de liefde, moet hij ze vertrouwen of niet? Om Roel tevreden te maken bedankt Aldris hem. Hij hoort de deurbel. ‘Dat zal ze vast zijn’ zegt Aldris en hij staat op.

55. Aldris doet de deur open en ziet Daphne. ‘Eh, hoi Daphne’ zegt hij gespannen. Daphne glimlacht en groet hem terug. En toen brak het moment aan. Beide wisten ze niet wat ze moesten zeggen. Het stiltemoment. ‘Het is stil, he?’ fluister Aldris in Daphnes oor waardoor ze moet giechelen.

56. ‘ Maar er is niemand, dus waarom praten we niet gewoon?’ vraagt Daphne zich af. ‘Het was gewoon stil en ik wist niet wat ik moest zeggen’ lach Aldris. ‘Dus, jij bent Celestes broer?’ vraagt Daphne. Aldris knikt. ‘Is ze thuis ook altijd zo maf?’ ‘Meer dan maf!’ lacht Aldris.

57. ‘ Maar, waarom je nu hier bent. Misschien had je het al door, maar ik vind je heel knap, en je bent volledig mijn type. Ik ben gewoon… verliefd op je’ zegt Aldris terwijl hij Daphnes handen vastneemt. ‘Ik hoop dat het ook wederzijds is…’ ‘Oh, Aldris, ik… ik… ik weet niet wat ik moet zeggen’

58. ‘ Ik ben blij dat jij het als eerste zegt. Ik vind je ook leuk. Ik ben stapel op je’ zegt Daphne. Hoe opgelucht Aldris is, is niet te beschrijven. Daphne valt ook voor Aldris. Dat is geweldig. Ze staren even naar elkaars ogen, neus en mond. Ze wiegen hun handen heen en weer. Verliefd.

59. Die stilte wordt verstoord door een geluidje uit Daphnes zak. ‘Vast mijn moeder, eens kijken wat ze stuurt’ verklaart Daphne en laat Aldris’ handen los. ‘Kum ju utun? Kuusjus mumu, stuurt ze’ zegt Daphne lachend. ‘Het ziet er dus naar uit dat ik moet eten’ lacht ze. ‘Aldris, ik vond het fijn om bij je te zijn. En eindelijk te weten dat die liefde wederzijds is, maar ik moet nu gaan. Morgen op school zien we elkaar weer?’ vraagt ze en geeft hem een knuffel.

60. ‘ Wacht!’ beveelt Aldris haar. ‘Ik moet nog iets zeggen’ begint Aldris. Daphne draait haar om en wandelt naar Aldris. Het lijkt alsof het afgesproken is. Dat ze het moesten doen. Tegelijk buigen ze zich naar elkaar toe, Aldris’ lippen raken die van Daphne en andersom. Het lijkt eeuwig te duren, dat fantastisch moment.

61. ‘ Waar is Aldris eigenlijk?’ vraagt Jasmine. ‘Ik denk dat hij nog buiten is, hij is aardbeiverliefd’ legt Celeste uit. Met grote ogen en een tosti in haar mond, bekijkt Jasmine Celeste. Haar broer, verliefd? ‘Is het een mooi meisje?’ vraagt Jasmine. ‘Aldris vindt van wel. Ze mag er wel wezen, vind ik. Ze heet Daphne’ antwoordt Celeste.

62. Aldris komt binnen en schuift aan tafel. ‘Hoe was het met je Daphne?’ vraagt ze terwijl ze kussende geluidjes maakt. ‘Wie is Daphne?’ klinkt er links van Aldris. Aldris zucht. ‘Leg jij het nu maar uit’ zegt hij tegen Celeste. ‘Well, Aldris is verliefd op Daphne en dat wist ik. Dus heb ik haar laten komen voor een date. Aan je gezicht te zien is het aardig gelukt?’ vraagt ze als ze Aldris’ blozende gezicht ziet.

63. ‘ Ja, hm, het is gewoon… We hebben wel… gezoend op het einde… En Daphne vindt mij ook leuk, dus, ehm…’ zegt Aldris aarzelend. ‘Lijkt Daphne op een aardbei? Anders mag ze niet bij de familie!’ zegt Jasmine plots. ‘Ze heeft een rooskleurige huid van nature, ja’ lacht Aldris. ‘Dan is het prima’

64. Aldris, zijn zoon, is verliefd op een meisje genaamd Daphne, een rooskleurige huid. Cédric zit bij zijn eigen gedachte en niet bij het gekibbel van de rest van de tafel. Hij gelooft het bijna niet. Hij hoopt dat het een fatsoenlijk meisje is, maar zo verstandig is Aldris wel om een normaal meisje uit te kiezen.

65. De avond valt en iedereen gaat naar bed. Celeste, in haar nieuwe kamer. Natuurlijk plaagt ze soms mensen, dat is gewoon Celeste. Dat wilt niet zeggen dat ze een aardige kant heeft. Ze heeft Aldris en Daphne toch bij elkaar gekregen, dat is toch goed?

66. Aldris weet niet of hij boos of niet is op Celeste. Wat er vanmiddag gebeurde, toen hij achter de computer zat en te horen kreeg dat Daphne kwam. Toen was hij kwaad. Maar uiteindelijk is het een fantastische dag geworden met Daphne. Daar is Aldris alles behalve boos om.