SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 1
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Niet beter dan parasieten
Voor de vierde keer verfilmd The invasion of the body snatchers
In zijn roman ‘The invasion
of the body snatchers’
waarschuwde Jack Finney in
1954 al voor de verwoesting
van het milieu door de mens.
Een vierde verfilming blijft
voor het eerst dicht bij zijn
opvattingen.
B R E G T J E S C H U D E L
V
ier keer is het verhaal inmiddels
verfilmd – de roman The Body Snat-
chers, uit 1954, geschreven door
Walter Braden ‘Jack’ Finney, is een
dankbare inspiratiebron voor
filmmakers. Ook voor klonen als
The Stepford Wives (1975) en The Faculty (1998). Al-
levier geven ze hun eigen politieke en sociale in-
vulling aan het idee van een buitenaardse inva-
sie. Maar de nieuwste, The Invasion, sinds giste-
ren in de bioscoop, gaat echt terug naar de bron.
Het verhaal van The Body Snatchers is als volgt:
buitenaardse zaadpeulen strijken neer op aarde
en vervangen de mensen in hun slaap door peul-
kopieën. Op het eerste gezicht zijn de replica’s
niet van de originele mensen te onderscheiden,
zelfs de herinneringen zijn gelijk. Alleen emo-
ties en een eigen wil ontbreken. Hun doel: door-
gaan tot iedereen in emotieloze peulmensen is
veranderd. Maar sommige individuen verzetten
zich.
Jack Finney (1911-1995) was een zonderling
binnen zijn vakgebied. Hij was een scienceficti-
onschrijver die niet echt van sciencefiction
hield. Hij schreef wel over buitenaardse invasies
en tijdreizen, maar ontdeed deze fantastische
gebeurtenissen consequent van hun futuristi-
sche glans. In The Body Snatchers arriveren de
aliens niet in zilverkleurige vliegende schotels,
maar dwarrelen ze als ruimtesporen onze at-
mosfeer binnen. Ook zien we ze nooit in hun
oorspronkelijke gedaante, alleen in menselijke
vorm. Zelfs het tijdreizen gebeurt in zijn werk
niet met gecompliceerde tijdmachines, maar
door middel van een soort magische associatie
(een auto uit 1920 transporteert de bezitter naar
de jaren twintig) of zelfs door middel van hyp-
nose.
De afwezigheid van technologische snufjes
staat in het verlengde van Finney’s gebrekkige
interesse in de toekomst. Waar de meeste scien-
cefictionschrijvers vanuit het saaie heden dro-
men van een beloftevolle toekomst, blikt Finney
juist verlangend terug naar het verleden, naar
een tijd toen alles nog onschuldig en puur was.
Zijn karakters reizen dan ook nooit vooruit,
maar altijd terug in de tijd, op zoek naar een be-
ter en simpeler leven. Het ontlokte hem in I’m
Scared (1951), een van zijn eerste korte sciencefic-
tionverhalen, de volgende uitspraak: ‘Zie je
niet… in bijna iedereen die je kent, een toene-
mende weerzin tegen het heden? En een groei-
end verlangen naar het verleden?’ Het is een the-
matiek die tot aan zijn laatste boek From Time to
Time (1995) zou blijven resoneren.
Maar op één gebied past Finney met The Bo-
dy Snatchers, in 1954 als feuilleton gepubliceerd,
in 1955 als boek uitgebracht, wel prima binnen
het sciencefictionwereldje. Het boek boort een
onbehagen aan in de huidige maatschappij: in
dit geval een groeiende onvrede over de heden-
daagse mens, die beetje bij beetje in een schim
van zichzelf verandert.
Terugblikkend naar het Amerika in de jaren
vijftig is het op een bepaalde manier moeilijk te
zien waar iemand bezorgd over zou kunnen
zijn. De nazi’s waren verslagen, Amerika had
zichzelf bewezen als machtigste natie en na de
magere jaren rond de depressie en de Tweede
Wereldoorlog bloeide de economie op. Burgers
werden consumenten en maakten kennis met
fenomenen als de televisie, de afwasmachine en
vrije tijd. De benzine was goedkoop, jonge ge-
zinnen trokken massaal naar de buitenwijken
en de Amerikanen hadden vertrouwen in hun
president Dwight D. ‘I like Ike’ Eisenhower.
Kortom, het was een tijd van welvaart en opti-
misme.
Maar de jaren vijftig waren lang niet zo zorge-
loos en ongecompliceerd als we nu graag willen
geloven. De Tweede Wereldoorlog en de Kore-
aanse Oorlog waren voorbij, maar de Koude
Oorlog duurde voort en de angst voor het com-
munisme nam toe, aangewakkerd door ‘bezorg-
de burgers’ als senator Joseph McCarthy. Uitvin-
dingen als de atoombom brachten nieuwe ver-
antwoordelijkheden en consequenties met zich
mee die nauwelijks te bevatten waren. Niet voor
niets verscheen in 1954 de sciencefictionhorror-
film Them! (van Gordon Douglas), over mieren
die door kernproeven muteerden in gigantische
mensetende monsters.
Finney was niet zozeer geïnteresseerd in de
sociale en politieke veranderingen an sich, maar
meer in de implicaties die deze ontwikkelingen
hadden voor de mens , die beetje bij beetje zijn
individualiteit begon te verliezen. Automatise-
ring maakte de mens steeds minder belangrijk
in het productieproces, terwijl door sterke bu-
reaucratisering individualiteit en creativiteit op
de werkvloer werden vervangen door conformi-
teit en gehoorzaamheid. Zodat de werknemer
na een dag van aanpassen kon terugkeren naar
zijn uniforme woning in zijn uniforme woon-
wijk.
Langzaam maar zeker veranderen we in wil-
loze meelopers, laat Finney in The Body Snatchers
zien. En de meeste mensen merken niet eens het
verschil. Behalve een handjevol ‘fijngevoelige’
individuen, merkt in The Body Snatchers verder
niemand op dat hun vrienden en geliefden lang-
zaam maar zeker worden ingewisseld voor bui-
tenaardse bedriegers. Of misschien kan het ze
zelfs gewoon niets schelen.
Pas aan het einde van het boek openbaart Fin-
ney zijn ware intenties. Het betoog komt van
een body snatcher, maar de woorden hadden net
zo goed rechtstreeks uit Finney’s eigen mond
kunnen komen. Daarin geeft de alien toe dat ze
zelf niet veel meer zijn dan ‘parasieten van het
universum’. Al duizenden jaren hoppen ze van
planeet naar planeet, telkens verder trekkend
wanneer alle bronnen zijn uitgeput. Maar,
vraagt hij, hoe is dit anders dan wat de mens
doet: „Wat heeft het menselijke ras gedaan be-
halve zich over deze planeet verspreiden totdat
ze met miljarden over de aardbol zwermen? Wat
hebben jullie met dit continent gedaan behalve
uitbreiden totdat je niet meer verder kan? (…)
Wat is er gebeurd met de bossen die het conti-
nent bedekten? En met de landbouwgrond die
tot stof is vergaan? Jullie hebben ze opgebruikt,
en trokken toen verder.”
Finney zet ons een spiegel voor. Dit is waar
wij in veranderen of waar we al in veranderd
zijn: wezens zonder ziel.
In 1954 stond de ruimtevaart nog in de kin-
derschoenen, maar hadden we toen niet ook al
grootse plannen? Waren wij ook niet van plan
om de ruimte te verkennen, om op zoek te gaan
naar andere planeten om te koloniseren voor
wanneer de aarde vol is, of op? In hoeverre ver-
schillen wij, qua potentie, nu werkelijk van Fin-
ney’s emotieloze ruimteparasieten, voor wie al-
les moet wijken voor hun onverzadigbare zucht
naar meer?
En nu, ruim vijftig jaar later, is er The Invasion
(Olivier Hirschbiegel, James McTeigue). Op het
eerste gezicht de meest afwijkende van alle ver-
filmingen. Ditmaal wordt de argeloze samenle-
ving niet geteisterd door buitenaardse peulen
die de mens ’s nachts inwisselen voor peulko-
pieën, maar door een buitenaards virus dat tij-
dens de REM-slaap de genetische blauwdruk
van de mens aanpast en hen zo in emotieloze
wezens verandert. Toch draagt juist The Invasion
het sterkst de achterliggende gedachte van Fin-
ney’s boek uit.
Ook The Invasion maakt zich zorgen over de
hedendaagse mens en ziet tussen de mens en de
body snatchers duidelijke parallellen. Aan het
koloniseren van planeten zijn we nog niet toe-
gekomen, maar de aarde raakt op. De bronnen
raken uitgeput, het klimaat verandert – groten-
deels door ons. Het ‘Rode Gevaar’ heeft plaats-
gemaakt voor het terrorisme, de dreiging van de
atoombom is vervangen door die van biologi-
sche wapens. En opnieuw blinkt de mens uit in
lijdzaamheid. De mens raakt verder afge-
stompt, maar, belangrijker, zoekt deze afstom-
ping ook zelf op. Met medicatie verdoven we te
heftige emoties. Wanneer een patiënte in The In-
vasion haar psychiater Carol Bennell (Nicole Kid-
man) toevertrouwt dat haar man haar man niet
meer is, krijgt ze direct antipsychotica voorge-
schreven. De nachtmerries van haar zoontje be-
handelt Carol op dezelfde wijze. Ze vindt het
vervelend, maar ja, wat kan je anders?
De film gaat zelfs nog een stapje verder.
Door de invasie viraal te maken is het laatste
concrete onderscheid tussen mens en body snat-
cher weggevallen. De ‘geïnfecteerden’ zijn niet
eens meer fysiek buitenaards, ze zijn een gene-
tisch gemanipuleerde versie van onszelf. Mis-
schien zelfs – zoals de film enigszins onbehol-
pen duidelijk wil maken – een betere versie van
onszelf. Wanneer onze hinderlijke menselijke
emoties ons niet meer in de weg staan, is er
ruimte voor een betere wereld, zo betogen de
geïnfecteerden. En inderdaad, naarmate het vi-
rus zich verder verspreidt, daalt er een onmen-
selijke vrede op de aarde neer. Irak wordt niet
meer bezet, de zelfmoordaanslagen stoppen, er
wordt zelfs een vredesakkoord gesloten. Alleen
jammer dat het CO2-probleem niet ook meteen
wordt opgelost.
Uiteindelijk kent de film voor de mens toch
een happy end. Ook daarin lijkt The Invasion dan
de eerdere films en lijkt ook daarin weer meer
op het boek. In Finney’s werk bleken echte lief-
de en de menselijke overlevingsdrang te mach-
tig voor de body snatchers. De peulen gaan op
zoek naar gastvrijere oorden. Nu is het de liefde
van een moeder voor haar zoon die de mens redt
van een vreedzaam, maar zielloos bestaan. Fin-
ney was in zijn hart een romanticus en Holly-
wood is bang voor de portemonnee. Als wij be-
hoefte hebben aan doemscenario’s, kunnen we
immers de krant openslaan.
ⅷᮣ ‘The Invasion is vanaf deze week te zien in
30 bioscopen.
Nicole Kidman als psychiater Carol Bennell in ‘The invasion’

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Andere mochten auch (8)

Storybord
StorybordStorybord
Storybord
 
Back-to-School Means Back-to-Work
Back-to-School Means Back-to-WorkBack-to-School Means Back-to-Work
Back-to-School Means Back-to-Work
 
Impressora Bematech MP-4200 TH
Impressora Bematech MP-4200 THImpressora Bematech MP-4200 TH
Impressora Bematech MP-4200 TH
 
8 segments to overome online consumer
8 segments to overome online consumer8 segments to overome online consumer
8 segments to overome online consumer
 
Making first contact
Making first contactMaking first contact
Making first contact
 
ITエンジニアのための英語勉強法
ITエンジニアのための英語勉強法ITエンジニアのための英語勉強法
ITエンジニアのための英語勉強法
 
Teams! Make War, Not (Only) Love! at LAST Conf 2016 in Melbourne, Australia
Teams! Make War, Not (Only) Love! at LAST Conf 2016 in Melbourne, AustraliaTeams! Make War, Not (Only) Love! at LAST Conf 2016 in Melbourne, Australia
Teams! Make War, Not (Only) Love! at LAST Conf 2016 in Melbourne, Australia
 
Absatzkanal Marktplatz - Was für Onlinehändler beim Verkauf über eBay, Amazo...
Absatzkanal Marktplatz -  Was für Onlinehändler beim Verkauf über eBay, Amazo...Absatzkanal Marktplatz -  Was für Onlinehändler beim Verkauf über eBay, Amazo...
Absatzkanal Marktplatz - Was für Onlinehändler beim Verkauf über eBay, Amazo...
 

Invasion

  • 1. Niet beter dan parasieten Voor de vierde keer verfilmd The invasion of the body snatchers In zijn roman ‘The invasion of the body snatchers’ waarschuwde Jack Finney in 1954 al voor de verwoesting van het milieu door de mens. Een vierde verfilming blijft voor het eerst dicht bij zijn opvattingen. B R E G T J E S C H U D E L V ier keer is het verhaal inmiddels verfilmd – de roman The Body Snat- chers, uit 1954, geschreven door Walter Braden ‘Jack’ Finney, is een dankbare inspiratiebron voor filmmakers. Ook voor klonen als The Stepford Wives (1975) en The Faculty (1998). Al- levier geven ze hun eigen politieke en sociale in- vulling aan het idee van een buitenaardse inva- sie. Maar de nieuwste, The Invasion, sinds giste- ren in de bioscoop, gaat echt terug naar de bron. Het verhaal van The Body Snatchers is als volgt: buitenaardse zaadpeulen strijken neer op aarde en vervangen de mensen in hun slaap door peul- kopieën. Op het eerste gezicht zijn de replica’s niet van de originele mensen te onderscheiden, zelfs de herinneringen zijn gelijk. Alleen emo- ties en een eigen wil ontbreken. Hun doel: door- gaan tot iedereen in emotieloze peulmensen is veranderd. Maar sommige individuen verzetten zich. Jack Finney (1911-1995) was een zonderling binnen zijn vakgebied. Hij was een scienceficti- onschrijver die niet echt van sciencefiction hield. Hij schreef wel over buitenaardse invasies en tijdreizen, maar ontdeed deze fantastische gebeurtenissen consequent van hun futuristi- sche glans. In The Body Snatchers arriveren de aliens niet in zilverkleurige vliegende schotels, maar dwarrelen ze als ruimtesporen onze at- mosfeer binnen. Ook zien we ze nooit in hun oorspronkelijke gedaante, alleen in menselijke vorm. Zelfs het tijdreizen gebeurt in zijn werk niet met gecompliceerde tijdmachines, maar door middel van een soort magische associatie (een auto uit 1920 transporteert de bezitter naar de jaren twintig) of zelfs door middel van hyp- nose. De afwezigheid van technologische snufjes staat in het verlengde van Finney’s gebrekkige interesse in de toekomst. Waar de meeste scien- cefictionschrijvers vanuit het saaie heden dro- men van een beloftevolle toekomst, blikt Finney juist verlangend terug naar het verleden, naar een tijd toen alles nog onschuldig en puur was. Zijn karakters reizen dan ook nooit vooruit, maar altijd terug in de tijd, op zoek naar een be- ter en simpeler leven. Het ontlokte hem in I’m Scared (1951), een van zijn eerste korte sciencefic- tionverhalen, de volgende uitspraak: ‘Zie je niet… in bijna iedereen die je kent, een toene- mende weerzin tegen het heden? En een groei- end verlangen naar het verleden?’ Het is een the- matiek die tot aan zijn laatste boek From Time to Time (1995) zou blijven resoneren. Maar op één gebied past Finney met The Bo- dy Snatchers, in 1954 als feuilleton gepubliceerd, in 1955 als boek uitgebracht, wel prima binnen het sciencefictionwereldje. Het boek boort een onbehagen aan in de huidige maatschappij: in dit geval een groeiende onvrede over de heden- daagse mens, die beetje bij beetje in een schim van zichzelf verandert. Terugblikkend naar het Amerika in de jaren vijftig is het op een bepaalde manier moeilijk te zien waar iemand bezorgd over zou kunnen zijn. De nazi’s waren verslagen, Amerika had zichzelf bewezen als machtigste natie en na de magere jaren rond de depressie en de Tweede Wereldoorlog bloeide de economie op. Burgers werden consumenten en maakten kennis met fenomenen als de televisie, de afwasmachine en vrije tijd. De benzine was goedkoop, jonge ge- zinnen trokken massaal naar de buitenwijken en de Amerikanen hadden vertrouwen in hun president Dwight D. ‘I like Ike’ Eisenhower. Kortom, het was een tijd van welvaart en opti- misme. Maar de jaren vijftig waren lang niet zo zorge- loos en ongecompliceerd als we nu graag willen geloven. De Tweede Wereldoorlog en de Kore- aanse Oorlog waren voorbij, maar de Koude Oorlog duurde voort en de angst voor het com- munisme nam toe, aangewakkerd door ‘bezorg- de burgers’ als senator Joseph McCarthy. Uitvin- dingen als de atoombom brachten nieuwe ver- antwoordelijkheden en consequenties met zich mee die nauwelijks te bevatten waren. Niet voor niets verscheen in 1954 de sciencefictionhorror- film Them! (van Gordon Douglas), over mieren die door kernproeven muteerden in gigantische mensetende monsters. Finney was niet zozeer geïnteresseerd in de sociale en politieke veranderingen an sich, maar meer in de implicaties die deze ontwikkelingen hadden voor de mens , die beetje bij beetje zijn individualiteit begon te verliezen. Automatise- ring maakte de mens steeds minder belangrijk in het productieproces, terwijl door sterke bu- reaucratisering individualiteit en creativiteit op de werkvloer werden vervangen door conformi- teit en gehoorzaamheid. Zodat de werknemer na een dag van aanpassen kon terugkeren naar zijn uniforme woning in zijn uniforme woon- wijk. Langzaam maar zeker veranderen we in wil- loze meelopers, laat Finney in The Body Snatchers zien. En de meeste mensen merken niet eens het verschil. Behalve een handjevol ‘fijngevoelige’ individuen, merkt in The Body Snatchers verder niemand op dat hun vrienden en geliefden lang- zaam maar zeker worden ingewisseld voor bui- tenaardse bedriegers. Of misschien kan het ze zelfs gewoon niets schelen. Pas aan het einde van het boek openbaart Fin- ney zijn ware intenties. Het betoog komt van een body snatcher, maar de woorden hadden net zo goed rechtstreeks uit Finney’s eigen mond kunnen komen. Daarin geeft de alien toe dat ze zelf niet veel meer zijn dan ‘parasieten van het universum’. Al duizenden jaren hoppen ze van planeet naar planeet, telkens verder trekkend wanneer alle bronnen zijn uitgeput. Maar, vraagt hij, hoe is dit anders dan wat de mens doet: „Wat heeft het menselijke ras gedaan be- halve zich over deze planeet verspreiden totdat ze met miljarden over de aardbol zwermen? Wat hebben jullie met dit continent gedaan behalve uitbreiden totdat je niet meer verder kan? (…) Wat is er gebeurd met de bossen die het conti- nent bedekten? En met de landbouwgrond die tot stof is vergaan? Jullie hebben ze opgebruikt, en trokken toen verder.” Finney zet ons een spiegel voor. Dit is waar wij in veranderen of waar we al in veranderd zijn: wezens zonder ziel. In 1954 stond de ruimtevaart nog in de kin- derschoenen, maar hadden we toen niet ook al grootse plannen? Waren wij ook niet van plan om de ruimte te verkennen, om op zoek te gaan naar andere planeten om te koloniseren voor wanneer de aarde vol is, of op? In hoeverre ver- schillen wij, qua potentie, nu werkelijk van Fin- ney’s emotieloze ruimteparasieten, voor wie al- les moet wijken voor hun onverzadigbare zucht naar meer? En nu, ruim vijftig jaar later, is er The Invasion (Olivier Hirschbiegel, James McTeigue). Op het eerste gezicht de meest afwijkende van alle ver- filmingen. Ditmaal wordt de argeloze samenle- ving niet geteisterd door buitenaardse peulen die de mens ’s nachts inwisselen voor peulko- pieën, maar door een buitenaards virus dat tij- dens de REM-slaap de genetische blauwdruk van de mens aanpast en hen zo in emotieloze wezens verandert. Toch draagt juist The Invasion het sterkst de achterliggende gedachte van Fin- ney’s boek uit. Ook The Invasion maakt zich zorgen over de hedendaagse mens en ziet tussen de mens en de body snatchers duidelijke parallellen. Aan het koloniseren van planeten zijn we nog niet toe- gekomen, maar de aarde raakt op. De bronnen raken uitgeput, het klimaat verandert – groten- deels door ons. Het ‘Rode Gevaar’ heeft plaats- gemaakt voor het terrorisme, de dreiging van de atoombom is vervangen door die van biologi- sche wapens. En opnieuw blinkt de mens uit in lijdzaamheid. De mens raakt verder afge- stompt, maar, belangrijker, zoekt deze afstom- ping ook zelf op. Met medicatie verdoven we te heftige emoties. Wanneer een patiënte in The In- vasion haar psychiater Carol Bennell (Nicole Kid- man) toevertrouwt dat haar man haar man niet meer is, krijgt ze direct antipsychotica voorge- schreven. De nachtmerries van haar zoontje be- handelt Carol op dezelfde wijze. Ze vindt het vervelend, maar ja, wat kan je anders? De film gaat zelfs nog een stapje verder. Door de invasie viraal te maken is het laatste concrete onderscheid tussen mens en body snat- cher weggevallen. De ‘geïnfecteerden’ zijn niet eens meer fysiek buitenaards, ze zijn een gene- tisch gemanipuleerde versie van onszelf. Mis- schien zelfs – zoals de film enigszins onbehol- pen duidelijk wil maken – een betere versie van onszelf. Wanneer onze hinderlijke menselijke emoties ons niet meer in de weg staan, is er ruimte voor een betere wereld, zo betogen de geïnfecteerden. En inderdaad, naarmate het vi- rus zich verder verspreidt, daalt er een onmen- selijke vrede op de aarde neer. Irak wordt niet meer bezet, de zelfmoordaanslagen stoppen, er wordt zelfs een vredesakkoord gesloten. Alleen jammer dat het CO2-probleem niet ook meteen wordt opgelost. Uiteindelijk kent de film voor de mens toch een happy end. Ook daarin lijkt The Invasion dan de eerdere films en lijkt ook daarin weer meer op het boek. In Finney’s werk bleken echte lief- de en de menselijke overlevingsdrang te mach- tig voor de body snatchers. De peulen gaan op zoek naar gastvrijere oorden. Nu is het de liefde van een moeder voor haar zoon die de mens redt van een vreedzaam, maar zielloos bestaan. Fin- ney was in zijn hart een romanticus en Holly- wood is bang voor de portemonnee. Als wij be- hoefte hebben aan doemscenario’s, kunnen we immers de krant openslaan. ⅷᮣ ‘The Invasion is vanaf deze week te zien in 30 bioscopen. Nicole Kidman als psychiater Carol Bennell in ‘The invasion’