3. Wie is Socrates?
• de eerste van de drie invloedrijkste
filosofen uit de Griekse oudheid;
• uitvinder van de socratische methode;
• de eerste die het handelen van de mens
centraal stelde
– vanuit vraag: hoe moeten wij zo verantwoord
mogelijk leven?
4. Zijn leermethode
• Kennis over de werkelijkheid
– Hoe kan iemand iets kennen als hij zichzelf
niet kent?
– Wie kent er dan?
– Wat is de waarde van zulke ongegronde
kennis?
• Op zoek naar die ultieme kennis van het
diepste zelf.
5. • De vroedvrouwtechniek
– Kennis opdiepen zoals een vroedvrouw een
kind ter wereld helpt komen.
• beurtelings aanmoediging om door te gaan of op te
houden;
• zijdelings helpen duwen en masseren.
– Die waarheid, de echte kennis, in zichzelf ontdekken.
6. Communicatie als methode
• Vond hem altijd ergens op de agora
omringd door luisteraars.
– Perste hun kennis uit hen, om die op
waarheids- en houdbaarheidsgehalte te
onderzoeken.
• Niet iedereen kon deze methode waarderen.
7. • Hij was ervan overtuigd dat het mogelijk
was door inzicht en kennis de deugd te
vinden.
– Hij vond dat iedereen de deugd kan aanleren.
• Zijnde een zaak van het intellect.
ethisch intellectualisme
8. Socrates en Plato
• Plato was eigenlijk een dichter
– Wilde zijn gedichten naar een bureau brengen
toen hij Socrates hoorde spreken op het agora.
– Hij is blijven luisteren.
• Dit voorval gooide zijn leven om.
– Hij begon Socrates te volgen en te bestuderen.
• Socrates kwam zo de leermeester voor
Plato